Woensdag 31-08 – van Entebbe naar Kitgum

Woensdag 31-08 – van Entebbe naar Kitgum

Het is nog donker als we wakker worden, maar het begint te schemeren als we naar de ontbijtruimte lopen. De kamers liggen rondom een tuin. Er groeien kleurige planten en bloemen, er loopt een familie parelhoentjes door de tuin, de zon schijnt en de palmbomen wuiven in de wind. We halen eens diep adem, zetten de koude douche van ons af, en schuiven aan het ontbijt aan. Een eitje in allerlei varianten, banaantje, voor Karin een pannenkoek, thee, een sapje… prima ontbijtje en gelaafd stappen we rond 7 uur in de enorme landcruiser die ons de komende weken gaat vervoeren, gereden door chauffeur Norbert.

Het allereerste stukje van de route is meteen schitterend. Mistflarden trekken op tussen de bomen aan de rand van het Victoriameer, de zon spiegelt op het water en we rijden tussen de kleurige huizen en winkels, vaak gratis geschilderd (en soms gebouwd) door grote bedrijven, als je bereid bent hun reclame op jouw huis te hebben. Van Entebbe zijn we zo in Kampala, de drukke hoofdstad van Uganda. We nemen een route door de buitenwijken, omdat de route door het centrum op drukke dagen zomaar 1 of 2 uur kan duren. Nu gaat het sneller, zelfs zo snel dat Esther verbaasd is. We schieten lekker op!

Buiten Kampala wordt het rustiger. En nog groener! Anders dan bijvoorbeeld buurland Kenia, is Uganda het hele jaar door groen en dat komt natuurlijk door alle regen. Ook wij kunnen op deze reis wel wat buien verwachten, zo aan het eind van het droge en begin van het regenseizoen, maar het is afwachten hoeveel: de seizoenen zijn de laatste jaren volkomen in de war, zo zijn Esther en Norbert het eens. Afwachten dus maar, nu is het in ieder geval stralend weer.
Om 11 uur, een uur eerder dan verwacht, komen we aan bij Ziwa Rhino Sanctuary. Op deze plek wordt sinds 2005 een groeiende groep neushoorns gehouden, die uiteindelijk teruggaan de wildparken in, zodat Uganda de sinds 1982 uitgestorven neushoorn terugkrijgt. De neushoorns worden 24 uur per dag door rangers gevolgd, waardoor ze inmiddels behoorlijk aan mensen zijn gewend. Dat was in het begin wel anders verteld onze wandelgids: hij zegt dat hij het aantal bomen waar hij in moest klimmen niet meer kan tellen. Nu gaat het goed en gelukkig is er nog nooit een toerist aangevallen. We mogen dus mee, al moeten we nog wel even een papiertje tekenen dat als ons iets gebeurd het werkelijk niemands schuld is behalve die van onszelf. Vooruit. We kunnen.

We rijden een klein stukje en daarna gaan we de bush in. We wandelen achter onze gids aan en al na 5 minuten zegt hij: we zijn er bijna. En terwijl hij rustig blijft praten en zijn collega-gidsen groet, wandelen we richting twee bruine rotsen, die bij nadere beschouwing geen rotsen zijn, maar neushoorn Bella en haar bijna twee jaar oude jong met een ingewikkelde naam! Met open mond staan we te kijken als Bella overeind komt, maar na een paar minuten weer gaat liggen en alleen af en toe haar oren beweegt. Het jong is niet overeind gekomen. En op een meter of 25 afstand staan we te genieten van deze enorme joekels. Daarna door naar de volgende dikhuid. Een groot en indrukwekkend mannetje dat rustig in de bosjes omhoog komt en daarna weer gaat liggen. Na een aantal foto’s en wat extra uitleg en sterke verhalen van de gids lopen we weer terug naar het kamp voor een lunch en een show. Een paar rangers, een stevige Zuid-Afrikaanse tante en een man die de huid vol gescholden wordt omdat hij zich via e-mail voordeed als iemand anders. Hij wil niet toegeven en wordt afgevoerd door de politie. We zitten er ongemakkelijk bij: de dame schreeuwt bijna en behandelt de man enorm denigrerend.  Als onze lunch op is, gaan we er haastig vandoor.

Daarna moeten we nog uren rijden. We verlaten in de buurt van Murchison Falls de verharde weg en rijden verder op een rode kleiweg, die gedurende de middag steeds slechter wordt. Chauffeur Norbert hangt een kruis om zijn nek en heeft het duidelijk zwaar. Hij rijdt geweldig, maar de wegen zijn echt heel slecht en het is een lange, lange dag. Onderweg stoppen we af en toe langs de weg voor ‘pee’ (achter een bosje, bij voorkeur als er niemand in de buurt is en als het even kan niet in iemands veldje zonnenbloemen of mais). Verder kopen we onderweg wijn in (alles dat je wilt gebruiken in Kidepo moet je bij je hebben) en verder rijden en rijden we maar. Karin heeft twee nachten slecht geslapen en dommelt regelmatig weg, twee keer zelfs een heel uur.

Aan het einde van de middag begint het ook nog te regenen en Norbert kiest eieren voor zijn geld. Hij kiest een kortere route, die normaal heel slecht begaanbaar is, maar nu beter en sneller blijkt dan de hoofdweg! Uiteindelijk komen we rond 7 uur aan in Kitgum, bij het Bomah Hotel. Norbert is bekaf en vertrekt meteen naar zijn hotel, een stukje verderop. Wij knappen ons een beetje op en eten daarna een rijst met kip hap in het hotel. Halverwege pakken we ons boeltje op: de boom houdt ons niet meer droog en we verkassen naar de veranda. Daar zitten we nog maar net als de hoosbui echt losbarst. Bij de eerste donderklap geeft de generator het op en komt Karin’s lampje goed van pas! even later springt de generator weer aan en eten we in het ‘knusse’ tl-licht ons eten op. Om 9 uur houden we het voor gezien: ook wij zijn bekaf en we rollen onder een zorgvuldig ingestapte klamboe, ons mandje in. ‘s Nachts worden we nog een keer wakker door een tweede donder- en hoosbui. We draaien ons nog eens om en dromen van zon op de groene Ugandese velden…

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.