Fukuoka naar Kumamoto

Fukuoka naar Kumamoto

Vandaag begint er een nieuw (maar kortdurend) hoofdstuk in onze Japan-geschiedenis. We hebben een auto gehuurd, die we gaan ophalen! Nadat we hebben uitgecheckt vragen we of we onze tassen nog heel even mogen laten staan. De receptionist lijkt niet heel erg van zins om mee te werken tot onze grote verbazing (dat zou de eerste zijn die we hier tegen komen: zuchtte hij nou?!) maar hij vermant zich en met een grote (nep)glimlach legt hij uit dat dat natuurlijk geen probleem is. We gaan er gauw vandoor voor hij zich bedenkt!

Ontbijten, bij het station, is het plan en uiteindelijk vinden we een bakkertje waar we wat broodjes halen. Die knagen we buiten in een hoekje op, terwijl we proberen te achterhalen waar het Nissan-verhuurkantoor zit. Ah, één straatje verder en vol vertrouwen lopen we naar binnen. Dan blijken ze geen reservering op Harro’s naam te hebben, crasht de tablet waar de bevestging op staat en heeft de bevestiging die we uiteindelijk te voorschijn toveren geen nummer… We krijgen nu toch wat zweetdruppeltjes op de snufferd, maar de man achter de balie vindt op een ander systeem toch onze reservering… in een ander kantoor, twee straten van ons hotel af…

We bedanken hem vriendelijk, zuchten eens diep en gaan weer aan de wandelen. Dan toch maar eerst de tassen ophalen, dan hoeven we niet te parkeren bij het hotel. Wat extra zweetdruppeltjes van het tillen later wandelen we naar binnen. Jawel, ze hebben onze reservering, hebben wij een internationaal rijbewijs? Jawel; kijk maar, een NL-rijbewijs is een internationaal rijbewijs. Nee hoor, zegt het meisje. Ja hoor, zeggen wij nogmaals met behulp van Google translate. Het meisje gaat bellen en drie telefoontjes later is het geregeld. 

We krijgen een Nissan Note (een witte natuurlijk: zo’n 70% van de auto’s is hier wit of grijs) en installeren ons. Gelukkig hebben we zelf een route-info-systeem in de vorm van een telefoon met navigatie meegenomen, want de beloofde ‘Engelse’ GPS is volkomen onbegrijpelijk. De auto zelf trouwens ook: ze zegt van alles, iedere keer dat we de auto starten, een tolpoortje naderen, achteruit rijden of iets te ver naar links het witte lijntje raken komt er een onverstaanbaar Japans gebrabbel uit de auto. We vinden er nogal wat van, maar besluiten ons er zo min mogelijk van aan te trekken. Kom maar op wereld! We vertrekken en gelukkig heeft Harro vaker links gereden èn in een automaat gereden dus zonder problemen storten we ons in het Japanse verkeer.

Het verkeer valt eigenlijk heel erg mee. Iedereen rijdt heel netjes. De wegen zijn, ondanks de Japanse borden, goed te begrijpen, omdat er ook plaatsnamen in het Engels staan aangegeven en doordat er overduidelijk wordt gemaakt met borden, pijlen, (stop)lichten en zelfs met kleurtjes op de weg, welke wegen je moet volgen waarheen. Het enige probleem is de overdaad aan informatie en het feit dat er soms indrukwekkende weg-systemen zijn, met wegen naast, boven en onder elkaar. Het enige foutje treedt dan ook op bij de tolpoort waar we per ongeluk voor de automatische poort kiezen. Gelukkig staan we op tijd stil en is er een mannetje stand by die ons alsnog de juiste hoeveelheden Yen afhandig maakt en ons daarna doorwappert. Gaan met die banaan.

We rijden al vrij snel Fukuoka uit (we hebben de neiging het een kleine stad te noemen, maar er wonen ruim een miljoen menesen!) en de heuvels in. Die heuvels hebben allerlei kleuren groen, met af en toe een knalroze struik er tussendoor. De groene ‘heggetjes’ tussen de weghelften hebben knalrode blaadjes aan de bovenkant. Kleur! We genieten allebei van de rit, ondanks de aanvankelijk grijze lucht. Even niet alleen maar stad om ons heen: erg fijn. We rijden zonder problemen naar en door Kumamoto, de stop van vandaag. Door alle vertraging vanochtend slaan we één van de mogelijke opties onderweg over; we willen in Kumamoto wel voldoende tijd overhouden voor de belangrijkste bezienswaardigheid. Het kasteel! Als Harro de auto heeft geparkeerd in de garage naast het hotel, Karin alsvast een pre-incheckrondje heeft gedaan en een dame bij de deur gevraagd heeft of ze straks onze tassen vast op de kamer mag zetten (eh, maar natuurlijk, graag zelfs) wandelen we naar buiten. 

Lunch en ach, het is zeker alweer een halve dag geleden dat we sushi hebben gegeten. Dat kan nog wel een keertje. De eerste sushitent die we in gedachten hebben is dicht, maar de volgende is zelfs 24 uur per dag open. Dat roept bij ons associaties op met een verlopen tent en verlopen klanten en een vieze / groezelige bedoening, maar deze tent staat aangeschreven als één van de beste van Kumamoto. En terecht, zo blijkt al snel. Het gebruikelijke welkom wordt ons toegeroepen als we efficiënt naar een tafeltje worden gebracht. We drinken groene thee en bestellen daarna met een briefje (aantal bij het juiste nummertje zetten, in het hokje voor wel of het hokje voor geen wasabi en soms aangeven of je een ‘puntzakje’ of een rol wil). Dan gaan de chefs aan de slag en binnen no time staan er verschillende platen heerlijke sushi voor ons neus. We vrezen dat sushi in NL voorlopig niet meer hetzelfde is…

Daarna gaan we naar het kasteel. Dit kasteel is weliswaar een replica en niet (zoals in Himeji) een origineel, maar de enorm indrukwekkende muren zijn nog grotendeels origineel en het kasteel zelf is aan de hand van beschrijvingen, tekeningen en zelfs een aantal oude foto’s volledig hersteld. Het terrein is indrukwekkend en het ‘hoofdgebouw’ lijkt (zwart en dreigend) wel wat op het duistere zusje van het kasteel in Himeji. Ook hier is de binnenkant indrukwekkend, maar de inrichting als museum leidt wat af van de grote balken. Dat maakt het wel interessanter: we zien zelfs een aantal van de oude foto’s van het originele kasteel, dat pas eind 19e eeuw afbrandde, aan de vooravond van een veldslag (de mysterieuze omstandigheden waaronder de brand is ontstaan, zijn mooit opgehelderd). Er hangen ook (kopiën van) schilderijen van de vorige heersers. Een aantal is hier duidelijk terecht gekomen als straf (één werd zelfs verplicht harakiri – zelfmoord – te plegen een jaar later!), maar uiteindelijk werd het een belangrijke post en was het een eer om ‘Lord of Kumamoto’ te zijn.

Na het hoofdgebouw bekijken we het gerestaureerde paleis. Alles gelijkvloers, met tatamimatten op de vloer (de grootte van een kamer wordt hier aangegeven in het aantal matten dat op de vloer past) en met prachtige schilderingen. We mogen er op onze sokken doorheen en we kunnen die voorzichtigheid wel waarderen. Zo blijft het mooi! Bovendien is het grote aantal grappige sokken ook wel leuk: veel blije bloempjes, soms spannende kanten kousevoetjes en sommigen met voor elke teen een apart sokje!

Als we zijn uitgekeken drinken we een flesje water leeg en daarna wandelen we door een ander deel van de kasteelgronden, via een andere poort, naar buiten. Daar vinden we onze andere stop: the Kumamoto Arts & Crafts Center. We hebben gelezen dat er veel originele kunstvoorwerpen en souvenirs (modern en tradtioneel) te vinden zijn. Dat vraagt om rondkijken. Karin kijkt likkebaardend om zich heen. Is het heel raar om een extra tas met souvenirs mee te nemen?! Uiteindelijk houdt ze zich in en geeft vooral haar ogen goed te kost, maar, zegt ze dreigend tegen Harro, dat blijft niet de hele reis zo hoor?! Harro zucht…

 Tijd voor wat drinken. En inchecken in het hotel. Onze kamer blijkt een balzaal en ziet er prachtig uit! Bijna jammer dat we hier maar één nachtje blijven, al is er in de rest van Kumamoto niet zoveel te beleven. Harro belt met het ferrybedrijf en ondanks de opmerking dat ze geen engels spreken weet hij voor de ferry van 11:00 uur een plekje voor ons en de auto te bemachtigen. Zonder creditcardgeggevens, dus we kunnen ook nog anders besluiten als we dat willen. Karin is gepast onder de indruk. Tijd voor nog wat drinken en daarna moet er nog gegeten worden. Onze plannen daarvoor vallen wat in duigen (restaurant dicht, restaurant kwijt, geen zin in, geen leuke optie) tot we elkaar aankijken en Harro vorzichtig zegt: “Lust jij ook nog een keer sushi?” Dat laat Karin zich geen twee keer zeggen en binnen no time zitten we (na heel even wachten) weer in ‘ons’ lunchrestaurant. Daar blijk je ook ‘s avonds prima te kunnen eten. We sluiten de dag af met een drankje in de chique, maar comfortabele hotelbar en gaan tevreden slapen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.