Ojochal

Ojochal

Ook vannacht hebben we een kleine pauze rond 4 uur, maar we weten ‘m minimaal te houden. Het slaapt prima en doordat we er zo vroeg in lagen, staan we opnieuw om zes uur op. Het begint te wennen en heel erg is het niet: we willen straks een wandeling door de ‘tuin’ van het hotel maken, onder leiding van een gids. We schieten daarom de kleren aan, besproeien onszelf rijkelijk met Deet, trekken stevige stappers aan en gaan bij het zwembad een kop koffie / sapje halen. Daar worden we getrakteerd op het mooie uitzicht dat er elke dag is, maar ook op een groep brulaopen, die met de gebruikelijke herrie door de bomen slingert. Als we staan te kijken worden we aangesproken door Geovanni, de man die onze gids blijkt. Hij neemt onze voucher in ontvangst en verdwijnt, om 5 minuten later met enórme machette aan zijn zij en een verrekijker op zijn schouder, opnieuw te verschijnen. Vamanos!

Als iemand je vertelt dat hij je meeneemt door zijn ‘tuin’, denk je waarschijnlijk niet als allereerste aan met jungle overgroeide rotsen, slingerpaadjes langs en vooral tussen de bomen / rotsen / planten / grassoorten door en aan ongeveer een miljoen muggen. De tuin van Geovanni (nouja, van het hotel) heeft dat wèl en dan nog veel meer! Hij neemt ons in een grote ‘8’ mee over het terrein en blijkt een meester in het spotten van vogels. Hij haalt ze dichterbij met zijn kijker en vertelt 100-uit, in een mengsel van Spaans en Engels. Goed te volgen voor Karin en met hier en daar een zin vertaling, ook voor Martijn.
We zien dus veel vogels (waaronder in de verte geelvleugelara’s), een aantal leguanen, veel vlinders en libelles en als toetje een familie cappucijneraapjes. Fotograferen blijkt een enorme uitdaging: de beesten zitten ver weg in de boom en zelfs met de kijker (die een stuk verder vergroot dan de lens) zijn de beesten niet altijd goed in beeld te krijgen. Maar: dat mag de pret niet drukken . Het is een erg leuke route en dat we zo ongeveer zijn opgegeten door de muggen (en dat ondanks alle voorzorgsmaatregelen) is nu eenmaal niet de schuld van de gids!

Na de wandeling gaan we haastig ontbijten. Het is iets over 9 en we zijn één van de laatsten. Speciaal voor ons wordt nog een aantal verse flensjes gebakken. Tja, dan moet je wel he?! Na het ontbijt gaan we even douchen, ruimen we de rommels op en daarna hebben we de tijd aan onszelf tot 2 uur. Tijd voor een tussendoortje. We klimmen in Kolos (de auto dus) en rijden naar Playa Ventanas. Met laag water zijn de rotsen daar indrukwekkend en het tij draait net gokken we, dus tijd genoeg om nog even te gaan kijekn. Het is niet ver rijden en na een kleine off-road expeditie op de laatste kilometer (incl. dwars door een riviertje, waar een stel gieren nauwelijks plaats voor ons wil maken) staan we op de bewaakte parkeerplaats. We betalen de bewaker, die een vriendelijk praatjke met ons maakt (in het Spaans en het gaat weer steeds beter) en nemen daarna de tassen mee. Playa Ventanas blijkt inderdaad schitterend. Het is (voor het feit dat het hoogseizoen is) erg rustig en we genieten op een wandeling van een uurtje van de palmbomen, de rotspartijen, de kleine heremitekreeftjes, overvliegende pelikanen, de branding en de overweldigende jungle die in een soort permanent gevecht met het zand en het water gewikkeld lijkt. Wat een strand: dit willen we ook wel in onze eigen achtertuin!

Na het strandbezoek drinken we een flesje water leeg en besluiten nog even verder te rijden naar Uvita. We willen proberen te pinnen (nog niet dringend nodig, maar wel handig), iets te halen om de joekels van muggenbulten van Karin wat te kalmeren (zoals wel vaker overreageert haar lijf nogal op muggenbeten) en Martijn wil even kijken naar een stel simpele slippers. Een paar kilometer verderop zien we een Farmacía (een apotheek) en daar helpen ze ons snel aan een anti-histamine creme. Er is geen pinautomaat, maar we spotten wel een open cafétje (The Dome Café): dit lijkt een prima plek om nog wat meer te drinken. Ze hebben inderdaad heerlijke verse lemonade en het zit heerlijk, onder de grote plafondventilatoren. We blijven wat langer zitten dan we van plan waren en uiteindelijk nemen we nog maar wat drinken èn bestellen we lunch. Quesedilla voor Karin, een burger voor Martijn en heerlijke frietjes erbij. Jummie: genoeg brandstof voor onze kayaktocht straks!

Uiteindelijk rukken we ons los en rijden nog wat verder, waar we een bank vinden (die onze pinpas helaas niet accepteert, dus voorlopig geen extra poen) en een supermarkt (voor nog maar een enorme fles water en slippers voor Martijn). Tevreden rijden we terug naar het hotel. Daar staat al een jeep met daarachter een trailer met kayaks te wachten. Da’s wel erg vroeg. We negeren ‘m nog even en gaan ons omkleden. We nemen niets mee, behalve fooi, deet, wat extra geld voor ‘you never know’ en de waterdichte camera die we van Harro hebben geleend (leuk met snorkelen en ook nu erg handig). Zwemkleding onder de normale kleding en broek en shirt aan dat nat mag worden, slippers aan en we kunnen.

Huvingo heet de man die ons opwacht. Hij spreekt uitstekend Engels, blijkt erg aardig, is tevreden met al onze voorbereidingen en neemt ons mee. We rijden een klein stukje over de 34 en slaan dan af, een onvcerharde weg af. Huvingo vertelt ondertussen over de pogingen om mensen ‘op te voeden’ om duurzaam te vissen en de natuur te beschermen. Een lastige strijd, zoals overal, maar er wordt ook hier voortgang geboekt. We zien een man op een fiets voorbij komen met één vis, in een zakje. Ha, dat is goed, zegt Huvingo tevreden. We parkeren de kayaks aan de rand van het mangrovebos, waar het water snel opkomt. Huvingo brengt de auto weg en helpt ons in de grote, knalgroene tweepersoons kayak. Hij gaat ons voor en al na een paar peddelslagen zitten we midden in het mangrovebos! Het is doodstil, op wat vogelsgeluiden na en het geritsel van krabbetjes die tegen de stammen omhoog klimmen.

Na een klein stukje peddelen, steken we een enorme rivier over en verdwijnen aan de overkant weer in een bijnna zonzichtbare opening. Het mangrovebos slokt ons op en de twee uur daarna peddelen we door een ongelooflijk mooie wereld. We zien heleaas nauwelijks beesten (een ongelukkige combi van hoog water laat op de dag en een ongelooflijjke hete en windstille dag) behalve héél veel, echt inrritant veel vliegen. Je moet echt bij het ademhalen uitkijken dat je er nniet één of meer in je mond of neus krijgt. Dat bederft zo hier en daar de pret een beetje, maar het is wel een echt avontuur. De doorgangetjes zijn soms zo smal dat we ons, platliggend op de kayak, vooruit trekken aan de lianen. Andere momenten peddelen we heftig tegen de stroom in, laten we ons juist relaxed meevoeren met de stroom of peddelen we rustig vooruit terwijl we ons vergapen aan de mangroven en de majestueuze jungle.

Na een paar uur beginnen onze armen er ondanks wat minipauzes met water en vers fruit (heerlijke zoete banaantjes, verse meloen en mango: hmmmm) zo ongeveer af te vallen. Gelukkig zijn we er bijna en met een laatste blik op de mangroves stappen we aan wal. We helpen met het op de aanhanger tillen van de kayaks en Huvingo brengt ons terug naar Villas Gaia. We vonden hem een erg fijne gids: hij heeft ons veel geleerd over de mangroven, was daarnaast gezellig en we hebben hem bovendien nog wat vragen kunnen stellen over de route die we morgen moeten rijden en de beschikbaarheid van tankstations. Fooi dik verdiend dus en we zwaaien hem uit als hij ons heeft afgezet.

Nu eerst even opfrissen want we zijn nat en plakkerig: niet echt fijn om zo aan tafel te gaan. We rennen in ons huisje onder de douche door, trekken schone kleren aan en gaan daarna naar het resutaurant van het hotel. Dat is prima bevallen en vanavond willen we eigenlijk nergens meer heen. We drinken een margharita (Karin) en een mojito (Martijn) en allebei een sandwich met frietjes. Dat smaakt prima en is ruim voldoende. Noge en paar glazen water er achteraan en we zijn weer helemaal bij.

We zijn nog maar net terug in het hotel als er een enorme bui losbarst. Wauw wat maakt dat een herrie op het golfplaten dak! Martijn gaat even op de veranda staan kijken. Alsof de douche aanstaat! ALs het weer wat bedaart maken we ons op voor de nacht. Die jetlag, daar komen we niet meer van af, maar we hebben besloten ‘m CRT (Costa Rica Tijd) te noemen: vroeg naar bed, vroeg op en van beessies genieten. Truste!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.