Archief van
Categorie: Kenia en Tanzania

Dag 5 – Thomson Falls

Dag 5 – Thomson Falls


Op dag 5 vertrekken we vroeg in de richting van Thomson Falls. Een eind uit de
richting en eerst terug naar de kampeerplek van dag 2 voor de lunch. Al met al
wordt het een rit van zo’n 7 uur over redelijk brakke wegen.

We beginnen
met een rit door het park, een soort van mini-game drive en een tweede bezoek
aan het Samburu dorp waar we allerlei vragen mogen stellen aan een van de
‘warriors’ over het leven in het dorp. Ook onderwerpen als besnijdenis bij
vrouwen komen daarbij aan de orde. Erg interessant en soms erg shockerend.


We rijden daarna verder over dezelfde slechte weg als de heenweg en
lunchen snel onderweg. Om 5 uur komen we dan op de plaats van bestemming aan:
Thomson Falls Lodge, waar we dus niet kamperen en een echt bed hebben en nog
beter: een warme douche. We eten in het restaurant en na een paar biertjes is
het vroeg bedtijd.

Dag 18 – van Arusha naar Usambara Mountains

Dag 18 – van Arusha naar Usambara Mountains


Vanochtend blijken onze twee malaria patienten al behoorlijk opgeknapt. Ook
twee van de overige vier zieken hebben weer wat kleur. Helaas is er weer een
nieuwe patient bij. Een van de mensen gaat voor controle naar het ziekenhuis,
waar dysenterie wordt vastgesteld. Hij krijgt een antibiotica kuur. De overige
zieken komen er met een beetje uitzieken wel weer bovenop.



Voor ons blijven strenge hygiene en een forse dosis vitaminepillen het
devies. En daar voelen we ons tot zover prima bij.



Na vertrek hebben we eerst een boodschappen stop in Arusha, de tweede stad
van Tanzania. We wisselen eindelijk ons Keniaanse geld om en kopen lunch. (Een
gekke combi van vlees-, kaas- en appelbroodjes.) Verder struinen we over de
plaatselijke markt. Een leuke kleurencombinatie van stoffen, groente en vers
fruit, met jongetjes die je achterna rennen met plastic tasjes zodat je die van
hen kunt kopen als je boodschappen doet.



Om half elf zit iedereen in de truck en vertrekken we met een tankstop, een
broodstop en een lunchstop naar de Usambaru Mountains. Een lange maar erg
mooie rit waar we het laatste uur over smalle weggetjes door de bergen
rijden brengt ons naar de camping, waar iedereen besluit dat slapen in een
kamer toch de betere optie is.



Onze kamer is een zelfstandig gebouwtje (een banda) aan de voet van de lodge,
en al gelijk ontdekken we dat we een huisdier hebben. Binnen kruipt een gecko
over de muur en tot Karins verrassing blijken er onder het gordijn nog twee te
zitten… Samen met de naaktslak in de douche en een spin een hele
dierentuin. Gecko’s blijken prima tegen de muggen te helpen die we dan gelukkig
ook de hele nacht niet horen.

Dag 19 – Lusotho (Usambara mountains)

Dag 19 – Lusotho (Usambara mountains)

Vandaag hebben we een ietswat gedeeld programma. We beginnen na onze eerste nacht in onze dierentuin om 8 uur met het ontbijt. Daarna worden we met 14 man achter in een pickup geladen om samen met Benjamin, een gids van het Cultural Tourism Program (CTP) van de omgeving een tocht te maken. Daarbij gaan we langs een school, een blindeninstituut en een weeshuis, waarbij we door de prachtige natuur wandelen.


Het programma is opgezet nadat men er achter kwam dat het overvallen van toeristen in de regio niet de beste optie was om geld in het laatje te brengen. Daarnaast werd veel van het regenwoud gekapt voor brandhout en om er voor te zorgen dat de laatste beetjes bewaard blijven, word middels dit programma geld vrij gemaakt voor herbeplanting.


Na drie stappen zien we onze gids de bosjes induiken om daarna met een (vrouwtjes-)kameleon in zijn handen er weer uit te komen. De kameleon lijkt na een korte tijd redelijk op zijn gemak en wandelt lustig over handen, mouwen en nek van de deelnemers. Het mannetje wat korte tijd later te grazen wordt genomen is het er duidelijk wat minder mee eens, totdat we een splinter die in zijn wang blijkt te zitten verwijderen. Het verhaal gaat dat in de regio iedere boom zo ongeveer een eigen kameleon heeft en gezien de hoeveelheid die we er nog tegen komen lijkt dat niet overdreven.


Na een korte wandeling bereiken we de lagere school waar 535 leerlingen over 18 leraren en leraressen verdeeld worden. Helemaal trots wijzen ze ons op het nieuwe toiletgebouw dat mede door middel van het CTP betaald is. Een korte test laat zien dat het inderdaad een prima toilet is 🙂 Na een welkomstwoord door het hoofd van de school krijgen we nog een korte rondleiding en zorgen we er voor dat er in de klassen werkelijk niemand meer oplet.


De wandeling gaat verder in de richting van een uitzichtpunt van waaruit het dal prachtig is te overzien. Enorme steile bergen en een kilometers ver uitzicht zorgen voor prachtige plaatjes. Daar voegt ook Karin zich samen met een paar andere niet-wandelaars bij de groep. Ze hebben inkopen gedaan in het dorpje: kilo’s rijst, maismeel, suiker, zeep en verder nog wat melkpoeder en limonade voor het blindeninstituut en het weeshuis waar we vanaf het uitzichtspunt heengaan.


Om een beetje op te schieten proberen we dit keer in totaal 22 man op en aan de pickup truck te hangen en tot grote verbazing en hilariteit gaat dat prima. Een paar man moet er een beetje buiten aan hangen maar met het sukkeldrafje waarmee het gevaarte zich beweegt is dat ook niet echt problematisch. Na een paar keer er af te zijn gesprongen voor wat te steile bergjes komen we aan op de lunch plek. Hier krijgen we bruin brood met kaas geserveerd van de plaatselijke kaasboerderij. Sterk staaltje Nederlandse export. Je mixt gewoon wat Friese bonte koeien met de lokale beesten en binnen no-time geven ze 15-20 liter melk per dag in plaats van een halve liter. Aangezien de bevolking werkelijk geen flauw idee heeft wat ze met de melk aanmoeten sturen ze maar iemand die verstand heeft van kaasmaken en hopla… kaasboerderij. Niet dat daar iemand op zit te wachten (kaas staat niet op het menu van de plaatselijke bevolking) maar het verkoopt wel lekker aan toeristen. Wat zullen we er van zeggen…


De volgende korte wandeling brengt ons bij het blindeninstituut, waar ze op dat moment bezig zijn met examens. We krijgen een kort verhaal te horen van een van de leraren en krijgen de mogelijkheid om hem wat vragen te stellen over het instituut. De beroepsdeformatie van Karin komt een beetje bovendrijven en naar haar zin veel te snel vertrekken we alweer, waarbij we de helft van de inkopen achterlaten.


Het weeshuis is drie minuten lopen verderop. 35 Kinderen tussen de 0 en 2 jaar, waarvan de moeder is gestorven (maar de vader in veel gevallen nog leeft, alleen moeilijk kan zorgen voor zo’n ukkie) verblijven hier. De kleintjes zijn natuurlijk vertederend en alle dames willen wel een uk meenemen. Aangezien de meeste kinderen uiteindelijk terug gaan naar de familie zien we er toch maar van af. Ook hier laten we inkopen achter, die erg welkom zijn. We laten het geheel met wat gemengde gevoelens achter ons.


De terugweg is weer per pickup, een half uurtje met wederom 22 man in en aan de laadbak. Binnen in de laadbak wordt wat geklaagd over gebrek aan ruimte, maar daar hebben een aantal heren die er buiten aan hangen weinig last van (ja, natuurlijk was Harro 1 van die heren… noot red.). Die avond genieten we van de laatste maaltijd die Alois deze reis voor ons heeft bereid. Op speciaal verzoek (en ja, daar had Karin wat mee te maken) maakt hij eigenlijk alle favorieten nog een keer: o.a. heerlijke salade, gefrituurde aardappelen en zelfs een cake! We bedanken hem en Bernard door met de pet rond te gaan en met een “speech”. Daarna borrelen we nog even na en is het tukkie-tijd.

Dag 6 – Naar Lake Nakuru

Dag 6 – Naar Lake Nakuru


Heerlijk: uitslapen! De wekker ging pas om 8 uur, dus ondanks eerder wakker
worden bleven we lekker liggen. Daarna een warme douche (!), ontbijt en om 9 uur
reden we weg.

Van Thompson Falls Lodge naar het Great Rift Valley View
Point, waar je een schitterend uitzicht hebt over de Rift Valley. Dit is een
vruchtbare scheur in de aarde die ongeveer 500 miljoen jaar geleden is ontstaan.
Op een gammel platformpje schoten we plaatjes en Karin kocht een klein
souvenirtje.

Daarna ging het in vliegende vaart naar Nakuru: langs
lachende en zwaaiende kinderen, langs kraampjes en hutjes, langs velden vol mais
en kool. Veel velden worden dubbel bebouwd: tussen het mais staan
vruchtenboompjes.

Om 11 uur waren we in het centrum van deze eerste
serieuze stad in 6 dagen. Straten, winkels, Internetcafe’s, koffiehuizen…


We posten onze eerste berichten op het net en doken daarna samen nog
even het stadje in: nootjes en chocola en dwalen door de supermarkten. Daarna
waren we in 15 minuten in het park, waar we belaagd door apen de tenten opzetten
en lunchten.

Om half 4 begon de gamedrive. Dit gebied bleek weer heel
anders: een roze lint van flamingo’s langs Lake Nakuru, pelikanen, visarend,
Marabu Storks, bushbucks, buffels en jawel: neushoorns! Verder zebra’s,
gazelle’s, impala’s, bavianen (uiteraard) en twee jakhalzen en een paar
Rothschild giraffe’s. Super! We mochten aan het meertje zelfs een half uurtje de
truck uit: midden tussen het wild. Supergaaf! We sloten het tochtje af met een
uitzicht over het meer.

Terug bij de tent hielpen we Alois met het
schieten van apen met een katapult. Daarna aten we bij het kampvuur terwijl de
buffels op een meter of 20 afstand stonden te grazen en er zelfs een zebra
voorbij rende! Daarna bekaf tukken: heerlijke dag!

dag 20 – Lusotho naar Zanzibar

dag 20 – Lusotho naar Zanzibar

Over deze dag hoeven we eigenlijk weinig te melden. Dit is eigenlijk de enige vervelende en langste reisdag van de hele trip. We starten om 7 uur en hebben om half 4 de ferry in Dar Es Salaam. In de bus is het snikheet, stoffig en erg winderig. In totaal maken we drie korte stops en dat is eigenlijk alles wat betreft de busreis.


In Dar nemen we definitief afscheid van Alois en Bernard die terug gaan rijden naar Nairobi. Wij gaan met de boot naar Zanzibar City. De tocht over een gelukkig doodstille zee duurt 2 uur en levert wel een paar mooie plaatjes op. Prachtig azuurblauw water, palmbomen en witte stranden beloven wat voor de komende dagen.


Om 6 uur komen we aan in het Shangani hotel in het centrum van Stone Town, het oude gedeelte van Zanzibar City.  We regelen nog snel twee excursies voor de komende dagen en gaan dan eten in een tent met de naam Mercury’s (genoemd naar Freddy himself, want die schijnt hier geboren te zijn…). Het eten is er prima, en met name de grote gamba’s vallen bij de meeste mensen goed in de smaak.


Tegen de tijd dat we eindelijk in ons bed liggen zijn we helemaal kapot.

Dag 21 – Dolfijnen op Zanzibar

Dag 21 – Dolfijnen op Zanzibar

Hoewel het diertechnisch misschien niet de meest vriendelijk vorm van toerisme is, besluiten we dat zwemmen met dolfijnen iets is wat we niet willen missen. Van onze groep wil er voor de rest niemand mee en dus sluiten we aan bij een gemixte groep van twee Britse dames (en dan bedoelen we echt heel erg Brits…) een wat ouder Canadees stel en twee Amerikanen. Na een busrit van een uurtje (en een half uur wachten op twee mensen die al een half uur in het busje achter ons zaten) komen we aan bij Kizimkazi, op het zuidelijke puntje van Zanzibar. Het uitzicht maakt de wat rommelige en lange rit gelijk goed: Wuivende palmen, witte zandstranden, warm zonnetje… the works.


We kiezen snel wat zwemvliezen en een snorkel en lopen dan tussen enorme hoevelheden zeeegels door in de richting van onze boot. Een houten gevaarte dat aan alle kanten open is zodat we als het nodig is snel in het water liggen. Na 20 minuten varen liggen we midden in een groep van 9 andere boten. Als een stel idioten worden twee dolfijnen die zo onhandig zijn omhoog te komen opgejaagd door de groep boten. Na 10 minuten worden we er redelijk chagrijnig van en bedenken dat het misschien beter is om de beesten met rust te laten. Onze twee bootsjongens denken er gelukkig hetzelfde over en laten de groep wegvaren en we blijven rustig dobberen. Al heel snel worden beloond als een groep van 6 bottlenose dolfijnen vlak bij de boot omhoog komt. Snel laten we ons in het water vallen en rustig zwemmen we met de dolfijnen mee, die 5 meter onder ons over de bodem zwemmen. Daar zien we ook dat er een moeder met een kleintje bij zit. Werkelijk een fantastische ervaring. Na 10 minuten springen we weer de boot in en varen iets verder waar we dezelfde groep weer tegenkomen. Deze keer is het nog beter: de dolfijnen zwemmen vlak onder ons door en komen tussen ons omhoog. Harro zit er zo tussenin dat hij er bijna tegenop zwemt. Schijnbaar ongestoord zwemmen ze verder en na een minuut of 10 houden wij het ook voor gezien (mede omdat iedereen toch aardig buiten adem is… probeer maar eens een dolfijn bij te houden.) Een eindje verderop gaan we rustig wat snorkelen en zien daarbij zeesterren, zeeegels, en massa’s gekleurde vissen. Het is net echt.


Na een korte luch en een nog rommeligere terugrit komen we rond 4 uur weer in ons hotel aan. Die  avond eten we samen met Nicole bij Sweet Easy, een Afrikaans/Thais restaurant in de buurt, verhoudingsgewijs erg prijzig, maar wel erg lekker.

Dag 7 – Lake Baringo

Dag 7 – Lake Baringo


Vroeg op en tenten opruimen en daarna gamedrive van 1/2 7 tot 11 uur. De andere
kant op langs het meer, door kreupelhout en en bos en maar af en toe een blik op
het meer. We zien tot drie keer toe de zwarte neushooorn (wit / zwart: eigenlijk
komt wit van wijd van de bek. Dat werd in het Engels white en daarom werd de
andere neushoorn maar zwart!). Vooral de laatste ontmoeting was een unicum voor
wat betreft de afstand: behoorlijk dichtbij! Verder zien we veel giraffes met
kleintjes, wrattenzwijnen, veel gazelles en impala’s en eindeloos veel (enorme)
vogels. Gieren (3 soorten), “go-away” birds en nog heel veel anderen.

We
genieten, vooral ook van het landschap en na een laatste stop bij de flamingo’s
en een toiletstop (in het park, in een echte doos!) nemen we afscheid van Lake
Nakuru. Tenten inpakken, lunchen (een inmiddels vast ritueel met salade, brood
en fruit en daarna afwassen en droogwapperen: de wapperende mensen blijven
hilarisch) en na een korte boodschappenstop in Nakuru gaat de rit door een
steeds droger wordend landschap naar Lake Baringo.

Nadat de tenten zijn
opgezet aan het meer, waar het stikt van de muggen (prima malaria gebied) en
waar we gewaarschuwd worden voor nijlpaarden en krokodillen, kunnen we zwemmen
of wandelen. Hoewel het erg warm is besluiten we te gaan wandelen. De benen
strekken en iets van de omgeving te zien!

We krijgen er geen spijt van:
gids Peter weet veel en vertelt in uitstekend Engels 100-uit. Hij laat ons met
Mozes (wiens handen onder de littekens zitten van schorpioenen en slangebeten)
een rockviper zien en twee soorten erg giftige schorpioenen, eindeloos veel
vogels, bijenkorven, en een joekel van een termietenheuvel.

Het
landschap is rotsachtig en droog en we kijken tegen de rand van de Riftvalley.
De ondergaande zon zet alles in een prachtige gloed en als we om half 7 terug
zijn vertellen wij 100-uit. De thuisblijvers hebben nijlpaarden gezien bij het
zwembad en zijn net zo enthousiast.

Het eten smaakt prima (ondanks wat
darmklachten bij K) en om half 10 duiken we bekaf de tent in. Het is warm. ‘s
Nachts horen we nijlpaarden vlakbij: ze grazen om de tenten en roepen naar
elkaar. Wat een land: heerlijk!

Dag 22 – Spice Tour en Snorkelen

Dag 22 – Spice Tour en Snorkelen

Als je op Zanzibar bent kom je er eigenlijk niet onderuit: De Spice Tour. Al lange tijd geleden werd Zanzibar ontdekt als kruideneiland en heeft het eiland jaren lang bestaan van de kruidenhandel met met name handelaren uit India en het Midden-Oosten. De Islamitische en Indiaase invloeden zijn op het eiland nog erg goed zichtbaar, met name gedurende de tijd van de Ramadan, waar we nu in zitten. Elke ochten worden we gewekt bij zonsopgang en na zonsondergang wordt er overal op straat eten verkocht. Ook de kledingvoorschriften zijn wat strenger dan normaal. Blote knieen en schouders zijn uit de boze, alleen jammer dat er altijd wel een paar toeristen zijn die zich nergens weten aan te passen.


Maar goed: Spice Tour dus. Met een groep van 8 man vertrekken we rond 9 uur in de richting van de eerste spice farm. Onderweg komen we langs het Livingston House en bekijken we de ruine van een oud paleis van een van de Sultans van het eiland. Op de spice farm zien we onder andere hoe kruidnagels, gemberwortels, koenjit (kurkuma), pepers, vanille, kaneel, citroengras en kardamon groeien. We mogen alles ruiken en proeven en krijgen zelfs drie verschillende soorten (kruiden-)thee aangeboden. Na het verplichte souvenir shoppen zien we nog hoe een knul binnen luttele seconden een 15 meter hoge palmboom inklimt en terugkomt met een aantal kokosnoten. Terwijl wij genieten van vers kokossap en kokosvlees, worden we vermaakt door een aantal van de jongens die werkelijk van alles van palmbladeren vlechten: Van boodschappentassen en stropdassen tot kikkers.


Bij de tweede spice farm stoppen we nog kort om te zien hoe koffie en nootmuskaat groeien.


Daarna is het gelukkig tijd voor water, de temperatuur is ondertussen opgelopen tot zo’n 34 graden en het zonnetje brandt aardig. We gaan snorkelen en een bezoek brengen aan ‘Prison Island’ (Klinkt spannender dan het is, er heeft nog nooit een gevangene gezeten; wel wat gele koorts patienten). Tijdens de eerste ronde snorkelen hebben we prachtig zicht, veel vissen en prachtig koraal omgeven door zeesterren en anemonen. Van het snorkelen de dag ervoor hebben we ondertussen geleerd dat het snorkelen met een T-shirt toch echt een beter plan is en na een half uurtje zetten we koers naar het eiland. Daar ontmoeten we de enige spannende inwoners van het eiland: een grote kolonie reuzeschildpadden, waarvan de meesten meer dan 100 jaar oud zijn. Deze op zich vriendelijk kolossen zijn duidelijk gewend aan mensen en kunnen venijnig hissen en happen als je ze geen spinazie voert. We lunchen aan boord van de boot (fruit, want het blijft Ramadan) en gaan als klap op de vuurpijl nog een rondje snorkelen.


Moe maar voldaan zijn we om 5 uur bij het hotel, en na een korte douche gaan we met z’n tweeen een hapje eten. Tassen pakken en dan is het alweer tijd om naar bed te gaan.

Dag 23 – Terugreis

Dag 23 – Terugreis

De laatste dag begint redelijk vroeg. Iedereen verzamelt rond half 9 voor het
ontbijt. Het is een vreemd om, met de zon, de blauwe zee en de wuivende palmen
op de achtergrond, te bedenken dat we over 24 uur weer in Nederland zijn. We
besluiten het beste uit deze laatste dag te halen. Dat doen we om te beginnen
met een welgemeend bedankje voor Nicole, die nog wel met ons op de boot mee
terug gaat naar Dar, maar er vanavond tijdens het eten niet meer bij is. Ze kan
meerijden met een andere reisleider naar Nairobi, wat wel zo veilig en goedkoop
is. We nemen dus nu vast afscheid.


Daarna gaat ieder zijns weegs. Wij besluiten nog wat van Stone Town zelf te
gaan bekijken en doen dat om te beginnen door het “Nationaal” Museum van
Zanzibar te bekijken. In een oud paleis is kleding en gereedschap te zien, naast
veel informatie over het eiland, de taal, de geschiedenis en zelfs een complete
van tekeningen nagebouwde dow, waarmee vorige eeuw handelsreizen tot in India
werden uitgevoerd. Hoewel kleinschalig en èrg benauwd, geeft het wel een leuk
beeld van de roerige geschiedenis van het eiland.


Daarna nemen we nog een kijkje in het Arabisch Fort dat een stukje verder nog
overeind staat, al is er weinig meer te zien dan wat muren en een soort podium
waar tegenwoordig voorstellingen worden gehouden. Vervolgens laten we ons
verdwalen in de smalle straatjes van de stad. We komen langs prachtig bewerkte
houten deuren (waar Stone Town beroemd om is), langs eindeloos veel kleine
winkeltjes (steeds minder toeristisch als we dieper het labyrint in verdwijnen)
en krijgen onverwachte kijkjes in het dagelijks leven van de mensen. Zo komen we
langs een soort dokterspraktijk waar de mensen tot op straat in rijen zitten te
wachten en zien we een slagerij waar de koeien en schapen op straat hangen.


Na een tijd dwalen zoeken we verkoeling en lunch bij een echt Italiaans
restaurantje aan het water. Het eten is er uitstekend en we eten een kleine
pizza met een groot glas fris erbij. We komen langzaam bij van de hitte en
genieten, met een boek erbij nog een uurtje van het uitzicht op het helderblauwe
water.
 
Al te vroeg is het tijd voor de boot en na een hobbelige
terugvaart, waarbij iedereen zijn best doet z’n eten binnen te houden, komen we
aan in Dar waar we afscheid nemen van Nicole. Karin wordt door haar tot
interim-reisleidster gebombardeerd en krijgt papieren en geld mee voor het
restaurant en de taxi. We eten in restaurant Sawadee, een Thais restaurant op de
9e verdieping van een enorm hotel. We hebben een prachtig uitzicht op de stad en
de haven en met de volle maan erbij wordt het bijna onwerkelijk. Het eten is erg
lekker en het personeel doet enorm z’n best om ons op tijd weer weg te krijgen,
zodat we ons vliegtuig halen. De taxi-man is bijna roerend netjes en heeft
keurig op onze spullen gepast.
 
We zijn ruim op tijd voor ons
vliegtuig, maar daar wacht ons een nare verrassing. Twee van onze
mede-passagiers blijken niet op de lijst te staan en kunnen door overduidelijke
overboeking, niet mee terug! Karin pleit en smeekt bij de KLM-mevrouw en belt
uiteindelijk met Nicole die telefonisch haar best doet. Het mag niet baten: de
beide heren mogen niet mee!


Met een katerachtig gevoel en met last van de hitte stappen we uiteindelijk
het vliegtuig in. Harro valt natuurlijk meteen om zodra hij op zijn stoel zit.
Karin heeft een wat minder goeie nacht, maar uiteindelijk landen we ruim voor
tijd op Schiphol. Zo op tijd dat we al buiten staan met onze tassen als Eveline
en Martijn met de auto komen voorrijden! Bekaf, maar helemaal vol van verhalen
rijden we terug naar Leiden. Het duurt uiteindelijk nog zeker een week voor we
weer gewend zijn. Het avontuur zelf zal ons zeker bijblijven: we zijn
ongelooflijk onder de indruk van deze prachtige landen vol contrasten.

Dag 8 – Lake Baringo en Kerio Valley.

Dag 8 – Lake Baringo en Kerio Valley.


Vroeg op opnieuw en snel tenten uitruimen, want na een snackje worden we
om 7 uur bij de bootjes verwacht voor een tochtje over het meer. Met 6 man in
kleine bootjes varen we eerst langs de kust, waar we ijsvogeltjes zien (2
soorten), ibissen, reigers, wock-hyraxes, een varaan, krokodillen en ooievaars.


We genieten van het uitzicht, de wind en het water. De gids koopt wat
vis bij een visser in een miniscuul bootje, die levend wordt volgepropt met
balsahout om te blijven drijven. Daarna snellen we naar een eilandje om een
visarend (blijkt later een zeearend te zijn!), te voeren. Spectaculair!


Daarna treffen we aan de meerrand uiteindelijk een groep van 8
nijlpaarden, waaronder twee kleintjes! Het grote mannetje neemt zijn taak om de
kleintjes te verdedigen erg serieus en valt ons aan! Hij spingt tot 2 keer toen
omhoog (nijpaarden zwemmen niet maar lopen over de bodem) vlakbij de boot.
Iedereen schikt zich gek, maar het is ook een machtige ervaring om zo dicht bij
te zijn! We sluiten af met krokodillen, wel 8 stuks bij elkaar en hoewel we wat
te laat terug komen (het is al 10 uur in plaats van 9 uur) zijn we het er over
eens dat het een van de hoogtepunten van deze reis is.

De reis gaat nu
naar Kerio Valley, via een stop in Kabernet, een klein plaatsje hoog op de
bergwanden van de valley. We mogen even ronddwalen als Alois boodschappen doet
en we hebben ons nog nooit zo wit gevoeld. Iedereen staart ons na en mensen zijn
zeer gereserveerd. We dwalen over een marktje waar stapels kleding liggen die er
verdacht uitziet als de spullen die we zelf regelmatig in van die
kledingcontainers dumpen. Voor de rest verkoopt men groente, fruit en allerlei
graansoorten, poetsen ze je schoenen en verkopen gebakken maiskolfen.


Ook uniek zijn de slippers gemaakt van autobanden en olielampjes van
oude blikjes. De hordes kinderen in schooluniformen zijn buitengewoon
geinteresseerd, met name in de beelden van een videocamera en de pinda’s die
worden uitgedeeld. We voelen ons echt een bezienswaardigheid tussen alle mensen.


Na de korte stop rijden we door en staan zo’n 20 minuten later naast de
kant van de weg met een kapotte voorband. Alois en Bernard gaan met behulp van
een paar mensen als een stel gekken aan de slag om er een een nieuw wiel op te
gooien en binnen no time zijn we weer op weg.

Een uur later staan we op
een zeer relaxte camping met een spectaculair uitzicht op de Kerio Valley. Warme
douches, een wc die je kan doortrekken en een bar met koud bier… Veel beter
kan de dag niet meer worden. Na spaghetti rond het kampvuur is iedereen aardig
op en duiken we onze tenten in. Dit keer diep in de slaapzak gekropen want het
is toch aardig fris op deze hoogte.

Reisroute

Reisroute





Dag 01 vlucht naar Nairobi met KLM
Dag 02 Mount Kenia
Dag 03-04
Samburu
Dag 05 Thomson Falls
Dag 06 Nakuru Park
Dag 07 Lake Baringo

Dag 08-09 Kerio vallei
Dag 10 Kisii
Dag 11-12 Lake Victoria
Dag
13-14 Serengeti park
Dag 15-16 Olduvai gorge, Ngorongorokrater
Dag 17
wandelen of fietsen Manyara, Arusha
Dag 18-19 Usambara mountains
Dag
20-22 Zanzibar Stone Town
Dag 23 -24 avondvlucht naar Amsterdam


Dag 9 – Kerio Valley

Dag 9 – Kerio Valley


Vandaag is het een beetje lui programma. Het is de bedoeling dat iedereen
even bij kan komen van de afgelopen dagen. In de ochtend staat voor de
liefhebbers een stevige wandeling gepland die zo’n 4 uur moet gaan duren. De
andere groep doet een kortere wandeling van zo’n 2 uur.



De wandeling start in de ochtend in de richting van de vallei, waarbij we worden begeleid door een gids
die opgegroeid is in de omgeving. We lopen via een kleine grot, een kauwgomboom
en een lijmboom in de richting van een waterval vanwaar we een schitterend
uitzicht op de vallei hebben.



We lopen langs diverse velden en zien onder andere koffieplanten en vooral veel maisvelden. Karin blijft ‘s ochtend bij de tent en doet lekker rustig aan met wat theeleuten en een paar telefoontjes.



In de middag is het lekker luieren, waarbij sommige mensen nog een boerderij
gaan bezoeken. Wij houden ons met name bezig met het redden van ons wasgoed van
een aantal kleine buien die voorbij trekken. Die zien we gelukkig al van verre
aankomen als het door de vallei raast.



Aan het einde van de dag maakt Alois een complete Afrikaanse maaltijd voor ons, onder andere met geroosterd vlees, zoete aardappelen etc. Volgegeten en moe duiken we heerlijk relaxed ons tentje
in!

Dag 10 – Kerio Valley naar Kisii

Dag 10 – Kerio Valley naar Kisii


Dag 10 is een lange reisdag. Vanaf de camping trokken we een steeds
vruchtbaarder wordend landschap in. Het was koud in de truck, maar gelukkig
breekt halverwege de ochtend de zon door. Het wordt warmer, maar ook steeds
groener: Suikerriet, mais, koffie en vooral veel theevelden.

We lunchen midden
tussen de theevelden, omringd door nieuwsgierige kinderen. Rond 4 uur komen we
bij de missiepost in Kisii aan, waar iedereen een eigen kamer heeft. Wel delen
we het sanitair en ondanks een koude douche bij de dames blijkt het een prima
overnachtingsplek.

In de avond eten we een slap aftreksel van het eten dat Alois
de avond daarvoor voor ons heeft gemaakt, en we duiken (bekaf van de lange
reisdag) om 10 uur ons mandje in. Onder een klamboe en in een lekker schoon
bed.

Vliegreis en aankomst.

Vliegreis en aankomst.


We starten keurig op tijd op Schiphol in een prachtige nieuwe Boeing 777. Heel
fijn is het eigen keuzemenu in films: alle nieuwe films starten wanneer je wilt
en een zeer ruime keuze. Harro dondert natuurlijk gelijk weer in slaap, maar dat
weten we ondertussen. Na 8,5 uur landen we in Nairobi waar we worden opgewacht
door Nicole, onze reisleidster. Snel wat geld wisselen en op weg naar het Silver
Springs hotel. Een half uurtje rijden door Nairobi en dan komen we aan. Een
eerste briefing en een koud biertje sluiten de dag af.

Dag 11 Grens – Van Kisii naar Speke Bay

Dag 11 Grens – Van Kisii naar Speke Bay


Vandaag beginnen we met uitslapen tot wel zeven uur! Althans, tot half zeven
want om zeven uur moeten we klaar staan voor het ontbijt en moeten de spullen
alweer in de truck zijn geladen. We beginnen wel met een stevig ontbijt met
roerei en worstjes op toast, een glas vreselijke zoete vruchtensap (waarbij tot
op heden nog niet duidelijk is wat het nou was) en een kop koffie annex thee.


Het weer is schitterend, strakblauwe lucht en al erg vroeg warm. De eerste stop
is vlak na Kisii, bij een zeepsteenwinkeltje waar we souvenirs kunnen kopen.
Buiten zijn mensen aan het werk met het hakken en polijsten van het zeepsteen
dat hier in de buurt wordt gedolven. De meeste zeepsteen-dingen die we zien zijn
beesten, maar ook zitten er abstractere dingen tussen die je niet zo snel
verwacht in een souvenirwinkeltje.

Nadat iedereen fors heeft ingeslagen en de
nodige moeite heeft gedaan om van het Keniaanse geld af te komen rijden we
door richting de grens. Het wachten begint aan de Keniaanse kant, bij het
uitchecken. Redelijk snel rijden we verder om in te kunnen checken bij de
Tanzaniaanse douane. Iets gaat er te goed want binnen drie kwartier zijn we weer
onderweg. Gelukkig wordt het dan tijd om geld te wisselen waar we een slordige
twee uur in de truck mogen wachten om er dan achter te komen dat….

Dag 12 – Speke Bay

Dag 12 – Speke Bay


Deze dag begint met echt uitslapen: Om negen uur staat ons ontbijt klaar en vreemd
genoeg lukt het ons ook nog om tot een uur of acht te blijven liggen. Daarna een
warme (althans; bijna warme) douche een een heerlijk ontbijt.

Om tien uur
verzamelen we bij het strand om met een aantal vissersboten naar een dichtbij
gelegen vissersdorp te worden gebracht. Na enig geklauter, zitten we droog in de
boten en worden we met drie roeiers, die het redelijk zwaar hebben, per boot
weggebracht. Het tempo is zeker niet hoog maar het is heerlijk om lekker op het
water rond te dobberen.

We krijgen een begeleide tocht door het dorp,
waar we niet mogen fotograferen volgens geldende afspraken met de dorpsoudste.
Erg jammer, want het is toch een vrij pittoresk gebeuren.

We dwalen wat
rond in het dorpje, tussen lemen hutjes met strooien daken, langs de vishandel
(een tafel met zes vissen) en langs de fietstaxi’s (waar je voor een miniem
bedrag kilometers achterop mag zitten). De kinderen stormen op ons af en voor je het
weet wandel je het hele dorp door met een koter aan je hand (of twee, of
drie…)

Na drie uur komen we terug en vrijwel iedereen duikt de bar in,
nog onder de indruk van het zingen van de vissers op de terugweg. Na een late
lunch zoeken we de schaduw op, op het terras van de bar met een een drankje en
een boekje waar we genieten van het enorme vuur een eind verderop (velden
affakkelen).

Aan het einde van de dag genoten we van een prachtige
zonsondergang en haalden onze was op (schone onderbroeken) en om 8 uur stond er
een heerlijk verse tilapiafilet voor ons klaar, met gefrituurde aardappelen,
bloemkool en worteltjesstoof en vers fruit toe. Na een douche (haren wasen,
scheren, poedelen) en een laatste wijntje doken we ons bed in.

Dag 2 – Mt. Kenia

Dag 2 – Mt. Kenia


Na een beetje onrustige en vooral korte nacht was het tijd voor de eerste echte
reisdag! We genoten nog even van de warme douche en na een kort, maar erg luxe
ontbijt en kop koffie en thee, moesten alle spullen de truck in. Dat viel nog
niet mee: wennen aan het reisgezelschap, aan de ruimte (of het gebrek daaraan)
en aan het feit dat alles anders is, ruikt, smaakt en voelt. Harro zat samen met
Sander, een van de andere jonge gasten, direct boven op de truck om de zware
tassen bovenin te tillen. Na een hoop proppen, bijgestaan door chauffeur Bernard
en kok Alois, en het oprollen van de zeilen waardoor we een open truck werden,
gingen we op weg.

De route was fascinerend. We hadden allebei het gevoel
dat we in een documentaire van Discovery Channel terecht waren gekomen. Via de
buitenwijken van Nairobi, reden we langzaam het echte Afrika binnen. Rode aarde,
akkers en overal hutjes en huizen. Veel vuilnis ook langs de kant van de weg en
overal kuddes vee: schapen, koeien, geiten. Iedereen keek de ogen uit en hoewel
de truck erg winderig is achterin, is het heerlijk om hoog te zitten met een
geweldig uitzicht.

Na een korte koffiestop onderweg (waarin we kennis
maakten met de eerste souvenirverkopers…) kwamen we rond 1 uur aan bij de
eerste campsite, aan de voet van Mt. Kenia. Alois begon meteen aan het
klaarmaken van de lunch. De rest van het gezelschap (wij dus) begonnen aan het
opzetten van de tenten. Dat viel voor een aantal mensen niet mee: het was voor
hen de eerste keer kamperen. Harro stond de ongeoefenden bij en Karin ruimde de
tent in: toch lekker om al vaker en ook samen gekampeerd te hebben!

Na
een handje helpen met het snijwerk, stond er in no time een heerlijke lunch
klaar. Brood, salade, fruit: dat beloofde wat voor de rest van de reis! Al na 1
lunch wilden we Alois wel mee naar huis nemen! Het (af)wassen voor en na een
maaltijd zou al snel een ritueel worden: handen wassen, eten, afwassen en het
droogwapperen van de spullen, omdat dat hygienischer is dan met een handdoek.

Na de lunch konden we mee wandelen en omdat het een korte wandeling beloofde
te worden, ging ook Karin mee. Onder begeleiding van een gids liepen we mee de
bossen en velden aan de voet van Mt. Kenia in. De gids vertelde over de bomen en
struiken, liet ons vogels en olifanten- en hyraxsporen zien en als klap op de
vuurpijl zagen we Franje-apen!

Terug bij de camping snel naar de wc (een
luxueus gat in de grond) en vervolgens goed in de gaten houden of de bavianen
niet je spullen jatten. Alois ging ze te lijf met een katapult. We konden lekker
blijven zitten, want Alois was al bijna klaar met het eten. We aten heerlijk
(pasta) en na een wijntje bij het kampvuur ging het licht uit. We sliepen om
half 10!