Kanazawa

Kanazawa

Vandaag hebben we een auto gehuurd en deze keer hebben we de Nissan-verhuurder gisteravond al gespot, tegenover ons hotel! Dat is dus wel heel makkelijk. We slapen nog een nachtje in Kanazawa, dus we laten onze grote tassen in het hotel, nemen na het ontbijt wat drinken en een extra broodje mee en gaan op stap. Hoopvol komen we binnen bij de Nissan-verhuurder. Alles gaat goed, tot de beste man om ons internationale rijbewijs vraagt. We proberen hem uit te leggen dat ons Nederlandse rijbewijs ook geldig is als internationaal rijbewijs. Helaas. Hij belt een vertaalbureau. Via de mevrouw aan de andere kant proberen we het nog een keer. Man gaat bellen. Dat leverde in Fukuoka (toen we dezelfde vraag kregen) succes op. We krjigen hoop. Man knikt en buigt (naar zijn telefonische gesprekspartner)… en weigert ons de auto mee te geven. Nee, hij wil een internationaal rijbewijs zien en anders hebben we pech. We kijken elkaar aan. Dit is een typisch gevalletje: verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen! En dus krijgen we de auto niet mee…

We slaken een  heel diepe zucht en gaan om te beginnen maar eens buiten op een muurtje zitten, met ons laatste broodje en wat drinken. Ok. We hadden ons enorm verheugd op een rondje Noto (schiereiland ten noorden van Kanazawa) en morgen met de auto door de bergen naar Takayama. Dat zit er niet in. Gelukkig kunnen we morgen met de trein prima in Takayama komen (duurt wel wat langer en stopjes onderweg bij die leuke bergdorpjes die we in gedachten hadden zitten er niet in) en gelukkig is het schiereiland geen verplicht nummer. Even diep ademhalen dan maar en dan besluiten we een trein te pakken naar Takaoka, een dorp een kwartiertje met de Shinkansen verderop. 

De ‘claim to fame’ van dit dorp is de Zuiryuji Tempel, te bereiken door een kilometer te lopen vanaf het Shinkansen-station. De tempel is nationaal erfgoed van Japan en de wandeling er heen blijkt al erg leuk. Het dorp is ongelooflijk rustig, het is overal stil en we wandelen tussen de huizen en langs de akkertjes die, hebben we al eerder gezien, gewoon tussen de huizen in liggen. Er wordt rijst verbouwd (kijk: pre-sushi, zegt Harro), maar we zien ook ook allerlei groenten (bekend en onbekend). De mensen die we passeren lijken stug, maar een glimlach en een knikje levert bijna altijd een soortgelijke reactie terug op, waarbij mensen hun best doen om niet naar ons te staren. 

Een monnik harkt het grindpad voor de tempel aan, in strakke rijen. Hij wenkt ons; gewoon er langs en / of er door heen lopen. Dat doen we heel voorzichtig. Hij glimlacht en knikt. We kopen allebei een kaartje en betreden het volkomen verlaten terrein. Het uur erna gebruiken we om de hele tempel te bekijken. Het is een soort vierkanten gallerij, die om een middentempel is gebouwd. Het belangrijkste heiligdom ligt achterin, dat we alleen zonder schoenen mogen betreden. De gallerijen bevatten schitterende, sobere ruimtes, met af en toen een beeld. Achter het complex vinden we een aantal tombes, onder andere die van de vrouw en de vader van de  stichter van het dorp. Een Japanse gidse, die een heel verhaal houdt tegen twee Japanse vrouwen wenkt ons. We moeten één tombe van wat dichterbij bekijken en als we dichtbij zijn, zien we waarom. Er staan allerlei Buddha-figuren op afgebeeld en allemaal met muziekinstrumenten. Er mooi en zo te zien erg oud. We bedanken haar en ze is duidelijk gefrustreerd dat ze ons niet meer kan vertellen.

Na deze geweldige stop willen we proberen bij het strand te komen. Daarom wandelen we naar het andere station van Takaoka, maar daar blijkt dat de enige trein die naar het strand gaat, pas over 2 uur gaat! Dat is ons veel te gek, dus we kopen alleen wat drinken en wandelen daarmee terug naar ‘ons’ station. Terug in Kanazawa gaan we nog een keer sushi eten in het warenhuis. Dat kan je tenslotte nooit genoeg doen en deze keer krijgen we een tafel. Princie is hetzelfde, behalve dat sommige van onze bestellingen via een ‘Shinkansen’ naar onze tafel worden gebracht! Dat is een klein ‘treintje’ met het uiterlijk van een Shinkansen, dat een bestelling via een aparte ‘spoorlijn’ in één keer naar onze tafel brengt. We liggen in een kreukel als de eerste bestelling arriveert. Hoe erg is dit?! Afjin, gelukkig smaakt de sushi er zeker niet slecht onder, integendeel.

Als we klaar zijn wandelen we naar het hotel. We hebben allebei behoefte aan even pauze. De afgelopen weken hebben we veel gezien en gedaan en we merken allebei de effecten nu we onverwacht een andere en wat rustigere dag hebben. De rest van de middag gaat voorbij met typen, lezen en kletsen. Eind van de middag beruipt ons echter weer de kriebels: we vonden Kanazawa gisteren zo leuk; daar willen we eigenlijk nog wel wat meer van zien. Daarom wandelen we om te beginnen naar ‘Curio’ een koffieshop waar ze de lekkerste koffie van Kanazawa schijnen te hebben. Het blijkt een klein tentje gerund door een Amerikaanse kerel en zijn Japanse vrouw en inderdaad: de koffie is heerlijk! De man bijkt bovendien een bron van informatie als het gaat om bijvoorbeeld restaurants. Als we aangeven dat we wel zin hebben in iets niet-Japans en vragen of hij een tip heeft, komt hij aan zetten met een plattegrondje en een visitekaartje. Hij tekent een mooie wandelroute voor ons uit naar Huni, een vrij nieuwe zaak, gerund door een Japanner, waar ze Italiaans hebben. Hij blijft nog even plakken voor een praatje en we bedanken hem uitgebreid voor zijn hulp. Dan gaan we aan de wandel.

De route blijkt inderdaad heel erg leuk. Langs het water en het oude deel van Kanazawa, waar nog theehuizen zitten en de straten verlicht worden door electrische lampen, verstopt en papieren lantaarns. Huni blijkt erg leuk. We krijgen (nadat we onze schoenen uit hebben moeten doen en slofjes hebben gekregen) een plekje aan de bar, met uitzicht over de rivier. De eigenaar is een vrij jonge, enthousisaste vent, met een mooi restaurant, een uitstekende drankkaart en een beperkte maar geweldige dinerkaart. We bestellen een gin-tonic en krijgen er een hapje bij. Daarna schuift er een Amerikaanse vrouw aan, met haar Japanse man. Net terug van een muziekvoorstelling, al een tikkie aangeschoten als ze binnen komen en meteen Amerikaans aanwezig. We moeten er wel om lachen en praten gezellig met haar mee (‘No, the Dutch are people from the Netherlands. No, Holland is the same county. No, Norway and Denmark are seperate countries’) en genieten ondertussen samen van de twee borden pasta die we hebben besteld. Delen is heel erg normaal en ook als je allebei iets aparts besteld, komt het vaak na elkaar en krijg je er kleine bordjes bij, omdat er van uit wordt gegaan dat je deelt.

Als het stel verdwijnt, genieten we even van de stilte en de laatste restjes van onze drank. Een Japans stel komt naar beneden en is binnen één minuut nieuwsgierig. Wáár komen we vandaan?! Oranda? Oh dat is heel ver weg! Daar zijn ze nooit geweest. Wel in allerlei andere delen van Europa en ze noemen een lijstje op waar we bijna jaloers van worden. Als zij toe zijn aan het eten en wij onze drank op hebben, vertrekken we. We wandelen het laatste stukje wandelroute, aan de overkant van de rivier terug richting ons hotel. De wijk is doodstil en vrij donker en in elk ander land zouden we even hebben getwijfeld. Maar dit is Japan! En het blijkt e moeite waard: na even wandelen komen we bij de geishawijk en wauw, het lijkt of we 300 jaar terug in de tijd zijn gestapt. Het is er bijna verlaten, op een laatste groepje na. Lantaarns verlichten de houten huisjes, die gesloten lijken, maar aan de lappen zien we dat het restaurants zijn. Waarschijnlijk van de meest exclusieve soort. Het heeft een bijna magische sfeer en we wandelen een rondje, door het kleine maar prachtige wijkje. Af en toe horen we een deur en het voelt alsof we elk moment een geisha kunnen zien… Dat gebeurt niet, maar zeer tevreden wandelen we naar ons hotel. Wat een heerlijke avond!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.