La Digue (dag 1)

La Digue (dag 1)

Mja, we hebben het enige minpuntje aan dit hotel wel gevonden. De bedden zijn keihard. Echt heel lekker hebben we daarom niet gelegen, maar als we de gordijnen opentrekken en de prachtige groene tuin zien, is het leed snel geleden. Op ons balkonnetje krijgen we, nadat we de receptie een seintje hebben gegeven, ons ontbijtje geserveerd. Verse toast, boter, jam, roerei, yoghurt, vers fruit, vers sap, koffie… we laten het ons goed smaken. Het spettert wat als we zitten te eten, maar als we klaar zijn droogt het op. Zien we daar nu blauwe lucht? Dat is genoeg overtuiging om de zwemspullen aan te doen, de snorkelspullen mee te nemen, een fiets te huren (kies er maar één uit) en te vertrekken naar Anse Sevère, volgens alle verhalen het beste snorkelstrand van La Digue.

Een fiets is niet bepaald Karin’s favoriete vervoermiddel (haar knieën protesteren er nogal van), maar op dit eiland wel het makkelijkst en Martijn bewijst weer eens dat hij een held is, door op de juiste momenten (letterlijk) een handje te helpen. En heel ver is het gelukkig niet. We fietsen terug naar de jetty waar we gisteren aankwamen en fietsen dan verder naar het noorden. Op dit tijdstip rijden er vooral mensen die aan het werk moeten of zijn. We fietsen iedereen voorbij, passeren een idyllisch begraafplaatsje, zwoegen een stukje heuvelop en racen dan aan de andere kant naar beneden terwijl (na max 10 minuten fietsen) aan de linkerkant Anse Sevère opduikt. Volgens de boekjes ‘not an very photogenic beach’, maar het is inmiddels zonnig en in onze onervaren ogen is het een pracht van een strand. We fietsen er net voorbij en maken dan wat plaatjes met de onderwatercamera. Hmm, dit moeten we straks een keer overdoen, met betere fotospullen. Voor nu kijken we onze ogen uit en fietsen dan terug naar een ruimte tussen de bomen. De zon staat nog laag, dus er is nog genoeg schaduw. We zetten de fietsen op het strand, pakken onze snorkelspullen en wandelen (voorzichtig: de stukjes steen en koraal zijn scherp) het water in.

Het is zo ongeveer ‘nu’ hoog water dus we kunnen meteen vanaf het zand beginnen met snorkelen. En daar krijgen we nooit genoeg van, als het zo mooi is als hier. We zien tientallen vissoorten, waaronder een paar heel grote. En het koraal is zowaar erg mooi, iets dat in de Seychellen niet zo vaak het geval lijkt. Veel is gebleekt en we zien vaak ladingen dood koraal op de bodem liggen. Maar hier is het prachtig en heel kleurrijk. We zijn super voorzichtig en raken niets aan, terwijl we ondertussen onze ogen uitkijken. We maken foto’s, wijzen elkaar de mooiste vissen aan en genieten van alles dat we zien èn van het feit dat we niemand anders tegenkomen. Pas als we gerimpeld en doormoe zijn komen we het water uit. Dat is nog even ‘vechten’ tegen het afgaande tijd, maar de golven maken dat we kunnen surfen, stilhangen, surfen etc. Stralend wandelen we het strand op.

We drinken de waterfles deels leeg. Eigenlijk hebben we ook zin in koffie… Martijn gaat op onderzoek uit en wandelt even later het strand op met twee koffie… in porceleinen kopjes mèt schotel! We liggen helemaal dubbel om dat idiote gezicht en genieten (met de pink omhoog) van de oploskoffie (die overigens prima te drinken is). Daarna kijken we elkaar aan: gaan we nog even? Natuurlijk! Nu kan het nog, want door het afgaande water wordt het snel moeilijker om snorkelend bij dieper water te komen en niets te beschadigen. We kijken in afgrijzen toe hoe een groep snorkelaars dwars over 50 meter koraal naar dieper water wandelt. Oi! Moet dat?! Dit rondje snorkelen is dan ook sneller voorbij en daarna gaat alleen Martijn nog een etxra rondje. Hij doet zijn best, maar ook hij ontkomt de laatste 10 meter niet aan wandelen en is blij dat er op dat stuk nauwelijks koraal is (zowel voor het koraal als voor zijn vinnen).

En daarna zijn we op, maar heel tevreden! We fietsen terug naar het hotel. Het is inmiddels tot onze verrassing al 1 uur als we daar aankomen. We haasten ons door het afspoelritueel (er is door het personeel heel attent op ons balkon een droogrekje neergezet, waarop we onze spullen te drogen hangen) en darana pakken we opnieuw de fiets. Karin’s knieën vinden het nu echt niet zo grappig meer, maar de mooie plaatjes en lunch-met-uitzicht roepen ons. We fietsen terug naar Anse Sevère, waar we plaatjes schieten. Onder andere van de enorme schildpadden die rechts van de weg blijken te zitten! We denken aanvankelijk dat het rotsen zijn, tot er één beweegt. Dan snappen we ineens de man met camera ook. We maken zelf ook plaatjes, van zowel de schildpadden als het strand. Daarna fietsen we nog een heel klein stukje verder, naar het hotel-met-restaurant dat Martijn daar vanochtend heeft gezien. En jawel, dat heeft inderdaad het uitzicht waar we op hoopten.

We ploffen aan een tafeltje met uitzicht over zee en daar genieten we de hele maaltijd van. Dat is maar goed ook, dat het uitzicht (en de sandwiches overigens ook) uitstekend is (zijn), want de bediening is weer op lokaal tempo… Verplicht onthaasten dus.

Na de lunch fietsen we nog een klein stukje verder. Martijn wil helemaal maar het einde van de weg fietsen, aan de andere kant het eiland. Dat is Karin te ver: ze blijft daarom op het strand, onder een boom, rustig en uitgebreid rondscharrelen, terwijl Martijn verder fietst. Als hij terug is wisselen we verhalen uit: foto’s van ruige stranden met gevonden vissenwervels en schelpen. Dan fietsen we rustig terug, Karin met steeds meer hulp van Martijn. We stoppen bij het ‘Internetcafé’ en bestellen daar tevreden een drankje. Vanavond hebben we een echte zonsondergang en tevrdeen proosten we op deze topdag!

We eten nog een keer bij Le Repaire. Er is niet heel veel keuze op dit eilan en het is tot nu toe goed bevallen. Ook deze keer is het eten uitstekend (gedeelde foccacia vooraf, allebei een kleine pasta en als toetje delen we een sstukje tiramisu), maar onze vreugde wordt wat verstoord door het wijzen van een groep mensen naar net achter de stoel van Karin. Wat zit daar toch? Het blijkt echt een ENORME zwarte spin, zeker 5 centimeter in doorsnee! Karin is later bijzonder trots op zichzelf dat ze niet gilt, niet opspingt, maar alleen haar voeten optilt. De spin rent uiteindelijk onder haar stoel door, onder de tafel door, naar de buurtafel en daarna naar het gangpad tussen twee tafels, waar hij met een grote zwiep van de bezem door één van de serveersters naar buiten wordt geveegd. Karin zit de rest van de maaltijd niet echt rustig meer en heeft iedere keer als ze er aan terugdenkt kippenvel (best knap in dik 25 graden). We vinden dat we ons toetje dik hebben verdiend en ondanks dit nare achtpotige intermezzo, zijn we heel erg tevreden over vandaag. Topdag!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.