“Op naar de beschaving” (15 juni 2019)

“Op naar de beschaving” (15 juni 2019)

… met die kreet start Harro de auto. Karin kijkt hem aan. “He”, zegt Harro ter verdediging: “het is niet alsof er hier heel veel meer is dan sandflies en walvissen he?” Karin rolt met haar ogen. Van haar mag walvissen kijken het hele jaar door, maar toegegeven: het is geen straf om naar de stad Quebec te gaan!

Het is een ferrytochtje en ongeveer 2,5 uur rijden en behalve een koffiestop in Baie St. Paul (een snelle, bij een MacCafé) is het een soepele, tikkie saaie tocht. Het weer is aanvankelijk goed, maar in de buurt van Quebec wordt het steeds grijzer.

We parkeren conform instructies op de 10-minuten standplaats voor Hotel Manoir Morgan, midden in het (toeristische) hart van oud-Quebec. We droppen onze tassen en parkeren dan de auto een paar minuten verderop in de parkeergarage. Als we naar buiten komen vinden we Maison La Smith en daar vinden we een uitstekende lunch. Zo en nu hebben we de rest van de middag voor de eerste verkenning van deze stad.

De (Europese) geschiedenis van de regio startte in 1603 in de buurt van Tadoussac met het eerste handelsverdrag tussen de Fransen en de inheemse bevolking. Vrij snel daarna werd de handelspost Quebec gesticht, op een strategische positie aan de rivier. Daarna volgde een flinke tijd touwtrekken tussen de Fransen, Amerikanen en Britten. Uiteindelijk wonnen de Britten, waardoor Canada tot op de dag van vandaag onderdeel is van de Commonwealth en een Gouverneur General heeft, die de Koningin / het Britse koninklijk gezag vertegenwoordigt in het land.

De stad heeft een erg aantrekkelijke Europees-Canadese uitstraling en hoewel Karin net als 10 jaar geleden flink moppert op de hoogteverschillen in de stad, genieten we van de verkenning ervan.

De weersvoorspellingen zijn vandaag niet best en ondanks dat we nog droog blijven tijdens het eerste deel van de verkenning (boom met kanonskogel in de voet ervan anyone?) kiezen we voor de zekerheid al snel voor een museum. Musée de la Civilasation de Quebec. Harro vertaalt dat natuurlijk onmiddellijk met Museum van de Beschaving en gniffelt dat hij het in Tadoussac al riep. Karin hoopt wat harder het kunnen gniffelen om de kwaliteit van het museum zelf, maar dat valt toch een beetje tegen. De tentoonstelling over de First Nation Peolple (de inheemse bevolkingsgroepen) is heel erg mooi en indrukwekkend, de tentoonstelling over de geschiedenis van Quebec is informatief maar een tikkie ouderwets en de rest is… niet aan ons besteed. 

We drinken een drankje als we alles hebben bezocht en stellen dat ‘tevreden’ vast dat de beloofde buien inmiddels over de stad trekken. We nemen de benenwagen èn de funinacular (een soort liftje) terug naar ons hotel. Daar rommelen we lekker een tijdje met een boek en een (digitaal) spelletje op en ‘s avonds gaan we eten bij Polina Pizzeria. Het eten is goed, maar het is er wel erg druk, dus we blijven niet plakken voor koffie of nog een drankje. Tijd om op tijd te gaan tukken: morgen is er beter weer beloofd! 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.