Woensdag 17 oktober 2007 – naar St. Lucia

Woensdag 17 oktober 2007 – naar St. Lucia

We krijgen het tempo aardig te pakken, zo ‘s ochtends vroeg. De hele
groep is een half uur eerder dan gepland klaar, dus we vertrekken al
rond kwart over 8. We zijn nog geen 10 minuten onderweg, als we langs
de weg giraffen zien staan. We kunnen veilig de bus uit, dus we
genieten van een vrij grote groep van de langnekken langs de weg.
Iedereen is opgewonden: het beestendeel van de reis is begonnen!

Daarna rijden we door naar Durban, waar we een bezoek brengen
aan het Tala-museum. Behalve een museum met onder andere veel
informatie over de mijnbouw in deze streek, is er ook een memorial voor
alle gevallenen van de verschillende oorlogen die in deze streek hebben
gewoed. Boer tegen Brit, Zulu tegen Brit, Boer tegen Zulu: ze zeggen
dat de aarde hier rood is van het bloed, niet van mineralen… We
bekijken anderhalf uur lang de verschillende gebouwen. Langs de paden
staan de Jakaranda’s (bomen) paars in bloei: een schitterend gezicht.

Omdat de volgende lunchgelegenheid 3 uur verder is, lunchen we
aansluitend. Daarna rijden we verder en verder. Door de bergen, over
afwisselend best aardige en vrij beroerde wegen. De rit is lang en voor
de eerste keer zijn we het aan het einde van de middag, als we in St.
Lucia komen, ook echt een beetje zat. De broeierige hitte en het feit
dat de tussen 1 en 5 maar een paar benen-strek-stops hebben gehad,
zullen de oorzaak wel zijn.

We komen terecht in een behoorlijk groot appartement, redelijk dicht
bij het water. Als we de omgeving verkennen, zien we eerst een hele
troep bruingestreepe mangoesten, een soort kruising tussen een wezel en
een stokstaartje. Karin is wat aarzelend over het pad naar het water.
We zien nauwelijks iets en er zitten hier nijlpaarden. Ook het bord
vertelt ons dat er nijlpaarden en krokodillen zitten en dat doorlopen
op eigen risico is… We lopen toch acher de rest aan, maar echt rustig
voelen we ons niet. Als we teruglopen horen we het geluid van iets dat
zich het best laat omschrijven als een verkouden zeehond: een laag
geknor. We proberen de rest te overtuigen van het feit dat er een
nijlpaard dichtbij zit, maar er wordt vooral wat lacherig gedaan. We
lopen vooral snel door: dat was erg dichtbij. Gelukkig zien we niets.

In ons appartement hebben we ook huisdieren: op de buitenmuren zien
we kleine gekko’s en als Martijn het douchegordijn open trekt, wordt
hij verrast door een prachtig rood-zwart gestreepte duizendpoot.
Aangezien die gifig zijn (al weten we niet precies hoe erg en of mensen
daar ook last van hebben) brengen we hem met het nodige respect naar
buiten. Daarna pakken we allebei een snelle douche voor we met de hele
groep gaan eten bij een Grieks restaurant in de hoofdstraat. Die
blijken heerlijke garnalen te hebben: Karin eet voor een tienje een
halve kilo grote garnalen (queen prawns)! Gelukkig voor Martijn is ook
het vlees goed.

Na een opnieuw gezellige maaltijd overleggen we samen over de
plannen voor morgen. De boottocht, op zoek naar krokodillen en
nijlpaarden staat gepland, maar de rest van de dag hebben we vrij. En
niets doen met zoveel beesten in de buurt zou zonde zijn! We hopen
daarom nog een extra excursie te boeken via Kobus. In een eindelijk
beetje verduisterde kamer (echt donkere gordijnen kennen ze hier niet,
wat en bijdrage levert aan ons vroege opstaan elke dag) vallen we in
slaap.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.