Sarajevo – Mostar

Sarajevo – Mostar

Na weer een nachtje prima slapen en een uitstekend ontbijt nemen we afscheid van Hotel Colors Inn. We kunnen het iedereen aanraden: het is niet voor niets één van de best beoordeelde hotels in Sarajevo wat ons betreft! We nemen nog niet helemaal afscheid van de stad; er is nog een museum dat we willen bezoeken. Daarvoor moeten we een kilometer of acht rijden. Net achter de luchthaven vinden we het Tunnel museum.

De Sarajevski ratni tunnel (ofwel de Oorlogstunnel van Sarajevo) is een tunnel die tijdens de belegering van Sarajevo in de jaren ’90 onder het vliegveld van de stad door liep. De tunnel werd in 1993 in een periode van ruim 4 maanden gegraven door het Bosnische leger. Hij had een lengte van 760 meter, was ongeveer 1,6 meter hoog en 1,2 meter breed. De ingang van de tunnel lag in de belegerde wijk Dobrinja. De tunnel kwam uit in het “vrije” Butmir, in de kelder van het huis van de familie Kolar, tegenover het vliegveld. Van daaruit kon men Centraal Bosnië bereiken.

Tijdens de belegering werd het bestaan van de tunnel geheimgehouden, omdat het in de eerste plaats een militair object was. Het hoofddoel was het transport van wapens en munitie vanuit de buitenwereld naar Sarajevo. Ook belangrijke parlementsleden konden gebruikmaken van de tunnel. De allerbelangrijksten onder hen mochten daarbij de tocht door de tunnel in transportkarretjes maken (een zetel op een karretje).

Het museum bestaat uit het (in kapotgeschoten staat gelaten) huis waarin de Tunnel uitkwam in vrij gebied, een kwartiertjes filmbeelden van de belegerde stad en het graven en gebruik van de tunnel, twee kamers met voorwerpen (waaronder een transportkarretje voor de president) en ongeveer 25 meter van de oorspronkelijke tunnel. De vele kogelgaten in het huis en het beton (in de kelder zit een onontplofte granaat in het beton geboord), de filmbeelden en de grimmige realiteit van de tunnel maken indruk en ondanks dat het mueseum best klein is brengen we er bijna een uur door.

Als we wegrijden zien we op het vliegveld allerlei vrolijk gekleurde vliegtuigen staan. Moeilijk voorstelbaar, de oorlog en tegelijk nog maar zo kort geleden en door het museum ineens heel dichtbij. Tijd voor een vrolijker vervolg op deze dag.

Dat gaan we vinden in Mostar. De route er naartoe is grotendeels over de M17, duurt ondanks dat het maar 120 kilometer is ongeveer 2 uur en is prachtig. De weg slingert zich door en langs de bergen en de rivier de Neretva, die uiteindelijk ook dwars door Mostar slingert. Het is rustig onderweg en we genieten allebei van het uitzicht. In Mostar aangekomen moeten we de stad bijna helemaal voorbij rijden, voor we kunnen omkeren en er in kunnen rijden. Ons hotel, Muslibegovic House, bevindt zich in een klein zijstraatje. Het is zo smal dat we eerst denken dat we er niet in mogen, maar de borden zeggen van wel en we wurmen ons met Vroemie en al omhoog. Martijn plakt de auto bijna tegen de muur om te zorgen dat er nog iemand langs kan en dan checken we in.

De eigenaresse zorgt dat we een kamer krijgen en loopt daarna met Martijn naar een kleine privé parkeerplaats. Dat is beter, dan is er een wat grotere kans dat we morgen een onbeschadigde auto terug vinden. De kamer is redelijk traditioneel ingericht, maar van moderne gemakken voorzien. En: de bedden blijken heerlijk zacht! Maar het mooiste is het huis zelf. 300 jaar oud, in handen van dezelfde famie (nu voor de 9e generatie) en inmiddels een nationaal monument, een hotel annex museum (we kunnen een rondleiding krijgen als we willen, dus dat gaan we zeker nog doen) en het ziet er prachtig uit!

Maar hoe mooi ook: we zijn inmiddels dringend toe aan lunch. We wandelen daarom naar het hart van de oude stad, rondom Stari Most (de oude brug). Deze brug is een icoon van de stad en de oorspronkelijke brug werd gebouwd in de 16e eeuw. In de jaren ’90 werd de brug volledig kapot geschoten, maar in de jaren na de oorlog is de brug prachtig herbouwd. Hij steekt hoog boven de Neretva, de rivier over. Bovenop staan, tussen de drommen toeristen (het is even wennen: dit is wel echt toeristisch!) een aantal mannen in zwembroek. Zij springen van de brug, als ze in totaal € 25,= hebben verzameld. Geen gemakkelijke opgave, dat springen: we hebben het vermoeden dat als je dat verkeerd doet, je het niet na kunt vertellen! Wij zien het ze helaas niet doen.

Aan de overkant van het water vinden we een plek, op een terrasje, in de schaduw (het is weer mooi weer, hier in Mostar), met een prachtig uitzicht op de brug. En het eten is verrassend genoeg nog behoorlijk in orde. We eten chevapi (Martijn) en frietjes met een salade (Karin) en genieten van het eten, iets drinken en het uitzicht.

Als we zijn bijgetankt wandelen we een rondje door de stad. anders dan in Sarajevo is hier zelfs in het centrum de oorlog nog goed zichtbaar. We zien kapotgeschoten huizen, de ‘roses’ (de inslagen van mortiergranaten, hier zonder rode hars) in het beton, maar ook veel bouwprojecten en goed gerestaureerde huizen. De stad laat een gemengd gevoel achter: mooi, maar toeristisch, klein, maar volgebouwd. 

Na het rondkijken wandelen we door de ‘bazaar’ (de smalle steegjes met winkeltjes aan beide kanten van de brug) terug naar ons hotel. Onderweg pikken we nog even wat drinken op en terug in het hotel ploffen we een uurtje neer in op een bankje op de binnenplaats. Tot het te hard begint te waaien en we zelfs een paar regendruppeld voelen. Misschien een goed moment voor die rondleiding? De dame achter de balie reageert enthousiast: natuurlijk! Ze neemt ons mee het hoofdgebouw in (schoenen uit, net als in de gang voor en op onze kamer!) en vertelt honderduit over het huis. Het is een moslimhuis, met een mannen- en vrouwendeel en elke kamer heeft een eigen haard en een plaats om je te wassen: erg luxe voor die tijd (begin 18e eeuw). Het is prachtige gerestaureerd, hoewel hier en daar delen er wat goedkoop uitzien, met schrootjes tegen de muur. We vinden het heel bijzonder: slapen in één van de bezienswaardigheden van Mostar!

Als we trek beginnen te krijgen wandelen we op aanraden van onze gastvrouw naar Sdrvan. Het is één van de meest toeristische maar ook best beoordeelde restaurants van de stad. Het personeel loopt in traditionele kleding en dat schrikt ons een beetje af, maar iedereen blijkt enorm vriendelijk. Er is buiten geen plek meer onze één van de parasols (en we durven het met de dreigende regen niet aan om in de open lucht te zitten), maar we krijgen binnen een uitstekende tafel. Het eten is heerlijk, al komt de enorme hoeveelheid vlees die wordt opgepeuzeld in deze regio langzaam wel onze neus uit. Het met kaas gevulde gehakt en een soort ragout smaken echter prima, net als de welkomstborrel die we krijgen. Na afloop bestellen we Bosnian Coffee en de gastvrouw komt het persoonlijk brengen en uitleg geven over hoe je dat precies drinkt. Ze is enorm vriendelijk en als we er ook nog iets lekkers bij krijgen weten we weer even hoe gastvrij iedereen in Bosnië is. Zelfs in enorm toeristisch Mostar!

Tevreden dwalen we door de mooi verlichte oude stad terug naar het hotel. Daar ploffen we op ons heerlijk zachte bed neer. Het duurt niet heel lang voor de luikjes dichtgaan…

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.