Woensdag 24 mei 2006 – Sahara

Woensdag 24 mei 2006 – Sahara

Wakker worden in de woestijn is iets heel bijzonders. Na een nacht
slapen zijn de torren niet meer zo indrukwekkend. De zon verstopt zich
na een paar minuten achter wat wolken, maar dat betekend een lagere
temperatuur dus we vinden het niet zo erg.

De chameliers hebben brood gebakken en we ontbijten met vers brood,
jam en koffie. Daarna moeten de kamelen worden gevangen en dat is nog
een hele toer. De avond ervoor zijn ze los gelaten met een ‘hobbel’
(kort touw) om hun voorpoten, maar daar komen ze verassend ver mee. Een
van de chameliers vermaakt ons met een woestijnvisje, een hagedisje.
Uiteindelijk zijn ze er allemaal. Harro’s dromedaris dopen we Skippy,
omdat hij zo snel omhoog komt. Als hij ook maar iets op zijn rug voelt
springt hij echt omhoog, ongeacht wie er op zijn poten hangt om hem
omlaag te houden. Gelukkig is Harro een ‘homme sportive’ volgens onze
chamelier, dus alles gaat goed.

Al snel deinen we weer door de woestijn. Bovenop de chameaux raken
we alle gevoel voor tijd kwijt. We zien kuddes wilde dromedarissen
(altijd vrouwtjes of ‘chamelles’, die alleen gebruikt worden om te
fokken) en het is bovendien druk in de woestijn; quads, chameliers
(zelf altijd te voet) en ezelkarren. De chameliers vinden zandrozen
voor ons, een steenachtige roos die ontstaat door kalkafzettingen in
het zand. Na een uur lunchen we in een uitloper van de grote
dadelpalmoase rond Douz. De zon is terug en opnieuw is het heet. Deel 2
van de tocht wordt daarom ingekort tot een uur. Dat blijkt gaandeweg
een goed idee: de wind wakkert aan tot stormkracht en het zand begint
te snijden. Het komt echt overal: in je neus, je mond en je ogen. Het
kruipt in je kleren en in je tas. Fototoestellen zijn nauwelijks veilig
te houden. We nemen na het afstijgen dan ook snel afscheid van onze
nieuwe vrienden en duiken de landcruisers in.

In het hotel wassen we de vermoeienissen, het stof en het zand van
ons af. De badkamer blijft bruinrood achter. Daarna lopen we samen door
de palmoase naar Douz, en ook hier hebben we last van de wind en het
zand. We werken de site bij en ‘s avonds eten we gezamelijk bij een
klein restaurantje waar ze heerlijke dingen hebben zoals Merguez
(schapen worstjes) en Doigts de Fatima (Letterlijk: vingers van Fatima;
een soort opgerolde crepe met groente en vlees) en uiteraard Brick a
l’oeuf. Na het eten blijkt het heerlijk afgekoeld; het is nog maar 25
graden. We duiken bij terugkomst snel ons bed in, want ook de volgende
dag hebben we weer een druk programma.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.