Meer Bergen, 4 september 2018

Meer Bergen, 4 september 2018

Zo, dat was een heerlijke nacht heel erg lang slapen. En nog steeds zitten we om half 8 aan het ontbijt, zo vroeg zijn we gisteren gaan slapen! Als we zijn uitgesmikkeld (verse smoothies!) zetten we ons plan in gang. Stap 1: koffie bij Blom, vlakbij ons hotel. Uitstekende koffie, in onze eigen koffiebeker. Minder afval èn lekkere koffie. De eigenaar knippert niet eens met zijn ogen: blijkbaar komt het steeds vaker voor. Mooi!

Stap 2: op naar het Hanseatic Museum! Dit oudste houten gebouw in Bergen is een museum over Hanzenstad Bergen, waar de Duitsers tussen 1350 en 1750 hun graan en luxe goederen verhandelden tegen de stokvis van Noorwegen. Het is open om 9:00 uur en we wandelen naar binnen. Een aardige meid (ook een Karin: leuk toch, een Scandinavische naam) helpt ons aan kaartjes en schrijft ons in voor de Engelstalige rondleiding van 10:30 uur. Aangezien we met de kaartjes twee dagen naar binnen mogen, besluiten we eerst iets anders te doen.

We wandelen naar punt van de stad, waar we in de middeleeuwse vesting Bergenhus de resten vinden van Koninklijk en militair Bergen. Dat wil zeggen Haakon’s Hall (een hal en ontmoetingsplaats van rond 1350), overblijfselen van de eerste kathedraal van Bergen, de ingepakte Rosentrantztoren  uit 1270 en verder houten barakken, een enorme vlag, kanonnen, een standbeeld van koning Haakon en een plaquette die refereert (in het Noors, Engels èn Nederlands ) hoe Bergen per ongeluk, tegen de orders van de koning in, in 1665 de Nederlandse vloot beschermen tegen de Engelsen die de vloot probeerden te kapen. De koning had toestemming gegeven, maar ‘helaas’ bereikten de berichten daarover Bergen te laat, waardoor de stad de Engelsen in de pan hakten. Oeps…

Na een rondje tussen de resten van een bierfestival (het meeste is weg, maar er staan nog veel bouw-restjes van de tijdelijke vloeren en tenten) wandelen we terug naar deel 1 van het museum, Schotstuene. Dit aparte gebouw, dat naast de St. Mary kerk staat, diende vroeger als ‘vergadergebouw’ en in de winter als eetruimte. In het stenen gebouw mocht (in tegenstelling tot de houten gebouwen in de rest van Bryggen) vuur worden gemaakt; onmisbaar in de strenge winter! Het gebouw staat dan ook vol met grote, druk versierde stalen kachels en (ook verboden in het houten deel) olielampen. De keuken is vooral indrukwekkend; donker maar uitgebreid!

Het is een bliksembezoekje, maar het is geen groot gebouw en keurig op tijd staan we klaar in het hoofdgebouw, voor een rondleiding van Maria. Ze belooft ons 40 minuten, maar uiteindelijk is ze meer dan een uur aan het woord. We vervelen ons geen seconde. Ze vertelt boeiend over het leven in dit prachtige, maar destijds donkere (geen lampen!) huis. Een meester, een gezel en meerdere leerlingen (z’n 6 tot 8), allemaal mannen, woonden het hele jaar in Bergen en zorgden niet alleen in het visseizoen (mei en september) voor de handel, maar ook daarna als de vis moet worden gedroogd, gesorteerd en verkocht. We zien de pronkkamer, de slaap- en eetkamer(s), de proefkamer, de opslagruimtes. We leren van alles over stokvis: het stinkt, kent wel 23 verschillende kwaliteiten (!) die een leerling moest leren onderscheiden en kan tot wel 15 jaar na het drogen weer worden ge-re-hydrateert en gegeten. Niet persé door ons trouwens (het stinkt dus!).

Als we klaar zijn is het inmiddels half 12 en mooi weer buiten. We halen koffie en daarna een broodje èn een kaartje voor de Floibanen, het spoorbaantje dat de 300+ meter van de Bergense berg een stuk bedwingbaarder maakt. Het is rustig en we zijn binnen een paar minuten boven. Als we het gebouw uit komen ontvouwt Bergen zich aan onze voeten, stralend in het inmiddels volop schijnen de zonnetje. Wauw, wat geweldig! We gaan er eens rustig voor zitten en genieten van ons broodje, de zon, het uitzicht… en de berg Koreaanse toeristen die allemaal keihard moeten nep-lachen van hun gids tot ze allemaal de slappe lach hebben en hij een foto maakt.

Als we alles op hebben besluiten we nog wat langer van het mooie weer te genieten. We kiezen een zo op het oog zinnige wandeling van een half uurtje naar een uitzichtspunt annex café en jawel, we gaan aan de wandel. Karin haalt herinneringen op aan 15 jaar geleden, toen ze hier ook was. Bergwandelen zat er toen niet in! En om eerlijk te zien, het is nu ook nogal een uitdaging. Maar: het is ook prachtig en we genieten van het bos, het uitzicht, het mos over de stenen, de paddenstoelen… Helaas is het café aan het einde van het pad dicht, maar het flesje fris en het uitzicht op een meertje volstaan. Na ongeveer een uur en een kwartier zijn we terug bij ons startpunt en we maken nog maar eens wat foto’s van het schitterende uitzicht.

Daarna is Karin wel een beetje op. Tegelijk is het echt zonde om naar binnen te gaan, dus we kiezen voor een shuttlebusje van het museum. Er is namelijk een deel 3 inbegrepen bij het museum-kaartje: een bezoekje aan het vismuseum een aantal kilometer noordelijk. De shuttle is prettig en de ligging van het museum aan het water is prachtig. We maken voor de vorm een rondje door het wat wonderlijke museum en gaan daarna lekker in het zonnetje zitten. Een uurtje later laten we ons weer oppikken en dan is het echt klaar.

Terug in de stad eten we bij Pingvinen, een studentikoze tent met een uitstekende hap eten. We verbazen ons weer eens over de prijzen (we hebben besloten dat ‘schrikken’ niet helpt, dus we ‘verbazen’ ons nog slechts over de hoge prijzen), maar naar lokale maatstaven zijn zowel het eten als de drankjes zeer betaalbaar. Onderweg naar het hotel halen we nog een lekkere koffie en de rest van de avond typt Karin aan het verslag en zapt Martijn een rondje op tv. Wat een dag!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.