naar Botswana (Kasane, Kubu Lodge)

naar Botswana (Kasane, Kubu Lodge)

Vandaag verlaten we Namibië. We zijn blij dat we ook heel nieuwsgierig zijn naar Botswana, want anders vonden we het een slecht plan! Na het ontbijt vertrekken we op tijd. We hebben geen idee hoe lang de rit precies gaat duren, ook omdat de grens-overgang nogal wisselend kan zijn hebben we begrepen. De route is grotendeels ongeveer net zo spannend als de afgelopen dagen. Van de lodge terug naar de C49 (linksaf), dan naar de B8 (rechtsaf) tot Katima Mulilo, dan rechtsaf en dan gewoon de weg blijven volgen. 

We rijden door tot Ngoma Bridge, waar we Namibië uitgaan. De procedure is nogal mistig en ondanks de uitleg van de reisorganisatie vinden we het nogal vaag. Eerst een formuliertje invullen. Dan wachten, vooral omdat er maar één man is om zowel mensen uit als in het land te laten stromen! Hij is er duidelijk ook niet blij mee en gooit als we eindelijk aan de beurt zijn nog net niet ons paspoort over de balie heen. Martijn weet ze namelijk nog net tegen te houden voor ze er overheen schieten… Douane-man gromt inmiddels ‘next!’ Op deze manier is het ineens makkelijker hier weg te gaan zeg! Tja en nu… We vragen het de dame bij balie nummer 2. Zij is heel vriendelijk: hebben jullie al een permit om de auto mee te nemen? Mooi, dan kan je naar het hek en de dame daar zal je verder helpen. Dat klopt: ze laat Martijn een register tekenen en komt naar Karin toe met de vraag of ze even die sticker bij het raam weg wil halen zodat ze bij het papiertje kan wat er achter zit. Karin kijkt haar aan, grijnst en pulkt de sticker opzij. En inderdaad ONDER het papier dat met de twee stickers tegen het raam aan zit geplakt, zit een losse cross-border permit, die de dame voor de zekerheid voorziet van 6 stempels (dezelfde) en terug geeft. Karin grijnst terwijl ze het papiertje terug plaatst: “Nice system, saves you explaining to stupid tourists” De dame lacht hardop en komt naar de auto terughollen als we wegrijden: sir, maybe you want to take your sunglasses? Oops, eh ja graag. Stupid tourists…

Over de brug rijden we, die niet zozeer één rivier, maar een delta overspant en dan rijden we Botswana binnen. We worden tot stoppen gemaand door twee kerels die met tanks ontsmettingsmiddel de banden van de auto schoonspuiten. Verderop, tegen de heuvel op, is de grens en daar parkeren we de auto. Beneden in de delta zien we in de verte kuddes olifantje grazen. Wauw, wat een grensovergang! 

De procedures zijn er net zo mistig als in Nambië, maar iedereen is een stuk vriendelijker. Stempel, register invullen en dan betalen voor de auto. Iets meer dan 150 pula (de lokale munt: het woord voor regen); omgerekend zeker 12 euro… Dan naar buiten waar we de auto pakken en naar de grensman bij het hek rijden. Terwijl we dat doen kijken we op en zien we op een meter of 50 afstand, net ìn Botswana, een kleine kudde olifanten oversteken. Iedereen kijkt met open monden die kant op. Als ze weg zijn stapt Grensman naar het autoraam en zegt: “I think they should ask for a permit, otherwise this place will turn into a zoo”. We liggen helemaal dubbel, terwijl we braaf uitstappen en zelf ook nog door een bak desinfecteermiddel lopen. Dan mogen we gaan: goeie reis, zegt Grensman!

We rijden door Chobe NP (als je aan het begin en einde van de recht-er-door-heen-route een register tekent mag je er doorheen zonder te betalen) en dat merken we omdat we halverwege langs een enorme kudde Roan Antilope rijden. Wauw, die zijn zeldzaam op bijna alle plekken ter wereld. Ze zijn als we afremmen in de bossen verdwenen. Geen foto dus maar wat een mooie beesten! Ook van de dode olifant langs de kant van de weg maken we geen foto: het ziet er té triets uit. Verder zien we vooral bomen, tot we bij Kasane komen. Daar slaan we af, het dorp in. Onze lodge ligt een kilometer of wat búiten Kasane, maar Karin heeft een plek gevonden om te lunchen. Maar voor we daar zijn zien we een geld-wissel-kantoor dus Karin rent naar binnen en wisselt de overgebleven ‘Namiepse’ dollars voor pula, voor een prima koers. Met een bescheiden bergje lokaal geld voor fooien en dergelijke vertrekken we naar de lunchtent. The Old House is niet alleen een guest house, maar ook een restaurant en we blijken er zeer welkom te zijn. Het is er druk, het is er mooi, het eten is er heerlijk (we nemen allebei een burger met frietjes, gewoon omdat het kan) en we komen lekker bij van de rit en het ‘gedoe’ bij de grens. We zijn er een beetje gaar van en de hitte helpt niet mee. Het is vandaag opnieuw rond de 40 graden gokken we dus echt een beetje té. We nemen nog een drankje en rekenen dan af. Het personeel is erg vriendelijk en het is erg leuk om even een keer niet in je eigen lodge te eten (hoe goed het eten daar ook mag zijn). 

Op de laatste kilometers naar de lunch tanken we nog even bij het Puma tankstation (we hoeven hierna niet meer te rijden!) en dan rijden we naar de Kabu lodge… ehm pardon, zegt Karin als we er voor staan. Niet de Kabu lodge, maar de Kubu lodge moeten we hebben! Martijn (die het adres in de Phoney heeft gezet) kijkt schaapachtig: ehm, oeps? Na een lachbui en een zoekactie op Phoney vinden we de Kubu Lodge ongeveer 2 kilometer verder. Gelukkig, dat valt mee. En rond 3 uur parkeren we de auto op het parkeerterrein van de Kubu Lodge. Hopla, zonder ongelukken door Namibië en Botswana gereden, met dank aan Martijn!

De lodge blijkt parachtig. Heel ruim opgezet met losse huisjes met een eigen veranda, een schitterend grasveld aan de rivier voor het restaurant (op palen) waar bushbucks, wrattenzwijntjes, bavianen en allerlei vogels rondscharrelen, gratis wifi bij de receptie en een bar (ook op palen, vastgeknoopt aan het restaurant) met allerlei drankjes. Als we iedereen in Nederland hebben laten weten dat we nog leven gaan we daar heen. Iets drinken! 

We komen tegelijk aan met een stel uit Nieuw Zeeland waarmee we aan de praat raken. Bill en Anna komen uit wellington en blijken heel gezellig. We drinken uiteindelijk twee biertjes met ze mee en als zij zich gaan opfrissen voor het eten, gaan wij (om 7 uur) aan tafel. Het eten is prima en we hebben al ontdekt dat het geen straf is om heir drie nachten te zijn. We eten, drinken thee en koffie toe en dan gaat licht wel een beetje uit. Het is te warm, we zijn gaar, de alcohol zweeft nog een beetje door ons lijf en we willen gewoon naar bed. Het huisjes is helaas ondanks de lekkere ventilator bloedheet, dus spiernaakt op de lakens (en onder de klamboe uiteraard!) dan maar en dan morg…zzzzzz

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.