Meknes

Meknes



Prachtig warm weer bij het opstaan dus de 65 kilometer busrit naar Meknes was
een genoegen. Door de bergen waren we toch nog vlot in Meknes, ondanks dat de
buschauffeur niet echt op de hoogte was van de route. Ze zeggen hier
(regelmatig) “Inshallah” (als God het wil), als ze het hebben over zaken die
zich in de toekomst afspelen. Wij hebben daar inmiddels “Als God het wil en
de buschauffeur het kan vinden” van gemaakt…



Het centrale plein van Meknes is vol en druk; het is een aantal jaar geleden
veranderd in een enorme parkeerplaats. Jammer, want daarom wordt de “Bab
Mansour”, de toegangspoort naar de het koninklijk gedeelte van de Medina en
volgens velen de mooiste poort van Marokko, enigszins overschaduwd. Hij blijft
echter mooi en opvallend; net als veel Arabische poorten heeft hij een “knik” in
het midden, om het binnenvallende legers ingewikkeld te maken.

Achter de Bab Mansour ligt o.a. het mausoleum van Moulay Ismail. Deze geniale
tiran (1672-1727) stichtte de stad in een poging om voorgaande heersers te
overtreffen. Het mausoleum was erg rustig en een indrukwekkend gebouw. Dat we in
deze moskee (en dit heiligdom, al mag je niet bij de tombes komen) naar binnen
mogen is voor ons niet-moslims uitzonderlijk. Het gebouw is precies dat wat je
je voorstelt bij een sprookjesmoskee; prachtig stucwerk, charmante poorten, een
zonnenwijzer en een fonteintje. De moskee zelf is maar erg beperkt
toegankelijk, maar mooi om te zien. Na een kopje koffie en plaspauze, maakten we
een klein rondje door de souks. Minder bijzonder dan in Fes, maar wel erg leuk
om te zien en de sfeer te proeven. Na de lunch sloten we het bezoek aan Meknes
af.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.