Zuid-Mahé (dag 1)

Zuid-Mahé (dag 1)

Zo, dat was een prima nacht en bij het opstaan is er geen creepy crawly te zien. Bovendien is het prima weer. We nemen een snel ontbijtje en gaan dan profiteren van de reden dat we ook nog even aan deze kant van Mahé zijn. Vlakbij zijn meerdere prachtige stranden en één daarvan is een prachtig snorkelstrand volgens alle verhalen. We pakken de auto en na een minuut of 5 tot 10 rijden parkeren we en wandelen naar één van de mooiste strandjes die we hier hebben gezien. Het is prachtig en op dit moment helmaal van ons alleen!

We pakken onszelf in en duiken de plomp in: kom maar op! … Ehm, oehoe, onderwaterwereld, waar ben je?! Het lijkt wel thee! Het water is troebel, ondoorzichtig, bruinig en we zien helemaal niets. Oh nee, dan had Karin toch gelijk… Gisteren zagen we in langs de kust grote bruine vlekken in het water. Het deed Karin denken aan het ‘bloeden’ van de algen dat ze ooit op de Malediven zag en ze heeft gisteren al een keer gezegd dat ze hier bang voor was. Teleurgesteld klimmen we het strand weer op en gaan even zitten bijkomen. Als we even hebben gezeten gaat Martijn een rondje lopen over het strand en jawel, dode vissen…

Na een kwartiertje, als we net zitten te bespreken wat we gaan doen, komt er een Duits gezin aan dat meteen op ons afkomt. Hoe was het water?! Oh nog steeds?! Gisteren was het nog erger. Er zijn honderden dode vissen op het strand aangespoeld en lokale mensen hebben gezegd dat het inderdaad bloedende algen zijn. Daardoor wordt het water troebel en bruin en neemt het zuurstofgehalte in het water af, waardoor de vissen massaal sterven. Snorkelen heeft geen zin hebben ze gezegd. Balen, want het was tot gisteren de mooiste snorkelplek die ze ooit hebben gezien…

Ok, hier blijven heeft dus geen zin en we pakken de auto naar de volgende baai. Daar vinden we een half door koraal afgesloten ondiepte waar we in kraakhelder water tot halverwege onze dijen kunnen zitten, staan, poedelen, donderjagen. Dat doen we naar hartelust, tot we weer vrolijk zijn. Als we op rood dreigen te springen gaan we terug naar het hotel waar we douchen en onze spullen uitspoelen en uithangen. Daarna pakken we opnieuw de auto en rijden we via een uitdagende maar erg mooie route langs de volledige zuidkant van het eiland. Oh dat mooie blauwe water, daar krijgen we niet snel genoeg van!

Aan de andere kant van het eiland vinden we eerst de rumdestileerderij waar we naar op zoek waren. Dat is wel iets voor morgen (dan zal dat snorkelen ook wel tegen vallen vrezen we) en als we gaan vragen blijkt dat we morgen gewoon rond 11 uur langs kunnen komen en dan kunnen we aansluiten bij een tour. Ok, prima, tot morgen dan. Voor nu rijden we naar een andere bezienswaardigheid. We vinden ‘Le Jardin de Roi’ (de Koningstuin) met behulp van Foony helemaal bovenop een berg, aan het einde van een steeds smaller wordende weg. We denken een heel klein tuintje te vinden, maar zien een enorm perceel, met daarop een prachtig houten huis. Daar gaan we eerst heen, want je kunt hier uitstekend lunchen hebben we gelezen. 

Nou, dat klopt wel. We eten een overheerlijke, verse salade en daarna een verse crèpe! De bediening is zowaar behoorlijk vlot en een aantal ventilatoren zorgt dat we niet helemaal wegsmelten. Vandaag is het weer schitterend weer en daarom nog een paar graden warmer dan de afgelopen dagen. Als we klaar zijn met eten twijfelen we daarom even of we de ruin in willen, maar na een heftige spray actie tegen de muggen wandelen we toch een rondje. En dat is eigenlijk heel leuk. Het meest heftige stuk slaan we op advies van de dame die ons een kaartje verkoopt over: dat is te modderig geworden met de aanhoudende regen van de afgelopen weken. Maar de rest van de tuin kent schitterende bloemen en planten, veel kruiden (we zien bijvoorbeeld nootmuskaat!) en allerlei vruchten. Er is ook een aantal beesten, maar de hokken daarvan vinden we te klein. Gelukkig zien we bewijs van werkzaamheden, zo te zien om de hokken te vergroten. Dat maakt dat we lekker kunnen blijven genieten van het uitzicht en alles dat we ontdekken (oh ja, zo groeit ananas).

Als we zijn gesmolten en toch een aantal keer geprikt gaan we terug naar de auto, drinken een fles water leeg en laten ons met een zucht van opluchting in de airco zakken. Daarna rijden we in 20 minuten terug naar ons appartementje, waar we ons op de veranda in de schaduw in een stoel laten zakken. Daarna doen we een paar uur niets. We lezen wat, genieten van het uitzicht en het lekkere briesje, fotograferen wat… De middag keutelt voorbij en als het nog een uurtje voor zonsondergang is maken we ons op voor ons laatste uitstapje van vandaag. We willen namelijk heel graag nog een keer naar Del Place, het restarant aan het water waar we aan het begin van onze vakantie zo lekker hebben gegeten. Martijn slingert de auto behendig door de bochten (hmmm, niet een heel fijne weg om straks te rijden) en in de onddergaande zon gaan we aan een tafeltje aan de reling zitten. Cocktail erbij, uitzicht over het water en de ondergaande zon…. En jawel, net zulk lekker eten als de eerste keer dat we hier waren. We eten echt onze vingers er bij op en zitten heel gezellig te kletsen.

Uiteindelijk trekken we ons los van deze heerlijke plek en rijden we door het stikdonker naar ons appartementje. Op een aantal hartverknetteringen na (ieks, donkere man / vrouw, in donkere kleding, zonder lampje, wandelend aan de kant van de weg!) komen we ongeschonden aan. Deze keer zijn er geen creepy crawlies en tevreden laten we ons in ons bed vallen. Toch een prima dag ondanks de snorkelmislukking!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.