Penzance – Eden – Buckland – Two Bridges

Penzance – Eden – Buckland – Two Bridges

Er is teveel te doen in deze hoek van de wereld. Als we wakker worden besluiten we dat we ECHT een aantal dngen moeten laten varen, hoe jammer dat ook is. Als we om 8 uur wegrijden, besluiten we daarom alleen een klein stukje te rijden van het rondje over het schiereiland. Binnendoor dus naar Zennor… is het mogelijk dat sommige weggetjes eigenlijk SMALLER zijn dan de auto, maar dat de auto zich af en toe even aanpast? Martijn blijft gelukkig prima rijden en binnen no time is er ineens uitzicht en wat voor uitzicht. We halen tegelijk diep adem: wauw, wat een uitzicht. Groene velden, overal heggetjes, schapen als rijstekorrels op de weilanden en een rotskust die scherp afdaalt naar een schitterend blauwe zee. Het enige minpuntje is de onmogelijkheid om veilig stil te staan, dus plaatjes schieten er bij in, maar wat een route.

Het blijft tussen Zennor en St Ives zo mooi en nog helemaal blij komen we in het dorpje met een ParkeerIssue (let op de hoofdletters). Martijn wringt de auto echt in onmogelijke bochten, maar we zijn 10, zo niet 15 minuten verder voor we ergens kunnen staan, waar we ook alleen een uurtje kunnen blijven (ipv de hele dag) en de auto ook weer denken weg te krijgen. Met een diepe zucht (ergernis, opluchting… allebei een beetje) stappen we uit en wandelen de 5 minuten naar het meer dan schattige haventje. Het ziet er echt heel leuk uit, dus we snappen ook wel weer dat het allemaal wat ingewikkelder is.Schattige minidorpjes, veel mensen en handig parkeren gaan nu eenmaal niet samen. Gelukkig is er een tentje open waar we lekkere koffie en een pain au chocolat en croissant bestellen (nee, weddenschappen over wie wat eet, worden niet aangenomen). In het zonnetje, want alweer hebben we mazzel en is het mooi weer!

Wegkomen is een stuk makkelijker dan binnenkomen en in een uurtje scheuren we heel Cornwall door, tot aan de grens van Devon. En daar bezoeken we The Eden Project. Voor wie het niet kent: eind jaren ’80 / begin jaren ’90 werd een kaalgeslagen 160 jaar oude mijnput (waar jaren een bepaald type klei werd gedolven) gekocht door de man die eerst de Lost Gardens of Heligan (waar we gisteren waren) opknapte. Eden project was een milenniumproject en had en heeft tot doel het grote publiek bewust te maken van en te betrekken bij de effecten van de mens op de aarde en duurzame alternatieven. Sinds de deuren open gingen in 2000 zijn er al miljoenen gasten geweest en we sluiten ons aan in de (vandaag overigens beperkte) rij, benieuwd naar het resultaat.

Het terrein is enorm en behalve de enorme buitenruimte is Eden vooral bekend van de twee series bollen, de biodomes, waar je respectievelijk het regenwoud en het klimaat rond de middenlandse zee kunt ervaren. En het is indrukwekkend. Het regenwou is snikheet en plakkerig, bevat prachtige bloemen,watervallen en veel groen. De andere Biodome is veel droger en bevat prachtige doorkijkjes en ook hier trekken schtitterend gekleurde bloeme de aandacht. Buiten is aandacht voor van alles, van planten die gebruikt worden voor medicijnen (met de voorbeelden erbij, in plastic bollen) tot planten die gebruikt worden voor bijvoorbeeld bier! We dringen en eten wat en al met al zijn we een paar uur zoet. Erg leuk om te zien en als we al die gefascineerde kinderen zo zien, zien we een hoop goed werk.

Rond 2 uur rijden we weer weg en na nog een uurtje rijden zijn we aan het begin van Dartmoor. Net als Exmoor is deze Moor bekend van de heidevelden en loslopende ponies en schapen, maar zo aan de randen is het landschap veel … vriendelijker, met struiken, bomen en veel groen. Voor we definitief afbuigen naar de Moor, brengen we nog een kort bezoek aan Buckland Abbey. Dit klooster-annex-herenhuis stamt gedeeltelijk uit de 13e en gedeeltelijk uit de 15e eeuw. De Abbey bekijken we alleen van buiten: we brengen onze tijd door in de tuinen en op de gele wandelroute (de kortste uiteraard). – @page { margin: 0.79in } P { margin-bottom: 0.08in } –>Het is er mooi en groen en heuvelachtig, dus na een ruim uur wandelen zijn de pootjes op en vertrekken we voor het laatste stuk van de route, naar Two Bridges.

Het is nog maar een half uurtje en al na een minuut of 5 wordt het landschap kaler. Veel paars en geel, rollende heuvels en een aantal ‘tor’ steenhopen die er uitzien alsof ze door mensen zijn gemaakt, maar die natuurlijk zijn, In Dartmoor is de bekendste Hound Tor, de inspiratiebron voor de Houd of the Baskerville, een Sherlock Holmes verhaal. Het landschap is in ieder geval prachtig, zeker in de mooie middaglicht. Midden op de Moor komen we bij hotel Two Bridges, waar Tim ons welkom heet. Het is een prachtig oud gebouw (circa 1850) dat echt prachtig is ingericht en onze kamer (een ‘simpele’) blijkt schitterend: veel donker hout en zwarte assecoires, maar licht genoeg om het chiq in plaats van somber te maken. We gooien onze tassen neer neuzen even rond en drinken (met jas) in de tuin een kop thee, met uitzicht op The Moor.

Als we klaar zijn pakken we de auto: vandaag willen we nog een stop en dat is Warren House Inn, een Inn die in mijlen verlaten moorland ligt en als sinds 1845 een instituur is in Dartmoor. En daar willen we eten. Het is niet heel ver van het hotel (minuut of 10 rijden en het is geen straf. De omgeving is adembenemend en we besluiten straks na het eten nog even een rondje te doen. Maar eerst de Inn en die is zoals we ‘m bedacht hadden: houten banken, lage balkenplafonds, een knapperend haarvuur (geen overbodige luxe in de snel afkoelende lucht) en (zo blijk) met prima eten. We drinken iets en eten daarna rabbit pie en verse frambozensorbet (Karin) en Ale beef stew en 3 soorten pudding (Martijn). Na nog een kopje koffie rollen we naar buiten, waar we een prachtig uitzicht hebben op The Moor, inclusief steencirckels in de verte.

Daar willen we morgen nog wat meer van zien: vandaag opteren we voor een beetje rijden (kleine weggetjes, om de schapen en de ponies heen) en uiteindelijk een hoge plek zoeken om de zon achter een heuvel te zien zakken. Het is – op de enkele voorbijrazende auto na – doodstil en we genieten in stilte van de verkleurende lucht.

Terug in het hotel nemen we nog een borrel, werken het verslag bij en gaan vroeg slapen, in onze balzaal.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.