Nara (dag 2)

Nara (dag 2)

Dat was weer een prima (lees: lang) nachtje. Heel langzaam beginnen we echt gewend te raken aan de tijdzones. Het steeds lekker wordende weer zal er ook iets mee te maken hebben misschien: vandaag moet de mooiste dag worden tot nu toe. We halen een fleece uit onze jas (alleen het jack is voldoende) en trekken een shirt met lange mouwen aan, daarmee kunnen we toe.

Na een vlot, maar weer prima ontbijtje wandelen we een blokje om, om daarna te landen bij het Franse bakkertje. Niet voor de broodjes, maar wel voor de koffie. We drinken rustig een bakkie: we hebben even de tijd voor we om iets voor half 11 naar het plein voor het station wandelen, waar we voor de Tourist Information Ayako Inoi zouden moeten vinden. Deze 20-jarige studente Toerisme gidst drie keer per maand op vrijwillige basis toeristen door de stad waar ze studeert en vandaag hebben wij de mazzel dat ze ons wil rondleiden. Ze staat keurig klaar: zoals gezegd met een geel jaarvlaggetje in haar handen en een bordje om, met haar naam erop. Ze verrast ons door (duidelijk met moeite ingestudeert) een zinnetje Nederlands te gebruiken (“Ik ben Ayako”) en moet daarna enorm om zichzelf lachen. Met haar 1 meter 60, tengere postuur, mooie gezicht en elegante houding is ze op en top de Japanse schone en ze blijkt tegelijk een heel aardige, toegankelijke, vrolijke meid, met een leuk gevoel voor humor. De rest van de dag zal ze ons meenemen langs de belangrijkste tempels in Nara en tussendoor praten we honderduit over de gebruiken en gewoonten in Japan èn Nederland.

De eerste stop is Kofuku-ji, een buddhistisch tempelcoplex uit de 8ste eeuw, waar tegenwoordig nog een dozijn tempelgebouwen te bewonderen zijn (grotendeels reconstructies van eerdere versies van dezelfde gebouwen). De rest is door de eeuwen heen verloren gegaan, ondanks de bescherming die ze genieten. Een symbool op het puntje van het dak, als een fontein, een soort symbolisch sprinkler-systeem tegen vuur, 9 ringen op elke dak, de hoogste vorm van goddelijke bescherming en de gezichten van wachters in dakpanranden, tegen demonen. Bovendien is elk gebouw zo rond mogelijk, omdat demonen uit scherpe hoeken komen. Omdat rond bouwen nog niet lukte, zijn de twee belangrijkste gebouwen achthoekig. Ze zijn bovendien volledig van hout. De twee oudste pagoda’s (gebouwen waaronder as van een belangrijk persoon ligt begraven) stammen uit respectievelijk de 12e en de 15e eeuw en zijn echt geweldig om te zien. Ze zitten enorm ingenieus in elkaar en de bouwwijze wordt tegenwoordig nog steeds gebruikt in wolkenkrabbers en aardbevingsbestendig gebouwen in Japan.

We kijken onze ogen uit en Ayako vertelt in rustig, precies Engels over de verschillende gebouwen en de gebruiken. Zo wordt de bel in deze tempels geluidt om de ruimte te zuiveren (niet zozeer om de aandacht te trekken, hoewel dat in het Shintoïsme wel zo is) en laat de plaats van een bronzen lantaarn voor een tempel zien tot waar vroeger de bezoekers konden komen (daarachter mochten alleen monikken komen).

We wandelen verder, naar de Todai-ji tempel. Dit is zondermeer in historische opzicht het Buddhistische hoogtepunt van Nara en misschien wel van een groot deel van Japan. Dit enorme complex bevat de Daibatsu-den Hal en de Daibatsu (de Grote Buddha) zelf. Voor we daar zijn komen we bij de Nandaimon, de enorme toegangspoort die volledig van hout is en volgens Ayaka zoveel hout bevat dat er meer dan 750 Japanse huizen van gemaakt zouden kunnen worden. De poort stamt uit de 13e eeuw en is enorm indrukwekkend, net als de twee prachtige, indrukwekkende en enorme houten beelden van wachters die in de poort links en rechts staan. Ze zien er afschrikwekkend uit en moeten vooral eeuwen geleden echt indruk hebben gemaakt op iedereen die zo gek was om binnen te willen sluipen.

Verderop op het terrein komen we bij de toegangspoort naar de Daiabatsu-den Hal. We kopen een kaartje en kunnen dan een blik werpen op één van de grootste houten gebouwen ter wereld. Dit bijna 50 meter hoge en 60 meter lange gebouw (!) is van binnen volledig open en bevat drie enorme Buddhabeelden. de grootste en belangrijkste is de Daibatsu, de grote of kosmische Buddha, die volledige verlichting heeft bereikt en de oorsprong is van alle andere Buddha’s. Zijn handen zeggen: vrees niet, ik zal je beschermen en welkom, ik zal je wensen laten uitkomen. Hij is bijna 15 meter hoog en omringd door enorme waterlelies (incl. enorme bronzen vlinder, op de voet van één van de lelies). Links zit de Kokuzo Bozatsu, de Buddha van geheugen en wijsheid (populair bij studenten) en rechts de Nyoirin Kannon, de Buddha van de reïncarnatie. Op de achtergrond staan twee wachters. Het is een overweldigend gezicht en met open monden klikken we plaatjes en luisteren we naar de uitleg van Ayako. We lopen door de enorme hal. Rechts achterin staat een pilaar waar het erg druk is. er blijkt een gat onderin te zitten. Het verhaal gaat dat als je daar doorheen past, je verlichting bereikt, Ouders proberen dus huin kindjes er door heen te laten kruipen en tot grote hilariteit van iedereen is er eentje die heel eigenwijs steeds achteruit kruipt. Die wil niet verlicht wezen concluderen wij. 

Buiten gekomen wandelen we langs allerlei stalletjes waar we een flesje drinken kopen en opdrinken (in plaats van water een soort geparfurmeerd appelwater-met-prik… jukkie, maar het lest de dorst). Daarna neemt Ayako ons mee naar Nigatsu-do, een tenpel die tegen de helling op ligt en via een trap met stenen lantaarns toegang geeft tot een houten ballustrade met een prachtig uitzicht op Nara.  

Daarna is er nog één heiligdom te gaan: de Kasuga Taisha. Dit is een Shinto heiligdom. Het Shintoïsme kenmerkt zich door verering van (natuur)goden en voorouders en kent nauwelijks een ‘leer’. De natuur staat centraal en dat is in dee tempel met vele honderden stenen en bronzen lantaarsn goed te zien. er groeit een boom dwars door een gebouw. Die boom was en is belangrijker dan het gebouw: dat gebouw kan er best omheen! Het heiligdom is prachtig. heel erg sfeervol met de vele lantaarns die twee keer per jaar worden ontstoken. Ayaka laat ons foto’s zien van de keer dat ze er was. Het is prachtig en erg romantisch zegt ze. Ze was er alleen, maar ze is dik twee uur gebeleven. We kunnen het ons voorstellen. Buiten de gebouwen zijn de lantaarns deels overwoekerd door mos, hangt er kersenbloesem in ‘regen’ overheen en wandelen de hertjes er tussendoor. Het is overal druk, maar het is er toch rustig en we genieten!

Daarna zijn we wel toe aan lunch en even zitten. Het is inmiddels half 2. Ayako heeft meerdere suggesties en neemt ons op ons verzoek mee naar haar favoriet Aida. Een kleine tent waar we mee naar boven worden genomen. Daar moeten we onze schoenen uitdoen en mogen we op de grond gaan zitten en aan een lage tafel aanschuiven. Ayaka schuift elegant haar benen onder zich, maar wij vouwen onze stelten met enige moeite aan de zijkant zodat we leunen op ons zitvlees en zullen gedurende de maaltijd regelmatig moeten gaan verzitten. Maar we willen het voor geen goud missen! Er is één menu en dat smaakt uitstekend. Rijst, misosoep, groente en een schaaltje met tempura-gerechtjes. Daarbij ijswater en toe een kopje thee en gedurende de hele maaltijd een geweldig gesprek met Ayako over tafelmanieren- en gewoonten in Japan en Nederland. Het is moeilijk te zeggen wie het leuker vindt, Ayako of wij, maar zeker is dat we allemaal een prima tijd hebben. Als we niet meer kunnen blijven zitten van de pijn in ons lijf gaan we pas weg. 

Daarna maken we nog één stop. Ayako neemt ons mee naar een Naramachi Koshi-no-le, een oud huis van een welvarende handelaar, dat gratis te bezichtigen is. Door Ayako’s uitleg over de ‘tea-ceremony-room’ en de kamers, komt het huis tot leven. Voor onze westerse ogen is het huis leeg, maar door Ayako zien we het ingebouwde kastje, het vierkant in de vloer waaronder een ruimte zit om de theeketel te plaatsen, het center piece (een gedicht en een bloem in een vaasje) in elke kamer… Ayaka doet zelf ook mee aan theeceremonies vertelt ze. Ze moet dan 20 minuten stilzetten in dezelfde knielende houding en mag alleen antwoorden als haar iest gevraagd wordt. De oudere mensen zijn de  belangrijkste gasten en leiden het gesprek. 

Als we alles hebben bekeken brengt Ayako ons terug naar het station. We nemen afscheid. Het is half 5 en we hebben een absolute topdag gehad. We bedanken Ayako voor haar uitleg en (vooral) haar geweldige gezelschap en overhandigen haar een uit Nederland meegebracht cadeautje (stroopwafels in een Delfs Bauw blik en een sleutelhanger met klompjes). Daarna bedanken we elkaar over en weer nog ene keer uitvoerig en zwaaien we Ayako uit tot ze uit het zicht is verdwenen. Tevreden ploffen we in het hotel op het bed om en uurtje bij te komen.

Uiteindelijk besluiten we ‘s avonds nog een drankje te gaan doen en een hapje Italiaans te gaan eten bij Nino, het nummer 1 restaurant van Nara. Als we binnen komen is er plek aan de bar en tevreden gaan we zitten. We verwachten gezien de reviews een geweldige maaltijd (even een keer geen rauwe vis, hoe lekker dat ook is, zoals Karin zegt), maar wat we krijgen is niet alleen een geweldige maaltijd, maar een topavond. We worden als we beginnen met eten gevraagd onze namen in een boekje te zetten. Een review denken we, dus Harro zet iets aardigs neer (niet moeilijk, de drie happen die we op hebben zijn heerlijk en het personeel is enorm warm en hartelijk) net als de mensen voor hem. Als we klaar zijn met de enorm lekkere pizza en de minstens net zo lekkere pizza, komt de chef met een bordje. Zijn Engels is niet zo goed zegt hij en houdt het bordje omhoog. Wat fijn dat je er bent, staat er in het Engels: we zouden graag je verjaardag met je vieren, maar waarschijnlijk kan je op je verjaardag niet makkelijk even terug komen. Mogen we je dan nu je verjaardagsdessert aanbieden (gratis)? We kijken elkaar aan: echt?! Ja echt, er volgt een schaaltje met precies het kleine heerlijke mini-grand-dessert dat je wilt eten als je eigenlijk genoeg hebt, maar een toetje heel lekker is. Als we dat op hebben, komt ‘boss-lady’ (alsdus chef Nino, die de ober ‘new face’ noemt) terug. Ze heeft twee kartonnen bordjes bij zich, waarop ze onze namen in Japanse tekens heeft geschilderd. Harro’s naam bevat de symbolen ‘Sunny’ en ‘Dragon’. Een sterke naam, zegt ze. Karin’s naam bevat de symbolen ‘Brilliant’ en ‘Gallant’. Een mooie naam, zegt ze. We zijn volkomen overdonderd. Boss-lady maakt een foto van Karin met beide bordjes. Met deze mensen willen we zelf ook op de foto en dat doen we dan ook. Een aardige klant maakt de foto. Als we weggaan, lopen ‘boss-lady’ en de chef mee naar buiten. Ze geven ons de foto die ze hebben gemaakt uitgeprint mee en stoppen ons elk een geluksmuntje in onze hand. For safe travel…

Als er iemand een beter einde aan deze dag weet mag hij / zij het zeggen, maar wij zijn verkocht… 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.