01 april – Angkor!

01 april – Angkor!

Vandaag bezoeken we de site waar heel Siem Reap en de helft van Cambodja toeristisch gezien om draait: Angkor! We hebben er zin in en enthousiast stappen we na een niet zo heel denderende nacht slaap (de airco heeft wat moeite om het koel te krijgen) de kamer uit… om meteen iets meer begrip te krijgen voor de airco. Het is echt snikheet; een klammige hitte en dat om half 8 al, dus dat belooft wat de rest van de dag. Na een prima ontbijtje (ruime keuze: zelfs pannenkoekjes en maple syrup) staan we om half 9 klaar voor onze dagexcursie naar Angkor.

Om alle misverstanden meteen maar uit de wereld te helpen (voor zover aanwezig): Angkor is de naam van de oude koningsstad van de Khmer en Angkor, Wat de naam van de belangrijkste tempel die bij die stad hoorde en meteen het meest bekende beeld van Angkor. Zo bekend dat het zelfs op de Cambodjaanse vlag staat! Je bezoekt dus Angkor en bekijkt dan een hele rits tempels, waaronder Angkor Wat.

Onze gids vertelt ons dat we vandaag drie stops hebben: Angkor Wat (uiteraard), de Bayon (de belangrijkste tempel in Angkor Thom, de oude stad zelf) en Ta Promh, een andere heel bekende tempel die de meeste mensen kennen van Tomb Raider. Juist, de door boomwortels overwoekerde tempel. Het lijkt weinig, drie stops, maar alleen al Angkor Wat beslaat een terrein van 1 km breed bij 1 km lang! En dat in de volle zon… We balen een klein beetje dat we zo laat weg gegaan zijn; het is erg warm en het licht is al erg schel, dus we waren zelf liever wat eerder weg gegaan. Maar goed: we hebben nog wat dagen te gaan en bovendien weerhoudt een beetje hitte ons niet van genieten!

En dat doen we. Angkor Wat is enorm en het is heel bijzonder om dat bekende beeld nu in het echt te zien. De tempel is in ongeveer 30 jaar tijd gebouwd in de vroege twaalfde eeuw, als hindoetempel voor de god Vishnu en diende (later) als mausoleum voor de koning (voor wie zijn tong wil trainen: Suryavarman II). We lopen na wat uitleg van de gids via de koningsbrug (waarop de koning vroeger per olifant aankwam, om halverwege een offer te brengen) naar de toegangspoort. Daarachter volgen we de weg langs de twee bibliotheken (waar heilige teksten lagen opgeslagen) naar de feitelijke tempel. Het is een indruwekkend gezicht en ondanks dat het zweet werkelijk in stralen over ons gezicht loopt, staan we te glunderen. We bekijken de reliefs op de muren van de galerijen: daarop staan aardse gevechten en gevechten uit Hindu-verhalen. Op veel muren staan apsara’s; sierlijke dames, die voor de god(en) dansten. Sommige beelden zijn zwartglimmend gepoetst door alle handen die ze hebben aangeraakt over de eeuwen heen! Tegenwoordig staat er gelukkig een hekje voor; er is al zoveel beschadigd…

Over trappen en galerijen: we klauteren wat af en zijn blij met onze stevige schoenen! De gids vertelt achteloos dat er vroeger nog wel eens iemand van een tempel afviel, maar dat dat nu eigenlijk nauwelijks meer gebeurt… We houden ons goed vast en proberen alles tegelijk te bekijken. In het binnenste van de tempel mogen we omhoog, via een verschrikkelijk steile trap. Petjes moeten af, schouders moeten bedekt en klimmen maar. Het uitzicht is fenomenaal! We klikken wat af; nu maar hopen dat we een beetje over kunnen brengen hoe mooi het is.

Als we beneden zijn, lijken we wel lek. Het zweet stroomt over ons lijf. We vragen een momentje pauze aan en gooien het meegebrachte blikje cola achterover, plus nog maar wat water. Dat gaat hard vandaag! Daarna wandelen we achter de gids aan, die ons wijst op de mooiste fotoplaatsen (‘if you stand like this, and than look that way’) en ons vervolgens via de ‘achteruitgang’ meeneemt. We lopen langs een weg waar we allemaal aapjes zien! Schattig, vooral de kleintjes, en natuurlijk moeten die ook op de plaat! Via een rustige weg komen we bij de heerlijk ge-airco-de minivan, waar onze chauffeur met twee flesjes koel water aankomt. Wat een service. Hij zal ons de hele dag blijven volgooien met water en we nemen het iedere keer graag aan: er gaan wat liters achterover op deze manier!

De tweede stop is wat ons betreft nog mooier dan de eerste. Natuurlijk is het beeld van Angkor Wat prachtig, maar in deze tempel, de Bayon, zijn in totaal zo’n 216 (!) glimlachende gezichten te zien. Het verhaal gaat dat ze weliswaar een god voorstellen, maar toch verdacht veel lijken op de koning die opdracht gaf tot de bouw ervan… De tempel staat in het hart van Angkor Thom, de stad die werd gebouwd in de laat 12e eeuw. Een deel van de tempel wordt gerestaureerd, maar dat gebeurt erg bescheiden en je hebt er weinig last van als je de tempel bekijkt. We worden eerst meegenomen langs de reliefs, die niet alleen de overwinning op de Champa laten zien, maar vooral (en leuker) veel beelden uit het dagelijks leven van de Cambodjanen in de 12e eeuw! Van geneeskunst tot koken, van ontluizen tot vissen, van het vieren van een feestje tot het verkopen van waren op de markt: het is allemaal te zien. Daarna klauteren we via de beoogde trapjes en richels naar boven, om de reusachtige gezichten te bekijken. Het licht is zoals gezegd niet geweldig, maar wat een koppen: schitterend!

Als we uitgekeken zijn stappen we opnieuw de geairco-de auto in en rijden we naar onze lunchplek. Onderweg komen we door een van de beroemde poorten van de stad, waar als we aan komen rijden net olifanten doorheen komen! Net te vroeg voor een foto, maar wat een schitterend gezicht. De beesten deinen net als honderden jaren geleden door de poort. De stichting die mogelijk heeft gemaakt dat ze er weer zijn, schijnt goed voor ze te zorgen, dus we genieten er van. Ons lunchrestaurantje is warm en de generator heeft moeite met alle vraag waardoor af en toe ineens alle ventilatoren stilvallen en het licht even dimt. Het eten is wel ok en we gooien er nog maar eens wat drinken in en moeten eindelijk ook naar het toilet.

Na de lunch bezoeken we Ta Promh, de Angelina Jolie tempel. En hij is in het echt nog mooier. Het voorportaal wordt gerestaureerd, maar deze tempel is verder bewust overwoekerd gelaten, om bezoekers een idee te geven hoe de tempels er uit zagen toen ze werden terug gevonden in de 19e eeuw (ja, de westerse wereld was ze een paar eeuwen kwijt…). Enorme bomen van soms honderden jaren oud staan tussen en op de tempelruines. Het is erg fotogeniek en door alle bomen is de hitte iets beter te harden. Maar na anderhalf uur leeggelopen… pardon rondgelopen te hebben, zijn we op. We laten onszelf in de airco van het busje terugvoeren naar het hotel. De gids met een aanbod voor meer uitleg de volgende dag wimpelen we af: we weten nog niet wat we willen, maar we willen het waarschijnlijk zonder gids. De man is erg aardig en weet veel, maar even lekker zelf dwalen zit er niet in.

In het hotel (rond 3 uur) doen we een wedstrijdje ‘wie er het eerste inligt’ (het zwembad wint; dat lacht ons al uit of toe als we aankomen) en echt waar: het water lijkt te sissen als we onze verhitte lijven er in laten zakken. 🙂 En als we opkijken: zien we Katrina, de Amerikaanse waar we in Phnom Penh afscheid van namen! We praten bij (zij moet eind van de middag vliegen) en nemen rustig de tijd om bij te komen. Pas rond half 6 maken we aanstalte om de stad in te gaan. Op weg daar naartoe willen we toch erg graag een auto regelen bij de balie van het hotel. Katrina vertelde ons dat ze dat die dag had gedaan: busje van het hotel, halve dag waar ze maar heen wil, voor 20 dollar. Nou, dat lijkt ons ook wel wat, maar dat blijkt een eh… nogal Aziatische opgave. De man die het kan regelen ontwijkt rechtstreekse antwoorden, komt met 1001 suggesties die we niet overnemen. Nee, we willen om half 7 en niet pas om half 9 weg. Nee, we willen een halve en geen hele dag. Nee, we willen naar Banteay Srei en evt. nog 1 of twee tempels en niet varen. En nee, we willen zeker geen 45 dollar betalen! Het kost een lading geduld en onderhandelen, maar uiteindelijk regelen we de auto, met vertrek om half 7, naar de genoemde tempel en nog twee extra tempels, voor 25 dollar. He, he…

We eten op het over de straat met eetstalletjes uitkijkende balkon van The Red Piano een verrassend lekker hapje eten en na nog een (ijs)koffie bij Cafe de la Paix wandelen we naar het hotel. Vroeg slapen, want morgen gaat de wekker dus om half 6 en deze keer op ons eigen verzoek!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.