Gdansk: stad van ‘solidarnosz’ (16 mei 2019)

Gdansk: stad van ‘solidarnosz’ (16 mei 2019)

Vooral Renske heeft als een blok geslapen en omdat we ‘pas’ rond kwart over 9 weg willen, zitten we heel ontspannen rond 8 uur aan het ontbijt. Dat is weer eens prima: Djoser heeft oook hotel Impresja goed uitgekozen. Het is helaas wel een hotel dat wat verder uit het centrum ligt, dus om kwart over 9 wandelen we naar de tram die een stukje verderop voorbijkomt. Het is door allerlei werkzaamheden even zoeken, maar een vriendelijke kerel die aan de weg bezig is roept ons in het Engels toe waar we moeten zijn. Aha, ónder de weg door naar de tram! Er komt er net één aan als we bovengronds komen en het kopen van een kaartje bij de chauffeur gaat soepel. We krijgen zelfs wisselgeld, ondanks dat allerlei mensen ons hadden verteld dat dat nooit gebeurt! Zeer tevreden boemelen we een aantal haltes mee, tot we bij het station komen. Daar hoppen we er uit.

Tegenover het station staat een monument voor de kindertransporten. Aanvankelijk denken we dat het gaat om kinderen die naar de kampen zijn vervoerd, maar het zijn juist de kinderen die zonder hun ouders, in de maanden voor de oorlog, in ’39 op transport zijn gezet naar Engeland. Veel kinderen hebben daardoor de oorlog overleefd. Hoeveel daarvan hun ouders hebben terug gezien weten we niet… We maken een paar plaatjes en wandelen dan naar het startpunt van de Free Walking Tour van Walkative! dezelfde club die we in Warschau troffen. Ook Sonya blijkt mee te gaan. Als tourist hoor, roept ze, al is ze ook tijdens de wandeling druk aan het werk op haar telefoon.
De wandeling duurt 2,5 uur en ook nu zijn we erg blij met onze gids. Hij is goed te verstaan, geeft ons een berg informatie en heeft een droog gevoel voor humor. Hij gaat in grote sprongen door de geschiedenis en vertelt over het ontstaan van de stad en de eerste keer dat die wordt genoemd in historische teksten in de 10e eeuw. De naam Gdansk betekent volgens sommigen ‘tegenover Denemarken’. Volgens anderen is het een oud woord voor moeras. De gids constateert droogjes dat hij er voor kiest de minder deprimerende verklaring aan te houden. Het weer geeft hem in ieder geval gelijk. Hoewel het koud is, er veel plassen liggen van vannacht en er véél regen is voorspeld, is het droog en bij vlagen zowaar zonnig. Gids neemt ons mee langs de gouden poort, door de hoofdstraat van de stad, langs een door Van Opbergen (ja, een Nederlandse architect) ontworpen gebouw (dat inderdaad zou in Amsterdam had kunnen staan), door het straatje dat bekend is van het Jopenbier (Haarlem wordt genoemd!) en naar de Mariakerk. Binnen laat hij ons een eeuwenoud Mariabeeld zien en – nog veel gaver – een astronomische klok. Doordat de maker ervan door de stad blind werd gemaakt toen bij verteld dat hij in een andere stand een nog grotere wilde maken, vernielde hij als wraak het uurwerk twee jaar na oplevering. Vervolgens kon èn durfde men het 500 jaar niet te repareren. Pas eind vorige eeuw begon iemand aan een poging en twee jaar geleden (!) werd het laatste deel ervan gerepareerd en wel opgeleverd.

De rest van de route zien we het stadhuis, de markt, de groene poort (dat dienst moest doen als slaapplaats voor de koning, maar waarin hij nooit sliep omdat hij het te min vond), de haven, het geboortehuis van filosoof Schoppenhauer en de kraan. Deze poort annex kraan uit 1444 heeft een meachinisme waarmee vier man, lopend als in een hamster-rad, 2 ton vracht kunnen optillen! Helaas wordt het tegenwoordig niet meer voor gedaan: de bestuurders van Gdansk zijn bang dat het teveel op slavenarbeid lijkt… De laatste stop op de route is bij het oude postkantoor van De Vrije Stad Danzig. Tussen de beide wereldoorlogen was Danzig een quasi-zelfstandige stadstaat. Het postkantoor onderhield de contacten met Pruissen en andere landen. De binnenvallende Duitsers wilden deze belangrijke communicatiepost snel in handen krijgen. Toen de oorlog in september ’39 uitbrak was het dan ook één van de eerste doelwitten. De mannen die verrassend succesvol weerstand boden, werden tegen de muur gezet en dood geschoten. Kleine zilveren plaatjes op de muur, met vinder- en handafdrukken, herinneren aan deze misdaad.
Bij dit laatste deprimerende verhaal is het weer heel toepasselijk omgeslagen. Ook nu huilt de hemel mee met het verhaal. Tijd voor lunch. We bedanken de gids met een fooi, nemen afscheid van Sonya en vertrekken wat bedrukt naar Mandu, een Pierogarnia.

Dat wil zeggen: een restaurant dat alleen maar pierogi, de lokale dumplings verkoopt. De reclamekreet ‘keep calm & eat pierogi’ zorgt alweer voor de eerste glimlach en binnen is het onmogelijk triest te blijven. We eten verrukkelijke pierogi en delen daarna een toetje. We nemen er even de tijd voor, want we hebben ons alweer redelijk versleten gelopen en we willen nog een stukje vanmiddag. Bovendien wachten we rustig even tot de regenbui grotendeels overgetrokken is. De rest van de middag gaat op aan het Centrum voor Solidariteit, tegen de oude scheepswerven van Gdansk aan, waar Lech Walesa en een aantal anderen in 1980 begonnen aan een staking die het begin van het einde voor het Communistische regime inluidde.

Het enorme centrum, bekleed met roestbruine staalplaten als een schip, herbergt een museum over onstaaan, groei en resultaten van de ‘Solidarnosc’ beweging. Van de aanleiding van de staking (Anna Walentynowicz, één van de kraandrijvers, werd een paar maanden voor haar pensioen ontslagen) en de eerste successen van de staking, via de periode vóór de staking inclusief stil-makende herinneringen van mensen die ondervraagt en gemarteld werden), naar de groei van de beweging, gevoed door Johannes Paulus II (daar is hij weer, Jan Pawel) en steeds slechter wordende omstandigheden en de Martial Law die na anderhalf jaar werd afgekondigd en alle hoop de bodem in sloeg tot en met het blijvende verzet en de (soms moeizame, pijnlijke) weg naar de democratie.

We zijn volkomen gesloopt als we er doorheen zijn en gaan eerst maar eens koffie drinken in het café van het centrum. daar treffen we Hillbrand, die na twee musea ook behoorlijk gaar is en waarbij ‘de feitjes ook uit zijn oren druipen’. Na een rustig bakkie gaat hij terug naar het hotel en wij wandelen terug naar het centrum. Daar proberen we een Frans restaurant dat vol zit en daarna een Sushi-tent waar plek is. Onder het genot van een berg sushi en een jasmijnthee praten we na. Ook ons hoofd zit vol. Tijd voor een laatste tram-actie en een nacht diep slapen. Dan kunnen we er morgen weer tegenaan!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.