Tokyo (dag 4)

Tokyo (dag 4)

En dan zomaar ineens is het de laatste dag. Hoewel we allebei graag naar huis gaan om alle leuke mensen weer te zien, is dit land geweldig en kunnen we zo nog wel vier weken vullen met allerlei nieuwe dingen. We hebben er dus toch een beetje gemengde gevoelens over en besluiten er het beste van te maken. Dat doen we vandaag vooral door extra vroeg op te staan. We gaan namelijk naar Tsukiji, de grootste vismarkt ter wereld! Die staat nog een paar maanden op de plek waar hij de afgelopen honderden jaren heeft gestaan, dus we maken van de kans gebruik om nog een keer te gaan kijken.

Na een metrorit tussen de zakenlui in hun standaard zwarte pakken belanden we op metrostation Tsukiji, op een steenworp afstand van de grootste vismarkt ter wereld. De markt bestaat uit twee delen: een ‘outer’ en een ‘inner’ market en hoewel de echte handel plaats vindt op de ‘inner’ market, is er in deze buitenste ring al genoeg te zien. We hebben gelezen dat het er erg zou stinken, maar dat is wat ons betreft helemaal niet zo. De enige keer dat we een stevige lucht tegenkomen, is als we langs plaatsen komen waar bonito flakes (gedroogd schaafsel van de bonito, een vissoort) worden geproduceerd en verkocht. Verder is het er vooral schoon en wordt er van alles verkocht. Naast de gebruikelijke souvenirs allerlei eetwaren die direct (vis, krab, schelpen) of indirect (kruiden) of helemaal niet (gebakken zoetige japanse omelet of bonen) aan de vismarkt zijn gelieerd. We kijken (een kop koffie nog in de hand) ons ogen uit naar de levende, verse, gedroogde en gefermenteerde etenswaren.

Langzaam dwalen we naar de binnenste ring en daar is alles (op z’n Japans) stevig gereguleerd. De bewakers zijn streng. Tsukiji is in de allereerste plaats een werkende visafslag en geen toeristische bezienswaardigheid, ondanks het groeiende aantal toeristen dat de markt weet te vinden. Ze verheffen dus hun stem (een zeldzaamheid voor een Japanner) en zijn niet bang om iedereen streng toe te spreken. Doorlopen, oversteken, pas op… We proberen niemand in de weg te staan als we de markt op lopen en we kijken onze ogen uit…

Wat is dit gróót! De paadjes tussen de vele, vele visstallen zijn smal en overal staan piepschuim dozen waar de vis in wordt gepakt, op ijs, om vervoerd te worden. De markt is elke dag actief vanaf een uur of 3 ‘s nachts (dus de tonijnhandel is inmiddels over en de meest verse vis is al weg) tot ongeveer 12 uur en ook nu, rond 9 uur, is er nog genoeg te doen. De lucht is vol van het geluid van piepende dozen en zagen die bevroren vis in stukken zagen. we zien enorme koppen van tonijnen, een doos met enorme tonijnogen (de marktkooopman probeert Karin misselijk te maken door haar er op te wijzen en expliciet duidelijk te maken waar ze naar kijkt, maar knikt goedkeurend als ze vooral nieuwsgierig is) en letterlijk honderden vissoorten, schelpdieren, krabben en kreeften. Op één plek worden alen vakkundig onthoofd om ze vervolgens leeg te laten bloeden in bakken. Zowel de aal, als het bloed worden verkocht.

we maken foto’s, wandelen rond, ontwijken de kleine electrische karretjes die overal rondscheuren en kunnen maar niet geloven hoe groot het is. Het zou niet moeten verbazen, in een stad van 32 miljoen mensen, maar toch. Als we zijn uitgekeken, na een dik uur dwalen op de ‘binnenring’ wandelen we nog even langs de beroemde sushirestaurantjes. Er staan rijen voor en mensen staan al uren in die rij, om in de restaurants te komen. we slaan over: we make gebruik van de tip via trulytokyo.com (geschreven door één van de schrijvers van de Lonely Planet) en gaan ontbijten in de buitenring.

Daar is plek, in dit restaurant en als we gaan zitten zegt de Chinese man naast ons in het Engels: niet naar het menu kijken, hem laten beslissen. En ach, als we er dan toch aan moeten geloven, aan een sushi-ontbijt, dan klinkt dat als goed advies. En de kwaliteit is geweldig! Maar: eerlijkheid gebied te zeggen dat hoewel we een deel heel lekker vinden, een deel (de zeeëgel bijvoorbeeld, of de ‘white baitfish’ die integraal op de sushi gaan) een uitdaging is en we ook een beetje blij zijn als het klaar is. Sushi als ontbijt op de laatste dag is passend… maar niet persé voor herhaling vatbaar!

Tevreden en een pietsie opgelucht lopen we naar buiten en via de buitenste markt naar het metrostation. We willen nog wel een paar dingen zien op deze laatste dag en één daarvan is de wijk Akihabara. Dit is de electronicawijk in Tokyo en bovendien een wijk waarin de ‘gekte’ van deze enorme stad bijzondere vormen aanneemt. Maar voor we daar heen gaan wandelen we eerst een kwartiertje om bij Itoya te komen. Dit is een enorme winkel, volledig gericht op ‘papier’ in al zijn vormen. Karin heeft er van alles over gelezen en voor we ons in de electronica storten, storten we ons eerst op het papier. en wat voor papier. En wat voor winkel! Achter verdiepingen lang loopt met name Karin verlekkerd door de winkel. Van handgeschept papier tot machinaal vervaardigde blocnotes. Een muur met samples in honderden kleuren. Inpakpapier. Kartonnen doosjes. Papier-versieringen. Een balie met inpakadvies (ja echt). Een balie om zelf je kantoorartikelen samen te stellen… Karin loopt al likkebaardend door de hele winkel. Er is zoveel, dat ze uiteindelijk niets meeneemt. Enigszins sip verlaat ze de winkel: zo’n optie moest er in Nederland ook maar eens komen…

Op naar Akihabara en als we 100 meter het metrostation uit zijn, staan we al met open mond te kijken. Hier nemen de schreeuwende uithangborden (soms letterlijk), de felle kleuren, de reclame, de mensen in vreemde kleren, de electronicazaken en de ‘only in Japan’ momenten, indrukwekkende vormen aan. Een greep uit wat we zien? Kitkat in allerlei verschillende smaken, zoals ‘purple sweet potatoe’, ‘sake’, ‘cheesecake’ en ‘rum raisin’ (we nemen van alle smaken er eentje mee, om uit te delen in Nederland). We zien meisjes reclame maken voor ‘maid cafés’. Dat zijn cafés waar je je ‘master’ kunt laten noemen, door een meisje verkleed als dienstmeisje (…). We zien winkels vol met verkleedkleren, voor kinderen èn volwassenen. We zien een electronicazaak bestaande uit vier gebouwen van elke 10 verdiepingen. We zien winkels volledig gewijd aan een bepaalde manga-held (een stijl van striptekenen). We zien in een winkel plastic potten met snackinktvisjes staan naast de deodorant.

We zien zoveel dat het op een bepaald moment ‘op’ is. We zitten helemaal vol indrukken en pakken een metro terug naar Shinjuku. Daar eten we een burger bij een enorm mooie (maar lawaaiige) tent en gaan daarna effe bij komen in het hotel. We lezen wat, pakken onze tas in, rommelen een beetje en als we zijn bijgekomen gaan we in de wijnbar om de hoek een glas wijn en een paar hapjes eten. En napraten over de reis. ‘s Avonds rollen we bekaf ons bed in: morgen naar huis!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.