Archief van
Categorie: Japan

Tokyo (dag 2)

Tokyo (dag 2)

We hebben wat onrustige geslapen vannacht, dus de koffie voelt wat meer als noodzaak dan als luxe vanochtend. Gelukkig is het nog steeds (of eigenlijk: weer, het heeft vannacht geregend) lekker weer. Na het ontbijt vertrekken we dan ook naar the Tokyo Metropolitan Goverment Offices. Aan de andere kant van Shinjuku Station (de kant waar we de eerste nacht sliepen) is de ‘High Rise Area’ van Tokyo, waar de echte wolkenkrabbers wonen. Daar staat dit kantoorgebouw en het heeft een leuke bonus. Je kunt namelijk gratis naar de 45ste verdieping om van het uitzicht te genieten! Dat lijkt ons wel wat. Tolyo heeft veel hogere gebouwen. Deze is 200+ meter, de Tokyo Tower is 400+ meter en de Tokyo Sky Tree is 600+ meter, maar daar betaal je dan ook grof voor. En hoewel we het leuk vinden om even te kijken, is het ons zeker niet het equivalent van 50+ euro waard! Op naar dit kantoorgebouw dus, waar we na even wachten in rijtje (we worden er nog goed in, in wachten in rijtjes) in de eerste lift van de dag naar boven mogen. Daar is de hele verdieping van de noordelijke toren ingericht als souvenir-plek annex uitkijkverdieping. En man wat een gezicht…

Zoals we al zeiden heeft Tokyo Area (dus de stad in ruime zin) dik 32 miljoen mensen en het het is dus stad, stad, stad zover als je kunt kijken. Aan de westkant kijken we richting Mt. Fuji (het is helaas te heiig om ‘m te zien) en zijn de gebouwen laag; oostelijk zien we in de verte de Tokyo Sky Tree boven alles uitkijken en kijken we richting het centrum… voor zover je van één centrum kunt spreken.

We kijken een half uurtje rond en dan hebben we het wel weer gezien. Achter ons wordt het druk en we voegen ons ondergronds bij de kantoormensen, die zich in hun zwarte ‘uniformeren’ voorthaasten. We nemen de metro naar de wijk Asakusa. Als we bovengronds komen, staan we niet ver af van de ingang naar de Senso-ji tempel. Deze tempel staat al honderden jaren op deze plek en ondanks dat hij herhaaldelijk is platgebrand, wordt hij telkens weer opgebouwd. De laatste keer was in de jaren vijftig van de vorige eeuw en het is (nog steeds) de belangrijkste Buddhistische tempel van Tokyo. De enorme poort wordt opgeluisterd door een bijna even grote rode lantaarn, die in de ingang heen en weer zwaait in de wind. En daar achter (dus in de tempel) ligt een soort straatje met meer dan 50 kleine winkeltjes waar werkelijk van alles wordt verkocht. Souvernirs, amuletten, eten, drinken… Het is een drukte van belang hoewel het steeds rustiger wordt naarmate we dichterbij de tempel komen. Veel toeristen lijken in ieder geval vooral geïnteresseerd in de winkeltjes. In de tempel zelf, een enorme houten ruimte, met grote plafondschilderingen in verschillende stijlen zitten mensen te bidden. Ook hier kan je natuurlijk amuletten kopen en er zijn verschillende manieren om aan de goden te vragen of dit het juiste moment is voor een bepaalde beslissing of of je wens uit zal komen. Eén daarvan besluit Karin uit te proberen. Ze betaalt 100 yen (zeg maar 75 cent en uiteraard, het is natuurlijk niet gratis!) door het muntje in een bak te gooien. Dan pakt ze een soort houten trommel, denkt hard aan een wens terwijl ze de trommel schudt tot er een stokje uitkomt. Dat stokje heeft een bepaald teken, dat correspondeert met een kast met heel veel laatjes. Uit het juiste laatje haalt ze een briefje en voila, in het Japans, Engels, Chinees en Koreaans wordt het antwoord gegeven. Het antwoord is gunstig dus tevreden gaan we er vandoor.

We wandelen over de rest van het terrein, waar we oude(re) beelden vinden en steeds minder mensen tot we aan de westkant van de tempel het terrein aflopen en in een rustige buurt terecht komen, waar allerlei mensen wandelend en op de fiets op weg zijn. We wandelen mee, halen een flesje drinken dat we leegdrinken en gaan even naar t toilet in een chique zakenhotel dat we tegenkomen. Altijd een goed idee, plassen in een chique hotel, maar in Japan extra; de toiletten hebben echt álle knopjes die we deze reis hebben gezien! Als we doorlopen komen we in Kappabashi Dori, de straat die volledig is gericht op het verkopen van restaurantbenodigdheden. Je vindt er werkelijk alles, van kokskleding tot messen, van meubels tot pannen, van plastic eten tot stokjes en van servies tot uithangsborden. We gaan aan de wandel en hoewel we allebei alleen een klein souvenirtje kopen is het echt een geweldige winkelervaring. Tussendoor eten we tempura in de lokale variant van een snackbar waar we een complete maaltijd krijgen met naast de tempura ook rijst, misosoep, ijsthee en een blok tofu in saus. Het smaakt echt heerlijk en dan te bedenken dat dit een snackbar is! 

Als we zijn uitgekeken en bijna zijn versleten willen we nog één ding. Karin heeft gelezen dat er een winkel is waar je op maat een notitieblokje kunt laten maken. En dat wil ze ook! We gaan dus op zoek naar Kakimori en bijna per ongeluk lopen we in één keer tegen de juiste vestiging op. Binnen komt een behulpzame dame aansnellen: ze geeft ons een bakje en een instructie in het Engels. Je zoekt een voor- en een achterkant uit, een binnenkant (maximaal 4 pakjes papier), een type en kleur ringbandje en een type en kleur sluitingsmechanisme en daarna ga je naar de kassa. Vervolgens willen ze precies weten hoe je het hebben wilt en gaan ze ter plekke het boekje voor je maken! Het is nogal druk als we er zijn, dus we krijgen de vraag of we over een half uurtje terug willen komen. Ja wel hoor. We gebruiken de tijd voor een pauze, met koffie in een tentje dat uitstekende koffie heeft en gaan daarna het boekje ophalen. Karin is helemaal in haar nopjes en stuitert als een blij ei de winkel weer uit. Een one-of-a-kind souvenir!

We gaan terug naar het hotel waar we uitvogelen hoe de wasmachine werkt (zelfs met instructies op papier in het Engels kost het nog de nodige moeite). Daarna gaan we er vandoor; tijd voor diner. We dwalen een tijdje in de buurt rond, maar doordat we allebei gaar zijn en er werkelijk niets te maken valt van de Japanse namen op de tentjes, is het lastig om een keuze te maken. We dachten het deze keer wel even zonder Tripadvisor of soortgelijke hulpjes te doen, maar raken daardoor wat in de war van de keuzemogelijkheden. Bovendien willen we graag voorkomen dat we straks ergens paard of walvis ofzo eten. Maar; hulp blijkt om de hoek van het hotel te liggen. Daar vinden we namelijk een tent die wijn en Italiaanse hapjes heeft. Oeh en dat aanbod is ineens wel heel verleidelijk. We krijgen een tafeltje tussen de locals (altijd een goed teken en zoeken een wijntje en hapjes uit. en dat smaakt heerlijk! Na een tweede wijntje en tweede ronde hapjes zijn we wat giechelig (woei, die drank komt aan) en zeer tevreden en gaan we terug naar ons hotel. Daar moeten we nog een half uurtje wachten, maar dan hebben we schone, droge was. Tevreden gaan we slapen.

Tokyo (dag 3)

Tokyo (dag 3)

Naar vandaag hebben we uitgekeken: we hebben een kookworkshop van Yuka Mazda, een lokale beroemdheid waar mensen van over de hele wereld heen komen om een sushiworkshop te volgen. In Japan duurt een opleiding tot sushi-chef 10 jaar, waarvan je de eerste drie (ja 3!) jaar alleen rijst mag afkoelen door middel van wapperen. Je krijgt nauwelijks instructie: je leert door te kijken. Althans, zo was het in het verleden. Tegenwoordig schijnt het wel anders te gaan, maar als buitenstaander sushi leren maken in Japan, dat is nog niet zo eenvoudig. Harro heeft zichzelf sushi maken aangeleerd, via boekjes en Internet, maar kijkt uit naar de tips van een echte professional. Karin heeft alleen nog maar sushi gegeten en kijkt uit naar het eindresutaat.

We beginnen met een ontbijtje bij een koffietent, waarbij we het aan de overkant gehaalde broodje mee naar binnen mogen nemen. Het doet Frans aan,. de broodjes en koffie zijn lekker en zo te zien is het gloednieuw. Aan een tafeltje bij de kassa wordt een televisiespotje opgenomen en we vermaken ons met kijken naar de actrice (probeer maar eens netjes, elegant en bevallig een croissant te eten) en haar entourage (ongelogen 9 dames die er om heen staan). Om 10 uur staan we bij het juiste metrostation, als Yuka aangesneld komt. We blijken twee van de in totaal 8 mensen te zijn die vandaag een workshop bij haar volgen. Een Canadees stel, een Colombiaans stel (waarvan zij slecht Engels spreekt en hij tussendoor vertaalt) en twee Amerikaanse jongens (misschien ook wel een stel, maar dat wordt niet duidelijk) en wijzelf wandelen achter de praatgrage Yuka aan, naar haar huis. Daar trekken we (uiteraard) onze schoenen uit, wassen allemaal onze handen en gaan om de tafel zitten. 

Het eerste deel van de workshop kent vooral veel uitleg van Yuka; ze legt veel uit over het maken van misosoep, de soorten miso, het koken en verwerken van de rijst en het gebruik van de ingrediënten zoals verse wasabi. Ze vraagt af en toe iemand om te helpen, maar het maken van de rijst is zo’n exact werkje dat ze het vooral voor doet. Daarna mogen we snijden. Ze laat ons zien hoe je blokken tonijn en zalm en omelet ‘vierkant’ kan snijden, met voldoende lengte. De eerste paar keer doet ze het met ons samen (en oh wee als je het waagt je hand te bewegen voordat ze het zegt) en daarna mogen we zelf, om de beurt een plak maken van de geweldige ingrediënten. En dan is het tijd om sushi te maken. Ze doet er telkens één voor, maar dan moeten we echt zelf aan de bak. We maken twee soorten rolletjes: één normale en één ‘inside out’. Daarnaast maken we vijf verschillende nigiri (bolletje rijst met plak ingrediënt er op). Vervolgens snijden we de laatste restjes tonijn en zalm op en verdelen die en krijgen we er een misosoepje en een blok tofu in dipsaus bij. Tadaaaaaa, klaar! Het ziet er prachtig uit: hebben we dat echt zelf gemaakt?! Vooral Karin is uitermate tevreden: ze is niet zo’n held in de keuken en dit is een erg mooi resultaat. En lekker, blijkt al snel! De ingrediënten zijn echt geweldig zoals gezegd en dat proef je er aan af. We smikkelen alles op en krijgen dan nog zelf gezette macha (groene thee) met een heerlijk zoet koekje met rode bonen-vulling. Ondertussen kletsen we nog even over de idiotie van Tokyo (iets waar Yuka vrolijk aan mee doet). Erg gezellig en wat was dat lekker! We helpen wat met opruimen en bieden Yuka vervolgens ons uit Nederland meegebrachte stroopwafels aan. Ze schiet ineens van internationale vrouw-van-de-wereld (vaak in Amsterdam geweest, yes) in volkomen verbijsterde Japanse vrouw modus en buigt diep voor ons. We bedanken haar uitgebreid en dan wandelt ze met ons mee naar het station waar we zijn begonnen. Tot onze verrassing is het half 3!

Na afscheid te hebben genomen van onze groepsgenoten en enig overleg pakken we een metro naar het imperial palace. Dat blijkt in het hart van Tokyo in een groot park te liggen. Het park ligt in een Amerikaans/Canadees aandoende zakenwijk. Het is allemaal groots, maar van het keizerlijk paleis zien we toch verrassend weinig! er blijkt één hoekje (waar het dan ook druk is) waar je één van de gebouwen kunt zien. En verder kom je alleen verder met een van te voren geboekte tour, maar omdat we hebben gelezen dat je dan nog steeds niets ziet (maar wel van dichterbij!) hebben we dat aan ons voorbij laten gaan. We vinden het maar een suffe bedoening en her park, waar we ons nog wel wat van hadden voorgesteld is ook af suf! Tijd om hier weer weg te gaan. We wandelen via een aantal mooie Europees aandoende gebouwen naar het station en gaan in de hotelkamer een uurtje lezen.

‘s Avonds drinken we een borrel naast ons hotel en volgen we een tip van Internet en gaan naar het Takashimaya. Dat is een warenhuis (of eigenlijk warenhuis-complex) vlak bij ons hotel waar we op de bovenste verdieping uitstekende restaurants vinden. We kiezen voor dumplings en dat blijkt een geweldige keuze. Dit zijn geen gyoza, de kleine dumplings uit Nagasaki of Kyota, maar de wat grotere dumplings, gevuld met zalige soep en bijvoorbeeld varkensvlees, crab, garnalen of een mix van die ingrediënten. We eten er zalig van en gaan tevreden terug naar ons hotel. 

Nouja, niet helemaal meteen terug naar het hotel. Karin’s zus Meta heeft een link gestuurd naar een soort tijdelijke tentoonstelling die in een metrotunnel tussen ons hotel en het grote station zou moeten zijn. Aan de wand worden (ter ere van het 20 jarig bestaan) achter glas de meer dan 7.500 plaatjes van een bepaald spel tentoongesteld; alle kaartjes die sinds de eerste dag zijn uitgebracht. Het is even zoeken (de aanwijzingen in het artikel zijn beperkt en dit is zoals gezegd een ENORM station), maar dan vinden we dit feest-voor-nerds. Er staan allerlei nerds (vooral mannen en vooral lokaal, maar zeker ook wat vrouwen en we spotten een aantal internationale nerds) verlekkerd te kijken naar de kaarten en allerlei foto’s te maken. Daar maken wij weer foto’s van en Harro achterhaalt door een praatje met twee jongens wat DE kaart van het spel is. Begin van de rij witte draak en dat hadden we bij even doorlopen oo zo gezien: daar staan echt wel 15 man omheen. We sluiten aan in de rij (al discussiërend of dit ons nu (grotere) nerds maakt), maken een foto en gaan dan grijnzend naar ons hotel. Only in Japan!

Tokyo (dag 4)

Tokyo (dag 4)

En dan zomaar ineens is het de laatste dag. Hoewel we allebei graag naar huis gaan om alle leuke mensen weer te zien, is dit land geweldig en kunnen we zo nog wel vier weken vullen met allerlei nieuwe dingen. We hebben er dus toch een beetje gemengde gevoelens over en besluiten er het beste van te maken. Dat doen we vandaag vooral door extra vroeg op te staan. We gaan namelijk naar Tsukiji, de grootste vismarkt ter wereld! Die staat nog een paar maanden op de plek waar hij de afgelopen honderden jaren heeft gestaan, dus we maken van de kans gebruik om nog een keer te gaan kijken.

Na een metrorit tussen de zakenlui in hun standaard zwarte pakken belanden we op metrostation Tsukiji, op een steenworp afstand van de grootste vismarkt ter wereld. De markt bestaat uit twee delen: een ‘outer’ en een ‘inner’ market en hoewel de echte handel plaats vindt op de ‘inner’ market, is er in deze buitenste ring al genoeg te zien. We hebben gelezen dat het er erg zou stinken, maar dat is wat ons betreft helemaal niet zo. De enige keer dat we een stevige lucht tegenkomen, is als we langs plaatsen komen waar bonito flakes (gedroogd schaafsel van de bonito, een vissoort) worden geproduceerd en verkocht. Verder is het er vooral schoon en wordt er van alles verkocht. Naast de gebruikelijke souvenirs allerlei eetwaren die direct (vis, krab, schelpen) of indirect (kruiden) of helemaal niet (gebakken zoetige japanse omelet of bonen) aan de vismarkt zijn gelieerd. We kijken (een kop koffie nog in de hand) ons ogen uit naar de levende, verse, gedroogde en gefermenteerde etenswaren.

Langzaam dwalen we naar de binnenste ring en daar is alles (op z’n Japans) stevig gereguleerd. De bewakers zijn streng. Tsukiji is in de allereerste plaats een werkende visafslag en geen toeristische bezienswaardigheid, ondanks het groeiende aantal toeristen dat de markt weet te vinden. Ze verheffen dus hun stem (een zeldzaamheid voor een Japanner) en zijn niet bang om iedereen streng toe te spreken. Doorlopen, oversteken, pas op… We proberen niemand in de weg te staan als we de markt op lopen en we kijken onze ogen uit…

Wat is dit gróót! De paadjes tussen de vele, vele visstallen zijn smal en overal staan piepschuim dozen waar de vis in wordt gepakt, op ijs, om vervoerd te worden. De markt is elke dag actief vanaf een uur of 3 ‘s nachts (dus de tonijnhandel is inmiddels over en de meest verse vis is al weg) tot ongeveer 12 uur en ook nu, rond 9 uur, is er nog genoeg te doen. De lucht is vol van het geluid van piepende dozen en zagen die bevroren vis in stukken zagen. we zien enorme koppen van tonijnen, een doos met enorme tonijnogen (de marktkooopman probeert Karin misselijk te maken door haar er op te wijzen en expliciet duidelijk te maken waar ze naar kijkt, maar knikt goedkeurend als ze vooral nieuwsgierig is) en letterlijk honderden vissoorten, schelpdieren, krabben en kreeften. Op één plek worden alen vakkundig onthoofd om ze vervolgens leeg te laten bloeden in bakken. Zowel de aal, als het bloed worden verkocht.

we maken foto’s, wandelen rond, ontwijken de kleine electrische karretjes die overal rondscheuren en kunnen maar niet geloven hoe groot het is. Het zou niet moeten verbazen, in een stad van 32 miljoen mensen, maar toch. Als we zijn uitgekeken, na een dik uur dwalen op de ‘binnenring’ wandelen we nog even langs de beroemde sushirestaurantjes. Er staan rijen voor en mensen staan al uren in die rij, om in de restaurants te komen. we slaan over: we make gebruik van de tip via trulytokyo.com (geschreven door één van de schrijvers van de Lonely Planet) en gaan ontbijten in de buitenring.

Daar is plek, in dit restaurant en als we gaan zitten zegt de Chinese man naast ons in het Engels: niet naar het menu kijken, hem laten beslissen. En ach, als we er dan toch aan moeten geloven, aan een sushi-ontbijt, dan klinkt dat als goed advies. En de kwaliteit is geweldig! Maar: eerlijkheid gebied te zeggen dat hoewel we een deel heel lekker vinden, een deel (de zeeëgel bijvoorbeeld, of de ‘white baitfish’ die integraal op de sushi gaan) een uitdaging is en we ook een beetje blij zijn als het klaar is. Sushi als ontbijt op de laatste dag is passend… maar niet persé voor herhaling vatbaar!

Tevreden en een pietsie opgelucht lopen we naar buiten en via de buitenste markt naar het metrostation. We willen nog wel een paar dingen zien op deze laatste dag en één daarvan is de wijk Akihabara. Dit is de electronicawijk in Tokyo en bovendien een wijk waarin de ‘gekte’ van deze enorme stad bijzondere vormen aanneemt. Maar voor we daar heen gaan wandelen we eerst een kwartiertje om bij Itoya te komen. Dit is een enorme winkel, volledig gericht op ‘papier’ in al zijn vormen. Karin heeft er van alles over gelezen en voor we ons in de electronica storten, storten we ons eerst op het papier. en wat voor papier. En wat voor winkel! Achter verdiepingen lang loopt met name Karin verlekkerd door de winkel. Van handgeschept papier tot machinaal vervaardigde blocnotes. Een muur met samples in honderden kleuren. Inpakpapier. Kartonnen doosjes. Papier-versieringen. Een balie met inpakadvies (ja echt). Een balie om zelf je kantoorartikelen samen te stellen… Karin loopt al likkebaardend door de hele winkel. Er is zoveel, dat ze uiteindelijk niets meeneemt. Enigszins sip verlaat ze de winkel: zo’n optie moest er in Nederland ook maar eens komen…

Op naar Akihabara en als we 100 meter het metrostation uit zijn, staan we al met open mond te kijken. Hier nemen de schreeuwende uithangborden (soms letterlijk), de felle kleuren, de reclame, de mensen in vreemde kleren, de electronicazaken en de ‘only in Japan’ momenten, indrukwekkende vormen aan. Een greep uit wat we zien? Kitkat in allerlei verschillende smaken, zoals ‘purple sweet potatoe’, ‘sake’, ‘cheesecake’ en ‘rum raisin’ (we nemen van alle smaken er eentje mee, om uit te delen in Nederland). We zien meisjes reclame maken voor ‘maid cafés’. Dat zijn cafés waar je je ‘master’ kunt laten noemen, door een meisje verkleed als dienstmeisje (…). We zien winkels vol met verkleedkleren, voor kinderen èn volwassenen. We zien een electronicazaak bestaande uit vier gebouwen van elke 10 verdiepingen. We zien winkels volledig gewijd aan een bepaalde manga-held (een stijl van striptekenen). We zien in een winkel plastic potten met snackinktvisjes staan naast de deodorant.

We zien zoveel dat het op een bepaald moment ‘op’ is. We zitten helemaal vol indrukken en pakken een metro terug naar Shinjuku. Daar eten we een burger bij een enorm mooie (maar lawaaiige) tent en gaan daarna effe bij komen in het hotel. We lezen wat, pakken onze tas in, rommelen een beetje en als we zijn bijgekomen gaan we in de wijnbar om de hoek een glas wijn en een paar hapjes eten. En napraten over de reis. ‘s Avonds rollen we bekaf ons bed in: morgen naar huis!

Naar huis

Naar huis

Over vandaag valt, ondanks dat vandaag heeeeeeel lang duurt, niet zoveel te vertellen. We wandelen in alle vroegte (de wekker staat om half 6 en om 6 uur staan we buiten) naar het station. Daar verbazen we ons weer eens over het feit dat het zo rustig is. Alles zit dicht; er is letterlijk geen koffie te krijgen. Niet dat er niemand op is (er zitten al behoorlijk wat mensen in de metro om iets voor half 7), maar die hebben blijkbaar geen behoefte aan koffie. Wij verbijten ons en pakken de trein naar Narita Airport. Anderhalf uur met een rechtstreekse trein en op een kleine vertraging na verlootp de reis zonder problemen.

We geven onze tassen af, gaan door alle controles en daar achter vinden we koffie en ontbijt. Samen met heel veel andere mensen (vreemd om weer eens Nederlands van iemand anders dan elkaar te horen) gaan we het vliegtuig in. We vertrekken op tijd. De vlucht verloopt goed. De man naast ons is wat onrustig (hij blijft maar wiebelen, verzit om de haverklap en staat tegelijk alleen maar op als één van ons dat doet), maar we proberen hem te negeren en lezen, kijken wat tv en genieten vooral in het tweede deel van de reis van het prachtige landschap. We vleigen heel noordelijk, dus zien bergen in Siberië, ijsvlaktes, het ijs van noordelijk Noorwegen, de landpunt van noordelijk denemarken, de waddeneilanden van Denemarken, Duitsland en uiteindelijk Nederland… En na 11 1/2 uur vliegen landen we op Schiphol, waar Eveline en Meta ons ophalen. Fijn en gezellig! en dan zijn we ‘ineens’ weer thuis…

We zijn gaar, heel blij om weer thuis te zijn en tegelijk een klein beetje sip. Dag Japan; wat ben je bijzonder! We zullen je missen. Je prachtige gebouwen. Je heerlijke eten. Je aardige, grappige, hulpvaardige mensen. Je rust en schoonheid. Hoe schoon je bent. Je idiotie. We zijn een klein beetje verliefd op je geworden. Dag en heel graag tot ziens!