Maandag 12-09 – van QENP naar Lake Bunyoni

Maandag 12-09 – van QENP naar Lake Bunyoni

Het uitslapen beviel gisteren zo goed, dat het weer even wennen is als de wekker om kwart over 6 gaat. We kleden ons aan, pakken de tas, slaapzakken en matjes in en zitten om 7 uur aan het ontbijt. Het is jammer om van deze mooie plek weg te gaan, al hebben we begrepen dat we de komende anderhalve dag wat vrije tijd hebben en dat klinkt ook wel aanlokkelijk. Het is tenslotte best een vol programma!

Om 8 uur is iedereen en alles zover. Het kost een paar pogingen om de jeep te starten en als we wegrijden zit Norbert aan de telefoon met de monteur. Als hij ophangt kost het hem zichtbaar moeite om alles even van zich af te zetten. Hij schudt zijn hoofd, ziet Karin’s vragende blik in de spiegel, grijnst en zegt ‘ Eh, hij, is everybody in the car?’ Hilariteit alom. Hij geeft aan dat hij erg baalt van zijn auto en vanavond maar weer gaat puzzelen. Maar: we rijden en ondanks de wat sombere voorspellingen van Esther gaat het heel snel. We rijden vooral over asfalt en de weg is in uitstekende staat, dus in plaats van na 5 uur, zijn we na 3 1/2 uur in Kabale, een behoorlijk grote stad. We kijken ons ogen uit: voor het eerst in dagen weer gebouwen van meer dan 1 verdieping, hoewel ook nu niet veel. Het is een drukte van belang en we maken onopvallend een filmpje, om een indruk over te houden aan deze chaos.
Na Kabale moeten we nog 8 kilometer door een berglandschap. Dit gebied wordt het Zwisterland van Uganda genoemd en we begrijpen wel waarom. Bergachtig, groen en alles is in on-Ugandees rechte rijen en veldjes bebouwd. Veel bananen, een klein beetje thee… De omgeving is redelijk welvarend: overal keurige stenen huizen en af en toe zelfs een auto voor de deur! Mensen zijn erg netjes gekleed, al vinden we ze hier en daar ook erg warm gekleed. Maar goed, het is hier tussen de 1800 en 2000 meter hoog, dus het koelt ‘s nachts behoorlijk af.

Camp Kalebas blijkt aan het meer te liggen en is een idyllisch plekje. Eenvoudige kamertjes met een eigen douche en toilet, een paar opgezette tenten en samen met Ivon en Gerrit zetten we onze tent op aan de rand van het meer. Achter een prachtige rietkraag van papyrus, met wevervogeltjes (op 2 meter afstand) als onze buren. Tikkie lawaaiig, maar een stuk vriendelijker dan nijlpaarden of de hyena’s die we vannacht op een paar meter achter onze tent hoorden!
Als de tent staat eten we een prima sandwich en daarna hoeven we helemaal niets meer. Nouja, Karin wil EINDELIJK haar haar wel weer eens wassen, dus ze vraagt of er warm water is. Er wordt onmiddellijk een vuur gestookt en na ongeveer 40 minuten staat Karin onder een heerlijk warme douche. Als ze er onderuit komt klimt Martijn samen met Gerrit net het meer uit! Tikkie fris vonden ze, maar wel heerlijk om zonder gevaar van krokodillen, nijlpaarden of bilharzia te kunnen zwemmen. Ook Martijn rent even onder de douche door en daarna hoeft er niets meer.

We nemen een drankje, zitten heerlijk te kletsen met de buren (de mens-buren, niet de vogel-buren, die zetten we waar mogelijk op de gevoelige pixel) en genieten van het uitzicht. Om half 8 kunnen we aan tafel. Het is a la carte en de bestelde springroll’s en curry’s blijken heerlijk te smaken! En alles staat min of meer tegelijk op tafel; niet slecht voor zo’n klein keukentje. We taaien af rond half 10 en Karin kruipt in slaapzak EN lakenzak; het is flink afgekoeld! We vallen in slaap bij het geluid van regendruppeltjes op het tentzeil en een slaperige vogel op de achtergrond.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.