Zondag 21 oktober 2007 – door het Kruger

Zondag 21 oktober 2007 – door het Kruger

We slapen heerlijk in onze rondavel en al is de douche een uitdaging
(we rennen heen en weer tussen de drie straaltjes), de wereld ziet er
al een stuk zonniger uit na een goede nacht slaap. Als we op weg naar
het ontbijt gaan komen we Kobus tegen, die van oor tot oor grijnst:
Zuid-Afrika heeft gewonnen en hij is in een opperbest humeur.

Bij
het ontbijt kondigt hij aan dat zijn vrouw de wedstrijd heeft opgenomen
en wij vandaag lekker de hele dag door het Kruger Park gaan rijden. Dat
valt in erg goede aarde en we pakken na het ontbijt snel onze spullen.
Na ongeveer een uur Swasiland zijn we alweer door het landje heen (het
heeft een oppervlakte van ongeveer de helf van Nederland) en deze keer
breken we echt het snelheidsrecord grenspassage: de dames van de douane
kijken niet eens of ze wel het goede paspoort hebben, maar zetten
blindelings een stempel!

Na nog even verder rijden komen we bij
de Crocodile Bridge het Kruger Park binnen. Kobus betaalt de entree en
al na een half uur rijden hebben we door wat een enorm, wijds,
uitgestrekt park dit is. Een deel van de paden is verhard en de
restzijn “stofpaden” (onvergarde wegen). Auto’s mogen hier alleen op de
paden rijden: op eraf gaan staat een boete. De tijden waarop de gates
openen en sluiten zijn ook erg strikt: ook hier staat op te laat komen
een boete.

In dit misschien wel bekendste safaripark van de
wereld zien we soms wel een kwartier geen enkel beest en daarna ineens
alles. Zebra’s, giraffen en gnoe’s zoeken vaak elkaars gezelschap op,
omdat er veiligheid in grote aantallen schuilt: meer oren, neuzen en
ogen om roofdieren te spotten en m inder kans dat jij de ongelukkige
bent als er toch één zin in lunch heeft. We zien olifanten van erg
dichtbij, kudu’s en natuurlijk impala (daarvan lopen er in dit park
zo’n kwart miljoen…). Als we staan te turen naar een roofvogel, spot
Esther een katachtige. We zien inderdaad een glimps van iets dat
waarschijnlijk een luipaard of cheetah is langs de rivier schieten,
maar het gaat eigenlijk te snel om echt goed te kunnen zien wat het is.
Toch feliciteren we ons: misschien hebben we de Big Five nu gezien…?

Na
een late lunch tussen brutale neushoornvogels en glansstaal spreeuwen,
zien we gieren, visarenden en een prachtige bruidspand, een
felgekleurde vogel die vooral in vlucht op een vliegend juweel lijkt.
We komen die dag oren en ogen tekort en Kobus doet zijn uiterste best
om de bus zo te draaien dat iedereen in de bus een kans krijgt om alles
te zien en foto’s of filmopnamen te maken. Hij legt veel uit en we
leren een hoop bij.

Aan het einde van de dag zijn we op tijd bij
de gate, waarna we net buiten het park stoppen om foto’s te maken van
de zon die onder gaat achter de Drakensbergen. Daarna blijkt het nog
een uur rijden in de groeiende duisternis naar Panzi Bushcamp, een
bushcamp in het grotere Guernsy Private Parc. In het stikdonker en
volkomen door elkaar geschut door het laatste half uur rijden op
beroerde onverharde wegen komen we aan bij het camp. Over een wiebelige
houten brug verbinden houten wandelpaden de uit riet en bamboe
opgetrokken huisjes met elkaar en de grotere (open) bar- en eetzaal. De
huisjes zijn geweldig: twee keurige bedden, electriciteit, ventilator,
klamboes en een badkamertje met wc, wastafel en douche met warm water.
Je kijkt zo door het bamboe heen, naar buiten en de hertachtigen,
zwijntjes en giraffes komen soms tot bij de huisjes horen we van John,
Bev en hun zoon Glenn. de eigenaren van Panzi. Ze stellen ons ook voor
aan Sally, de hond, die meteen aan Karin verknocht raakt en niet
uitgespeeld raakt.

We zijn behoorlijk moe, dus zijn blij dat we
snel kunnen eten. Het eten is geweldig, Bev en de twee kokinnen koken
uitzondelrijk goed en met veel verse groente. We genieten en gaan
daarna snel slapen. Op de achtergrond horen we leeuwen brullen en
knorren de nijilpaarden. Bushcamp indeed…

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.