Maandag 5-09 – Murchison Falls NP

Maandag 5-09 – Murchison Falls NP

We beginnen er al bijna aan te wennen: om 6 uur zitten we aan het ontbijt, na even onze kop onder de kraan gestoken te hebben. Het is wat Esther een ‘simple’ breakfast noemt: bammetjes, beleg, koffie, thee, vers fruit en gekookte eitjes. Afijn: als we elke dag zo ‘simple’ zouden eten, zouden we dichtgroeien! We voelen ons al erg ervaren als onze nieuwe reisgenoten nog wat onwennig aanschuiven.
Stipt 20 over 6 zitten we in de auto en rijden we naar de ferry… waar we nog 20 minuten moeten wachten, maar op deze mannier passen we er tenminste op. Anders moeten we nog bijna een uur wachten en dat zou best jammer zijn. Het weer is erg goed en we prijzen onszelf gelukkig. Kom maar op met die beesten.

En als we overgestoken zijn en gids Sarah ons is komen versterken (hilarisch mens trouwens, die de dames betrekt in haar man-onvriendelijke, maar erg leuke grapjes), komt het goed met het wild. We worden getrakteerd op olifanten (van heel dichtbij: de telelens kan af en toe niet ver genoeg uitzoomen!), giraffen, buffels, schattige oribi’s (waarvan er eentje zeker een minuut verstijfd van angst voor de auto bijft staan, zich dan zo snel omdraait dat hij omvalt en er vandoor rent) een indrukwekkend gevecht tussen twee mannetjes-Kobs (dat minutenlang doorgaat) en een heel aantal prachtige vogels. Zo zien we een knalblauw ijsvogeltje (woodland kingfisher) en een grijs ijsvogeltje (greyheaded), een visarend recht boven ons in een boom, twee soorten ‘trappen’ (ja dat zijn echt vogels), een sperwer (black shouldered kite), bijeneters (de northern carmine en de kleine bijeneter), zwaluwtjes, een bateleur (een soort roofvogel) en nog een paar vogels die erg indrukwekkend voorbij komen vliegen, maar waarvan we de namen niet meer weten. We genieten: vooral Martijn komt helemaal aan zijn trekken met als die ‘voogjes’! Ook nu is het landschap weer indrukwekkend mooi en tussen de beestenstops door, genieten we van het uitzcht. Staand in de jeep, de Afrikaanse wind door je haren: het is een onvergetelijke ervaring.

Om 11 uur hebben we opnieuw de ferry en binnen no time zijn we weer in het kamp. Daar vervroegen we onze lunch samen met Gerrit en Ivon naar 12 uur, maar dat is natuurlijk vragen om ellende… Ondanks dat we de juiste bonnetjes uit de stapel halen en aan de man achter de bar geven krijgen Gerri en Ivon lunch… en Tjerk en Anke onbedoeld ook, die daardoor uit hun tent worden gevist. Karin praat zich de blaren op haar tong om uit te leggen wat nu wel de bedoeling was, met als gevolg dat wij om kwart over 12 ook lunch hebben. Een gisteravond bestelde sandwich (met tonijn) gaat er wel in.

Na de lunch zitten we in de hitte van de dag in de schaduw van de open bar, genieten van het wervervogeltje dat kruimels komt stelen en werken aan het verslag. Internet is dun gezaaid maar zo zijn we er in ieder geval klaar voor als het onverwacht langskomt.

Om 2 uur zijn we klaar voor de boottocht. Norbert en Bakker (spreek uit: Bekker, de andere chauffeur) brengen ons weg. De boot is ‘dubbeldeks’ en we verzamelen ons ondanks de inmiddels dreigende lucht, op het bovendek. De boot loopt vol met andere groepjes en rond kwart over 2 is iedereen aan boord en gaan we weg. Deze tocht gaat naar de watervallen (Bottom of the Falls Trip) en duurt ongeveer 3 uur. En daarna gaan we klimmen!
Maar zover is het nog niet: eerst varen we langzaam stroomopwaarts langs de oever van de Nijl. Een heel andere Nijl dan Karin in Egypte zag: alles is groen, het stikt van de vogels en andere beesten en de hitte is vochtig in plaats van droog. We zien weer van alles: olifanten, nijlpaarden, krokodillen, een bontbekooievaar, een visarend in het water, bosbokjes, waterbokken, heel veel zwart-witte ijsvogels (de pied kingfisher), wrattenzwijntjes, nijlganzen (duh… ze noemen ze hier overigens Egyptian Geese) en nog allerlei kleine vogels die op en langs het water leven.

Gelukkig blijft het ondanks het dreigende onweer in de verte op een paar spetten na, droog en we genieten van deze weer heel andere manier om het landschap en de beesten te bekijken. Rond half vijf ronden we een bocht in de Nijl en ineens zien we de watevallen. Met donderend geweld storten enorme hoeveelheden water zich door een nauwe kloof een meter of 50 naar beneden. Een indrukwekkend gezicht en wij gaan ernaar toe klimmen. Als een deel van de mensen zich heeft laten fotograferen op een rots met op de achtergrond de watervallen, legt de boot kort aan bij een uitstekende rots en klimmen we met onze groep en met een aantal Australische jongeren, van boord. Deze jongens verzuchten duidelijk hoorbaar ‘oh no, not behind those guys, then we have to wait for ages’ en rennen ons voorbij.

We kijken elkaar aan en lopen gevieren de rest van de groep voorbij. Ivon voorop (die gaat als een speer) en de mannen voegen zich achter Karin. En het is een pittige tocht. Na een meter of 200 klimmen, komt Ivon, die nog steeds achter de Australiers loopt, met die jongens een gids tegen, die vraagt of zij ‘ that group’ zijn. Oh nee, zeggen de jongens ‘ those old guys are back there’, draaien zich om en kijken tegen een vriendelijk lachende Ivon aan, terwijl wij er zo’n 50 meter achter blijken te zitten. Ze schrikken zich ongelukkig en weten niet hoe snel ze weg moeten komen. Als we uitgelachen zijn (en vergenoegd hebben vastgesteld dat we wel ons Nederlands / Vlaamse peleton leiden) wandelen we verder. Het is snikheet en we lopen leeg, maar langzaam maar zeker komen we verder en hoger.
Bij het eerste uitzichtspunt komen we de Australiers tegen, die stoicijns doen of ze ons niet zien en genieten we van een close-up van de watervallen. Het blijken er twee, waarvan er een een jaar of 10 geleden na een enorme stortvloed is ontstaan, toen de oorspronkelijke watervallen de watertoevoer niet meer aankonden. Als de rest van onze groep aankomt zijn wij net weer zo’n beetje klaar om te gaan. We vertrekken en laten ook de Australiers achter. Die blijken we uiteindelijk pas de volgende middag bij de lunch weer te zien…

Uiteindelijk zijn we na een groot aantal trappen of steile heuvels (waarbij we onszelf omhoog trekken aan boomwortels of stalen hekken), prachtige uitzichtspunten en veel zweetdruppels later, na ongeveer 40 minuten aan de top van de waterval (na er overigens eerst ver bovenuit geklommen te zijn). Het water sproeit als een fijne mist door de kloof en we kunnen als we zouden willen helemaal tot aan het randje lopen. Dat doen we niet: we blijven ruim achter het bord dat aangeeft dat hier wel ver genoeg is. Wat een geweld…

Als we klaar zijn met genieten wandelen we het laatste stukje verder en komen als eerste aan bij Esther, Norbert en Bakker, die ons opwachten met verse ananas. Die suikers gaan er wel in! We blijken er alles bij elkaar ongeveer een uurtje over gedaan te hebben en na vijf kwartier druppelt de rest binnen. Als iedereen ananas heeft gegeten en we de bestelling voor het eten hebben doorgegeven (ervaring heeft Esther geleerd dat ze beter vroeg kan doorbellen, zodat je ook echt om half 8 eet als je dat graag wilt, in plaats van ‘ergens tussen kwart over 8 en 9 uur’) vertrekken we voor de laatste 36 kilometer rijden naar de campsite. Onderweg stopt Norbert nog voor een kudde buffels die ligt te badderen in een modderpoel en werkelijk van onder tot boven onder de modder zit. Helemaal vrolijk komen we aan op de campsite, waar we eerst maar eens onze verhitte en bezweette lijven afspoelen onder de koude douche. Daarna eten we een hapje, drinken nog wat, betalen de rekening (ongeveer 18 euro p.p. voor 2 diners, 2 lunches en alle drankjes: een fortuin naar plaatselijke maatstaven).
Terug op de campsite willen we eigenlijk nog even tanden poetsen, maar als we richting kraan lopen horen we dichtbij (en dan bedoelen we dichtbij) een nijlpaard… We maken rechtsomkeert en duiken onze tent in. Dat komt morgen wel: welterusten!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.