Meer Georgetown

Meer Georgetown

De slaap was bijna net zo lekker als gisteren: best verwonderlijk met al die activiteiten buiten. Oordopjes doen wonderen, zullen we maar zeggen. Ook vandaag lijken we voor de hele stad wakker te zijn. Best wondelrijk, al die late ontbijtjes in dit tropische land, waar we verwachtten dat alles en iedereen om 7 uur op zou zijn. Niet dus. Het leven lijkt laat te beginnen elke dag… en laat te eindigen, dat dan weer wel. We maken gebruik van een deel van het ontbijt dat er al staat en trekken dan de srad in. Gisteren hebben we wat van Penang gezien; vandaag willen we veel van het erfgoed gedeelte van Georgetown zien. 

En dat heeft, zeker aan de randen van Little India, veel street-art. In verschillende varianten zoals we al eerder constateerden en vandaag vinden we beroemde exmplaren. Met een combinatie van 3-d onjecten en schilderingen zijn ze heel erg charmant en laten ze vooral kinderen zien. We zien naast de jongen op de motor die we gisteren zagen, twee kindjes op de fiets (gillend van de pret), twee kinderen op een schommel, een jongetje dat op de punt van een stoel lijkt te staan terwijl hij omhoog reikt en twee basketbal-gooiende kinderen. Er zijn er meer en we zien ze op verschillende momenten gedurende onze dwaalsessie door de stad, maar we zijn iedere keer weer verrukt. 

Behalve deze straat-kunst vinden we ook twee Chinese tempels die we van dichtbij bekijken. Het zijn niet de meest beroemde, maar mede daardoor zijn ze verlaten en kunnen we rustig even kijken. Wat een drukke versieringen: veel in grijs steen, gekleurd hout, goud en rood gelakte panelen… Er brandt veel wierrook: zeker nu rond de jaarwisseling zijn er allerlei festivals en gaan Chinezen massal naar de tempels om hun vooruders te vereren, ze offergaven aan te bieden (vooral fruit en nepgeld) en hun zegen voor het komende jaar te vragen. Zo zonder uitleg blijft het kijken naar een film zonder ondertiteling: je krijgt er wel iets van mee, maar de finesse is absoluut zoek!

Bij ontbijt-deel-twee in het hotel vertelt de receptioniste dat er om half 11 een gratis stadstour is, is dat niet wat vooor ons? Ehm, nou zeker wel. Dan moeten we om 10:15 daar (bij de lokale VVV) zijn en dat geeft ons precies tijd om wat zooi te pakken en die kant op te wandelen. Daar blijken we niet de enigen, maar gelukkig wordt de groep in twee delen gesplitst. We komen met 12 anderen in de groep van Ron. Ron blijkt gepensioneerd, gepassioneerd over zijn stad en een waterval aan informatie over allerlei gebouwen en het oude centrum in z’n geheel. In dik anderhalf uur (de gehele geplande tijd van de tour) komen we tot halverwege de geplande route en dan moet hij het opgeven. Dat is ook ongeveer het moment dat wij het zat zijn en met een bedankje en een fooitje afhaken. 

Hij vertelt over Sir Francis Light, de Engelse ‘stichter’ van het huidige Georgetown. Over de Nederlandse gebouwen, Chinese clanbazen en Britse grootheidswaanzin. Dat wil zeggen: de reden dat er een enorm open veld is voor het stadhuis, is dat er natuurlijk cricket gespeeld moest worden èn een ere-ceremonie gehouden moest kunnen worden mèt speciaal geïmporteerde paarden. De naamgeving van het eiland is ook interessant. Toen de Britten vroegen naar de naam van het eiland en in de verte wezen (zoiets als “he, hoe heet dit eiland eigenlijk, zeg maar zo dit hele deel”) dachten de lokale vissers dat ze vroegen naar de naam van een lokale vrucht: Pinang. Dat was dus het antwoord dat ze gaven. De Britten maakten van ‘Pie-Nang’ al snel ‘Peneng’ en die naam is blijven plakken. Ron vertelt ook nog over de drie geloven die hier vreedzaam naast elkaar leven. Dat was ons ook al opgevallen en in de straat waar een christelijke kerk, een Chinese tempel, een hindoe tempel en een moskee naast elkaar staan is dat helemaal goed zichtbaar. Het feit dat bij de Chinese tempel dames met een hoofddoek werken vinden we helemaal geweldig!

Ron was interssant maar te langdradig en als we afhaken zijn we toen aan koffie. Dat vinden we bij het Coffee Atelier (55), gevestigd in een voormalige koffiebranderij, waarvan de oude ovens nog zichtbaar zijn op de binnenplaats. De koffie is heerlijk. Als we zijn bijgekomen vinden we meer street-art en gaan we daarna op zoek naar de Blue Mansion, één van de beroemdste huizen van de stad. De kleur is inderdaad prachtig en Karin staat te popelen om meer te zien. Helaas. Dat kan niet. Dat wil zeggen: we kunnen anderhalf uur wachten op een tour-mogelijkheid en de beveiliger is onverbiddelijk. Ondanks dat het ook een hotel is mogen we niet het terrein op om het gebouw alleen van buiten te bekijken. Flauw! Teleurgesteld druipen we af. Dan maar lunch, in deze meer dan schattige buurt. Waar Littlke India vol hangt met aanplakbiljetten en andere onzin, is dit deel van het oude centrum vooral heel erg charmant. En ook hier genoeg eetgelegenheden natuurlijk, waaronder de Daily Dose. Daar b;ijkt het personeel de drukte niet helemaal aan te kunnen. De verse sapjes en salades die we krijgen zijn uiteindelijk prima, maar het duurt allemaal iets te lang. Als alles op is gaan we er meteen vandoor.

We willen vandaar nog drie dringen. Het eerste ‘ding’ is het bekijken van de grote Chinese tempel. Daar is het enorm druk. Er staan rijen mensen nepgeld te kopen en te verbranden. Binnen bidden mensen met wierrook. Een priester (ofzo) zegent mensen en hun offergaven (aan de afbeelding te zien een oproep voor een voorspoedig jaar) en het is een algemene drukte van belang. We bekijken het een tijdje en gaan dan weer naar buiten. Aan de mate waarin we worden genegeerd hebben we niet het gevoel dat we ook maar iemand dwars zitten. Hooguit in de weg lopen: we worden meerdere keren opzij geduwd, maar dat doen de aanwezige gelovigen ook bij elkaar. Onze lengte helpt dan een beetje: daar schrikken ze smos nog even van.

Het tweede ‘ding’ dat we willen is het bekijken van de Clan Jetties. Deze pieren op palen gemaakt van gestapelde emmers beton, zijn al twee eeuwen het thuis van meerdere groepen Chinezen. Op deze manier omzeilden ze de belastingregels. Hoewel hun aantal snel afneemt wonen er ook nu nog mensen. Natuurlijk slaan ze ook een slaatje uit de vele nieuwsgierige toeristen, maar aan de vele bordjes ‘no photo’s please’ blijkt het grote aantal woonhuizen. Nu, met halfhoog water, is het prima, maar we stellen ons wel voor dat het stinkt bij laag water… Het is inmiddels iets te toeristisch voor onze smaak, maar fascinerend is het ook.

En dan is het op en is het tijd voor ‘ding’ drie. Taart! En wel bij het China House, waar als 120 jaar meer dan 50 overheerlijke soort taart per dagen worden gebakken. we gaan voor de bijl voor salted caramel chocolate cake (Karin) en Tiramisu (Martijn). Met een heerlijke kop koffie er bij zitten we het eerste buitje uit.

Daarna gaan we terug naar het hotel en daar komen we niet meer vandaan. Het hoost buiten. Karin heeft nogal een pijnlijke blaar op een teen. En we hebben simpelweg geen zin. We eten een prima hapje in het café en brengen daarna de avond door op de kamer. Effe bijkomen. 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.