van Piran naar Ptuj

van Piran naar Ptuj

Na ene nachtje betere slaap (oordoppen en vermoeidheid doen samen wonderen om het kraakbed te negeren) ontbijten we aan zee. Een kop koffie, een croissantje en uitzicht op de blauwe baai. Het is opnieuw stralend weer en we gaan vrijwillig in de schaduw zitten. Daarna gaan we betalen en vervolgens loopt Harro met kaartje-met-veel-korting naar de parkeergarage. In het centrum van Piran mag je alleen komen als je inwoner bent OF veel geld per uur betaalt OF binnen een kwartiertje weer weg bent. En dat laatste gaat lukken: we gooien de zooi in de auto en off we go!

De eindbestemming vandaag is Ptuj (dat spreek je uit of je er op spuugt: ptoeie), in het noordoosten van Slovenië en daarmee hebben we de enige echt lange reisdag van de vakantie te pakken. Nadat Phoney wakker is rijden we vol vertrouwen er vandoor. De eerste stop: Postojna Caves, op ongeveer een dik uur rijden. Deze grotten zijn het meeste toeristische trekpleister van Slovenië. Ze vormen één van de grootste grotsystemen van Europa en worden als sinds begin vorige eeuw bezocht. We kunnen er ongeveer 5 kilometer van zien en het eerste stuk gaat per treintje! … dat betekent ook dat ongeveer iedereen de grotten kan bekijken, waardoor het er eigenlijk altijd stervensdruk is. We parkeren de auto op een ENORME parkeerplaats en moeten dan nog een stuk lopen. Vervolgens zien we de massa’s en gaat Karin snel plassen en Harro kaartjes kopen. En daarmee zijn we precies op tijd voor de tocht van 11 uur.

En nee, we zijn niet de enigen. Het grote voordeel is wel dat we per taal in groepen worden verdeeld. En er is een ENORME groep Italianen, een iets kleinere groep Sloveniërs, een nog iets kleinere groep Duitstaligen en een bescheiden groep Engelstaligen. Hoera: fijn om bij het kleinste groepje te horen. De gids (André) blijkt een rustige, aardige vent, die ons meeneemt naar het treintje. We zoef, we gaan er vandoor. Voor ons gevoel gaat het heel hard in de donkere, vochtige grot. Het is er ongeveer 10 graden en om ons heen drupt water, terwijl we onze handen binnenboord trekken op de open karretjes om maar niets te raken. In feite gata het niet eens zo heel hard, maar een avontuurlijk gevoel geeft het wel!

Na 4,5 kilometer en al een heel aantal prachtige en sprookjescachtig verlichte stalagtieten en stalagmieten, komen we een op een soort perronnetje. André neemt ons mee op het zéér toegankelijke pad (dit kan echt iedereen) en vertelt ondertussen over de grotten en de druipsteenformaties. Het is een interessant verhaal en we zijn dan ook verbaasd en geïrriteerd als een Roemeense probeert duidelijk te maken dat er in Roemenië grotere, mooiere en betere grotten zijn… Dan ga je toch terug… precies! We zijn niet de enige die zich ergeren en we bewonderen André om zijn geduld. we gaan gauw op weg. En hoewel het naar onze smaak té toeristisch is, is het wel erg mooi. We wandelen over smalle paden, over een hoge brug, door een diepe geul… Van een soort ondergrondse ‘berg’ naar prachtig verlichte grotte waar alles wit is van de pure kalksteen, langs enorme stalagmieten en stalagtieten, langs een smalle, dunne ‘pilaar’ die volgens de legenden de grooten overeind houdt, langs ‘gordijnen’, met subtiele verlichting er achter… We eindigen in een enorme zaal, waar af en toe concerten worden gegeven! en vlak daarvoor komen we langs het hoogtepunt van ons bezoek: de ‘human fish’. Dit beest is zo op het oog een kruising tussen een vis en een slang, met rode, uitwendige kieuwen, geatrofieerde ogen (die heb je in het stikdonker niet nodig) en een compleet pigmentloze huid, die rode lijkt door het bloed dat onder de huid stroomt. Het zijn heel erg vreemde beesten en we kijken geïntrigeerd door het glas. Bizar!

Daarna nemen we het treintje terug en komen knipperend terug boven de grond, in de zon en hitte. Dat was gaaf, al zullen we iedereen die ook naar Slovenië gaat aanraden éérst deze grot te doen en dan die van Skocjan. Deze grot is prachtig, maar die andere is spectaculair! … We lunchen met een crepje (Karin) en burger (Harro) en drinken een plons water en fris. daarna zoeken we de auto op (pfff, wat een hitte) en rijden er vandoor. Op naar Ptuj.

Daar komen we na een stevige rit aan bij B&B Muzikafe. En dat blijkt het leukste adresje van deze vakantie. We krijgen een schitterende, koele en kleurrijke kamer, waar we de spullen dumpen. En daarna zakken we dankbar met een frisje op het heerlijke, schaduwrijke terras. Wat is dit een mooie plek! Het dorpje is klein, maar barst uit z’n voegen van de hoeveelheid geschiedenis. Als het oudste stadje van Slovenië is er genoeg te zien. En Muzikafe is een geweldige plek om dan te slapen. Overal warme kleuren, heerlijke muziek, een schitterende kamer en een heel erg fijn terras. De receptioniste blijkt ook serveerster en helpt ons op verzoek ook aan tips voor goeie restaurants en informatie over het bezoeken van wijnboerderijen. Tevreden zakken we onderuit in de hitte, drinken een drankje, typen (Karin) en lezen (Harro) een beetje…

Rond kwart over zes maken we ons op om te gaan eten. We gaan Pomeranca (sinaasappel, in het Sloveens) proberen: het lievelingsrestaurant van de serveerster/receptioniste. Het zit aan de overkant van de rivier de Drava die langs het dorp stroomt en we genieten van het avondlicht dat over de oude stad speelt. Het restaurant zit onderin een onooglijk complex aan een parkeerplaats, maar het blijkt echt prima. We eten een heerlijk broodje vooraf en daarna eten we bijna onze vingers op bij een prima pizza. Lekker lokaal wijntje (Karin) en biertje (Harro) erbij en we zijn zeer tevreden over deze tip.

Na het eten wandelen we terug naar het oude gedeelte van het dorp en dwalen een rondje. We zien restjes van Romeinse bewoning (oude grafstenen uit de Romeinse tijd die zijn hergebruikt in de kerkmuur bijvoorbeeld, of als monument op een plein staan), restjes uit de middeleeuwen (zoals muren van gebouwen) en late middeleeuwen (het kasteel, bovenop de heuvel) en de gebouwen aan het plein en van alles wat daarna kwam. Het ziet er ‘lief’ uit en we drinken een kopje koffie op een terrasje op één van de centrale pleintjes, onder de kerk. Daarna gaan we terug naar het hotel, waar we in de tuin nog een drankje doen en genieten van de muziek, rustig pratende mensen, de langzaam donker kleurende lucht… een plek om je thuis te voelen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.