van Mt Etjo naar Etosha NP (kamp Okaukuejo)

van Mt Etjo naar Etosha NP (kamp Okaukuejo)

Het is (bijna) licht als we wakker worden, maar we hebben geen zin om ons naar de zonsopkomst te haasten. we dreutelen nog wat en gaan rond 7 uur, als de zon net op is, ontbijten. Het is echt heerlijk buiten: lekker fris, met een windje en overal zingen de vogels. Na het ontbijt kijken we elkaar aan: we kunnen natuurlijk gewoon nog lekker even met een kopje koffie aan het water gaan zitten… 

Grapjes makend over het ontwijken van de ochtendspits (het enige motorgeluid is van een trekkertje dat balen gras neerlegt voor de waterbokken en gazelles) gaan we een uurtje aan het water zitten. Met koffie / thee worden we rustig wakker, genietend van het mooie ochtendlicht en een reiger die haar (?) jong voert. 

Als we zijn uitgedreuteld pakken we de tassen in en checken we uit. Dag Mt Etjo Safari Lodge: het is hier paradijselijk en we komen heel graag nog eens terug! Voor nu draaien we de gravelweg op (na een laatste blik op een stuk of zes pelikanen die in het water dobberen) naar het oosten. Voor we op de B1 zijn duikt Karin nog even de berm in voor een plas (we zijn op het hele stuk één auto tegen gekomen) en daarna rijden we in één ruk over de lange, rechten en uitstekende snelweg naar Otjiwarango. Onderweg drinken we flink wat water: het is heet en droog en hoewel de airco het draaglijk houdt drogen we snel uit hebben we al gemerkt. In Otjiwarango (een klein, slaperig stadje met het eerste verkeerslicht sinds Okahandja) houden we een minipauze bij een tankstation en dan rijden we door, naar Outjo. We rijden er naar The Bakery. Karst en Sandra die hier vorig jaar zijn geweest hebben ons deze stop aangeraden: heerlijke taratjes, prima broodjes en echte, lekkere koffie. Nou, vooral die koffie klinkt erg aanlokkelijk momenteel en we zijn heel nieuwsgierig. 

Ze blijken niets teveel te hebben gezegd. We eten allebei een half broodje (ze noemen het een ‘breadchen’, een interessante verwijzing naar de periode dat Namibië in Duitse handen was) met kip-mayo en een taartje (respectievelijk appel-kruimel en een brownie: mogen jullie raden wie wat at ;-), drinken elk twee bakken heerlijk sterke koffie en maken dankbaar gebruik van de gratis wifi om het thuisfront te laten weten dat we nog bestaan. Als we zijn bijgekomen en iedereen jaloers hebben gemaakt met een paar plaatjes en de eerste verhalen, pakken we ons boeltje bij elkaar en rijden we via de C38 het laatste stuk omhoog tot Andersen Gate, één van de toegangspoorten tot Etosha Nationaal Park. Het centrum van dit parkt is de ‘Pan’, een enorm uitgestrekt stuk land dat in de natte tijd volregent èn -stroomt, vanuit Angola (in het noorden). De rest van het jaar is het een uitgestrekte witte vlakte van gedroogde en gescheurde modder. Om de Pan heen ligt een enorme vlakte met grasland en stukken savanne (droog gras, met lage bomen en struiken). En in dit droge, indrukwekkende landschap komen veel beesten voor. Reden voor veel toeristen om dit als één van de highlights van Namibië te beschouwen. 

We melden ons bij de gate, krijgen een formulier mee waarmee we bij het kamp de kosten van voor het gebruik van het kamp moeten betalen en worden geregistreerd. Niet harder dan 60, houdt de openings- en sluitingstijden van het parkt, maar ook van het kamp in de gaten en veel plezier. Nou, kom maar op met die beesten, zegt Karin, waarna Martijn op de rem trapt. Links van u, ziet u zeker 20 zebra’s naast de weg, zegt hij. We schieten allebei in de lach, terwijl de zebra’s in kwestie ons een beetje vreemd aankijken. Ok, dat komt dus wel goed, met die beesten.

De rit naar het kamp is niet lang maar we doen er toch even over (links, een giraffe oh en daar, springbokjes). Het is kwart voor 4 als we uiteindelijk inchecken. We betalen de parkgelden, checken in, reserveren het diner, drinken een kopje thee, regelen wat Internet voor de komende dagen en gaan op zoek naar ons huisje. Okaukuejo is het belangrijkste administratieve centrum van het park en het is enorm. Behalve kamers / huisjes, heeft het ook chalets, luxe chalets en veel kampeerplaatsen. Wij blijken met huisje 62 een klein (rijtjes)huisje te hebben, in niet bijzonder goede staat. Maar alles is schoon, er zit een enorm muskietennet om het bed heen en we zitten halverwege tussen het restaurant en de waterplaats. Martijn ploft op bed om even bij te komen en wat te lezen en Karin gaat op stap. De waterplaas: die moet natuurlijk worden bekeken. Rond kwart voor 6 is ze terug èn enthousiast: vijf badderende olifanten, een jakhals, sprinkbokjes, allerlei vogels en dat op 2 minuten lopen afstand!

Daar willen we later zeker nog even naar terug, dus we rennen naar het diner. Het voordeel van een buffet is dat we in drie kwartier gegeten kunnen hebben (prima: vooral de pastasalade is lekker) zodat we rond 7 uur aan de waterplaats zitten, deze keer samen. We krijgen nog net een stukje zonsondergang mee en genieten daarna van aarzelende giraffes, een oryx, gazelles, een rennende familie parelhoentjes, jakhalzen en allerlei vogels die zich opmaken voor de nacht. Na iets minder dan een uurtje houden we het voor gezien. Niet omdat we er genoeg van hebben, maar we gaan nog een excursie doen!

Karin wil al heel lang een keer een night-safari doen en die hebben we dan ook geboekt! We mogen uiteindelijk met zeven man met Gabriel mee, een ervaren gids die ons met een schijnwerper met rood licht (en verder geen lichten) in zijn hoge jeep mee neemt op safari. En het is echt helemaal geweldig! Het is een heldere nacht en als onze ogen zijn gewend aan het donker zien we duizenden sterren. Door het rode licht blijven onze ogen gewend aan het donker en Gabriel legt uit dat dit licht de ogen van de beestenboel niet beschadigd. We kunnen er verrassend veel mee zien, maar we halen het niet bij Gabriel. Hij herkent aan de kleur en vorm van oplichtende ogen de beesten en de drie uur daarna laat hij ons echt van alles zien. Zebra’s, een slapende giraffe, slapende en rondwandelende springbokjes, een bat eared fox, jakhalzen… en daarna wordt het echt geweldig: een gevlekte hyena! Daaarna vindt hij er nog twee die samen met een jakhals knagen aan een dode zebra. Bij een waterplaats lijkt het wel alsof er een feestje is georganiseerd: er staan drie zwarte neushoorns èn twee olifanten. We nemen er een drankje bij. Het is enorm indrukwekkend om uit het donker ineens die enorme beesten op te zien doemen en zodra de schijnwerper er van af is, ze alleen nog te horen. We genieten met volle teugen en het lijkt alsof de game drive al niet beter meer kan. Tot Gabriel een leeuw spot. Uiteindelijk rijdt hij na 10 minuten kijken de auto naast de leeuw, die drie meter naast de weg en daarmee vier meter naast Karin loopt. Als hij zich omdraait om over te steken loopt hij recht op de auto af. Karin geeft later toe dat ze op dat momen echt bang is, maar ook opgewonden en verrukt van deze geweldige ontmoeting. De leeuw passeert de auto op nog geen halve meter voor de voorbumper en begint te brullen… We voelen het geluid helemaal: fantastisch. En als we denken dat het klaar is neemt hij ons mee de weg over naar zijn vrouwtje en hun drie maanden oude welpje. Daar blijven we bijna 15 minuten staan kijken, voor we terugrijden naar het kamp. Tijd om te gaan slapen en te dromen over close encouters of a very special kind… 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.