Pushkar – Jaipur

Pushkar – Jaipur


Het was rustiger vannacht. We genieten ervan en slapen uit tot half 9. Na een ontbijt in de tuin pakken we de tassen in. Pushkar Palace is een raar hotel. We schreven toch dat we eerst naar een ander hotel moesten en toen toch weer terug? Gedurende ons verblijf werd de reden voor deze rare ommezwaai langzaam duidelijk: het hotel heeft problemen met de regering. Veel pelgrims vinden een hotel met toeristen aan de rand van een heilig meer maar niets en daarom moest het hotel dicht. Door Holi was elk hotel te vol geboekt en daarom zaten we “illegaal” toch in het hotel. Dat leverde vreemde taferelen op: kamers die niet werden schoon gemaakt, ramen die waren afgeplakt (voor een niet-bestaande muggen plaag en waarschijnlijk om licht binnen te houden) etc. Het was best ok, maar een beetje raar is het wel!

Als we naar de bus lopen zijn we weer echt in India: we komen een lijkstoet tegen, waarbij de overledene in lappen gewikkeld op een houten draagbaar door de straten wordt gedragen. Stil stapen we de bus in: op weg naar Ajmer.


Ajmer is in 1 woord chaos en vooral bekend om het belangrijkste Sufi-heiligdom in het land. Deze godsdienst – een kruising tussen het Hindoeisme en de Islam – lijkt ons vooral vrolijk en kleurrijk. De wijze die zorgde voor de opkomst van deze overtuiging (en stierf op de plaats waar nu de tempel staat) predikte broederschap tussen beide geloofsovertuigeing: naar zijn mening waren beide overtuigingen een pad naar hetzelfde doel. Als we ons (zonder schoenen en met bedekt hoofd) door de menigte hebben heengeworsteld zien we op de groen-witte binnenplaatsen van de tempel eindeloos veel verschillende mensen die op verschillende manieren hun vroomheid tonen. Maar ze zijn vooral vrolijk: blij om hier op deze voor hun belangrijke plek te zijn. We worden aangesproken door allerlei mensen en als we stilstaan worden er kinderen naast ons gezet en wordt er snel een foto genomen. We moeten erg lachen om deze “omgekeerde” vorm van toerisme en laten alles over ons heenkomen. We mogen het heiligdom niet in, maar er is genoeg te zien en beleven. 


Buiten gekomen “vechten” we ons een weg naar onze schoenen en lopen daarna, omringd door soms erg hardnekkige bedelaars, naar de koetsjes terug waarmee we het dorp ingekomen zijn. Bij de bus blijken we 2 dames te missen, dus Cees en Harro gaan op zoek. Gelukkig zijn de dames snel weer gevonden. We kunnen weer verder!

De weg naar Jaipur is niet spannend, dus we geven maar even toe aan onze slaperigheid. In Jaipur blijken we te slapen in hotel: Bissau Palace. Als voormalig paleis heeft het tuinen, een bieb, een bar, een prachtig beschilderde lobby en eetzaal en tot Harro’s grote vreugde een oude Willy’s jeep voor de deur. Hoewel sommige kamers wat klein zijn, zijn we dik tevreden met dit schitterende hotel: een oase van rustig een druk en chaotisch Jaipur. We strijken neer in de tuin, waar we tussen de pauwen en een verdwaald ijsvogeltje, lekker een drankje doen en levensverhalen uitwisselen met de groepsgenoten.

‘s Avonds vertrekken we met motor-riksja naar restaurant Hani, waar we zalige kip tandoori eten (tikka: kleine stukjes, zonder botjes). Na het eten maken de riksja-chauffeurs er een race van die onze haren te berge doen rijzen: ze scheuren nog harder dan normaal over de weg. Kreten als “ik ben goedkoper dan de Hema” die op de riksja staan geschilderd verraden dat andere Nederlanders ons voorgingen.

We sluiten de dag stijlvol af met een bier (Harro) en gin-tonic (Karin) in de bibliotheek.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.