Vandaag belooft een lange, maar ook erg mooie dag te worden. Na een ontbijtje aan het (uiteraard) uitgebreide ontbijtbuffet, zitten we om half 8 in de bus. Hoewel het vroeg is vinden we het niet zo erg: het is nu tenminste nog redelijk koel.
We gaan onderweg via de King’s Highway, of Koningsweg, naar Mt. Nebo. Deze route wordt al zeker 3000 jaar achter gebruikt door pelgrims (christelijke en islamitische), karavanen en kruisvaarders. Ook Mozes trok vanuit Egypte via deze route naar het beloofde land, dat hij vanaf Mt. Nebo als eerste zag liggen. Als wij er aankomen is het heel rustig: we zijn gelukkig de eerste groep en kunnen in stilte genieten van alles.
Via de Weg van de Vrede komen we langs een enorm vredesmonument dat ter ere van het bezoek van Paus Johannes Paulus de IIe is neergezet. Van daaruit lopen we naar het uitzichtspunt. Dat beroemde uitzicht valt door nevel (onder andere door verdamping van de Dode Zee en smog) nogal tegen: we zien wel een groene strook waarvan Inez zegt dat het de rivier De Jordaan is, maar verder was het uitzicht gisteravond vanaf de kamer een stuk beter. Toen konden we de lichtjes van Jericho en Betlehem in Israel zo aan de overkant van de zee de verte zien liggen.
Wat wel erg leuk is, is de Mozeskerk. Deze kerk bestaat uit 3 oude kerkjes (van rond 530 na Christus) die al sinds die tijd bijna onafgebroken worden bezocht. Het is nu 1 kerk waarin een schitterend mozaiek van rond 560 n. Chr. is bewaard. Het is nog bijna geheel intact, ondanks de “beeldenstorm” die de moslims in de 17e en 18e eeuw uitvoerden, om afbeeldingen met mensen te vernietigen. Een slimme abt bedekte de vloer met stof en zand en liet een “nep” mozaiek op de muur aanbrengen. Begin 20ste eeuw werd het teruggevonden.
Na Mt. Nebo rijden we door naar Madaba, waar we de beroemde St. Georges kerk bezoeken. Karin had er al over gelezen en is helemaal blij. De kerk bevat de resten van een enorm mozaiek-landkaart waarop de belangrijke christelijke plaatsen in het Midden Oosten staan afgebeeld, van rond 600 n. Chr. De kaart heeft uiteraard een enorme historische waarde en bevat onder andere een gedetailleerde afbeelding van Jeruzalem en de Jordaan, maar ook van tempels in Egypte en stukken van het huidige Syrie. Er is naar schatting nog maar 1/3 over, maar het is erg mooi om te zien en het bezoek zeker waard. De kerk zelf is nieuw en minder bijzonder (ondanks de grote hoeveelheid kleurige iconen). Na het bezoek slenteren we wat rond dor het dorpje en proeven de sfeer. Daarna proeven we vers sap en zingen meet voor Teja, die jarig blijkt te zijn.
Van Madaba gaat de rit via een spectaculaire fotostop met uitzicht over een Wadi (vallei), naar het kruisvaarderskasteel van Karak. Dit enorme bouwwerk heeft echt alles: enorme muren, een slotgracht (droog natuurlijk, zoals veel in Jordanie in de zomer) en geweldige donkere en deels ondergrondse gangen. Het heeft ook z’n gruwelverhalen: vroeger werden mensen bestraft door in een ton van de muren afgegooid te worden. Een Duitse touriste vond dit blijkbaar een goed idee en duwde in 1992 in het zicht van 50 man haar man naar beneden…
Na het bezoek is het de hoogste tijd voor lunch: het is half 3 en we hebben stevige trek! We gaan met Inez en Marja mee naar het restaurant in de buurt (buffetlunch). De rest kiest voor pizza iets verderop en dat blijkt nogal tegen te vallen: de kwaliteit is wel goed, maar uiteindelijk duurt het een uur en een kwartier (i.p.v. de geplande 30 minuten) voor we verder kunnen, omdat de pizza lang uitblijft. Na de lunch rijden we dan ook snel door naar een uitzichtspunt op Dana National Park. Dit natuurgebied is een geweldige wandelkloof, waar enorm veel wilde beesten zitten: van wolven tot bijzondere hagedissen (en nog veel meer) en eindeloos veel vogels. We hebben de pech dat ook hier het uitzicht tegenvalt, maar uit het verhaal van Inez blijkt duidelijk dat Jordanie terecht trots is op dit gebied.
Na nog een uur rijden stoppen we voor thee bij het Abu Kaf theehuis: een plaats waar Marja al jaren komt met haar groepen. We drinken verse muntthee onder de druiventrossen en naast de perzikbomen en iedereen komt een beetje bij van de sufmakende busrit, ook chauffeur Isam .
Na een laatste lange ruk zijn we in Wadi Musa, de Vallei van Mozes, in het plaatsje Klein Petra. We logeren de komende 2 nachten in hotel Selna, dat een prachtige uitzicht heeft over de bergen. Na een geweldige zonsondergang en een matige maaltijd vallen we uitgeput in bed in de, ondanks de airco, hete kamer. Morgen naar Petra!