Kumamoto naar Nagasaki… via Nederland

Kumamoto naar Nagasaki… via Nederland

Als we de gordijnen opentrekken zijn we teleurgesteld. Het regent en niet zo’n beetje ook. Bovendien (en dat was, anders dan de regen, niet voorspeld) waait het. Kortom: het is echt een prutdag om een ferry te nemen en ook een prutdag om Shimabara en Unzen te bezoeken, de plaatsen die voor vandaag (onderweg naar Nagasaki) op het programma staan. Hmmm. we gaan ontbijten en koffie drinken bij de Starbucks even verderop en bespreken de opties. Uiteindelijk besluiten we dat we de ferry laten zitten, omrijden en het dagprogramma voor vandaag en morgen omdraaien. Dat wil zeggen dat we vandaag niet naar Shimabar en Unzen gaan, maar naar … Huis ten Bosch! Dit pretpark bestaat uit een reproductie van Nederlandse bezienswaardigheden, soms op ware grootte. Het lijkt ons volkomen idioot en heel erg fascinerend, dus dat gaan we doen.

Kumamoto uit levert even een momentje postduiven op, maar daarna zitten we op de goede weg en rijden we via allerlei tolwegen naar het pretpark, dat op ongeveer een uur / anderhalf uur rijden ten noorden van Nagasaki ligt. Die tolwegen zijn trouwens niet goedkoop: bij elkaar besteden we in 2 1/2 uur rijden ongeveer € 50,= aan tol! Maar: de wegen zijn geweldig onderhouden en het schiet wel lekker op. 

De parkeerplaats van Huis ten Bosch is leeg en we parkeren dicht bij de ingang. Daar kopen we een kaartje. Het is niet heel goedkoop om je thuisland te bezoeken en álles te willen, ontdekken we, maar gelukkig zijn er kaartjes waarmee je kunt rondwandelen in beide delen van het park, een rondvaart doen en Huis ten Bosch bekijken, zonder dat je betaalt voor alle andere attracties (spookhuizen, thrillrides, 3D-theaters etc. etc). Tevreden wandelen we naar binnen.

Het eerste dat ons opvalt is de heldhaftige muziek die uit de speakers schalt. Waar een klein landje…lawaaiig in kan zijn? Daarna zien we de klinkers. Ja, de uit Nederland geïmporteerde klinkers en straatstenen, om het zo levensecht mogelijk te maken. Als we opkijken zien we windmolens, tulpenvelden, kasteel Nijenrode (met daarin Teddybear land…) en grachten. We schieten onbedaarlijk in de lach. Dit is zo’n volkomen vreemd effect. Het lijkt ècht op Nederland, maar dan Japans georganiseerd. In de verte zien we de Domtoren (5 meter minder hoog dan onze Dom uit Utrecht, uit respect voor het origineel) en aan het andere eind van het park ligt Huis ten Bosch. Nog nahikkend van de lach wandelen we naar de rondvaartboten. Er komt er binnen twee minuten één aan en we gaan met een klein aantal mensen aan boord. Overdekt en verwarmd, met kussens op de bankjes zit het bijzonder comfortabel, maar binnen een minuut na vertrek staan we weer buiten. Het is heel even gestopt met regenen en we willen ALLES zien. Zoals ‘Wassenaar’, de wijk met vakantiehuizen die buiten het park ligt. En de grachten van ‘Amsterdam’. En natuurlijk de Dom! Op het Domplein stappen we uit. Tijd om te wandelen.

Inmiddels regent het wat harder. We wandelen een rondje. Het is eigenlijk wel tijd voor lunch, maar helaas (we hadden stiekem gehoopt op bitterballen) is het eten niet Nederlands, maar gewoon slecht pretpark-voer. De american-style pannenkoek die we eten is niet bijzonder smakelijk. Huh?! Slecht eten in Japan?! Zeker omdat we even in half-Japan zijn geland! De koffie is zo smerig dat we daar letterlijk alleen aan ruiken en er dan gauw vandoor gaan. We kopen een plu. Een grote, want het kleine plu’tje van Karin houdt de buien niet voldoende tegen  voor twee mensen. Daarna lopen we naar he paleis. Als we door de hekken kijken krijgen we weer een lachbui. Het ziet er echt heel idioot uit, vooral omdat het er in onze ogen NIET idioot uitziet. Een oprijlaan, tulpen langs de kant en verderop het paleis Huis ten Bosch. We vluchten het paleis in. Binnen zit een museum en aangezien het daar droog is, lopen we er door heen. Er blijkt een fototentoonstelling over bloemen, vooral tulpen en is eigenlijk heel aardig. De enorme ruimte met een metershoge schildering van Rob Scholte is ook indrukwekkend. En als we achter het paleis de tuinen bekijken zien we ‘uiteraard’ een prachtige Franse siertuin, zoals een paleis van dit niveau betaamt.

Het regent buiten nog steeds, dus we maken van haastige selfies voor het paieis, onder de plu en wandelen daarna naar ‘Amsterdam’. Daar drinken we koffie en vermaken ons vervolgens met foto’s maken in de reuzenklomp die er staat, het bekijken van de Dick Bruna winkel, met honderden nijntjes, het bekijken van de kaaswinkel (waar we slechts na goed zoeken een stukje Gouda vinden) en het bekijken van een ijsstalletje waar een robot ijsjes verkoopt (hij zwaait als we aan komen lopen). Het stadhuis van Gouda staat fier op het stadsplein en een stukje verderop vinden we de Waterpoort van Sneek en zien we het schip De Liefde (het eerste Nederlandse schip dat ooit – op 19 april 1600 – in Japan aankwam) aan de kade liggen. Tussendoor schalt de heldhaftige muziek ons tegemoet, zien we prullenbakken in de vorm van Nederlandse grachtenpanden en hebben café’s namen als ‘Tante Annie’. Rond half 4 zijn onze lachspieren zo goed getraind dat we spierpijn beginnen te krijgen en via de tulpenvelden (waar tuinmannen en – vrouwen helemaal in plastic ingepakt, in de stromende regen verse tulpen planten) en tussen de molens lopen we naar de uitgang. Daar krijgen we de laatste lachaanval, als blijkt dat het een nagebootste vertrekhal van Schiphol is. Hikkend van de lol lopen we naar buiten.

Met behulp van de navigatie rijden we een prachtige groene route naar Nagasaki. Het is niet zo ver weg, dus we zijn aanvankelijk wat verbaasd als we er volgens Google anderhalf uur over zouden moeten doen. Tot we doorkrijgen hoe lang je kunt wachten voor een stoplicht… Afijn, zo hebben we wel lekker veel tijd om te genieten van de omgeving, die ondanks het afschuwelijk weer nog steeds prachtig en fascinerend is. In Nagagasaki zelf komen we in één keer bij de parkeergarage naast ons hotel uit. Een mannetje met een spiekbriefje leest fonetisch voor wat we moeten doen: “passenger get off please. Leave luggage”. Ok geen punt. Daarna mag Harro de auto in een soort garage rijden. Hij wenkt Karin: kom eens kijken! De auto wordt automatisch gedraaid en verdwijnt daarna automatisch op een soort lift naar boven waar hij in een vakje geschoven wordt tot we ‘m nodig hebben. Als we omhoog kijken zien we een gebouw van zo’n 10 verdiepingen: de garage!

Nog hoofdschuddend lopen we het hotel is waar we mogen inchecken en via een automaat waar we onze creditcard in stoppen, een kamersleutel krijgen. Kamer 807 blijkt alweer erg ruim en bovendien uitstekend. We zetten onze spullen neer en overleggen even wat we gaan doen. Meteen eten maar? dat lijkt het beste en na de tegenvaller van vanmiddag heeft Karin een Frans restaurantje gevonden dat volgens alle verhalen uitstekend zou moeten zijn (plaats vier van de bijna 2.000 restaurants in Nagasaki). We gaan aan de wandel. Nagasaki, althans, dit deel van Nagasaki, heeft een heel andere uitstraling dan de steden die we tot nu toe hebben gezien. Het kan komen omdat we in Chinatown zitten, maar het is lager, de straatjes buigen en kronkelen, er hangen sfeervolle lantaars… Het is ook wat minder schoon, maar heeft iets enorm aantrekkelijks, zeker als we ook nog een stukje langs een kanaal kunnen lopen. 

Garcon Ken blijkt uitzicht te bieden op Dejima, het voormalige Nederlandse handelseilandje dat tegenwoordig grotendeels door de stad is opgeslokt. Dat is een leuke bonus. We gaan er pas overmorgen heen, maar het is leuk om alvast even over het hek te gluren naar de houten gebouwen. Dat is even wat anders dan Huis ten Bosch! Garcon Ken zelf komt net aanlopen als we voor de deur staan. Hij draait de deur van het slot, kijkt ons met een grijns aan en zegt ‘open’. Het is binnen heel klein. Het pand staat tussen twee straten in en kan nog geen 8 meter breed zijn. Ken is zowel kok als over en helpt ons aan een rood wijntje (niet heel lekker, maar prima Spaanse slobber voor bij een Frans hapje), uitstekende voorafjes (een schaal vol met toastjes met van alles en nog wat) en respectievelijk varkensvlees en spanish omelet. Vooral Harro geniet van de mogelijkheid om weer even iets vets te eten; dat lukt hier niet vaak! We proosten op een geslaagde actie: we hebben de dag omgedacht en dat beviel uitstekend!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.