Tokyo (dag 1)

Tokyo (dag 1)

He, he dat was een heel fijne nacht slapen. Karin krijgt opnieuw wat melige felicitaties: gefeliciteerd met de inhaal-verjaardag! Of: gefelaatciteerd! Vandaag ziet de wereld er een stuk beter uit, dat is dan weer het voordeel van die nare dag gisteren. We hoeven namelijk niet meer te reizen. Nouja, nog naar het andere hotel, maar dat is nog geen kwartier lopen. Het is heerlijk weer en na het opstaan en uitchecken (we laten de tassen nog even achter) halen we een bak koffie en een paar heerlijke broodjes (“Die met véél choco graag”, zegt Karin). Daarmee wandelen we langs het station (dat achter elkaar mensen uitspuugt: er schijnen ongeveer 3 miljoen mensen PER DAG door het station te gaan) en naar de Shinjuku Gyoen National Garden. Dit enorme park is de nummer één bezienswaardigheid van Tokyo op Tripadvisor. Het is een groot park en hoewel lang niet zo mooi als de tuinen in Kanazawa, kunnen we ons in deze betonnen jungle wel voorstellen dat een park goed scoort. De hoge gebouwen er achter geven hetzelfde effect als de wolkenkrabbers rond Central Park in New York. We ploffen op een bankje in de zon, in een t-shirt en smikkelen onze koffie en broodjes op. Kijk, zegt Karin, dit is verjaardagswaardig!

Na het ontbijt bekijken we het park. Er is een Engels gedeelte en een Frans, maar we vinden het Japanse deel van de tuinen het mooist. Japanners verstaan de kunst van het meer maken met minder en we genieten van de uitzichtjes en de kersenbloesem, die hier verrassend genoeg nog aan de bomen zit. Als we uitgekeken zijn wandelen we het park uit en kopen er net buiten twee flejes drinken, bij één van de vele automaten die we overal tegenkomen. Al drinkend wandelen we verder, onder het (een) spoor door en een drukke weg over, naar de volgende bezienswaardigheid. De Meiji Jingu-tempel is een andere grote hit op Tripadvisor en in de reisgidsen. In deze tempel, gebouwd in 1912 liggen keizer Meiji en zijn gemalin begraven (althans: hun as bevindt zich hier). De tempel is om de twee zielen rust en onderdak te geven en is geschonken door het dankbare Japanse volk, vertelt een bordje ons.

Door een ENORME laan met een half bos aan elke kant lopen we naar de tempel zelf toe. De tempel zelf is eigenlijk niet eens zo heel mooi of indrukwekkend vinden wij, maar we genieten van de wandeling, van de mensen uit alle windstreken die hier op af komen en van de relatieve rust in dit groene deel van de stad. Net buiten de tempelgebouwen vinden we overigens aan één kant van de laan allerlei wijnvaten, geschonken / geofferd (dat wordt niet helemaal duidelijk) door een steenrijke Japanse wijnhandelaar die banden heeft met de Bordeaux-streek. Aan de andere kant vinden we bundels in kleurige verpakkingen met sake-rijst geschonken / geofferd door allerlei sake-huizen uit heel Japan. De kleurige verpakkingen maken natuurlijk en passant nog even reclame voor dat sakehuis; je moet wel zien wie er wat geschonken heeft!

Als we het enorme terrein aflopen is het gedaan met de rust. Op naar Shibuya, een wijk wat ten zuiden van Shinjuku, waar wij zitten. Als we trouwens wijk zeggen bedoelen we in deze stad met ruim 32 miljoen (!) mensen dat het eigenlijk steden op zich zijn. We zijn dan ook niet verbaasd over de volkomen andere sfeer die we tegenkomen. Waar Shinjuku zakenlui en uitgaansvolk heeft, heeft Shibuya shoppers en hippe jonge mensen die hier zijn ‘to see and be seen’. En… een wereldberoemde kruising.

We zijn we weer toe aan koffie (oh en straks ook aan lunch: de tijd vliegt) dus we gaan (zoals inmiddels elke reisgids aanraadt) een kop koffie halen bij de Starbucks die over de kruising uitkijkt en zoeken een plekje bij het raam. Het is op het moment (eind van de ochtend) relatief rustig en toch is het een indrukwekkend gezicht. Auto’s en bussen, dan heel even een lege kruising als het licht wijzigt en dan een golf mensen die oversteekt, over één van de zes zebrapaden óf er tussendoor. Stoplichten in Japan staan vaak lang op rood en groen, dus het zijn echt golven die zich verzamelen. Een bizar gezicht.

Als de koffie op is, gaan we zelf mee in zo’n golf. Het heeft iets intimiderends, al die mensen, hoewel mensen netjes om elkaar heen lopen en er nauwelijks (bijna) botsingen zijn. Aan de overkant, bij het Shibuya Station, vinden we Hachiko. Dit standbeeld laat een hondje zien, dat elke dag, 10 jaar lang, zijn baasje op kwam halen van het station. Ook toen zijn baasje was overleden kwam hij jarenlang nog naar het station, elke dag, om het baasje op te halen dat nooit meer zou komen. Nadat hij zelf doodging, is er een standbeeld gemaakt. Er staat een hele rij mensen om samen met het hondje op de foto te gaan. Wij maken een foto van het hondje met een meneer met zijn duim omhoog. Zo, klaar.

We gaan aan de wandel. Om te beginnen naar New York Burger, een tent die zo Amerikaans aandoet dat we de stylist complimenten geven. Helemaal af, behalve dat er bij de kassa sleutelhangers met plastic eten worden verkocht. Verder blijk je er een plons drinken, een uitstekende burger en heel aardige frietjes te kunnen eten. Na al dat gewandel lusten we wel wat, dus we laten het ons goed smaken. Daarna gaan we op zoek naar een winkel waar ze stokjes (om mee te eten, wel te verstaan) verkopen. Dat levert een sessie dwalen door een enorm leuke wijk op. Laagbouw, hippe boetiekjes, een hele straat met outdoor-winkels, leuke koffietentjes en restaurantjes, en uiteindelijk een geweldige stokjes-winkel. we houden ons in, maar onze ogen mogen wel even ‘los’. Er zijn echt wanstaltige exemplaren (met teveel glim en goedkoop materiaal), maar ook prachtige, handgemaakte exemplaren waarbij voor sommige sets (een set voor hem en één voor haar, samen in een doos) omgerekend honderden eruo’s wordt gevraagd.

Als we zijn uitgeneusd gaan we lekker verder met window-shoppen. Kledingwinkels, bruidswinkels (helemaal een ‘ding’ in Japan; we zien ze overal), prachtige etalages, mooi vorm gegeven gebouwen. En natuurlijk een enorme vestiging van de Tokyu Hands, de winkelketen waar we al eerder waren. Een enorme ‘stationary’ afdeling (alles dat met papier te maken heeft) en we verlekkeren ons weer aan alles dat wordt vekocht. Iemand behoefte aan ‘ninja-pins’ (een soort zwarte punaises, die uit je muur komt alsof hij er nooit is geweest, vandaar de naam) die tevens dienst kunnen doen als kledinghaakjes? Of schuimrubber schapen om je kabeltjes omheen te rollen? Of 400 verschillende soorten stickervelletjes?

Als we zijn uitgewinkeld en geen benen meer over hebben, gaan we op zoek naar taart. Harro vindt aardbeiencake, Karin vindt choccotaart. Kopje koffie erbij en we zijn helemaal blij. Als we na dit alles Shibuya Station in willen lopen, op zoek naar de toegangspoort, tikt een Japanse jongen Karin op haar schouder. “Sorry, with this card (terwijl hij naar haar JR-pas wijst), you need to go other side!”. Wat zijn Japanners toch aardig en hulpvaardig! We bedanken hem; hij grijnst verlegen en is verdwenen. We ‘go other side’ en vinden een trein die ons naar Shinjuku brengt. Daar halen we bij ons ‘oude’ hotel onze tassen op en sjouwen die naar ons nieuwe hotel. Daar krijgen we een uitstekende kamer: hij heeft zelfs een eigen was/droog-combinatie apparaat! Daar gaan we morgen nog wel even gebruik van maken; we komen net een paar dingen tekort voor de laatse dagen.

Nu wandelen we naar de bar naast ons hotel, waar Karin na een halve gin-tonic aan de praat raakt met een Amerikaanse whiskey-liefhebber, die (in het Japans; hij is net een half jaar barkeeper geweest) alle Japanse whiskey-flessen uit de rekken laat halen. En zowaar; er staat een fles Hibiki 21 tussen, de whiskey die twee jaar geleden ‘beste whiskey ter wereld’ heeft gewonnen… Tja, wat moet je dan als echt whiskeyliefhebber?! Karin geeft haar gin-tonic aan Harro, beloofd te trakteren en laat één glas (dat is duur genoeg) in twee glazen schenken. Ze biedt het tweede glas aan de volkomen verbijsterde Amerikaan aan. Die stottert er van, maar Karin is duidelijk: goeie dingen in het leven moet je delen en aangezien Harro niet van whiskey houdt… De whiskey is echt verrukkelijk! Proost! De Amerikaan blijft een half uurtje praten en van de whiskey genieten, maar schiet dan ineens overeind. Oh sh… hij moet over 1 minuut op het station zijn, bij zijn vriendin! Hij neemt haastig afscheid en gaat er vandoor. Wij drinken onze drankjes op en en gaan dan voor de laatste keer vandaag aan de wandel. Naar een sushi-restaurant wat een slag beter is dan het gemiddelde kaiten-sushi restaurant. En het is inderdaad het wachten waard; als we na 20 minuten aan de bar aanschuiven mogen we bij de chef bestellen, een aardige, vrolijke vent die Harro groen van jaloezie maakt door de snelheid en het vakmanschap waarmee hij sushi klaarmaakt. En man, oh man wat is het lekker: veruit de lekkerste sushi die we deze reis hebben gegeten en dat wil wat zeggen! We eten ons tonnetjerond aan heerlijke sushi en gaan dan naar het hotel. Dat was een uitstekende inhaal-verjaardag!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.