Uitersten onderweg (van Warschau naar Bialowieza, 13 mei 2019)

Uitersten onderweg (van Warschau naar Bialowieza, 13 mei 2019)

Het is half 8 als we, hier en daar nog wat slaperig, allemaal in de bus zitten. Door een regenachtig en koud Warschau rijden we naar het noordoosten. Vanmiddag gaan we wandelen in het oerbos van Bialowieza, maar als we zo eens naar buiten kijken neemt de zin daarin eerder af dan toe! Het is 9 graden en af en toe stopt het met zachtjes regenen… om flink te plenzen. We zullen zien: eerst maar eens de route.

Polen is groen, merken we al snel, en staat in dit seizoen in bloei. De route voert ons al snel de stad uit en we zien eerst steeds meer akkers en daarna steeds meer bos. Onderweg spotten we reeën, Karin denkt zwijntjes te zien (ze zijn te ver weg om het zeker te weten) en er zijn enorm veel ooievaars. Henk weet te vertellen dat Polen ná Litouwen de hoogste ‘ooievaardichtheid’ heeft en we genieten van de vele volgels die over de weilanden wandelen, voorbij vliegen of op hun nesten zitten. Het land is vlak en we kunnen ver kijken.

Rond 10 uur, als we inmiddels op een toch wel heel klein weggetje zitten, pakt Sonya de microfoon om te zeggen dat ze een stop heeft ingelast. We zijn vlakbij Treblinka, het concentratie- en vernietigingskamp waar bijna een miljoen mensen zijn vermoord. Er is niet veel meer te zien, waarschuwt ze, maar ze wil ons de mogelijkheid geven om even rond te kijken. Daar zijn we heel blij mee. Treblinka is natuurlijk niet ‘leuk’, maar we vinden het fijn dat we even stil kunnen staan op de plek waar zoveel inwoners van onder andere Warschau aan hun eind zijn gekomen.

Na een snelle toiletstop kiezen we voor een kort bezoek aan het herdenkingsmonument. Midden in het bos, op een grote open plek, waar de barakken, gaskamers en crematieovens stonden, staan honderden puntige grijze stenen, sommigen met een plaatsnaam er op en heel af en toe één met een naam van een persoon. Tientallen kleine kiezels zijn neergelegd op de stenen, in herdenking aan de vele, vele mensen die zijn omgekomen. Een wit lint met honderden namen om de hele site heen symboliseert het prikkelderaad. Betonnen ‘bielzen’ laten zien waar het spoor liep. Op het station werden destijds plaatsnamen en niet-bestaande dienstregelingen geplakt. De gevangenen werd verteld dat ze later verder zouden gaan. Het voorkwam opstand. Treblinka was echter de laatste stop: maar heel, heel weinig mensen hebben het kamp overleefd.

Op de site lopen drie busladingen Israelische soldaten. Rondom het monument bereiden ze een herdenkingsdienst voor. Het meisje dat begint te zingen om de microfoon te testen bevriest ons in onze rondwandeling. Haar stem is prachtig: we krijgen kippenvel en zijn niet de enigen die tranen in onze ogen krijgen. Het miezert zachtjes: de hemel huilt mee…

Iedereen is stil, terug in de bus. Pfff, tijd voor koffie. Die moet nog even wachten. In dit deel van Polen is het aantal handige stop-plekken voor busladingen toeristen die geen Pools spreken beperkt. Uiteindelijk stoppen we bij een tankstation. Het enkele koffie-automaatje draait overuren en het toilet is drukbezet. Terug in de bus knagen we onze meegebrachte lunch op: een voorverpakte sandwich die we vanochtend in het minimarktje hebben gekocht. Marek rijdt ondertussen rustig en geconcentreerd door. Het wordt droger en het landschap wordt groener. Er zijn nogs teeds akkers tussen de stukken bos en het aantal vogels en reeën neemt toe. En wat doet die koe daar eigenlijk zo in zijn eentje op het veld? Een koe, nee wacht eens even, is dat een… jamwel: een eland! Helemaal opgetogen geven we elkaar een high five: dat gaat lekker zo met het wild spotten! Het laatste stuk zien we vooral bomen en via piepklein Bialowieza (met veel houten huisjes, deels keurig, deels vervallen en leegstaand) komen we rond kwart voor 2 komen aan bij hotel Bialowieski, dat aan de rand van het dorp ligt.

Daar krijgen we een uitstekende kamer. En een stille kamer: een absolute verademing na de herrie van Warschau. Met het raam open, horen we alleen maar vogeltjes en zien we daar nu een streepje zon op het balkon?! Nouja, veel is het niet en het blijft koud, maar het is al wel beter dan de regen van vanochtend. Als we om half 3 in de bus zitten, hebben we een laagje extra bij ons en beginnen we voorzichtig weer een beetje zin te krijgen in de wandeling. We rijden een klein stukje, naar de plek waar we onze gids ontmoeten en te voet op stap gaan. We krijgen er twee en de groep splitst zich in twee kleinere groepen. Onze gidse, Maria, is een wat oudere, struise dame die barst van de kennis, maar niet persé handig is in de interactie. Ze stuift er vandoor, stopt en terwijl de helft van ons groepje buiten behoorafstand is begint ze te praten. In een hoog tempo komen de namen van planten, bloemen of bomen in het Latijn, Engels, Duits en verrassend vaak Nederlands voorbij, in een willekeurige volgorde. Daarna ratelt ze op hogere snelheid dan Karin kan praten een serie feitjes er uit en verder gaan we weer, terwijl in een aantal gevallen de laatste van de groep net aan komt lopen. Ze herkent vogels op hun zang, weet van elke boom die is gevallen wanneer en waarom dat was en kent elke plant in het bos bij naam, maar mensen? Lastig…

De route voert ons door een paleistuin, via het open veld, naar het laatste stuk oerbos van Europa. Dit stuk bos wordt niet en is nog nooit door mensen gemanaged. In de vorige eeuwen ging dat vooral goed omdat het stuk bos het jachtgebied van de koning was. De enige interactie bestaat tegenwoordig uit het wegzagen van bomen die over het pad vallen. Het bos bestaat daardoor uit gigantische bomen, sommige bijna vijfhonderd jaar oud. De bosvloer is relatief kaal: er dringt te weinig zonlicht op door. Alleen op plekken waar een boom is omgevallen ontstaat een wedloop naar het nieuwe plekje licht dat ontstaat. Maria blijft feitjes spuien en na een grote wandeling door het oerbos zegt ze bij het hek in het Engels “Nou, de andere gidse komt zo, you wait” en daarna gaat ze er vandoor. We blijven wat verbouwereerd achter en ook de andere gidse, die vijf minuten later aankomt, kan haar verbazing niet verstoppen. We lopen met de hele groep samen terug richting de bus.

In totaal duurt de wandeling 3 uur en het is prachtig, maar als we terug zijn, zijn we door en door koud. We hebben enorm veel laagjes aangedaan en nog zijn we verkleumd. We gebruiken de drie kwartier die we krijgen tussen aankomst in het hotel en gezamenlijk diner voor een broodnodige warme douche. Bij het eten (Renske a la carte, Karin buffet en we eten allebei uitstekend) nemen we allebei een wijntje om op te warmen. En tegen de tijd dat we in bed liggen is het gelukt. Wat een volle dag van uitersten. En morgen nog zo’n dag! We kijken er naar uit! Hoewel… voorlopig bekijken we eerst de binnenkant van onze ogen. Weltruzzzz

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.