Archief van
Categorie: Zuid-Afrika, Swasiland en Lesotho

Zuid-Afrika, Swasiland en Lesotho

Zuid-Afrika, Swasiland en Lesotho

De Baobab-reis Zuid-Afrika, Swasiland en Lesotho wordt afwisselend van noord naar zuid en van zuid naar noord uitgevoerd. Wij volgen de route van zuid naar noord: Kaapstad naar Johannesburg. Het plaatje geeft de route goed weer, al reizen we dus “andersom”!

Donderdag 4 oktober – Vliegen

Donderdag 4 oktober – Vliegen

We zijn blij dat we pas eind van de middag vliegen. Nadat we allebei gewerkt hebben tot woensdagavond, gaat het grootste deel van de donderdag voorbij met restjes werk, ICT4FREE, tas pakken, huis opruimen, brunchen etc. etc. Uiteindelijk zitten we “lichtelijk buiten adem” om half 2 in de auto. Karst brengt ons naar Schiphol, zodat we met de auto kunnen.

 

We checken in (altijd een leuk spelletje: zien we al groepsleden?!) en drinken nog een bakkie met Karst. De vlucht naar Londen is kort, maar erg mooi. We zien Texel en boven Londen the Tower Bridge en the Milennium Wheel. De overstap is relaxed: we blijven in hetzelfde gebouw en kijken met een snackie vliegtuigen in de ondergaande zon.

 

Daarna inchecken bij gate 8 waar een enome rij mensen klaar staat om zich met ons in de Boeing 747-400 te proppen. De stoelen zijn wat krapjes, maar we hebben een eigen “flight entertainment centre” in het schermpje in de stoel voor ons. Het eten is laat, half 11, maar lekker en na een filmpje (Ocean’s 13) vallen we in slaap.

Zaterdag 20 oktober 2007 – Swasiland

Zaterdag 20 oktober 2007 – Swasiland

De dag begint opnieuw vroeg (no rest for the animal-spotting kind) en
om 6 uur zitten we in de bus terug naar Ndlovu Camp. Daar begint om
half 7 een game walk. Een wandeling door het gedeelte van het
parkt waar onder andere olifanten en neushoorns zitten! Onze gids
Johannes is “gewapend” met een stok en walkie talkie, waarmee hij (heel
zachtjes) in verbinding staat met de andere gidsen. We mogen alleen
zachtjes praten, moeten in een rijtje achter elkaar lopen en als we hem
op iets willen wijzen moeten we met onze vingers knippen. Na deze
uitleg zetten we de eerste stappen buiten het hek van ons kamp, op zoek
naar Groot Wild!

Het is spannend, om zo, zonder bescherming van de auto, door het park
te lopen. We zijn super-alert en als we dan ook nog van het pad
afwijken om echt op zoek te gaan naar neushoorns, stijgt het adrenaline
niveau naar recordhoogtes. Na 10 minuten en een impala op afstand is
het raak: een neushoorn, met jong! We bevriezen, tot onze gids de wind
gecontroleerd heeft en ons daarna meeneemt tot op wel 15 meter van deze
anderhalve ton wegende beesten! Het is magnefiek! Ze merkt ons wel op
en we moeten op ons hurken zitten tot ze weer rustig is, maar dan
begint de gids uitleg te geven en kunnen we uitgebreid foto’s maken. Ze
verdwijnt rustig grazend tussen de bosjes. Hoera, wat een ervaring!

De rest van de tocht zien we nog een broedende vrouwtjestruisvogel, 2
gnoe’s, blauwsijsjes, gieren, nog een neushoorn met jong, deze keer van nog geen 10 meter, en een skopsuiltje. Als we aan de
terugtocht beginnen, horen we ineens – op een paar honderd meter
afstand – het getrompetter van een olifant De gids zegt onmiddellijk
dat hij denkt dat de andere helft van de groep is aangevallen door een
olifant! Dat blijkt later ook zo te zijn: de olifant had een jong dat
de gids te laat zag, waardoor ze te dichtbij kwamen. Hij reageert
gelukkig goed: met een gegooide stok leidt hij de aandacht van het
beest naar zichzelf en kan de groep onder begeleiding van Kobus
wegrennen.

Als wij op de plek van de aanval komen zien we alle sporen, maar
(gelukkig) geen olifanten. We bekijken iets verderop nog wel uitgebreid
wat hardwerkende mestkevers. Als we daarvan weglopen knipt Eddy ineens
heftig met zijn vingers: een mannetjesolifant, op een meter of 25
afstand. Hij staat stil, oren breeduit, slurf op de grond onze kant op,
klaar om aan te vallen. We bevriezen en heel langzaam lopen we daarna
achteruit. Gelukkig gaat alles goed: de olifant wordt rustig en we
weten nog wat plaatjes te maken… van grote afstand.


Zonder verdere avonturen komen we terug in het kamp, waar we bij het
ontbijt de verhalen van de geschrokken groepsgenoten horen.Na het eten
wachten we tot onze kamers klaar zijn en daarna liggen we een uurtje op
bed te lezen. Om 13 uur is er lunch en de rest van de middag zitten we
met een boekje, een verrekijker en  een fototoestel bij de
waterplaats. Aan het einde van de middag, als de rest van de groep net
weg is om zich op te knappen, krijgen we onze toegift. We hebben dan al
weer allerlei beesten gezien, maar nu zien we 4 volwassen olifanten en
2 jongen in het zonlicht bij het water komen drinken. Ze zijn er maar
15 minuten, maar we genieten steeds weer van deze schitterende kolossen!

We sluiten de dag af met een gamedrive. De bedoeling is om eerst even
door het grote deel van het kamp te rijden waar olifanten en neushoorns
voorkomen, om vervolgens zo snel mogelijk op zoek te gaan naar leeuwen.
Het begint al verwarrend, als we in de auto komen bij 2 Fransen met hun
kinderen (die gelukkig muisstil zijn) en een half uur later dan gepland
vertrekken. We zien op de hele gamedrive geen leeuwen (hoewel wel
olifanten, heeeeel erg dichtbij) en na anderhalf uur horen we ineens
dat we terug moeten om te eten. De andere groep gaat nog wel even terug
want de chauffeur moet een hek openmaken voor iemand anders. Wij staan
eerst 10 minuten stil, dan worden wij terug gebracht en gaat de
chauffeur met de Fransen snel terug. Als onze groepsgenoten na 20 
minuten ook aankomen, blijken ze leeuwen te hebben gezien!

We
zijn wat geirriteerd over al het “gedoe” al zijn we erg blij dat zij
wel leeuwen hebben gezien. Als het eten vervolgens nog een uur op zich
laat wchten ivm een dansvoorstelling voor een andere groep en Kobus
aankondigt dat we de volgende dag een ander programma hebben omdat hij
de rugby-finale (Zuid-Afrika tegen Engeland) die avond niet kan zien en
morgen de herhaling hoopt te halen, zijn we even klaar met vandaag. We
eten in stilte en vertrekken vroeg naar bed, na een rommelig einde van
een verder zo gave dag.

Vrijdag 5 oktober – Kaapstad

Vrijdag 5 oktober – Kaapstad

De nacht is kort en we slapen wat onrustig. Rond half 6 zijn we allebei wakker. Het uitzicht is prachtig, over de rode zandduinen van Namibie. Na een snel ontbijt zijn we rond kwart voor 8 boven Kaapstad, waar we een prachtig uitzicht hebben op de Tafelberg en Robbeneiland.

Na de landing maken we kennis met de (lekker kleine) groep, bestaande uit Cees en Wilma, Cees en Anneke, Sietse en Janneke, Jan en Trijnie en Eddy en Esther.

We worden  bovendien opgewacht door reisleider Kobus de Jonge, een echte “Boer” en afstammeling van de oorspronkelijke Nederlandse immigranten. Hij heeft zijn eigen tourcompany en valt in voor de onverwacht uitgevallen Baobab-reisleider. Kobus praat “Nederkaans” met ons, zijn eigen mengeling van Afrikaans en Nederlands en meteen in het eerste praatje moeten we erg lachen om elkaars taalgebruik. Hij gebruikt woorden als “prikkelpoppie”(mooi meisje), “scootrekenaar” (laptop) en “snaaksigkeit” (achterbaksheid).

Hij neemt ons, omdat het weer geweldig is en er voor morgen regen op het programma staat, meteen mee naar de Tafelberg. Met het kabelbaantje waarvan elke cabine ronddraait gaan we omhoog. Het is heerlijk fris boven en het uitzicht is adembenemend. We kijken over de hele baai uit en genieten.

Na een uurtje boven brengt Kobus ons naar het Waterfront, waar we de tijd doorbrengen met lunch en een beetje winkelen, zodat we uiteindelijk rond half 3 inchecken in hotel Tulip Inn.

 

We hebben een simpele, maar lekker rustige kamer op de 6e verdieping, waar we douchen en een uurtje slapen. Daarna besluiten we dat het eigenlijk zonde is om niet nog even te genieten van het weer en trekken we samen de stad in. We lopen naar de Compagnietuinen, rond 1650 aangelegd door Jan van Riebeeck, de stichter van het huidige Kaapstad. Oorspronkelijk werd hier fruit en groente verbouwd voor de zeelieden: later werd het een siertuin. Het is lekker weer, de tuinen zijn mooi en overal rennen eekhoorntjes rond. Na nog een beetje dwalen in de omgeving gaan we als de winkels sluiten naar het hotel terug.

 

‘s Avonds eten we bij een erg gezellig wild-restaurant: Martijn eet carpaccio van kudu, struisvogel, kokodil en springbok, gevolgd door een pittige goulash. Karin eet camembert, gevolgd door springbok. Rond half 10 worden we opgehaald door Kobus; terug in het hotel zijn we binnen een paar minuten onder zeil!

Zaterdag 6 oktober – Franschhoek en Botanische Tuinen

Zaterdag 6 oktober – Franschhoek en Botanische Tuinen

Het ontbijt blijkt zowaar erg luxe: we kunnen eieren door een kok
laten “bewerken” en verder kiezen uit vers fruit, broodjes, thee,
koffie, etc. Na een stevige hap zitten we keurig om 8 uur beneden, in
de verwachting dat we naar de Kaap gaan. Kobus heeft echter anders
besloten. Het weer wordt morgen nog slechter dan vandaag en
belangrijker: morgen is het zondag en kunnen we geen wijn gaan proeven.
Daarom geeft hij ons een half uurtje “geschiedenisles” over Zuid-Afrika
en neemt ons daarna mee voor een korte stadsrondrit en een bezoekje aan
de Compagnietuinen. We zijn blij dat we gisteren plaatjes hebben
geschoten want het is grijs vandaag en af en toe valt er een spatje
regen.

Vervolgens is het wijntijd. We rijden naar wijnhuis Fairview,
in de buurt van Franschhoek, waar we voor het ongelooflijke bedrag van
15 Rand (ongeveer 1,50 euro) een keuze kunnen maken uit bijna 30 wijnen
en allerlei kaassoorten. Het is nog wat vroeg voor een echte
slemppartij, maar we genieten wel van achtereenvolgens een
sauvignon blanc, een Goats do Roam rosé en vervolgens nog 4 rode
wijnen, waarvan met name de Goatfather (een speciale blend van het
huis) en een Mourvedre echt heel erg lekker zijn. Ook de kazen zijn om
je vingers bij op te eten: vooral de camembert en een Bley,
een zachte kaas die een beetje lijkt op een kruising tussen brie
en een port salut, zijn heerlijk.

Kobus haalt ons na ongeveer 2 uur weer op. Hij heeft in de
tussentijd geld op de bank gezet. We hebben hem allemaal een vast
bedrag gegeven, waarvan hij deze reis alle fooien en entrees betaald.
Als we extra dingen doen betalen we het zelf of betalen we hem
extra: als we ergens niet aan mee doen, krijgen we het geld terug. Om
te zorgen dat we geen van allen met een te groot bedrag rondlopen, zet
hij alles op een speciale rekening, waar hij telkens kleine beetjes van
afhaalt.

We maken een lunchstop in Franschhoek, genoemd naar de vele Fransen
die hier kwamen en onder andere de kunst van het wijn maken
verbeterden. Tot die tijd stond Zuid-Afrikaanse wijn te boek als bocht,
maar vooral de Fransen hebben het gemaakt tot wat het nu is. Koken
kunnen de Fransen ook en Franschhoek staat vooral bekend om de vele
restaurantjes en eetgelegenheden: iets voor elke smaak en elke
portemonnee. We kiezen een broodjeszaak uit, waar we elk een enorme
sandwich eten. Het valt ons, net als gisteren, op dat het eten van
uitstekende kwaliteit is, dat de porties enorm zijn en alles erg
goed te betalen is. Dat wordt lijnen als we terug komen…

Na het eten maken we nog even een rondje: we bekijken het
kleine kerkje en dwalen wat langs de winkeltjes. Daarna is het
weer tijd voor de bus. Het weer is inmiddels behoorlijk verslechterd.
De temperatuur is flink gezakt en het regent. Daarmee beperken we
het geplande bezoek aan Stellenbosch tot een bezoekje aan “Ome Sam se
Winkel”, een winkel die sinds 1904 van alles en nog wat verkoopt. Erg
leuk : het staat er stampvol onzin en het gebouw zelf is
oorspronkelijk. Daarna rijden we terug naar Kaapstad waar we 2 1/2 uur
doorbrengen in de Kirstenbosch Botanische Tuinen. Deze enorme
tuinen beslaan een terrein van 36 hectare en bevatten (bijna)
alle inheemse planten, struiken en bomen van Zuid-Afrika. Erg mooi en
de vele kleurige vogeltjes maken het helemaal af!

Daarna zijn we wel een beetje klaar met alles. Na een half uurtje
opknappen in de hotelkamer, brengt Kobus ons naar de Waterfront, waar
we samen met groepsgenoten Anneke en Cees eten bij een Grieks
visrestaurant. Martijn een platvisje en Karin een pul (!) grote
garnalen en allebei yoghurt met nootjes en honing toe. Het is erg
gezellig en het eten lekker, dus de tijd vliegt. Uiteindelijk zijn we
rond 10 uur – opnieuw dankzij Kobus, die we nu al 1 van de meest
servicegerichte reisleiders ever vinden – terug in het hotel. We slapen
net zo snel als gisteren!

Zondag 7 oktober 2007 – Kaap

Zondag 7 oktober 2007 – Kaap

Bij het opstaan is het koud en regenachtig. Met een graad of 10 – later
13 – is het uitzonderlijk koud en nat voor de tijd van het jaar. We
besluiten ons er weinig van aan te trekken, maar nemen wel een extra
trui mee. We vertrekken na het ontbijt vroeg naar Valsbaai, zo genoemd
omdat de eerste Europeanen dachten dat ze in de baai van Kaapstad waren
geland. Iin feite keken ze op de achterkant van de Tafelberg in plaats
van op de voorkant.

Op weg ernaar toe stoppen we langs de weg, met uitzicht op zee en
er blijken walvissen vlak bij de kust te zijn, de Southern Right Whale
(Zuidkapers)! Ze komen daar om te baren: er is veel voedsel en ze
hebben er bescherming tegen haaien. Het is een machtig gezicht al zegt
Kobus dat we ze van nog veel dichterbij gaan zien. We rijden door naar
Boulders Beach bij Simon’s Stad waar we een kolonie van Zuidafrikaanse
pinguins vanaf vlonders kunnen bekijken. Een geweldig gezicht: we
kunnen dichtbij komen en ze scharrelen onbekommerd rond; de kleintjes
pluizig in de rui.

Daarna rijden we door naar Kaap de Goede Hoop, waar het hard waait,
maar niet regent. De zon breekt zelfs even door. We worden
gefotografeerd bij HET bord en daarna rijden we door naar De Kaappunt,
feitelijk het meest Zuidwestelijke puntje van het continent. We nemen
een soort kabelbaantje omhoog en Martijn klimt dan nog hoger naar de
vuurtoren. Hij ziet walvissen vlak onder de kust en maakt prachtige
plaatjes. Karin is jaloers en blij dat ze er al wat heeft gezien. We
lunchen in het restaurant (opnieuw veel, lekker en goed te betalen) en
als we naar  buiten komen blijken er twee walvissen onder de kust
net onder het restaurant te zwemmen. Karin is helemaal opgetogen: wat
een traktatie en dat zonder te klimmen! Op de weg terug zien we bavianen: grote, kleintjes en 1 zonder arm en
poot aan de linkerkant. Zo vlak naast de weg als ze zitten, zijn we
niet verbaasd!

In het hotel werken we de site bij en om 18 uur stappen we in het busje
naar Signal Hill, om daar de zonsondergang te fotograferen. Hoewel we
wat mooie plaatjes van de zon door een regenbui krijgen, missen we door
de grote hoeveelheid wolken en regen de echte ondergang. We moeten we
erg lachen om een bus vol Japanse toeristen die binnen 10 minuten uit
en weer in de bus is, alle 45!

Samen met Eddy, Esther, Anneke en Cees eten we bij de Mexicaan.
Margharita (Karin) en Long Island Icetea (Martijn) erbij en we zijn
helemaal blij. We duiken vroeg ons mandje in: morgen vertrekken we uit
Kaapstad!

Maandag 8 oktober 2007 – naar Oudtshoorn

Maandag 8 oktober 2007 – naar Oudtshoorn

Vandaag vertrekken we uit Kaapstad. Via kustplaatsen vol “aftreders”
(gepensioneerden) rijden we langs het water. We stoppen vlak bij
Hermanus, waar we opnieuw Zuidkapers vlak bij de kust zien! Ze zijn met
het blote oog al goed waar te nemen en we maken veel plaatjes van deze
prachtige beesten.

In Hermanus drinken we koffie, waarna we op zoek gaan naar “wild”.
We zien schattige Klipdassies (rock hyraxes), die heel stil blijven
zitten, ook als we heel dichtbij komen. We horen dat Klipdassies de
naaste levende verwant van de olifant zijn! Daarna worden onze ogen
onverbiddelijk getrokken door de machtige walvissen, die hier tot op 50
meter van de kust komen. We maken foto’s uiteraard, onder andere van de
Zuidkaper die tot halverwege het water uitkomt. Als Kobus ons vertelt
dat de boottocht niet doorgaat omdat de golven te hoog zijn, vinden we
het niet eens erg. Wat een traktatie!


Via de Tuinroute rijden we naar Stellendam. Golvende velden, prachtige
bloemen, rietbokken in de weilanden… het is jammer dat het opnieuw
grijs en regenachtig is vandaag, maar verder genieten we!

De lunch in Stellendam is traditioneel, in een oude Drosty, een
grote boerderij waar de plaatselijke regent woonde. We genieten van
vers brood (Roosterkoek) met heerlijk zachte kaas (Karin) en een quiche
(Martijn) en kijken nog snel even wat rond. De rest van de route is
prachtig. Onderweg zien we veel vogels: een orange breasted sunbird,
een jackhalsvogel, een steppenarend, blauwe kraanvogels, een
geelbekvalk, felgekleurde wevervogels en zelfs een heilige ibis. In het
donker komen we uiteindelijk in Oudtshoorn aan. We delen een werkelijk
enorme cabin met Esther en Eddy en na een korte opfris sessie en een
uurtje in heerlijke stilte lezen, eten we bij Jemima. Dat blijkt
terecht bekend te staan als een van de beste restaurants van
Zuid-Afrika. We eten venison en – hoe kan het hier ook anders –
struisvogel (“volstruis”). ’s Avonds vallen we bekaf in ons bed!

Dinsdag 9 oktober 2007 – van Oudtshoorn naar Tsitsikamma

Dinsdag 9 oktober 2007 – van Oudtshoorn naar Tsitsikamma

Vroeg op, want ook vandaag hebben we een vol, maar leuk, programma. We
worden ondertussen wat moe van het koude, natte weer. Iedereen loopt in
dikke truien en een aantal mensen heeft zelfs extra spullen gekocht.
Kobus is verbijsterd: het hoort hier 35 graden te zijn en Oudtshoorn
heeft normaal de meeste zonuren per jaar.

We rijden als eerste naar een struisvogelfarm, waar we in een leuke
rondleiding veel leren over deze gekke beesten. Deze echte saharavogel
komt inmiddels in grote aantallen voor rondom Oudtshoorn. Zo’n 500.000
exemplaren worden gefokt voor hun huid, veren en vlees. We ontmoeten
Bertha, een 6-jarige struis die we mogen voeren, en twee paartjes: Adam
en Eva (al 30 jaar bij elkaar) en Bonny en Clyde (al 6 jaar bij elkaar)
die allemaal kleintjes (van zichzelf en anderen) opvoeden. De kleintjes
zijn om op te vreten (nee, niet letterlijk)! We kunnen “helaas” niet op
een struis zitten (het is te nat), maar we mogen ze wel voeren, wat een
“volstruismassage” oplevert. Plaatjes volgen…

Na de struisvogels zijn de Kango grotten aan de buurt, grotten met
een gangenstelsel van  ongeveer 5,5 kilometer. De grotten staan
bekend als een van de mooiste druipsteengrotten ter wereld en we zijn
inderdaad erg onder de indruk. We zien enorme stalagtieten en
stalagmieten, die tussen de 50.000 en 1,5 miljoen jaar oud zijn. De
Afrikaans sprekende gids vertelt honderduit en is blij met een kleine
groep van 12: normaal heeft hij groepen tot wel 100 man groot! De
grotten zijn een aanslag op Karin’s knieen, maar erg de moeite waard:
onderweg naar buiten zien we nog een kleine vleermuis.

Na het bezoek rijden we naar Knysna (lees: Nijsna), waar we lunchen in
cafe Mario en daarna op de boot naar Featherbed Nature Reserve. De gids
kletst alles ongeinteresseerd aan elkaar en vindt zichzelf fantastisch.
We proberen hem te negeren (wij vinden hem minder fantastisch) en
genieten van het feit dat het even droog is. Op het eiland gaat
iedereen met een kar naar boven en loopt daarna naar beneden naar de
kust, waar het water bulderend op de rotsen slaat. Wilma en Karin gaan
met de kar mee terug en bekijken blauwe duikers (mini-hertjes) in een
afzetting. Op de boot terug breekt de zon door en zien we vissen in het
water, wat helemaal helpt om de ongelooooooflijk leuke gids uit te
bannen. In de auto begint het weer te storten en dat blijft de rest van
de dag zo. We arriveren in de stromende regen in de prachtige Storms
River Lodge. We krijgen een geweldige kamer: op de 1e verdieping, met
ramen aan alle kanten.

Om half 8 staat het eten voor ons klaar: zelf gekookt en het smaakt
prima. We blijven nog even kletsen en Martijn speelt een spelletje
schaak met Cees (dat hij door meer geluk dan wijsheid ook nog wint).
Als we om kwart over 10 in bed belanden slaat de regen met enorme
herrie op het dak. We vallen tevreden in slaap, maar vragen ons wel af
of het deze vakantie nog wat wordt, met dat weer…

Woensdag 10 oktober 2007 – Tsitsikamma

Woensdag 10 oktober 2007 – Tsitsikamma

Het voordeel van op tijd slapen is dat je op tijd wakker wordt, maar 6
uur vinden we wel erg vroeg. Uiteindelijk staan we rond kwart over 7 op
en om 8 uur zitten we aan het ontbijt. Vers fruit, yoghurt, cornflakes,
brood, ei: je kunt het zo gek niet bedenken! Uiteindelijk vertrekken we
heel relaxed om 9 uur. In de auto regent het natuurlijk weer en we zien
de komende dag wat somber in. Het uitzicht aan het water, aan de
monding van Storms Rivier, maakt veel goed. De golven slaan tot vele
meters hoog en we staan met open mond een tijdje te kijken. Daarna
vertrekt iedereen – met uitzondering van Karin – voor een wandeling van
2 uur. Dat blijkt echter snel over: na 3 kwartier is iedereen weer
terug. Het pad bleek afgezet. Door de vele regen is een deel
weggeslagen.


Na een kop koffie proberen we het opnieuw: deze keer allemaal. De
route beloofd deze keer “very easy” na een “short climb uphill”. Afijn,
dat blijkt nogal tegen te vallen. De wandeling is prachtig, maar het is
erg gibberig en enorm steil. Uiteindelijk komen we bij een deel waar de
brug is weggeslagen en we via een smalle rand, die door de vele regen
onder bijna 10 cm snelstromend water staat, een riviertje moeten
oversteken. Het resulteert in een echt teambuilding gevoel en
hilarische foto’s en filmpjes. Wat nat en modderig zitten we weer bij
Kobus in de bus, die ons naar Storms Rivier rijdt waar we in een
geweldig restaurantje lunchen. De zon is inmiddels doorgebroken en we
genieten van de warmte.

Daarna hebben we eigenlijk niets meer op het programma, maar Kobus
rijdt ons naar de hoogste bungy ter wereld, waar we toekijken hoe
iemand zich aan een bungy van meer dan 200 m naar beneden gooit.
Vervolgens
kiezen we ervoor om naar Tenikwa, een wild cats sanctuary te gaan. Dat
blijkt een gouden greep: we krijgen een klein filmpje en daarna een
uitgebreide rondleiding, waarbij we in de hokken mogen komen van 2
cerval, 2 caracal, 2 babycheeta’s, en een zwartvoetkatje, het kleinste
wilde katje ter wereld. Het is een unieke ervaring, waar we allebei
enorm van genieten. Deze katten worden hier opgevangen en opgevoed, om
waar mogelijk weer in het wild uitgezet te worden, waarbij de katten
die we zien achterblijven om bezoekers te laten zien hoe mooi en
bijzonder deze beesten zijn. We maken in de lage zon prachtige foto’s
en mogen zelfs de cervals aaien!

Helemaal tevreden stapppen we weer in de bus, waarna Kobus ons
terugrijdt – via de prachtige oude weg – naar onze lodge. We krijgen
een “springbokje”, een typisch Zuidafrikaans drankje met mint en
amarula. We hoeven er gelukkig geen rare spongen bij uit te halen.
Laten we het houden op heel eh… bijzonder. 🙂 Het eten is weer
uitstekend en daarna werken we op de laptop van Kobus de site bij. Wat
een luxe deze man: we hebben zelden zo’n goede reisleider gehad!

Donderdag 11 oktober – naar Graaff-Reinet

Donderdag 11 oktober – naar Graaff-Reinet

Als we opstaan blijkt de wereld ineens veel vriendelijker: er is zon!
Alles is blauw en met een uitstekend humeur rekenen we de drankjes af.
Als we vertrekken stoppen we al na 5 minuten bij een tankstation: Kobus
moet tanken. Als we wat ronddwalen valt ons oog op een krant… het
heeft gesneeuwd bij Graaff Reinet! Aangezien dat onze reisbestemming
is, is iedereen ontsteld. Er wordt een hoop gegiegeld: het zal toch
niet waar zijn dat we straks in de sneeuw lopen?! Lacherig gaan we op
pad.

We rijden door het nog steeds droge landschap van de Kleine
Karoo naar Jeffrey’s Bay: de beste plaats om te surfen in Zuid-Afrika.
Vandaag merken we er weinig van: het water is vriendelijk en we
fotograferen schelpen op het strand. Ook zien we kleine schelpjes waar
nog beesten inzitten, die vreemde kronkelsporen in het zand trekken en
zich razendsnel ingraven als je te dichtbij komt. Na deze koffiestop
rijden we dor Port Elizabeth, een belangrijke havenstad, genoemd naar
de vrouw van de gouverneur way-back-when. Het landschap wordt daarna zo
mogelijk nog droger als we de Grote Karoo (wat betekent “plaats van
dorst”) inrijden.

De lunch blijkt een traktatie: we stoppen bij
een Cheetah Breeding Farm midden in het land. Voor we gaan eten mogen
we de beesten bekijken. We zien eerst (vanaf een loopplank) 4 jonge
cheetah’s. Broers, die bij elkaar blijven omdat er een erg sterke band
is tussen cheetah mannetjes uit hetzelfde nest. Daarna zien we een
echte baby-cheetah. Hij zit in een hok en we mogen hem niet aanraken
(ze zijn erg vatbaar voor ziektes), maar hij is echt om op te vreten!
Als we uitgefotografeerd zijn bezoeken we twee volwassen cheetahs. Deze
“filmsterren” zijn ooit getraind voor een film en we mogen in kleine
groepjes naar binnen om ze te aaien. Het is een geweldig gevoel: een
grote kat aaien die dan ook nog begint te spinnen! Karin gaat twee keer
omdat sommige mensen niet willen of durven en ze raakt niet uitgeaaid!
Tot slot wandelen we een omheind weitje in waar we enthousiast begroet
worden door 2 kleine geitjes… en 2 leeuwtjes! Ze moeten even wakker
worden dus er wordt wat gegromd aanvankelijk, maar daarna kunnen we ze
aanraken. Karin heeft een close encounter met een leeuwtje dat haar
hand begint te likken! Meenemen dan maar, die twee knuffels…? 😉

Bij
de lunch blijken twee heren niet helemaal in orde. De rest geniet van
van tosti’s en daarna rijden we verder, eindeloos verder door dit
wilde, droge, indrukwekkende land. We voelen ons mieren en genieten van
de bijzondere schoonheid van die enorme vlakte, waar verdwaald een
boerderij staat.

Na een korte stop in een plaatsje waar we niet kunnen tanken omdat
de stroom er af ligt (zoals in bijna elk dorp 2 uur er dag, omdat er
niet genoeg stroom is voor heel Zuid-Afrika nu de vraag zo hard
groeit), halen we gelukkig Graaff-Reinet. Dit stadje, met 200
monumentale panden (dutch gables), musea en een prachtige kerk, is de
moeite van een stop meer dan waard. We slapen in Obesa, waar we een
appartementje hebben. Als we binnenkomen, blijken we ook een gast te
hebben. Een sprinkhaan van ongelogen 12 cm. zit aan de binnenkant van
het gordijn. Buurman Eddy rent zonder dat we iets hoeven zeggen naar
binnen en plukt hem van de stof af. Het is een indrukwekkend beest,
maar we zien ‘m liever buiten dan binnen!

Na een sessie
opfrissen en een spelletje Yathzee, eten we ‘s avonds uitgebreid en
ontzettend lekker bij een restaurant in het stadje. We hebben allebei
de grootste en lekkerste struisvogelbiefstuk die je je kan voorstellen.
Een wijntje erbij en een toetje achteraf en dan kunen we geen pap meer
zeggen! Tukkiestijd!

Vrijdag 12 oktober 2007 – Township / Graaff-Reinet

Vrijdag 12 oktober 2007 – Township / Graaff-Reinet

Na een heerlijk nachie tukken en gelukkig geen nieuwe indringers,
krijgen we om 8 uur ontbijt op de kamer! We zetten de waszak buiten en
maken ons op voor een leuke, volle dag. Om 9 uur worden we opgehaald
door Patrick, die ons naar gids Nico in de township van Graaff Reinet
brengt. Feitelijk is dit een dorp op zich en een van de oudste van
Zuid-Afrika. Nico vertelt over alles wat we zien en we wandelen met hem
van het oude gedeelte, waar we vooral oude, vervallen huizen van
golfplaten en plastic zien, naar het veel nieuwere deel, waar
regeringshuisjes staan van steen.

Halverwege de tocht stoppen we
bij een peuterspeelzaal, waar kinderen tussen de 3 en 4 1/2 talen leren
(Afrikaans, Engels en Xosha, hun eigen taal) en in algemene zin kennis
maken met het samenwerken en spelen met andere kinderen. De kids worden
bij elkaar geroepen en op een groot, groen kleed gepland, waar ze
liedjes voor ons zingen en ons tussendoor nieuwsgierig aangapen. We
doen iets terug door Vader Jacob en Hoofd-Schouders-Knie-en-Teen voor
ze te zingen. Vooral dat laatste is een groot suces. We laten een
donatie achter. Het schooltje ziet er keurig uit en we ondersteunen het
doel van harte!
Behalve deze stop, drinken we ook thee bij
Elizabeth. Deze oma heeft eigenhandig haar kleindochter opgevoed, toen
haar docher moest werken. Ze vertelt in lastig te volgen maar
gepassioneerd Afrikaans over haar leven en alles dat ze heeft
meegemaakt. We maken een beetje kennis met haar en voelen ons welkom.
Ze zwaait ons uit als we wegrijden, aan het einde van deze tour.

Na
een opfrissessie, drinken we een kopje thee op een veranda van een
winkeltje. Daar moeten we erg lachen om de commotie die ontstaat als
een verkeersagent (!) achteruit in een andere auto parkeert. Wat je het
goede voorbeeld geven noemt… Daarna bekijken we de kerk en wat
straten met de prachtige witgeschilderde huizen. We hebben vandaag
opnieuw een zonnige, warme dag en we leven helemaal op na al die regen.
Na de algemene dwaal-sessie bekijken we nog het Graaff-Reinet Huis, een
huis dat vroeger bewoond werd door de dominee en zijn familie en
ingericht is als museum uit die tijd (begin 19e eeuw).

Dan is
het tijd voor luieren en als we daar zo’n beetje genoeg van hebben is
het tijd voor een excursie naar The Vally of Desolation. Een gids neemt
ons mee naar dit nationale park, waar we langzaam de bergen in rijden.
Hij geeft ons veel uitleg over alle planten en dieren. We zien 5
Kudu-mannetjes en later zelfs 3 bergzebra’s. Van deze bijzondere soort,
die wat verschilt in kleur, tekening en een bepaalde huidflap van de
oveirge zebrasoorten, zijn er nog maar zo’n 1800 over. Ze zijn erg ver
weg (stipjes op de foto), maar erg gaaf dat we ze zien! Na deze stop
rijden we snel door naar een uitzichtspunt waar we de Karoo overzien en
Graaf Reinet. Dan moeten we echt door naar het punt waar we de
zonsondergang kunnen zien. Het is prachtig, alles wordt roze, oranje en
grijs en we blijven ademloos ongeveer 15 minuten nadat de zon weg is
kijken, hoe de wolken rood worden.

We eten laat, in een matig
restaurant. De was is terug als we op onze kamer aankomen en na nog een
laatste handwasje voor een vetvlek van het steakhouse, duiken we
tevreden ons bed in.

Zaterdag 13 oktober 2007 – naar Roma

Zaterdag 13 oktober 2007 – naar Roma

Na het ontbijt en afrekenen beginnen we aan een lang reisdag. Dwars
door de Karoo, met af en toe een plas- en koffiestop (onder andere in
een vreselijk tuttig Engels landhuis), lunchen we vlak bij de grens met
Lesotho. De grensformaliteiten zijn wat verwarrend, maar alles gaat
redelijk snel. Stempel om Zuid-Afrika uit te gaan en daarna een
formulier en een stempel om Lesotho in te komen.
Het landschap
verandert direct. Lesotho wordt wel The Kingdom in the Sky genoemd. Het
ligt bijna geheel boven de 1000 m. en na het grensdorpje zien we meteen
de prachtige rotspartijen. Het land is zelfstandig: het heeft een eigen
vlag (blauw, wit, groen, met de traditionele muts van de mannen in het
witte veld) en een eigen munt. Het is ook arm. Veel mensen zijn met een
eigen groententuin en wat vee, zelfvoorzienend. De werkeloosheid is
hoog. Vee betekent hier nog rijkdom en een paard is het belangrijkst
vervoermiddel. Wat misschien nog wel het meest indrukwekkendste en
tegelijk gruwelijkste cijfer is, is het feit dat 40 tot 50% van de
mensen besmet is met HIV. Een hele generatie sterft uit… we worden er
stil van.

Terwijl we onze ogen uitkijken, rijdt Kobus ons naar
The Trading Post bij Roma, een complex gerund door Ms Jennifer. We
komen terecht in een kamer in The White House. We beginnen met een
kopje thee om bij te komen en daarna kijken we wat rond in de prachtige
tuin. We ontmoeten ook de bewaker met iets wat nog het meest lijkt op
een olifantsgeweer, maar we vragen ons serieus af of hij er mee kan
schieten (wij zien geen magazijn…).

Uitgeput door de rit
genieten we nog van een heerlijke maaltijd en daarna is het op. Terwijl
een enorme donderbui langzaam overtrekt, vallen we in slaap. Moe!

Zondag 14 oktober 2007 – Roma

Zondag 14 oktober 2007 – Roma

We zijn belachelijk vroeg wakker en besluiten ons eerst nog maar
eens om te draaien. Als we uiteindelijk om kwart over 7 opstaan is
het stralend weer. Helder blauw, zonnig en ook op dit tijdstip al
heerlijk van temperatuur. We merken wel dat we hoog zitten (boven de
2000 m.): de lucht is fris en “knispert” bijna en van inspanningen zijn
we sneller buiten adem dan anders.

Na het ontbijt krijgen we gezelschap van onze gids, die ons meeneemt
het dorp in. We beginnen met een bezoek aan een “winkeltje” tegenover
het complex. We leren dat we winkeltjes kunnen herkennen aan de kleur
vlag (van plastic of stof) die buiten hangt: geel of wit voor drank,
groen voor groente en rood voor vlees. De eigenaresse van dit winkeltje
verkoopt maisbier. Het is nog wat vroeg, dus we houden het bij een
nipje. Het is verrassend lekker: hoewel het erg fruitig ruikt,
smaakt het naar Lager! We proeven er ook mais + bonen, de nationale
kost van Lesotho. Het volgende huis wordt bewoont door een dame van 78
(een unicum in dit land), die nog steeds zelf haar huisje onderhoudt.
Het ziet er keurig uit en trots laat ze ons haar rondavel zien, het
ronde huisje met rieten dak, dat hier bij elk huizencomplex staat en
speciaal is bedoeld voor de grootmoeder van de familie. De
dame kookt in haar huisje: de rook ontsnapt door de ramen zonder
glas. Het dak is dicht en het ruikt er heftig naar verbrand hout
en petroleum.

Het 3e huisje wordt bewoond door een dame die ons maispap (een soort
dikke griesmeel) laat proeven en 2 soorten groenten. Een soort erg
zoute andijvie en een soort pompoen-gelei, erg fris en lekker.
Inmiddels worden we op de voet gevold door een hele zwerm kinderen die
bij voorkeur op de foto willen (alleen of met elkaar) en hard moeten
lachen van pret als we ze het resultaat laten zien. Na het bezoek aan
deze huizen trekken we te voet een stukje de rostsen op, waar de gidsen
ons voetsporen van de Lesothosaurus en zijn grote (onbekende) broertje
laten zien! Deze dino leefde ongeveer 200 miljoen jaar geleden en de
voetsporen zijn versteend bewaard gebeleven. Later blijken er meer te
liggen, onder de rots. De geleerden hebben de heuvel echter weer
bedekt, om sporen te bewaren voor de volgende generaties. We vinden het
helemaal te gek om te bedenken dat hier zo lang geleden beesten hebben
gelopen: echt heel bijzonder om te zien!

Hierna begint door een misverstandje met de gids alsnog het zware
gedeelte van de wandeling dat we eigenlijk wilden overslaan. We lopen
verder over de bergrand en trekken over de rotsen het eigenlijke Roma
in, waar we de kerk en de (splinternieuwe) universiteit zien. Daarna
lopen we terug naar The Trading Post, waar met name Karin uitgeput in
een stoel valt. We hebben gelukkig twee uur om onze knieen tot rust te
laten komen en te genieten van een “braai”, een echte barbeque, waarbij
we getrakteerd worden op “boerewors”. Inderdaad een soort
mega-saucijzenworst. Met salades, brood en zoute koekjes erbij is het
allemaal erg lekker.

Daarna is het gedaan met de rust. Om 14 uur staan er vier
Lesotho-ponies voor ons klaar! Eddy, Esther en wij hebben besloten dat
we graag met de traditionele manier van reizen kennis willen maken. De
ponies zijn eigenlijk meer een soort tengere paardjes. IJzersterk en
met een enorm uithoudingsvermogen. We trekken 2 uur door de nabij
gelegen vallei en het is in 1 woord geweldig. Martijn en Esther hebben
geen ervaring, maar houden zich uitstekend. Eddy en Karin genieten van
de vrijheid van het zelf rijden (Eddy pas vanaf halverwege, dan laat
zijn gids de teugels pas los) en draven zodra dat kan. Niets
super-georganiseerd: zelf rijden, met 4 gidsen te voet en 1 extra te
paard erbij. Heerlijk. We genieten op een nieuwe manier van de
uitgestrektheid en de stilte en hoewel onze billen het wel zat vinden
na 2 uur, genieten we van elke minuut!

Als we terugkomen springen we eerst onder de douche en wassen we
onze broeken uit (die wel heel erg naar stal ruiken) en daarna schuiven
we aan bij de traditionele dansen die de schoolkinderen voor ons
uitvoeren. Het is wat rommelig en er wordt druk doorheen gepraat, maar
het is erg ontspannen en de jongens en meisjes doen (gescheiden, in
heel ander soort dansen) erg hun best. Na 1 1/2 uur zijn we er echter
wel klaar mee… Als we opstaan (dan maar onbeleefd), stoppen ze acuut.
Zo accuut, dat we ons afvragen of ze soms zaten te wachten op dat
seintje! We geven ze een dikke fooi en ze komen ons allemaal een hand
geven.

Uitendelijk eten we om 19 uur. Als we daar bijna mee klaar zijn, zet
Kobus een muziekje op dat wel heel aanstekelijk werkt. Hij vertelt dat
hij gemerkt heeft dat met name de zwarte bevolking daarop altijd uit
zijn dak gaat. Op dat moment kom Matabo (een van de personeelsleden
binnen) en begint accuut te swingen. We moeten allemaal erg lachen en
moedigen haar enthousiast aan. Uiteindelijk staat binnen een paar
minuten bijna iedereen te swingen. 10 minuten later rollen we giegelend
naar onze kamer. Daar krijgen we, op veler verzoek, sterrenkunde van
gepassioneerd sterrenkundige Cees, die ons sterrenbeelden en
sterrenwolken aanwijst en veel vertelt. We sluiten de dag af met een
paar vallende sterren! Onze wens? Heeft betrekking op deze
ongelooflijke dag… 

Maandag 15 oktober 2007 – naar Winterton

Maandag 15 oktober 2007 – naar Winterton

Het is weer vroeg dag, want we hebben een lange weg te gaan vandaag.
De rit begint – na een afscheid van Roma en The Trading Post, waar we
wat ons betreft te kort waren – met een stukje Lesotho. We rijden
naar een noordelijke grenspost in de buurt van hoofdstad Maseru,
waar we nog sneller dan op de heenweg de grens over zijn. Dan gaan we –
na een plasstop – door het Golden Gate National Park. Dat is in 1 woord
geweldig. Enorme rotsformaties, waar we gelukkig ook even langs mogen
lopen, en geweldige vergezichten.

De weg kronkelt zich door de rotsige bergen. We stoppen bij een
vergezicht, waarbij Kobus zegt dat hij in de verte zebra’s ziet. Hoe
hij het doet weten we niet exact: wij zien wel stipjes, maar wat het
dan zijn? De verrekijker geeft uitsluitsel: het zijn inderdaad zebra’s.
Als we weer verder rijden hebben we een echt gelukje: een kudde
zebra’s, met jongen, staat links en rechts vlak bij de weg. We klikken
ons natuurlijk suf, terwijl Kobus uitleg geeft. Als we verder rijden
zien we tussen de koeien bokjes liggen!

De rest van de rit zien we helaas vooral veel rook. Omdat het in de
winter (juli, augustus) te droog was en het risico op oncontroleerbare
branden te groot, fakkelen veel boeren nu de velden af. De volgende
uitzichtspunten gaan een beetje de mist (of eigenlijk rook) in.

Aan het einde van een lange dag rijden zijn we in Winterton, in
hotel/restaurant the Bridge. Ondanks de sombere voorspellingen zijn de
kamers prima en het eten is er lekker. Helaas duurt het wel uren voor
we het krijgen, dus de (lekkere!) wijn valt wat harder dan gepland. Het
is wel vreselijk gezellig, en als het eten komt genieten we er extra
van. We gaan vroeg slapen.

Dinsdag 16 oktober 2007 – Drakensbergen

Dinsdag 16 oktober 2007 – Drakensbergen

Na het ontbijt (opnieuw wat rommelig en er wordt hier vooral in
Engelse stijl ontbeten, dus met eieren, spek, tomaat…) laten we de
was achter in een waszak op de kamer. Daarna komt gids Steve ons
gezelschap houden. Kobus staat klaar om ons uit te zwaaien, maar dan
blijkt dat onze vriend geen eigen vervoer heeft. Kobus brengt ons dus
weg naar de voet van de Drankensbereg, de bergwand, die door de Zulu’s
“muur van speren” wordt genoemd. Deze bergen hielden destijds de opmars
van Zululeider Shaka tegen en vormde een eche uitdaging voor de Boeren
op hun Trek naar het Oosten.

Steven neemt ons mee de heuvels op. We zien heel veel bloemen en
veel vogels, waaronder een hele rietbos vol met wevervogels die druk
aan nieuwe nestjes bouwen. Het is een hele klim en Karin heeft er wat
moeite mee, maar uiteindelijk staan we voor de resten van een grot. De
grot zelf is opgeblazen in een poging de San of Bosjesmannen te
verdrijven. Op de wand zijn met natuurlijke verfstoffen afbeeldingen
van verschillende beesten gemaakt. De verf is in de rots getrokken en
daarom na al die tijd nog zichtbaar. Eén van de schilderingen is door
geleerden gedateerd (het is wettelijk verboden om ze op enige manier te
beschadigen, maar bij die afbeelding zat al een schilfer los) als
ongeveer 3.500 jaar oud. De kleuren zijn prachig, een diep soort oker
en wit. Voor de San was dit geen kunst, maar vormde de tekeningen een
onderdeel van hun geloofsbeleving en magie.

Na deze stop neemt Steve ons nog mee naar een stuk bos waar de bomen
volledig bedekt zijn met mos. Het is een schitterend gezicht. Daarna
lopen we terug en als we na 3 uur eindelijk bij de bus zijn is Karin
klaar met de wereld. Het was erg de moeite waard, maar de rest van de
middag doen we niets spannends meer. We lunchen, kopen iets lekkers bij
de Spar en de rest van de middag lezen we en spelen Yathzee. We eten
opnieuw heerlijk en zowaar iets sneller dan gisteren. Na het een gaan
we met Cees en Wilma nog even de kroeg in. Erg gezellig en we maken het
zowaar laat: 10 uur! 🙂 Daarna ons mandje in, want morgen moeten we
weer ver rijden.

Woensdag 17 oktober 2007 – naar St. Lucia

Woensdag 17 oktober 2007 – naar St. Lucia

We krijgen het tempo aardig te pakken, zo ‘s ochtends vroeg. De hele
groep is een half uur eerder dan gepland klaar, dus we vertrekken al
rond kwart over 8. We zijn nog geen 10 minuten onderweg, als we langs
de weg giraffen zien staan. We kunnen veilig de bus uit, dus we
genieten van een vrij grote groep van de langnekken langs de weg.
Iedereen is opgewonden: het beestendeel van de reis is begonnen!

Daarna rijden we door naar Durban, waar we een bezoek brengen
aan het Tala-museum. Behalve een museum met onder andere veel
informatie over de mijnbouw in deze streek, is er ook een memorial voor
alle gevallenen van de verschillende oorlogen die in deze streek hebben
gewoed. Boer tegen Brit, Zulu tegen Brit, Boer tegen Zulu: ze zeggen
dat de aarde hier rood is van het bloed, niet van mineralen… We
bekijken anderhalf uur lang de verschillende gebouwen. Langs de paden
staan de Jakaranda’s (bomen) paars in bloei: een schitterend gezicht.

Omdat de volgende lunchgelegenheid 3 uur verder is, lunchen we
aansluitend. Daarna rijden we verder en verder. Door de bergen, over
afwisselend best aardige en vrij beroerde wegen. De rit is lang en voor
de eerste keer zijn we het aan het einde van de middag, als we in St.
Lucia komen, ook echt een beetje zat. De broeierige hitte en het feit
dat de tussen 1 en 5 maar een paar benen-strek-stops hebben gehad,
zullen de oorzaak wel zijn.

We komen terecht in een behoorlijk groot appartement, redelijk dicht
bij het water. Als we de omgeving verkennen, zien we eerst een hele
troep bruingestreepe mangoesten, een soort kruising tussen een wezel en
een stokstaartje. Karin is wat aarzelend over het pad naar het water.
We zien nauwelijks iets en er zitten hier nijlpaarden. Ook het bord
vertelt ons dat er nijlpaarden en krokodillen zitten en dat doorlopen
op eigen risico is… We lopen toch acher de rest aan, maar echt rustig
voelen we ons niet. Als we teruglopen horen we het geluid van iets dat
zich het best laat omschrijven als een verkouden zeehond: een laag
geknor. We proberen de rest te overtuigen van het feit dat er een
nijlpaard dichtbij zit, maar er wordt vooral wat lacherig gedaan. We
lopen vooral snel door: dat was erg dichtbij. Gelukkig zien we niets.

In ons appartement hebben we ook huisdieren: op de buitenmuren zien
we kleine gekko’s en als Martijn het douchegordijn open trekt, wordt
hij verrast door een prachtig rood-zwart gestreepte duizendpoot.
Aangezien die gifig zijn (al weten we niet precies hoe erg en of mensen
daar ook last van hebben) brengen we hem met het nodige respect naar
buiten. Daarna pakken we allebei een snelle douche voor we met de hele
groep gaan eten bij een Grieks restaurant in de hoofdstraat. Die
blijken heerlijke garnalen te hebben: Karin eet voor een tienje een
halve kilo grote garnalen (queen prawns)! Gelukkig voor Martijn is ook
het vlees goed.

Na een opnieuw gezellige maaltijd overleggen we samen over de
plannen voor morgen. De boottocht, op zoek naar krokodillen en
nijlpaarden staat gepland, maar de rest van de dag hebben we vrij. En
niets doen met zoveel beesten in de buurt zou zonde zijn! We hopen
daarom nog een extra excursie te boeken via Kobus. In een eindelijk
beetje verduisterde kamer (echt donkere gordijnen kennen ze hier niet,
wat en bijdrage levert aan ons vroege opstaan elke dag) vallen we in
slaap.

Donderdag 18 oktober 2007 – St. Lucia Estuary

Donderdag 18 oktober 2007 – St. Lucia Estuary

Het is even zoeken naar de ontbijtzaal, maar dat is – zoals tot op
heden elke dag in deze reis – uitstekend en uitgebreid. Daarna pikken
we onze spullen op en worden we door Kobus afgezet bij de boot. We
vragen hem om voor 8 van ons een walvistocht te regelen voor vanmiddag
(herkansing) en als dat niet lukt willen we graag een gamedrive langs
een park waar we verder niet komen.

Vervolgens begin de boottocht… die meteen bijna in het water valt
door de regen en wind die bijna tegelijk komen aanzetten. Gelukkig
kunnen we ook de andere kant op, zodat we redelijk droog genieten van
dit bijzondere landschap. Het water is zout: het water is feitelijk een
stelsel van zee-armen en maar 2 meter diep. Door droogte de afgelopen
jaren is het waterpeil behoorlijk gezakt, dus de locals zijn
wel blij met alle regen dit jaar. Gelukkig heeft het ook geen invloed
op het aantal beesten. We zien ijsvogels, verschillende reigersoorten,
wevervogels, een visarend, wolnek ooievaars, een Knysna Loerie en
een onbekende vogel die we nog moeten determineren. En – hoera! –
de krokodillen en nijlpaarden ontbreken niet. We kunnen ongelooflijk
dichtbij komen en zien in totaal 3 verschillende familiegroepen. Er
zijn veel kleintjes, die iedere keer maar een paar seconden boven zijn,
om te ademen. Het is een erg leuke tocht, van ongeveer anderhalf uur.

Daarna horen we van Kobus dat onze beide tochtjes helaas niet door
gaan: de walvistochten zijn gecancelled en de safari (ons alternatief)
zit vol. Gelukkig heeft hij een alternatief bedacht. Voor 100 Rand de
man (een tientje) neemt hij ons vanaf 13 uur de hele middag mee. Wat
een superreisleider die man! We werken de site bij en gaan daarna nog
even shoppen. Vanaf 13 uur hopelijk meer beesten!

Na een simpele lunch van broodjes en een sapje van de Spar, dat we
met uitzicht op verschillende ijsvogeltjes opeten, staan we om 13 uur
klaar voor een tocht met Kobus. Hij neemt ons mee naar het natuurpark
dat rondom Cape Vidal tegen de kust aan ligt. Het is het park waar hij
– vlak bij het water – elke 2 jaar een paar weken met zijn familie
vakantie viert, dus hij kent het op zijn duimpje.
Het is een heerlijke tocht. We zien veel hertensoorten, zoals de
Waterbok, Impala’s en Kudu. Ook de gnoes en een kleine kudde buffels
zijn van de partij en niet te vergeten veel roofvogels en aapjes. Op
één van de stops laat het blauwaapje ons in detail zien hoe hij aan
zijn naam komt: het beest zou fel-blauwe-ballen aapje moeten heten! 🙂

We rijden rustig door het natuurgebied naar de kust waar we pootje
baden in het water van de Indische Oceaan aan een strand dat zich
kilometers ver uitstrekt, zo ver het oog kan kijken. De zon is
inmiddels doorgebroken en hoewel het niet heel warm is (het waait
enorm) worden we er helemaal vrolijk van! De stop is vlak bij de
huisjes waar Kobus altijd verblijft en er zitten veel aapjes (volgens
Kobus DE reden om hier altijd je ra,men dicht te houden anders gappen
de apen je huis leeg en maken ze alles stuk dat ze in hun handen
krijgen) en een aantal bijna tamme hertjes.

De tocht duurt de hele middag en Kobus leert ons van alles over de
bomen, planten, vogels en andere beesten die we tegen komen. We zijn
bang dat we minder leuk worden voor de gids van morgen (op de “echte”
gamedraive in een jeep), maar het is ontzettend leuk en leerzaam. Kobus
leidt in zijn vrije tijd soms andere gidsen op en heeft een
ongelooflijke kennis van de natuur waar we enorm van genieten.

Aan het einde van de dag eten we bij een klein visrestaurantje.
Kobus brengt ons weg maar eet niet mee. Het tentje ziet er niet uit,
maar blijkt ook prima garnalen te verkopen. Eddy, Esther en Karin delen
samen twee kilo (!) grote garnalen en Martijn doet zich te goed aan een
mixschotel van kip-met-braaikruiden en stukjes rumpsteak. Als we er
zitten begint het enorm te stortregenen. Omdat het zo dichtbij is
hebben we geen jas meegenomen en als de regen tegen het einde van de
maaltijd geen tekenen vertoont van afnemen beginnen we al te
onderhandelen wie er nat gaat worden en hoe nat (1 naar huis voor een
plu? samen nat?). We zijn er nog niet uit als Kobus opduikt: hij kan
“zijn mensen” toch niet nat laten worden… We hebben de neiging om hem
ter plekke om zijn nek te vallen en hebben hem bij deze uitgeroepen tot
Reisleider 1 Klas!

Vrijdag 19 oktober 2007 – naar Swasiland

Vrijdag 19 oktober 2007 – naar Swasiland

Na een goeie nacht slaap gaat de wekker te vroeg: er staat een
gamedrive op het programma en dieren zij nu eenmaal het meest actief ‘s
ochtends vroeg. We zitten daarom al om 6 uur in de jeep bij gids
Pieter, nadat we de jarige Trijnie hebben gefeliciteerd. Pieter neemt ons om te beginnen mee voor het uur rijden naar de
gate van het Hluhluwe National Park (spreek uit Slusluwe, en dan alsof
je lispelt). Dat valt niet mee: een uur over de snelweg in de open
jeep: het is koud, winderig en spettert af en toe.

De eerste beesten (na een plasstop)  zijn daarom een traktatie. Er
staat een giraffe midden op de weg, op een meter of 2 van de jeep! Als
we verder rijden zien we daarna witte neushoorns! Door het natte,
vochtige weer komen ze dicht bij de weg, waar ze zich normaal in de
struiken en bosjes tegen de zon beschermen. We zien er veel de hele
ochtend in allerlei poses en uiteindelijk zelfs grazend op een meter of
5 van de jeep! Het is ondanks het weer een geweldige tocht. We zien
bavianen, impala’s, nyala’s, buffels, zebra’s, bosbokken en
witruggieren, een tawny eagle, parelhoentjes, een korhaan en een
geelbekvalk. Tussendoor ontbijten we met broodjes, fruit, yoghurt en
(lekker warme!) thee en koffie bij een picknickplaats met een
onuitsprekelijke naam: siwasamakhosikasi, wat letterlijk “plaats van de
vrouwen” betekent. De San (bosjesmannen) brachten hier hun vrouwen
naartoe toen ze aangevallen werden dor de Zulu en Boeren en verdrevcen
van hun land. Uiteindelijk zijn er op deze richel veel mensen
omgekomen. Nu is alleen nog een prachtige uitzicht over, over een op
het moment drooggevallen rivier.

Kobus vangt ons om 11 uur bij de gate van het park op, waarna we
beginnen aan de rit naar Swasiland. Al na een uurtje zijn we bij de
grens, waar we zonder al te veel poespas een stempel in ons paspoort
krijgen: opnieuw Zuid-Afrika uit en deze keer Swasiland is. Ook dit
land is klein, maar veel minder arm dan Lesotho. De wegen zijn ondanks
Kobus’ sombere voorspellingen eigenlijk prima. We luchen bij een
nagebouwde Zulukraal, waar we behalve uitleg over de vreemde,
dopvormmige huidjes, veel wevervogels zien. Er zitten ook reusachtige
spinnen, die Karin vakkundige weet te ontwijken. De lunch is lekker
(wraps) en we zingen voor Trijnie en overhandigen haar de flessen
Amarula en Pepermint-drank. Ze heeft bij het vorige springbokje (het
drankje) zo genoten dat ze er giegelig van werd, dus we vonden het wel
toepasselijk. Ze is er blij mee en belooft ons een drankje, later deze
reis.


Na de lunch rijden we langs
eindeloze velden suikerriet naar het Hlane (spreek uit Slane, opnieuw
met een lispel, wat “wildernis” betekent) Royal National Park, het
voormalige jachtgebied van de Koning. Als we bijna bij ons kamp zijn
stopt Kobus met piepende remmen. Achter het hek, dat het park van de
weg scheidt staat een leeuwin. We kunnen haar aanvankelijk nauwelijks
zien, maar als we langszaam verder rijden blijft ze de bus (die
parallel aan het hek loopt) volgen.

Kobus stopt iets verder opnieuw en vraagt ons of we misschien een foto
willen maken…? We moeten dan we precies doen wat hij zegt en ALS we
dichtbij zijn en de leeuwin aanvalt moeten we meteen stil blijven
staan. We mogen ons in geen geval omdraaien en wegrennen, ook niet als
ze om een of andere onvoorziene reden door het hek mocht komen. Met ons
hart in de keel volgen de mannen uit de bus en Karin, Kobus naar het
hek. Als we dichterbij komen duikt de leeuwin in elkaar en verdwijnt
daardoor bijna achter een struik. We maken een paar prachtige plaatjes
en weten eigenlijk al meteen dat ze gaat aanvallen: al die ogen op haar
gericht, een zwiepende staart, naar achter liggende oren…
Als ze uiteindelijk aanvalt is het adembenemend: ze schiet met een
ongelooflijke snelheid vooruit en onwillekerige doen  we een stap
achteruit. Het hek is vergeten: zo voelt het om een potentiele prooi te
zijn van dit magnefieke beest! Kobus commandeert meteen: STAAN! Het
kost ongelooflijk veel wilskracht, maar we staan stil, na maar 1 stap
achteruit te hebben gedaan.

Ze stopt op centimeters van het hek, duidelijk in verwarring. Als ze
wegloopt doen we snel een paar stappen achteruit. Ze keert zich om en
valt weer aan. Opnieuw bevriezen we en deze keer blijven we daarna
achteruit lopen. Ze blijft ons nastaren met zwiepende staart. Kobus
vertelt later dat als we niet waren blijven staan, ze zichzelf tegen
het hek gegooid zou hebben: ze was op jacht en dat is altijd menes bij
een leeuw(in)…

Met adrenaline tot in onze haarpunten stappen we weer de bus in.
Nog
geen 5 minuten later zijn we bij Ndlovu Camp, een prachtig bushcamp,
zonder electriciteit, met rondavels om in te slapen en een waterplaats,
waar op het moment dat we aankomen neushoorns staan! Er is een hekje
(drie draden, waarvan 2 onder stroom) tussen ons en de beesten, maar
het stelt eigenlijk niet veel voor. We stellen ons zo voor dat een
pissige neushoorn er dwars doorheen rent! En de grootste neushoorn
lijkt redelijk pissig. Ze voert een paar keer schijnaanvallen uit en
onze groep wordt stiller en loopt rustig wat achteruit om haar ruimte
te geven. De net aangekomen groep Russen vindt het echter prachtig en
staat luidkeels roepend en lachend tegen het hek om zich voor het beest
te laten fotograferen. De situatie blijft ongeveer 10 minuten erg
spannend: het beest voert een aantal schijnaanvallen uit, tot Kobus met
wat goed toegepaste herrie het beest op afstand weet te krijgen en de
groep verdwijnt. Dan keert de rust terug en kunnen we genieten van alle
andere beesten die komen drinken: olifanten met jongen, nijlpaarden, krokodillen, waterbokken èn
impala’s!

De rest van de middag brengen we aan de waterhole door en daarna
drinken we een borrel op Trijnie’s verjaardag. We eten lekker buiten en
Kobus heeft taart geregeld. Daarna moeten we helaas voor deze nacht
verkassen naar het Bhubesi kamp. Er blijkt een overboeking en wij zijn
de klos. Het Bhubesikamp ligt een half uur rijden verderop en we delen
een groot, wat onpersoonlijk apartement met Eddy en Esther. We vallen
uitgeteld in slaap: wat een dag.

Zondag 21 oktober 2007 – door het Kruger

Zondag 21 oktober 2007 – door het Kruger

We slapen heerlijk in onze rondavel en al is de douche een uitdaging
(we rennen heen en weer tussen de drie straaltjes), de wereld ziet er
al een stuk zonniger uit na een goede nacht slaap. Als we op weg naar
het ontbijt gaan komen we Kobus tegen, die van oor tot oor grijnst:
Zuid-Afrika heeft gewonnen en hij is in een opperbest humeur.

Bij
het ontbijt kondigt hij aan dat zijn vrouw de wedstrijd heeft opgenomen
en wij vandaag lekker de hele dag door het Kruger Park gaan rijden. Dat
valt in erg goede aarde en we pakken na het ontbijt snel onze spullen.
Na ongeveer een uur Swasiland zijn we alweer door het landje heen (het
heeft een oppervlakte van ongeveer de helf van Nederland) en deze keer
breken we echt het snelheidsrecord grenspassage: de dames van de douane
kijken niet eens of ze wel het goede paspoort hebben, maar zetten
blindelings een stempel!

Na nog even verder rijden komen we bij
de Crocodile Bridge het Kruger Park binnen. Kobus betaalt de entree en
al na een half uur rijden hebben we door wat een enorm, wijds,
uitgestrekt park dit is. Een deel van de paden is verhard en de
restzijn “stofpaden” (onvergarde wegen). Auto’s mogen hier alleen op de
paden rijden: op eraf gaan staat een boete. De tijden waarop de gates
openen en sluiten zijn ook erg strikt: ook hier staat op te laat komen
een boete.

In dit misschien wel bekendste safaripark van de
wereld zien we soms wel een kwartier geen enkel beest en daarna ineens
alles. Zebra’s, giraffen en gnoe’s zoeken vaak elkaars gezelschap op,
omdat er veiligheid in grote aantallen schuilt: meer oren, neuzen en
ogen om roofdieren te spotten en m inder kans dat jij de ongelukkige
bent als er toch één zin in lunch heeft. We zien olifanten van erg
dichtbij, kudu’s en natuurlijk impala (daarvan lopen er in dit park
zo’n kwart miljoen…). Als we staan te turen naar een roofvogel, spot
Esther een katachtige. We zien inderdaad een glimps van iets dat
waarschijnlijk een luipaard of cheetah is langs de rivier schieten,
maar het gaat eigenlijk te snel om echt goed te kunnen zien wat het is.
Toch feliciteren we ons: misschien hebben we de Big Five nu gezien…?

Na
een late lunch tussen brutale neushoornvogels en glansstaal spreeuwen,
zien we gieren, visarenden en een prachtige bruidspand, een
felgekleurde vogel die vooral in vlucht op een vliegend juweel lijkt.
We komen die dag oren en ogen tekort en Kobus doet zijn uiterste best
om de bus zo te draaien dat iedereen in de bus een kans krijgt om alles
te zien en foto’s of filmopnamen te maken. Hij legt veel uit en we
leren een hoop bij.

Aan het einde van de dag zijn we op tijd bij
de gate, waarna we net buiten het park stoppen om foto’s te maken van
de zon die onder gaat achter de Drakensbergen. Daarna blijkt het nog
een uur rijden in de groeiende duisternis naar Panzi Bushcamp, een
bushcamp in het grotere Guernsy Private Parc. In het stikdonker en
volkomen door elkaar geschut door het laatste half uur rijden op
beroerde onverharde wegen komen we aan bij het camp. Over een wiebelige
houten brug verbinden houten wandelpaden de uit riet en bamboe
opgetrokken huisjes met elkaar en de grotere (open) bar- en eetzaal. De
huisjes zijn geweldig: twee keurige bedden, electriciteit, ventilator,
klamboes en een badkamertje met wc, wastafel en douche met warm water.
Je kijkt zo door het bamboe heen, naar buiten en de hertachtigen,
zwijntjes en giraffes komen soms tot bij de huisjes horen we van John,
Bev en hun zoon Glenn. de eigenaren van Panzi. Ze stellen ons ook voor
aan Sally, de hond, die meteen aan Karin verknocht raakt en niet
uitgespeeld raakt.

We zijn behoorlijk moe, dus zijn blij dat we
snel kunnen eten. Het eten is geweldig, Bev en de twee kokinnen koken
uitzondelrijk goed en met veel verse groente. We genieten en gaan
daarna snel slapen. Op de achtergrond horen we leeuwen brullen en
knorren de nijilpaarden. Bushcamp indeed…

Maandag 22 oktober 2007 – Uitzichtendag

Maandag 22 oktober 2007 – Uitzichtendag

Na een prima onbijt om acht uur, stappen we om 9 uur in de bus voor een
rondrit in de omgeving (Mpumalanga) met veel uitzichten. Na een
‘kleine’ rit van 2 uur komen rijden we de bergen in voor het eerste
uitzicht op de Three Rondavels. Een grote berg met 3 kleine bergjes
ernaast die de 3 vrouwen van een locale chief voorstellen. Het uitzicht
is groots en wijds en we genieten er goed van. Hier is ook een grote
snuffelmarkt en Karin leeft zicht uit op alle mooie souvenirs.

Vervolgens
rijden we door naar Graskop, een kleine, erg toeristische plaats, voor
een lunch in een pannenkoeken restaurant waarbij we een heerlijke
pannenkoek eten met Biltong en eentje met Kip Cashew. Helaas duurt de
lunch wat langer: vier reisgenoten krijgen hun lunch maar niet en 
Kobus heeft een lekke band (‘papband’) die hij eerst moet laten
repareren. We dwalen wat door het dorp en uiteindelijk vertrekken we
pas laat.

Eenmaal in een bus rijden we om 2 uur door naar het
volgende uitzichtspunt, de Lisbon Falls. Het zijn een aantal grote
watervallen die in een schilderachtig landschap naar beneden storten.
Door de regens van de afgelopen dagen stort er genoeg water naar
beneden voor een paar prachtige foto’s. Ook hier zijn er weer veel
eksterplaatsen voor het bemachtigen van souvenirs. We kunnen de
verleiding maar moeilijk weerstaan en we horen al groepsgenoeten
verzuchten dat ze een nieuwe tas moeten aanschaffen voor alle schatten!

Via
Gods Window, een uitzicht van een hele hoge berg, gaan we naar de
George Kloof met een reusachtige pilaar die in het niets staat. Het is
allemaal erg groots en wijds en lekker groen.

Omdat het ‘s
ochtends allemaal wat langer duurde dan gepland gaan we om 5 uur snel
richt huis, waar we uiteindelijk om 6 uur aankomen. We zijn allemaal
moe en gaar van weer een hele dag in de bus. Het is wel de moeite
waard, maar je wordt er wat wat gaar van.

Gelukkig hebben de
dames van het kamp weer een perfecte maaltijd klaargemaakt: gegrilde
kip met rijst en groenten. Het eten wordt door iedereen dan ook snel en
met smaak opgegeten. Na een kopje koffie en drankje gaan we dan weer
snel slapen, want morgen gaat we wekker om half 5!

Dinsdag 23 oktober 2007 – Kruger

Dinsdag 23 oktober 2007 – Kruger

Veel te vroeg gaat we wekker, omdat we om 5 uur opgehaald worden door
Wittold, onze gids voor vandaag. De reden hiervoor is dat het nog een
uurtje rijden is naar de ingang van het Kruger. Om 6 uur gaat het park
open en de beesten staan natuurlijk ook vroeg op. Gelukkig zijn ook de
mensen van het kamp wakker en krijgen we koffie en een ontbijtpakketje
mee. Het weer ziet er prima uit, onbewolkt en het is nu al warmer aan
het worden.

Om iets over zes gaan we via Orpen Gate het park
binnen en we maken ons op voor een lange dag hobbelen, zweten en het
maken van veel, heel veel foto’s. Wittold is een beetje vreemd, maar
weet wel erg veel van alles en geeft ons veel uitleg en achtergrond
informatie bij de beesten die we zien. We merken wel dat wij door Kobus
al erg goed zijn ingelicht, want veel van de informatie die hij geeft
wisten we al, maar hier en daar pikken we toch weer wat extra dingen op.
Als
eerste komen we langs een olifant die een stukje van de weg staat.
Wittold stopt netjes en kijkt achterom om te kijken of we de foto’s
genomen hebben, maar niemand maakt er een. We zijn redelijk verwend
door de vorige dagen en vinden dat het van veel dichterbij kan! We
genieten natuurlijk wel: het is niet zo dat we elke dag olifanten zien!

De
zon begint nu redelijk zijn best te doen en al snel is het warm. De
truien gaan uit en we worden wat slaperig door de hitte (27 graden en
het is pas 9 uur…) en het gehobbel. Het afgelopen half uur hebben we
ook erg weinig beesten meer gezien en twijfelen dan ook over wat de
rest van de dag gaat worden. We hebben inmiddels ontbeten en ook dat
helpt mee aan de slaperigheid.

Net als we allemaal beginnen te
denken dat het niet meer gaat gebeuren ziet Martijn vlak naast de jeep
een luipaard staan! We stoppen met piepende banden, maar gelukkig trekt
de luipaard zich er niets van aan en blijft rustig doorlopen. We maken
fantastische plaatjes en zijn allemaak in een keer weer wakker, dit
belooft alsnog een erg goede dag te worden. Wittold verteld ook dat hij
niet vaak een luipaard ziet en al helemaal niet op deze manier. Normaal
liggen ze ergens in een boom te slapen op dit tijdstip en hij is dan
zelf ook heel erg blij met deze luipaard. Als de luipaard doorgelopen
is, gaan ook wij weer verder. We nemen het ‘stilte gebod’ even niet in
acht en feliciteren elkaar met de prachtige plaatjes.

Via een
klein museumpje dat in een voorbeeld van een oud guesthouse zit, met
een paar botten en uitleg over een dame die veel voor het Kruger gedaan
heeft (Orpen, waar de gate naar genoemd is) en een rookpauze gaan we
weer opzoek naar de volgende beesten.

We zien veel bokken,
vogels en buffels. Om 12 uur vragen we toch maar om een plaspauze, want
dat gehobbel doet geen wonderen! Eigenlijk wilde Wittold nog 2 uur
doorrijden en dan pas stoppen voor een lunchpauze, maar dit wordt door
de gehele groep afgekeurd. We gaan dan ook naar een dichterbij gelegen
lunchgelegenheid met toiletten. Een uurtje luchen en benenstrekken is
erg lekker.

Weer opgefrist gaan we de jeep in, Het is nu rond de
35 graden en we zijn blij dat de open jeep wel een dak heeft anders
werden we toch wat geroosterd. Al snel horen we van een tegenligger dat
er leeuwen gespot zijn een klein stukje verder. We rijden er snel heen
en worden beloond met 2 mannetjes leeuwen dit lekker in de schaduw
liggen te luieren. Een klein stukje verder komen we ook nog een troep
van  vrouwtjes tegen die compleet uitgeteld in het gras liggen. Ze
leveren niet echt interessante plaatjes op, maar we hebben nu wel 4 van
de big 5 gezien, we moeten alleen nog een neushoorn en dat moet toch
niet zo moeilijk zijn. Er zijn er ongeveer 5000 hier.

Via vele
kleine stofpaden slingeren we door het park en we zien veel impala’s,
giraffen, zebra’s maar geen neushoorns. Uiteindelijk moeten we toch
weer richting Orpen Gate, omdat de regels heel streng zijn voor wat
betreft openings en sluitingstijden. Omdat de maximumsnelheid officieel
30 is en het park reusachtig groot (ongeveer even groot als Nederland),
moet je wel op tijd met de terugreis beginnen.

Een paar
kilometer voor de gate spotten we eindelijk in de verte een drietal
neushoorns en daarmee is de Big Five in One Day een feit! Onze gids,
Wittold, verteld dat hij in de afgelopen drie en een half jaar, maar
twee keer een Big Five in One Day heeft gezien en pas acht keer een
luipaard. We mogen ons dan ook erg gelukkig prijzen en dat doen we dan
ook maar. Wat aanvankelijk een warme, saaie en stoffige dag leek werd
dan ook een hele warme, hobbelige en zeer mooie dag.

Thuis in
Panzi staat we weer een geweldige maaltijd klaar, dit maal een Venison
Stew, een stoofpot van Impala met groeten en geroosterde aardappelen.
Allemaal heerlijk! Compleet uitgeput gaan we weer vroeg slapen omdat we
morgen weer om 6 uur een game-drive hebben geboekt.

Woensdag 24 oktober 2007 – Thorny Bush en Panzi

Woensdag 24 oktober 2007 – Thorny Bush en Panzi

Oorspronkelijk was voor vandaag een game-walk gepland, maar we
besluiten om deze te skippen en toch maar voor een extra game-drive te
gaan, dezekeer op 20 minuten rijden van ons bushcamp in een privepark.
Dus de wekker gaat weer om kwart voor 5 en om half zes worden we
door Glenn (manager van ons kamp) naar weggebracht. Samen met Cees en
Wilma ontmoeten we Johan
en Rob, onze gids / chauffeur en tracker van vanochtend. In een grote
open jeep (zonder dak) gaan we met een groep van 15 man het Thorny Bush
Park in voor een speciale Big Five drive. Na 5 meter gereden te hebben
legt Johan dan ook uit dat hij impala’s erg mooi vind, maar hier dus niet voor gaat stoppen.

Het
grote voordeel van dit park is dat alle soorten hier voorkomen en dat
ze gewend zijn aan de jeeps. Ze worden niet opgejaagd door toeristen en
zijn dus een stuk makkelijker en dichter te benaderen. Ze zijn absoluut
wild en uitstappen is dan ook geen goed plan!
We rijden over
stoffige paden, want echte wegen zijn hier gelukkig niet en zien al
snel Kudu’s, impala’s, Nyala’s en wrattenzwijntjes. Aangezien ze niet
tot de Big Five behoren, rijden we redelijk snel weer door.

Al
snel krijgen we 2 mannetjes leeuwen te zien die lekker in het zonnetje
liggen te luieren. Johan laat snel zien hoe dichtbij je kan komen met
de jeep. Op 2 meter afstand stopt hij de jeep en begint rustig met zijn
verhaal. De leeuwen houden je wel goed in de gaten, maar reageren er
niet echt verder op. Er ligt er een voor en een achter de jeep.
Fantastische foto’s en een hele belevenis om zo verschrikkelijk
dichtbij te staan. Een klein stukje verder komen we ook nog een groep
vrouwtjes met een mannetje tegen. Ook hier kunnen we weer heel dichtbij
komen.

Na veel foto’s gaan we door en komen al snel een kudde
van 80 buffels tegen die op weg zijn naar een drinkplaats. Johan
parkeert de jeep ongeveer midden in (5 meter afstand ofzo) en we vragen
ons wel degelijk af of dit nu wel zo slim is. Buffels zijn redelijk
agressief. Maar blijkbaar weet Johan feilloos wat hij doet en de
buffels gaan dan ook rustig door naar de drinkplaats. Het is erg leuk
om zo’n grote groep van dichtbij te zien.

We vervolgen de weg,
ach weg is een groot woord, en komen bij 2 witte neushoorns die nog
niet echt gewend zijn aan de auto’s. Ze rennen snel een eindje verder
en wij gaan hun een stukje achterna. Ze moeten toch een keer wennen aan
het geluid van de jeeps. Echt dichtbij laten ze ons echter niet komen,
dus gaan we verder op zoek naar andere beesten.

We stoppen
ergens bij een grote termietenheuvel voor een koffie- en plaspauze.
Dames achter de termietenheuvel en de heren tegen een boom. Toch wel
vreemd plassen zo zonder hekken en zo…

Eigenlijk is de tijd
veel te snel om (half 10), maar Johan is niet blij. We hebben nog geen
olifanten gezien en een Big Five drive met maar 3 van 5 is niet wat hij
wil! De tracker (Rob) die voorop de jeep zit spot wel poep en
pootafdrukken en we gaan er dan ook achteraan. Olifanten lopen
natuulijk niet netjes op de paden en al snel verlaten we dan ook het
pad voor een stuk rijden door het ‘bos’. Het park heet Thorny Bush en
al heel snel begrijpen we waarom dit zo heet: alleen maar bosjes met
struiken met heel veel scherpe doornen. De rit wordt een geslinger en
geduik onder takken door, maar we zitten nog steeds op het spoor van de
olifant. Een van de bomen rukt de pet van Karin af, maar gelukkig is
Rob niet te beroerd om deze even op te halen. Na een rit van 15 minuten
door de doornen zien we dan uiteindelijk alsnog een olifant. Petje af
voor Rob en Johan, wat kunnen deze mannen spoorzoeken en rijden in een
jeep! Glenn komt ons weer ophalen en om half 11 zijn we terug in het
kamp voor het ontbijt wat weer keurig voor ons staat te wachten.

De
rest van de middag doen we erg rustig aan en lezen wat, douchen, doen
een spelletje Yathzee. Om 4 uur gaat de rest van de groep op een
sunset-drive, maar wij blijven achter en borrelen gezellig met Kobus en
Glen tot half 8 als ze weer terug zijn. Het was erg gaaf: ze hebben een
cheetah gezien en een glimps van een cervetkat. We zijn blij voor ze:
wat een toetje!

De kikkers in het
zwembad houden en kwaakconcert, de duizendpoten lopen weer rond en ook
de termieten zijn actief. Volgens Glenn en Kobus is dit een duidelijk
teken van aankomende regen. We hopen dat de geplande braai droog blijft. Dat lukt en bij een heerlijke braai bedanken we Kobus
alvast voor de vakantie, omdat we niet verwachten dat we in Jo’burg nog
zo’n gezellige avond zullen krijgen. Karin houd een speech en ook Kobus
bedankt ons voor ‘de beste groep die hij zich maar kan wensen’.

De
lucht betrekt nu behoorlijk en er valt ook een enkele spat regen. De
beesten hadden in ieder geval gelijk. Wederom een goede dag en eigenlijk
willen we morgen nog niet weg hier!

Donderdag 25 oktober 2007 – naar Johannesburg

Donderdag 25 oktober 2007 – naar Johannesburg

Aan vandaag maken we niet teveel woorden vuil: het is vooral erg ver
rijden. Na een kort afscheid van Panzi (we willen niet weg!) en haar
inwoners (inclusief een aai voor hond Sally) stappen we in de bus. We
rijden om te beginnen dezelfde route als op de uitzichtendag en stoppen
deze keer wèl bij de enorme Baoab die langs de kant van de weg staat.
We schatten dat er heel wat mensen voor nodig zijn om die te omhelzen!

Daarna rijden we door de bergen verder en al snel komen we in één van
de bergpassen in de mist terecht. Daarna begint het nare weer. Het is
regenachtig, de temperatuur is flink gezakt en het uitzicht wordt snel
minder. We rijden – met een saaie stop bij een fast-food restaurant –
in één keer door naare Pretoria, dat helemaal paars blijkt te zijn van
de Jacaranda’s! Kobus rijdt ons door de stad naar het
Voortrekkermonument. Opgezet in de jaren 30 herdenkt dit monument de
Trek van de Boeren. We hebben er zo hier en daar onze bedenkingen bij,
maar tegelijk is dit voor tenminste één groep bewoners van dit
bijzondere land een herinnering van één van de belangrijkste
gebeurtenissen uit de geschiedenis.

Na Pretoria rijden we naar Johanneburg, waar we in de file terecht
komen. We zitten een redelijk eind buiten het echte centrum van de
stad, in Randburg Towers, maar lekker dichtbij een soort winkelcentrum
/ shopping area die erg lijkt op de Waterfront van Kaapstad. Na
aankomst gooien we gauw onze spullen op de kamer en trekken we er
lekker samen op uit. We eten we uitgebreid bij een visrestauranr, waar
we aan het staartje van de maaltijd onverwacht en uitgebreid
getrakteerd worden op een show door 2 buikdanseressen! Daarna lopen we
terug en ploffen bekaf in bed. Nog maar één dagje…

Vrijdag 26 oktober 2007 – Soweto en naar huis

Vrijdag 26 oktober 2007 – Soweto en naar huis

De dag begint beroerd: na een goede nacht slaap en een goed (maar
duur!) ontbijt heeft de regen nog steeds geen tekenen van ophouden
vertoont. Als we om half 10 beneden staan, voor onze geplande tocht
naar Soweto, blijkt Kobus te hebben gebeld. Hij staat in de file en is
(te) laat. Rustig wachten we op zijn komst. Met Eddy en Esther (die
samen in de stad naar wat musea gaan) is inmiddels afgesproken dat we
het liefst een uurtje eerder weg willen (gezien onze ervaring met files
van de dag ervoor). We zullen bericht achterlaten bij de receptie.

Kobus komt uiteindelijk, zwaar gefrustreerd, 3 kwartier te laat binnen.
We verzekeren hem ervan dat het niet erg is (hij kan er tenslotte niets
aan doen) en bespreken meteen dat we vanmiddag om half 4 weggaan.
Daarna vertrekken we naar Soweto.

De rest van de dag staan we eigenlijk vooral in de file. De stad is een
puinhoop: het regent (voor het eerst in weken en nog flink ook) zodat
er overal ongelukken gebeuren op de weg. Bovendien is er een enorme
stroomstoring waardoor een deel van de stoplichten niet werkt. Tot
overmaat van ramp worden de Bokkies (de rugbyploeg van Zuid-Afrika die
kampioen werd toen wij in Swasiland waren) vandaag gehuldig met een
ereronde door de stad en een bezoek aan de president èn een gebouw op
ongeveer een kilometer van het hotel. We plagen Kobus, die de hele reis
heeft geroepen dat het verkeer in Johannesburg en Pretoria zo goed was,
met de ellende.

We doen er dik een uur over om in Soweto te komen. Daar krijgen we van
Kobus een rondrit van ongeveer 2 uur door deze bijzondere “stad” van 4
miljoen inwoners, 5000 scholen en een half miljoen taxi’s. We zien
olifantshuisjes (zo genoemd door het halfronde dak), die worden bewoond
door 3 gezinnen, en chickentown, het armste onderdeel van Soweto, waar
vooral illegalen uit Mozambique wonen. Deze mensen hebben niets: geen
water (behalve een vervuild stroompje), geen electriciteit, geen
sanitair, niets.
We zien de plaats waar de opstand van de zwarte studenten begon in de
jaren 70 en bezoeken het museum dat staat naast de plek waar Hector
Pietersen werd doorgeschoten. De foto van zijn lichaam dat door de stad
werd gedragen door een medestudent, ging de hele wereld over en vormde
het begin van de boycot van Zuid-Afrika. Het museum is indrukwekkend en
heftig: de apartheid wordt bijna voelbaar en we kunnen ons nauwelijks
voorstellen hoe het geweest moet zijn om te wonen in een land waar
onderscheid op basis van huidskleur is vastgelegd in de wet. Stil komen
we naar buiten.
We zien ook een ziekenhuis, van 8.500 bedden met een omtrek van 5
kilometer (!) waar onder andere geweldige oogspecialisten werken. We
rijden langs public phones, gevestigd in een minihuisje van golfplaten.
We zien borden waarop staat hoe duur het is om een huis te laten maken
(1700 Rand – ongeveer 170 euro – voor een 1 kamer woning van
golfplaat). We zien beesten die te koop zijn, om te slachten voor een
begrafenis of bruiloft. Kortom: we komen ogen tekort.


Na ongeveer 2 uur doen we er deze keer méér dan een uur over om terug
te komen in Johannesburg en inmiddels hebben we eigenlijk alleen nog
tijd voor het halen van een broodje in de supermarkt en een
afhaalkoffie bij de koffiebar. Dan moeten we naar het hotel en pakken
we de tassen. Eddy en Esther hebben gelukkig een leuke dag gehad en in
de bus naar de luchthaven wisselen we verhalen uit. Daar hebben we de
tijd voor: uiteindelijk doen we bijna 2 uur over de tocht van 30
kilometer.

Op de luchthaven nemen we afscheid van Kobus en dat is niet leuk!
Kobus, ook op deze plaats nogmaals heel, heel erg bedankt voor een
bijzondere en mooie reis.We hebben erg genoten van je kennis en
enthousiasme. Je weet goed hoe je “jouw mensen” moet “bederf” en ook
dat vonden we heerlijk. Dank je wel en we hopen dat we in de
gelegenheid zijn om je nog eens terug te zien! We raden je in ieder
geval van harte aan, aan iedereen die ook Zuid-Afrika wil bezoeken en
een goede, enthousiaste gids zoekt!

De rest van de dag is zo mogelijk nog meer wachten: inchecken, laatste
souvenirtje shoppen, koffie drinken en eindelijk inchecken. De stoelen
lijken deze keer iets beter, dus ook Martijn  zit goed. Als we in
de lucht zijn kijken we Die Hard 4 en eten. Na een wijntje doen we
pogingen om te slapen.

Zaterdag 27 oktober 2007 – thuis!

Zaterdag 27 oktober 2007 – thuis!

Het is tegen half 6 (Zuid-Afrika en Nederlandse tijd) als Karin haar
ogen open doet. Martijn blijkt de hele nacht nauwelijks een oog dicht te
hebben gedaan. Redelijk brak weten we een matig ontbijt weg te werken
(we zijn KLAAR met die Engelse ontbijtjes) en daarna wachten we tot we
rond 20 over 7 landen.

De overstap verloopt bijzonder soepel, al moeten we deze keer wel naar
een ander gebouw. Gebouw door, controle door, met een bus, trappen op…
Afijn, en dan drinken we koffie en wachten we op de vervolgvlucht naar
Nederland. Die vertrekt èn landt keurig op tijd. In de lucht is er tijd
voor één kopje koffie en eén broodje.

Nederland is grijs en nog net even iets kouder dan Zuid-Afrika (maar:
geen files vandaag!).
Gelukkig hebben we de koffers snel en dan nemen we afscheid van de
groep. We hopen dat iedereen een goede thuisreis had. En ook op deze
plek: Eddy, Esther, Wilma, Cees, Anneke, Cees, Sietse, Janneke, Jan en
Trijnie heel erg bedankt voor jullie bijdrage aan deze fantastische
reis!

Harro en Eveline halen ons gelukkig op en al in de auto kletsen we
honderduit over het land, de mensen, de beesten, het eten en alle
andere facetten die ons te binnen schieten. Zuid-Afrika wordt met recht
de regenboognatie genoemd: alle kleuren hebben we gezien en van elke
kleur hebben we genoten. Tegelijk hebben we nog maar een fractie
geleerd over dit complexe land en veel te weinig gezien naar ons zin.
Wat ons betreft daarom:

“Ons het genietet en ons gaat terug”