Archief van
Auteur: Karin

Dag 4, Arthur’s Seat, kastelen en Loch Lomond

Dag 4, Arthur’s Seat, kastelen en Loch Lomond

Op onze laatste ochtend in Edinburgh hebben we eerst de spullen naar de auto
gebracht en zijn vervolgens een klein stukje naar Arthur’s Seat gereden. Dat is
een oude vulkaan die midden in Edinburgh ligt. Het laatste stuk hebben we te
voet beklommen. Het uitzicht daarvandaan is super: je ziet de stad en wijde
omgeving. Een mooie afsluiter van het bezoek aan deze stad.

Vervolgens was het tijd om het land verder in te rijden. Je kunt hier nog
geen 10 mijl afleggen voordat er weer een toeristische attractie aangekondigd
staat. Je kunt ze allemaal vinden, want wegen en borden zijn hier heel goed te
begrijpen. De eerste afslag die we namen, was naar Linlithgow Palace. Hier
moeten de koninklijke kinderen vroeger een prima tijd hebben gehad, want je kunt
in dit paleis nu nog steeds langer ronddwalen dan in Harry Potter’s Hogwarts.
Allemaal gangen, trappen en uitzichtspunten. De locatie is destijds goed
gekozen: aan een mooi loch (=meer), waar nu nog tientallen zwanen in zwemmen.

 

Daarna zijn we naar het beroemde Stirling Castle gereden. De meningen
verschillen of dit kasteel of dat van Edinburgh het mooist is. Ik zie ze het
liefst allebei. Ook hier weer allerlei gebouwen, uitzichtspunten, kanonnen en
tentoonstellingen op een flinke heuvel gelegen. Je hebt onder andere uitzicht op
het bekende (?) William Wallace Monument. De 2e helft van de dag hebben we voor
het eerst kennisgemaakt met de Schotse Hooglanden. We zijn naar Loch Lomond
gereden, het grootste loch van Schotland. Daar hebben we ons tentje opgezet
tussen het loch en de heuvels eromheen. Aan de rand van het meer hebben we de
zon onder zien gaan. Daarna gauw met een boekje de tent ingedoken: aan het water
zijn erg veel vliegen en muggen!

 

Dag 5, wandelen langs het Loch en rijden door de Hooglanden

Dag 5, wandelen langs het Loch en rijden door de Hooglanden

Na het opstaan en opruimen hebben we een paar uur langs het Loch Lomond
gewandeld. Aan deze kant van het meer kan dat behoorlijk rustig: de meeste
toeristen bevinden zich aan de andere kant. Dat ondervonden we ‘s middags, toe
we rond het meer de weg naar het noorden vervolgden. Tijdens de lunchstop in
Luss kwamen we erg veel bussen, bejaarden en souvenirwinkels tegen. Voordeel is
dat ze de meest creatieve dingen met koffie doen: ik had de Ben Lomond,
cappucino met caramel-smaak, met marshmellows en sneeuw erbovenop!

Toen we het meer achter ons hadden gelaten, zagen we dat hier de hooglanden
pas echt beginnen: eindeloze heuvels, meertjes, riviertjes en kronkelweggetjes.
Erg mooi om doorheen te rijden. Onderweg passeerden we Glen Coe, het beroemdste
dorp uit de omgeving. Erg mooi, maar waarom dit nu bijzonderder is dan de rest
van de dorpen, zien we niet zo. Of het moet de massaslachting zijn die hier in
1692 plaatsvond….

Wij reden door naar Fort William. Dat is een plaatsje aan zee dat zich de
“Outdoor Capital of Scotland” noemt. Met recht: je kunt hier van alles doen en
er zijn meer outdoor winkels in 1 straat dan je met een uur lopen in Edinburgh
kunt vinden.

We hebben een plek geregeld in een hostel in het centrum en ‘s avonds gaan we
op zoek naar een geschikte kroeg en eettent. Die vinden we dan met behulp van de
LP al snel. Prima biertent en heerlijk eten boven in het restaurant.

Dag 6, Fort William en Ben Nevis

Dag 6, Fort William en Ben Nevis

Letterlijk een van de hoogtpunten van de reis staat op het programma, de Ben Nevis. Althans, voor Harro dan, Eef vermaakt zich in Fort William, outdoor capital van de UK en met een winkelstraat en diverse vreettentjes 🙂 Ook niet gek: in het zonnetje aan zee en op een grasveldje plannen maken voor de komende dagen en een boekje lezen.

Om kwart over negen begint de trip aan de voet van de Ben Nevis, bij het visitor centre van Glen Nevis. Na de nodige waarschuwingen en de weerberichten te hebben gelezen verteld een korte check op de GPS me dat het startpunt zo’n 97 meter boven de zeespiegel ligt, wat betekend dat er een klim van zo’n twaalf en een half honderd meter aan zit te komen. Bepakt met veel water, voer, regenvaste kleding, GPS, kaart, kompas en andere benodigdheden start ik aan het eerste stuk. Zoals gewoonlijk besluit ik in de eerste 10 minuten dat ik de berg op moet rennen, maar daar kom ik snel op terug en ga verder in een wat rustiger tempo. Door het lekkere weer is het vrij druk op de berg en zo kan  ik lekker van groepje naar groepje oplopen. Tempo zit er lekker in en na ongeveer een uur en een kwartier zit ik op de helft. Dat belooft in ieder geval een lekkere tijd te worden. Het eerste stuk blijkt echter nogal vriendelijk ten opzichte van het tweede gedeelte: Alleen nog maar rotsen, veel gravel en erg steile paden. Ook de wind begint aardig op te zetten en de temperatuur schiet naar beneden. Maar goed, ook dit gedeelte is (met het nodige zweten) na een uur en een kwartier bedwongen en ik kom uit op de top van de Ben Nevis. Daar zitten al een man of twintig uit te puffen en te lunchen, dus daar sluit ik me maar bij aan.

Een half uurtje later vindt ik het welletjes, twee t-shirts, een windstopper en een winddicht jack ten spijt begin ik het toch nog koud te krijgen dus tijd om de stokjes weer op te pakken en snel naar beneden te lopen. Ook dit blijkt een forse klus en het duurt dan ook bij elkaar weer twee en een half uur om heel beneden (zonder te joggen 🙂 ) aan te komen. Al met al een erg prettige wandeling, waar je zeker niet zomaar aan moet beginnen! De twaalfhondervijftig meter gaan over zo’n negen kilometer in een stuk omhoog, zonder een vlak stuk en de terugweg ziet er dus precies zo uit.

‘s Avonds duiken we maar weer onze favoriete vreetschuur / kroeg in en rond een uur of acht is het dan voor Harro echt bedtijd. Dit keer in een Bed & Breakfast vlak om de hoek bij het hostel waar we de nacht ervoor zaten.

 

Dag 7: Skye

Dag 7: Skye

Op het programma van vandaag staat de rit van Fort William naar het eiland Skye. Daar regelen we ‘s ochtends vroeg vast een hostel in the middle of nowhere; ergens in het noord oosten van het eiland, waar we wat minder toeristen zien (althans, dat hopen we).


De rit begint met een kort uitstapje naar Loch Shiel, waar het erg mooi is… bij goed weer. Helaas zit het vandaag niet echt mee en hebben we vooral bewolking en regen. Al snel gaan we dus verder op weg naar Skye, maar natuurlijk niet zonder het commando-monument (yuch:-)) te hebben gezien. Vreselijk indrukwekkend…Not!


Dan begaan we ergens de cruciale fout om 2 kilometer terug te rijden om een bakkie te gaan doen. We zitten amper of we horen de eerste sirene langs suizen gevolgd door wat brandweer, ambulances en meer van dat soort pret. Met de hoop dat alles goed gaat stappen we weer in de auto en gaan weer op weg en komen er dan al snel achter dat vlak nadat wij vertrokken bij het monument er een erg zwaar ongeval moet hebben plaatsgevonden. Na anderhalf uur wachten wordt ons door de politie verteld dat we moeten omdraaien en een andere route moeten nemen (en nee, daar kom je zelf niet zo snel op met het gebrek aan wegen in die regio). Snel gaan we op weg en gelukkig zijn we met dik een half uur rijden over allerlei smalle wegen voorbij het ongeluk… om daarna op de radio te horen dat de omleiding wegens te grote drukte is afgesloten…


Twee uur later dan gepland rijden we verder naar Skye, via allerlei prachtige landschappen, kasteeltjes en uitzichten. Na een vriendelijk bedrag van 6 pond te hebben afgetikt om over de brug te mogen zijn we dan op het beroemde eiland. Het weer is nog steeds typisch Schots en we rijden met enig tempo (voor zover mogelijk) door naar het uiterste einde van het eiland.


Na enig zoekwerk belanden we dan uiteindelijk bij ons prachtige hostel. Super gelegen, prachtige uitzichten, geen mens in de omgeving te bekennen, met uitzondering van een hotel 80 meter bij het hostel vandaan. Gelukkig zijn ze ook nog zo vriendelijk een eenvoudige kroeg in dit dure hotel te bouwen, waar je een simpele maar erg goede maaltijd kan bestellen. Veel beter dan dit kan het niet.


‘s Avonds flesje wijn in het hostel waar Harro terloops nog even de computer repareert (uiteraard om daarna eerst zelf gratis te gaan zitten internetten 🙂 )

Dag 8: Skye en Torridon

Dag 8: Skye en Torridon

Na een prima nacht in het hostel zijn we weer vroeg op weg. Het plan is om
een tocht over Skye te maken om zoveel mogelijk te zien. Het weer is jammer
genoeg weer typisch Schots, afwisselend regen en zonnenschijn.


De eerste stop is al na 10 minuten rijden. Op een prachtig uitzichtspunt ligt
een ruine van een kasteel waar je heen kan wandelen. Snel een paar foto’s in een
stormachtige wind en dan weer verder in de lekker warme auto. (Zomervakantie
noemen ze dat…)


Over diverse kleine wegen waar je regelmatig op de rem moet voor schapen en
tegenliggers (ongeveer alle wegen zijn te smal voor twee passerende auto’s)
rijden we naar een van de meest bergachtige gebieden van Skye. Prachtige beekjes
en enorme rotsen overal om ons heen. Zonde dat het weer niet wat beter is om
lekker een stuk te wandelen.


Gezien de toch wat lange tocht die op het programma staat scheuren we dan
snel weer verder naar het vasteland om daar het Eilean Dohan kasteel van binnen
te bekijken (Voor de liefhebbers: bekend uit o.a. de films Highlander en
Entrapment (met Catharina Zeta Yummie)). Van buiten ziet het kasteel er echt
prachtig uit, maar de entree blijkt weggegooid geld. Familiekiekjes van de
laatste bewoners, de MacRae’s, en allerlei wanstaltige schilderijen van
verschillende voorouders plus het feit dat ze je dan vertellen dat het kasteel
in 1931 compleet opnieuw is opgebouwd doen geen wonderen…


Het weer is ondertussen steeds slechter aan het worden zodat onze plannen om
te kamperen in Torridon letterlijk in het water vallen. Na een 3 uur durende
tocht dwars door de hooglanden komen we aan bij het YHA (Jeugdherberg) van
Torridon, waar we gezellig in de dorm (=slaapzaal) mogen liggen. YHA, dus
gescheiden dorms… Altijd gezellig. Maar goed, droog is het wel en een fles
wijn doet ook wonderen voor de sfeer (hoewel die natuurlijk volgens alle YHA
regeltjes niet in de huiskamer mag worden genuttigd, gelukkig wel in de
eetzaal).

Dag 9 : Van Torridon naar Inverness

Dag 9 : Van Torridon naar Inverness

Na een paar dagen in de woestenij te hebben gezeten wordt het nu weer
tijd voor een stukje civilisatie. Inverness is de hoofdstad van de Schotse
hooglanden, een kleine stad met zo’n 50.000 inwoners. De rit naar Inverness
leidt ons weer dwars door de bergen met als hoogtepunt het Beinn Eighe gebergte.
Door al deze bergen duren de ritten wel ‘wat’ langer, maar het is zeker de
moeite waard.


Op de weg naar Inverness komen we langs een van de hoogtepunten van
toeristisch Schotland, Loch Ness. Loch Ness is het grootste zoetwater meer van
Groot Brittanie en is omringd door hoge bergen. Het meer is onderdeel van wat ze
de Great Glen noemen, een breuk dwars door Schotland waar twee landmassa’s in
een ver verleden tegen elkaar geduwd zijn. Met een diepte tot wel 250 meter is
Loch Ness ook het diepste meer van Groot Brittannie.


FF rekenen: Diepste meer * Grootste meer= Heel veel water. Dan vraag je je af
hoe dat klotebeest iedere keer voor die camera springt als je een mooie foto van
het meer wil maken. Gek wordt je er van… B.t.w. Als ware toeristen hebben we
natuurlijk onverschrokken 5 en een halve pond de man gedokt om het compleet
overbodige Loch Ness 2000 Experience mee te maken, en nu zijn we nog steeds geen
steek wijzer.


Aan het meer ligt wel nog een fantastisch mooi kasteel (althans, de resten er
van), Castle Urquhart.  Het Schotse Tourist Board heeft er ook werkelijk
iets fantastisch moois van gemaakt door in de rotsen die uitkijken op het
kasteel een visitor center te bouwen en een heel duidelijke uitleg te geven over
de geschiedenis en vooral ook de dagelijkse gang van zaken in het kasteel.
Absoluut een aanrader.


Na het bezoek is het tijd om echt de beschaafde wereld weer op te zoeken en
rijden we verder naar Inverness. We hebben in het centrum twee bedden in een
bunk room (dit keer gemixt) van het Ho Ho Hostel gereserveerd en binnen korte
tijd zijn we gesetteld en is het tijd om even de stad te verkennen. Met een
Starbucks, een MacDonalds en een Burger King blijkt dat we echt weer terug zijn
in geciviliseerde gebieden. Om hiervan maar volop te genieten gaan we ‘s avonds
na een maaltijd bij de McD naar de mega bioscoop vlak buiten het centrum.
Lekker, dat outdooren in Schotland, afzien ook 🙂

Dag 10: Inverness naar Braemar

Dag 10: Inverness naar Braemar

Volgens alle voorspellingen wordt het vandaag goed weer! Gelukkig snappen de
plaatselijke meteorologen er net zo weinig van als thuis, dus helaas…
Bewolking, regenbuien en heel af en toe een zonnetje. De plannen waren om te
gaan kamperen in een klein plaatsje met de naam Braemar, ten zuiden van
Inverness, maar we zitten nu te internurten in een YHA in hetzelfde
plaatsje…


We beginnen de dag met een kop thee in het hostel en daarna op vrij nuchtere
maag een veldslagje. Op een paar kilometer afstand van Inverness heeft de
laatste slag in Groot Brittannie plaatsgevonden, tussen wat opstandige Schotten
onder de bezielende leiding van de alom bekende Bonny Prince Charlie, en een
ietswat pissige Engelse koning wiens naam me even is ontschoten. Mag de pret
niet drukken, 5000 Highlanders tegen 9000 Engelse soldaten incluus wat kannonnen
was goed voor zo’n 1500 weduwes aan schotse kant. Einde opstand.


Snel door naar een Fort dat ter ere van dit festijn werd gebouwd, Fort
George. Een prachtig en groot fort, wat nog steeds in gebruik is door het Britse
leger maar wel open staat voor publiek. Zeer indrukwekkend en een prima plek om
dolfijnen te zien zwemmen in de baai. Jammer alleen dat wij ze niet zagen en het
moesten doen met grote hoeveelheden kannonnen 🙂


Via de Whisky stokerij van GlenLivet (de op een na grootste producent van
Single Malt Whisky’s ter wereld, hebben we ons laten vertellen) en een zeer
interessante rondleiding aldaar landen we uiteindelijk in Braemar.

Reisroute

Reisroute





Dag 01 vlucht naar Nairobi met KLM
Dag 02 Mount Kenia
Dag 03-04
Samburu
Dag 05 Thomson Falls
Dag 06 Nakuru Park
Dag 07 Lake Baringo

Dag 08-09 Kerio vallei
Dag 10 Kisii
Dag 11-12 Lake Victoria
Dag
13-14 Serengeti park
Dag 15-16 Olduvai gorge, Ngorongorokrater
Dag 17
wandelen of fietsen Manyara, Arusha
Dag 18-19 Usambara mountains
Dag
20-22 Zanzibar Stone Town
Dag 23 -24 avondvlucht naar Amsterdam


Vliegreis en aankomst.

Vliegreis en aankomst.


We starten keurig op tijd op Schiphol in een prachtige nieuwe Boeing 777. Heel
fijn is het eigen keuzemenu in films: alle nieuwe films starten wanneer je wilt
en een zeer ruime keuze. Harro dondert natuurlijk gelijk weer in slaap, maar dat
weten we ondertussen. Na 8,5 uur landen we in Nairobi waar we worden opgewacht
door Nicole, onze reisleidster. Snel wat geld wisselen en op weg naar het Silver
Springs hotel. Een half uurtje rijden door Nairobi en dan komen we aan. Een
eerste briefing en een koud biertje sluiten de dag af.

Dag 2 – Mt. Kenia

Dag 2 – Mt. Kenia


Na een beetje onrustige en vooral korte nacht was het tijd voor de eerste echte
reisdag! We genoten nog even van de warme douche en na een kort, maar erg luxe
ontbijt en kop koffie en thee, moesten alle spullen de truck in. Dat viel nog
niet mee: wennen aan het reisgezelschap, aan de ruimte (of het gebrek daaraan)
en aan het feit dat alles anders is, ruikt, smaakt en voelt. Harro zat samen met
Sander, een van de andere jonge gasten, direct boven op de truck om de zware
tassen bovenin te tillen. Na een hoop proppen, bijgestaan door chauffeur Bernard
en kok Alois, en het oprollen van de zeilen waardoor we een open truck werden,
gingen we op weg.

De route was fascinerend. We hadden allebei het gevoel
dat we in een documentaire van Discovery Channel terecht waren gekomen. Via de
buitenwijken van Nairobi, reden we langzaam het echte Afrika binnen. Rode aarde,
akkers en overal hutjes en huizen. Veel vuilnis ook langs de kant van de weg en
overal kuddes vee: schapen, koeien, geiten. Iedereen keek de ogen uit en hoewel
de truck erg winderig is achterin, is het heerlijk om hoog te zitten met een
geweldig uitzicht.

Na een korte koffiestop onderweg (waarin we kennis
maakten met de eerste souvenirverkopers…) kwamen we rond 1 uur aan bij de
eerste campsite, aan de voet van Mt. Kenia. Alois begon meteen aan het
klaarmaken van de lunch. De rest van het gezelschap (wij dus) begonnen aan het
opzetten van de tenten. Dat viel voor een aantal mensen niet mee: het was voor
hen de eerste keer kamperen. Harro stond de ongeoefenden bij en Karin ruimde de
tent in: toch lekker om al vaker en ook samen gekampeerd te hebben!

Na
een handje helpen met het snijwerk, stond er in no time een heerlijke lunch
klaar. Brood, salade, fruit: dat beloofde wat voor de rest van de reis! Al na 1
lunch wilden we Alois wel mee naar huis nemen! Het (af)wassen voor en na een
maaltijd zou al snel een ritueel worden: handen wassen, eten, afwassen en het
droogwapperen van de spullen, omdat dat hygienischer is dan met een handdoek.

Na de lunch konden we mee wandelen en omdat het een korte wandeling beloofde
te worden, ging ook Karin mee. Onder begeleiding van een gids liepen we mee de
bossen en velden aan de voet van Mt. Kenia in. De gids vertelde over de bomen en
struiken, liet ons vogels en olifanten- en hyraxsporen zien en als klap op de
vuurpijl zagen we Franje-apen!

Terug bij de camping snel naar de wc (een
luxueus gat in de grond) en vervolgens goed in de gaten houden of de bavianen
niet je spullen jatten. Alois ging ze te lijf met een katapult. We konden lekker
blijven zitten, want Alois was al bijna klaar met het eten. We aten heerlijk
(pasta) en na een wijntje bij het kampvuur ging het licht uit. We sliepen om
half 10!

dag 3: Samburu dorp en eerste game drive

dag 3: Samburu dorp en eerste game drive


Het eerste nachtje tent is prima bevallen. Weinig herrie van dieren, een beetje
stressen tijdens het opruimen en we zijn op weg naar het Samburu National Park.


Onderweg staat eerst een stop op de evenaar waar we de wonderen van het
links- cq rechtsdraaiend water beleven. Overal staan mensen te wachten tot we ze
ontdoen van iedere vorm van souvenirs, maar daar zijn we nog even niet aan
toe.

We rijden daarna snel verder voor een lekkere lunch midden in de
woesternij. Daar hebben we ook een afspraak om in een dorp van de een de Samburu
stammen te kijken. Daar krijgen we een uitgebreide uitleg over het leven in het
dorp en worden de dames geacht mee te hupsen met de bevolking. Erg grappig
natuurlijk als je zelf aan de kant kan blijven staan :-). We krijgen een goed
inzicht in het leven van deze stammen en een uitgebreide rondleiding in het
dorp.

Na een uurtje rijden we verder in richting van onze kampeerplek dat
midden in het National Park ligt. Dit is gelijk onze eerste game drive en we
worden al gelijk beloond met allerlei beesten. Olifanten, giraffes, antilopes,
buffels en als klap op de vuurpijl een leeuwin met een prooi, die ze krampachtig
probeert weg te slepen.

s’ Avonds zetten we snel de tenten op, genieten
van het heerlijke weer en het bier/wijn tijdens een heerlijke maaltijd.

Dag 4 – Samburu National Park

Dag 4 – Samburu National Park


Het was heerlijk wakker worden in de tent. De nacht was warm geweest, maar we
hadden allebei lekker geslapen en de geluiden rond de tent maakten het alleen
maar echter. Na een korte poedelsessie (water over je gezicht, plassen achter
een struik en tanden poetsen) waren we er klaar voor. Deze keer geen uitgebreid
ontbijt, maar alleen thee en yoghurt, want het wild wachtte!

De truck
bewees nu dubbel zijn waarde: hoog zitten met een open zijkant is heerlijk. Het
licht was prachtig en ondanks wat problemen met de lens van het fototoestel van
Karin, was het al snel plaatjestijd. Samburu National Park heeft vooral veel
olifanten en we zagen enorme kuddes, tot op een paar meter van de truck, met
kleintjes. Verder was de hoeveelheid beesten ook indrukwekkend: buffels,
waterbucks, gazelles (Thompson’s en Grant’s), spiesbokken, giraf antilopen,
giraffes en prachtige vogels (grote trap, gieren, ‘go-away’birds,
secretarisvogel etc.), parelhoenders etc.

Na een paar uur rijden gingen
we terug naar het kamp en daar verzamelden we spullen om naar de lodge te gaan.
Bij het vertrek zagen we een krokodil! Een joekel van drie meter aan de overkant
van de rivier! Geweldig! Bij de lodge wachtte een heerlijk onderbreking: een
zwembad! En na een paar uur zelfs een douche! Koud, maar heerlijk verfrissend!


Na een paar uur zonnen en luieren was het tijd voor de tweede gamedrive,
waarop we opnieuw eindeloos veel beesten zagen. We hebben een lijstje gemaakt,
maar het effect van al die beesten zo dichtbij is onvoorstelbaar indrukwekkend.
Na een heerlijke maaltijd doken we al om half 10 ons nest in: uitgeput, maar erg
voldaan!

Dag 5 – Thomson Falls

Dag 5 – Thomson Falls


Op dag 5 vertrekken we vroeg in de richting van Thomson Falls. Een eind uit de
richting en eerst terug naar de kampeerplek van dag 2 voor de lunch. Al met al
wordt het een rit van zo’n 7 uur over redelijk brakke wegen.

We beginnen
met een rit door het park, een soort van mini-game drive en een tweede bezoek
aan het Samburu dorp waar we allerlei vragen mogen stellen aan een van de
‘warriors’ over het leven in het dorp. Ook onderwerpen als besnijdenis bij
vrouwen komen daarbij aan de orde. Erg interessant en soms erg shockerend.


We rijden daarna verder over dezelfde slechte weg als de heenweg en
lunchen snel onderweg. Om 5 uur komen we dan op de plaats van bestemming aan:
Thomson Falls Lodge, waar we dus niet kamperen en een echt bed hebben en nog
beter: een warme douche. We eten in het restaurant en na een paar biertjes is
het vroeg bedtijd.

Dag 6 – Naar Lake Nakuru

Dag 6 – Naar Lake Nakuru


Heerlijk: uitslapen! De wekker ging pas om 8 uur, dus ondanks eerder wakker
worden bleven we lekker liggen. Daarna een warme douche (!), ontbijt en om 9 uur
reden we weg.

Van Thompson Falls Lodge naar het Great Rift Valley View
Point, waar je een schitterend uitzicht hebt over de Rift Valley. Dit is een
vruchtbare scheur in de aarde die ongeveer 500 miljoen jaar geleden is ontstaan.
Op een gammel platformpje schoten we plaatjes en Karin kocht een klein
souvenirtje.

Daarna ging het in vliegende vaart naar Nakuru: langs
lachende en zwaaiende kinderen, langs kraampjes en hutjes, langs velden vol mais
en kool. Veel velden worden dubbel bebouwd: tussen het mais staan
vruchtenboompjes.

Om 11 uur waren we in het centrum van deze eerste
serieuze stad in 6 dagen. Straten, winkels, Internetcafe’s, koffiehuizen…


We posten onze eerste berichten op het net en doken daarna samen nog
even het stadje in: nootjes en chocola en dwalen door de supermarkten. Daarna
waren we in 15 minuten in het park, waar we belaagd door apen de tenten opzetten
en lunchten.

Om half 4 begon de gamedrive. Dit gebied bleek weer heel
anders: een roze lint van flamingo’s langs Lake Nakuru, pelikanen, visarend,
Marabu Storks, bushbucks, buffels en jawel: neushoorns! Verder zebra’s,
gazelle’s, impala’s, bavianen (uiteraard) en twee jakhalzen en een paar
Rothschild giraffe’s. Super! We mochten aan het meertje zelfs een half uurtje de
truck uit: midden tussen het wild. Supergaaf! We sloten het tochtje af met een
uitzicht over het meer.

Terug bij de tent hielpen we Alois met het
schieten van apen met een katapult. Daarna aten we bij het kampvuur terwijl de
buffels op een meter of 20 afstand stonden te grazen en er zelfs een zebra
voorbij rende! Daarna bekaf tukken: heerlijke dag!

Dag 7 – Lake Baringo

Dag 7 – Lake Baringo


Vroeg op en tenten opruimen en daarna gamedrive van 1/2 7 tot 11 uur. De andere
kant op langs het meer, door kreupelhout en en bos en maar af en toe een blik op
het meer. We zien tot drie keer toe de zwarte neushooorn (wit / zwart: eigenlijk
komt wit van wijd van de bek. Dat werd in het Engels white en daarom werd de
andere neushoorn maar zwart!). Vooral de laatste ontmoeting was een unicum voor
wat betreft de afstand: behoorlijk dichtbij! Verder zien we veel giraffes met
kleintjes, wrattenzwijnen, veel gazelles en impala’s en eindeloos veel (enorme)
vogels. Gieren (3 soorten), “go-away” birds en nog heel veel anderen.

We
genieten, vooral ook van het landschap en na een laatste stop bij de flamingo’s
en een toiletstop (in het park, in een echte doos!) nemen we afscheid van Lake
Nakuru. Tenten inpakken, lunchen (een inmiddels vast ritueel met salade, brood
en fruit en daarna afwassen en droogwapperen: de wapperende mensen blijven
hilarisch) en na een korte boodschappenstop in Nakuru gaat de rit door een
steeds droger wordend landschap naar Lake Baringo.

Nadat de tenten zijn
opgezet aan het meer, waar het stikt van de muggen (prima malaria gebied) en
waar we gewaarschuwd worden voor nijlpaarden en krokodillen, kunnen we zwemmen
of wandelen. Hoewel het erg warm is besluiten we te gaan wandelen. De benen
strekken en iets van de omgeving te zien!

We krijgen er geen spijt van:
gids Peter weet veel en vertelt in uitstekend Engels 100-uit. Hij laat ons met
Mozes (wiens handen onder de littekens zitten van schorpioenen en slangebeten)
een rockviper zien en twee soorten erg giftige schorpioenen, eindeloos veel
vogels, bijenkorven, en een joekel van een termietenheuvel.

Het
landschap is rotsachtig en droog en we kijken tegen de rand van de Riftvalley.
De ondergaande zon zet alles in een prachtige gloed en als we om half 7 terug
zijn vertellen wij 100-uit. De thuisblijvers hebben nijlpaarden gezien bij het
zwembad en zijn net zo enthousiast.

Het eten smaakt prima (ondanks wat
darmklachten bij K) en om half 10 duiken we bekaf de tent in. Het is warm. ‘s
Nachts horen we nijlpaarden vlakbij: ze grazen om de tenten en roepen naar
elkaar. Wat een land: heerlijk!

Dag 8 – Lake Baringo en Kerio Valley.

Dag 8 – Lake Baringo en Kerio Valley.


Vroeg op opnieuw en snel tenten uitruimen, want na een snackje worden we
om 7 uur bij de bootjes verwacht voor een tochtje over het meer. Met 6 man in
kleine bootjes varen we eerst langs de kust, waar we ijsvogeltjes zien (2
soorten), ibissen, reigers, wock-hyraxes, een varaan, krokodillen en ooievaars.


We genieten van het uitzicht, de wind en het water. De gids koopt wat
vis bij een visser in een miniscuul bootje, die levend wordt volgepropt met
balsahout om te blijven drijven. Daarna snellen we naar een eilandje om een
visarend (blijkt later een zeearend te zijn!), te voeren. Spectaculair!


Daarna treffen we aan de meerrand uiteindelijk een groep van 8
nijlpaarden, waaronder twee kleintjes! Het grote mannetje neemt zijn taak om de
kleintjes te verdedigen erg serieus en valt ons aan! Hij spingt tot 2 keer toen
omhoog (nijpaarden zwemmen niet maar lopen over de bodem) vlakbij de boot.
Iedereen schikt zich gek, maar het is ook een machtige ervaring om zo dicht bij
te zijn! We sluiten af met krokodillen, wel 8 stuks bij elkaar en hoewel we wat
te laat terug komen (het is al 10 uur in plaats van 9 uur) zijn we het er over
eens dat het een van de hoogtepunten van deze reis is.

De reis gaat nu
naar Kerio Valley, via een stop in Kabernet, een klein plaatsje hoog op de
bergwanden van de valley. We mogen even ronddwalen als Alois boodschappen doet
en we hebben ons nog nooit zo wit gevoeld. Iedereen staart ons na en mensen zijn
zeer gereserveerd. We dwalen over een marktje waar stapels kleding liggen die er
verdacht uitziet als de spullen die we zelf regelmatig in van die
kledingcontainers dumpen. Voor de rest verkoopt men groente, fruit en allerlei
graansoorten, poetsen ze je schoenen en verkopen gebakken maiskolfen.


Ook uniek zijn de slippers gemaakt van autobanden en olielampjes van
oude blikjes. De hordes kinderen in schooluniformen zijn buitengewoon
geinteresseerd, met name in de beelden van een videocamera en de pinda’s die
worden uitgedeeld. We voelen ons echt een bezienswaardigheid tussen alle mensen.


Na de korte stop rijden we door en staan zo’n 20 minuten later naast de
kant van de weg met een kapotte voorband. Alois en Bernard gaan met behulp van
een paar mensen als een stel gekken aan de slag om er een een nieuw wiel op te
gooien en binnen no time zijn we weer op weg.

Een uur later staan we op
een zeer relaxte camping met een spectaculair uitzicht op de Kerio Valley. Warme
douches, een wc die je kan doortrekken en een bar met koud bier… Veel beter
kan de dag niet meer worden. Na spaghetti rond het kampvuur is iedereen aardig
op en duiken we onze tenten in. Dit keer diep in de slaapzak gekropen want het
is toch aardig fris op deze hoogte.

Dag 9 – Kerio Valley

Dag 9 – Kerio Valley


Vandaag is het een beetje lui programma. Het is de bedoeling dat iedereen
even bij kan komen van de afgelopen dagen. In de ochtend staat voor de
liefhebbers een stevige wandeling gepland die zo’n 4 uur moet gaan duren. De
andere groep doet een kortere wandeling van zo’n 2 uur.



De wandeling start in de ochtend in de richting van de vallei, waarbij we worden begeleid door een gids
die opgegroeid is in de omgeving. We lopen via een kleine grot, een kauwgomboom
en een lijmboom in de richting van een waterval vanwaar we een schitterend
uitzicht op de vallei hebben.



We lopen langs diverse velden en zien onder andere koffieplanten en vooral veel maisvelden. Karin blijft ‘s ochtend bij de tent en doet lekker rustig aan met wat theeleuten en een paar telefoontjes.



In de middag is het lekker luieren, waarbij sommige mensen nog een boerderij
gaan bezoeken. Wij houden ons met name bezig met het redden van ons wasgoed van
een aantal kleine buien die voorbij trekken. Die zien we gelukkig al van verre
aankomen als het door de vallei raast.



Aan het einde van de dag maakt Alois een complete Afrikaanse maaltijd voor ons, onder andere met geroosterd vlees, zoete aardappelen etc. Volgegeten en moe duiken we heerlijk relaxed ons tentje
in!

Dag 10 – Kerio Valley naar Kisii

Dag 10 – Kerio Valley naar Kisii


Dag 10 is een lange reisdag. Vanaf de camping trokken we een steeds
vruchtbaarder wordend landschap in. Het was koud in de truck, maar gelukkig
breekt halverwege de ochtend de zon door. Het wordt warmer, maar ook steeds
groener: Suikerriet, mais, koffie en vooral veel theevelden.

We lunchen midden
tussen de theevelden, omringd door nieuwsgierige kinderen. Rond 4 uur komen we
bij de missiepost in Kisii aan, waar iedereen een eigen kamer heeft. Wel delen
we het sanitair en ondanks een koude douche bij de dames blijkt het een prima
overnachtingsplek.

In de avond eten we een slap aftreksel van het eten dat Alois
de avond daarvoor voor ons heeft gemaakt, en we duiken (bekaf van de lange
reisdag) om 10 uur ons mandje in. Onder een klamboe en in een lekker schoon
bed.

Dag 11 Grens – Van Kisii naar Speke Bay

Dag 11 Grens – Van Kisii naar Speke Bay


Vandaag beginnen we met uitslapen tot wel zeven uur! Althans, tot half zeven
want om zeven uur moeten we klaar staan voor het ontbijt en moeten de spullen
alweer in de truck zijn geladen. We beginnen wel met een stevig ontbijt met
roerei en worstjes op toast, een glas vreselijke zoete vruchtensap (waarbij tot
op heden nog niet duidelijk is wat het nou was) en een kop koffie annex thee.


Het weer is schitterend, strakblauwe lucht en al erg vroeg warm. De eerste stop
is vlak na Kisii, bij een zeepsteenwinkeltje waar we souvenirs kunnen kopen.
Buiten zijn mensen aan het werk met het hakken en polijsten van het zeepsteen
dat hier in de buurt wordt gedolven. De meeste zeepsteen-dingen die we zien zijn
beesten, maar ook zitten er abstractere dingen tussen die je niet zo snel
verwacht in een souvenirwinkeltje.

Nadat iedereen fors heeft ingeslagen en de
nodige moeite heeft gedaan om van het Keniaanse geld af te komen rijden we
door richting de grens. Het wachten begint aan de Keniaanse kant, bij het
uitchecken. Redelijk snel rijden we verder om in te kunnen checken bij de
Tanzaniaanse douane. Iets gaat er te goed want binnen drie kwartier zijn we weer
onderweg. Gelukkig wordt het dan tijd om geld te wisselen waar we een slordige
twee uur in de truck mogen wachten om er dan achter te komen dat….

Dag 12 – Speke Bay

Dag 12 – Speke Bay


Deze dag begint met echt uitslapen: Om negen uur staat ons ontbijt klaar en vreemd
genoeg lukt het ons ook nog om tot een uur of acht te blijven liggen. Daarna een
warme (althans; bijna warme) douche een een heerlijk ontbijt.

Om tien uur
verzamelen we bij het strand om met een aantal vissersboten naar een dichtbij
gelegen vissersdorp te worden gebracht. Na enig geklauter, zitten we droog in de
boten en worden we met drie roeiers, die het redelijk zwaar hebben, per boot
weggebracht. Het tempo is zeker niet hoog maar het is heerlijk om lekker op het
water rond te dobberen.

We krijgen een begeleide tocht door het dorp,
waar we niet mogen fotograferen volgens geldende afspraken met de dorpsoudste.
Erg jammer, want het is toch een vrij pittoresk gebeuren.

We dwalen wat
rond in het dorpje, tussen lemen hutjes met strooien daken, langs de vishandel
(een tafel met zes vissen) en langs de fietstaxi’s (waar je voor een miniem
bedrag kilometers achterop mag zitten). De kinderen stormen op ons af en voor je het
weet wandel je het hele dorp door met een koter aan je hand (of twee, of
drie…)

Na drie uur komen we terug en vrijwel iedereen duikt de bar in,
nog onder de indruk van het zingen van de vissers op de terugweg. Na een late
lunch zoeken we de schaduw op, op het terras van de bar met een een drankje en
een boekje waar we genieten van het enorme vuur een eind verderop (velden
affakkelen).

Aan het einde van de dag genoten we van een prachtige
zonsondergang en haalden onze was op (schone onderbroeken) en om 8 uur stond er
een heerlijk verse tilapiafilet voor ons klaar, met gefrituurde aardappelen,
bloemkool en worteltjesstoof en vers fruit toe. Na een douche (haren wasen,
scheren, poedelen) en een laatste wijntje doken we ons bed in.

Dag 13 – Speke Bay – Serengeti

Dag 13 – Speke Bay – Serengeti


Vroeg op: om kwart over 6 ging de wekker. Heel even hadden we spijt, maar toen
we zagen hoe mooi het weer was, klommen we snel uit de veren: de vogels
wachtten!

Samen met Tilly, Jos en Nancy stonden we om 7 uur klaar voor
een vogelwandeling olv gids Benjamin. Heel veel wandelen hoefden we niet: het
stikt rond het meer van de vogels. Op 1 km2 zijn er 240 vogelsoorten
geteld! Zoveel zagen we er niet maar het was wel erg mooi. In twee uur tijd
liepen we in een flauwe boog om het kamp heen, waarbij we eindeloos veel vogels
zagen. Wevervogels, paradijsmonarchen, zeearenden, maar ook kievitten en
plevieren en vreemde vogels als de hamerkop, de bruine muisvogel en een fiscaal!


Daarnaast kwamen we een joekel van een varaan tegen, een legertje army-ants en
trapte gids Benjamin bijna op een slang!

Om kwart over 9 schoven we aan het
ontbijt aan en om kwart voor 11 vertrokken we. Snelle boodschappen en tankstop
en na een half uurtje reden we NP Serengeti binnen.

Het landschap was zoals je
kent van de films: droog, uitgestrekt, met spaarzaam een boom. En het stikt er
van de beesten. Al vrij snel zagen we een hyena, kuddes gnoes en leeuwen!
Gazelles, impala’s, hartebeesten, mongoose volgende al snel en we zagen zelfs
een nijlpaard naast een waterpoel.

Na een flink aantal uur rijden kwamen we aan
bij de camping. Helaas was de beste kookplek al vergeven, maar voor de rest was
het gelukkig redelijk leeg. Het tentenkamp werd voor bijna de laatste keer
opgezet en het koken werd gestart. Heet werd het deze keer. Voor Karin echt veel
te heet, maar de fruitsalade achteraf maakte heel veel goed. Om 10 uur lag
iedereen plat en wij kregen in ieder geval niets mee van de leeuwen en de
hyena’s rond de tent.

Dag 14 – Serengeti

Dag 14 – Serengeti


Alweer vroeg. Tilly en Monique worden al om 5 uur opgehaald voor een
ballonvaart met champagneontbijt. De rest van ons zit na een kort ontbijt om
half 7 in de truck voor een game drive. Een lange game drive, maar wel eentje
die de moeite waard is. Veel leeuwen, een deel van de gnoe-trek (super, voor
zover het oog kan reiken gnoe’s en zebra’s !), twee mannetjes leeuwen en als
klap op de vuurpijl (naast alle gazelles, topi’s, impala’s, mongoose en vogels)
een cheetah! Op het luipaard na (niet te verwarren: Cheetah=jachtluipaard en
leopard=luipaard) hebben we de ‘Big Five’ compleet.



De hele drive lang zitten vier man bovenin de bagagebak. Ook Harro heeft
bovenin geloot en hij geniet: veel maar een perfect uitzicht. Als we om half
twaalf op de camping aankomen staat de lunch klaar. Pannenkoeken en
aardappelsalade: lekker.



In de hitte van de middag wordt er gekaart, geluierd, verslagen
geschreven en gelezen. Om drie uur begint het tweede deel van het
programma. We gaan eerst naar het visitors center. Temidden van de Rock Hyraxes
en kleine wezelachtige beestjes is er veel informatie te vinden over de
Serengeti en de beesten die er voorkomen. (En ze hebben er Snickers en Marsen
!!!)



Tussen 4 en 6 kijken we beestjes. Op twee cheetah’s op grote afstand na zien
we geen nieuwe beesten, maar het is erg leuk om weer eens uitgebreid giraffes en
olifanten te zien. Na een gehaast drankje in de lodge zijn we om half acht terug
op de camping. Alois heeft lekker gekookt en vooral de cake is een verrassing;
gebakken in een pan tussen het houtskool.



Na een drankje is het tukkie-tijd. ‘s Nachts hoort Harro hyena’s rond de tent
sluipen.

Dag 15 – Van Serengeti naar Karatu

Dag 15 – Van Serengeti naar Karatu


Om 7 uur zit alles in de truck. Na een game drive en een plasstop rijden we
Serengeti uit en de Ngorogoro conservation area in. Het landschap is
indrukwekkend: Uitgestrekt en volledig kaal op wat uitgedroogd gras na. Na een
lange rit over een afschuwelijk slechte weg begint het in de bergen wat groener
te worden. In de middag lunchen we bij Oldupai Gorge.



Een klein museumpje laat zien wat twee Engelse archeologen daar rond de jaren
vijftig van de vorige eeuw vonden. In een diepere laag uit de 7 aardlagen die
daar te vinden zijn, vinden ze niet alleen de oudste voetstappen van een
mensachtige, maar ook de oudste bot- en schedelresten. Hoewel klein en
behoorlijk toeristisch is het museum leuk opgezet en het uitzicht over de kloof
fantastisch.



Na de lunch rijden we naar een afgrijselijk toeristisch Maasai-dorp. We
worden er helemaal kriegel van en het is niet erg om snel weer te vertrekken.



We komen steeds hoger en gaan naar de rand van de krater. Deze 17×17
kilometer grote krater onstond toen de vulkaan die er stond volledig instortte.
Het resultaat is een geweldig natuurreservaat met een enorme hoeveelheid wild.
Het uitzicht op de krater en het sodameer in het midden is erg mooi. Ook de
roofvogels die op ooghoogte langs de kraterrand zweven zijn indrukwekkend.



Na een stevige rit bergafwaarts en een soepel laatste stukje (asfalt !) komen
we aan in de Ngorogoro Safari Lodge. Een warme douche! Na het eten en een uurtje
internetten gaan we vroeg slapen. Het is heerlijk om weer in een echt bed te
liggen en een wc bij de hand te hebben…

Dag 16 – Ngorogoro Krater

Dag 16 – Ngorogoro Krater


Om half acht worden we opgehaald door een aantal Landrovers. Sander, Nancy,
Ans, Monique en wij brengen samen met chauffeur Alex de dag door in de
krater.



En het is geweldig: leeuwenwelpjes onder een andere landrover op de weg, een
hyena aan de rand van het meer, een jackhals tussen de flamingo’s, twee
mannetjesleeuwen bijna naast de auto en verder gnoe’s, buffels, zebra’s,
kraanvogels, gazelle’s en nog veel meer. Een van de dingen die ons het meest is
bijgebleven is toch wel de mannetjesleeuw die tegen onze auto aanplofte om van
de schaduw te genieten. Het enige minpuntje is dat het ook deze laatse game
drive niet lukt om een leopard te zien (en eventueel de boete van 10000
Tanzaniaanse shilling voor de chauffeur omdat hij van de weg afrijdt om een
beter zicht te krijgen op de welpjes…). Na zo’n dag, waarbij we ook nog
picknicken aan een klein meertje en de roofvogels het eten uit je hand
jatten zijn we dik tevreden met de ‘big four’.



Op de terugweg gebeurt er vlak voor ons een ongeluk: Twee Belgische dames met
al de pech van de wereld worden in hun busje aangereden door een veel te
hard rijdende landrover. Verpleegsters Maddy en Mika uit ons gezelschap zijn er
gelukkig snel bij en de schade blijkt mee te vallen.



Na flink wat vertraging komen we aan in de lodge. Bij het eten blijken
twee deelenmers stevig ziek, een aantal ander mensen zijn fors aan de
diarree. Bij ons gaat alles gelukkig goed en we slapen uitstekend.

Dag 17 – Van Karatu naar Arusha

Dag 17 – Van Karatu naar Arusha


De dag begint hectisch: reisleidster Nicole verdwijnt met twee zieke
deelnemers naar de dokter, en daarnaast blijken nog drie mensen koortsig en
beroerd. Iedereen is wat bedrukt en we proberen de stemming er een beetje in te
houden en de truck vast in te ruimen. De twee deelnemers blijken malaria te
hebben, maar gelukkig krijgen ze erg goede medicijnen.



Het gezelschap hijst zichzelf in de truck en we vertrekken naar Mto Wa Mbu.
Daar krijgen onder begeleiding van Henry van CTP (Cultural Tourism Programme)
een  dorpswandeling en een lunch. We gaan naar de medicijnman, zien en
proeven bananenbier, en krijgen een rondleiding over een bananenplantage. De
lunch bestaat uit regionale gerechten. Het is bloedheet (34 graden) maar erg de
moeite waard. Bovendien krijgt Karin een huwelijksaanzoek… Helaas blijkt de
man niet in het bezit te zijn van de gevraagde 1000 liter bananenbier als
bruidschat. In Oost Afrika betalen mannen de bruidschat: dit kunnen koeien zijn
of het kan geld of bananenbier zijn. Geen land om te trouwen dus (opmerking
Harro [red]).



Toch maar ongetrouwd gaan we weer de bus in. De rit naar Arusha is zo
voorbij, waar een vierde deelnemer ziek blijkt. Helaas zijn er nauwelijks kamers
over voor de zieken. Wij vinden kamperen ook prima, het tentje staat dan ook
binnen no-time. De bijna Salou-achtige bar zorgt voor het nodige vertier. Pizza
eten, lekkere muziek, drankje er bij en zelfs een pooltafel waarop Harro tot
twee keer toe Alois verslaat.



Het is erg gezellig en ondanks het grote aantal zieken knapte de stemming
behoorlijk op. Tevreden kruipen we om tien uur ons mandje in.