La Digue (dag 2)

La Digue (dag 2)

Vannacht hebben we beter geslapen, maar het wakker worden is dan weer wat minder (je moet wat te zeuren overhouden nietwaar). Onze kamer zit naast de fietsen-‘garage’ en van één van de fietsen wordt de rem uitgetest. Die piept wat, zeg maar… Ok, ok, we zijn wakker! Na het ontbijt maken we ons op voor een excursie, die wordt aangeboden door het hotel. Een halve dag snorkelen bij Ile Coco, tussen Ile Grande Soeur en Ile Petite Soeur en bij Felicité, lijkt ons een topplan en het hotel biedt dat voor een schappelijke prijs aan. Het is grijs vandaag, maar de belofte is dat het redelijk doorg blijft. En zo niet: ach, we liggen straks toch in het water.

Na het ontbijt krijgen we om 9 uur een seintje: onze transfer is er. We stappen samen met één andere man in het klaarstaande golfkarretje en worden naar de kade gereden. We vragen ons af hoe druk het zal zijn: we zien allerlei mensen staan en verschillende boten waar mensen in stappen. We stoppen bij een heel klein bootje, waar een man inzit die zich even later voorstelt als Cliff. Hij wenkt ons aan boord en als we alledrie aan boord zijn geeft ie ons alledrie een hand, zegt waar we de tas kunnen stoppen (in een luik: “it will be a bit wet”) en we vertrekken. Wauw, bijna een privétour, dat is voor dat bedrag helemaal schappelijk!

Als we de haven uitvaren zien we de witte koppen al op het water staan en inderdaad: nog geen seconden later hebben we de eerste lading water over ons heen. Gelukkig zijn we er op voorbereid, zullen we maar zeggen: we zitten in onze zwem- en snorkelkleding. en dat is maar goed, want in de 20 minuten die het kost om bij Ile Coco te komen, worden we werkelijk drijfnat. We zien er de humor wel van in. Onze ‘buurman’ vindt het iets minder. Niet dat het nat worden hem iets kan schelen, maar hij ziet toch wat witjes… Gelukkig zijn we er al snel en als het anker uit is, mogen we het water in. Voorzichtig, zegt Cliff, er stat hier stroming. We blijven maar even: straks bij ‘de zusjes’ is het beter.

Het zicht is niet heel briljant, er is nauwleijks koraal en we vinden het dus een prima idee om snel door te gaan. We zwemmen een rondje en beginnen net wat vissen te zien als we Cliff horen fluiten: hij wijst, daarheen. We kunnen hem niet verstaan, maar gidsen die wijzen, die moet je serieus nemen. We zwemmen snel de kant op die hij aanwijst, tot we bijna bovenop een enorme schildpad zitten! Wauw wat een joekel! Hij lijkt ook totaal niet bang voor ons. Sterker, hij lijkt eerder nieuwsgierig. Als we voorzichtig naar hem toe zwemmen draait hij zich om en kijkt eerst ons en daarna onze buurman aan. Rustig zwemt hij verder, haalt nog een keer adem en geeft gas. Weg is ie! Voor we ons hebben omgedraaid kijkt Martijn naar beneden en wijst: kijk, een tweede! En inderdaad, een tweede, veel kleinere schildpad, zit op de bodem wat te eten. Hij komt maar een klein stukje naar boven en geeft daarna gas. Ook weg. jee, wat zijn ze mooi… en snel! helemaal opgetogen komen we aan boord. Zo, zegt Cliff tevreden, dan kunnen we nu naar de volgende stop. Nog mooier, belooft hij.

Het tweede stukje varen is veel korter: binnen 5 minuten liggen we voor anker tussen ‘grote zus’ en ‘kleine zus’, zoals de eilandjes heten. We moegen het strand niet op, zegt Cliff. Privéterrein, waar ze mensen voor te veel geld laten bbq-en. Maar tot vlak bij het strand mogen we wel snorkelen en dat moeten we vooral doen, zegt hij. Je vindt hier echt alles. Inclusief schildpadden en haaien. Van die kleintjes hoor, maar toch: hop, gaan! Dat laten we ons natuurlijk geen twee keer zeggen en binnen de kortste keren liggen we weer in het water. 

Hier is het zicht echt prachtig: kraakhelder, blauw water, fijn wit zand en dan ineens, rotsen met prachtige koraalsoorten. In zoveel kleuren hebben we het nog niet gezien. Geweldig! En het stikt er ook van de vissoorten. We zien nieuwe soorten en ook soorten die we inmiddels tot onze bekenden rekenen. We zwemmen met z’n drieën rustig de hele lengte van het rif af en dan weer terug. Als we Cliff vragend aankijken wuift hij ons weg: ga je gang maar, we hebben tijd zat. Wat een luxe zo’n tour! We krijgen een buitje over ons heen, maar daarna breekt de zon weer door. Het is halen en brengen vandaag.

Als we het koud beginnen te krijgen en moe beginnen te worden zwemmen we terug naar de boot. Vlakbij begint Martijn ineens als een gek te wijzen. Kijk, daar beneden, een schildpad! Wauw, goed gespot; de schildpad valt nauwelijks op tussen het grijzige koraal. Hij zit te eten en komt na een tijdje boven, om heel rustig verder te zwemmen. We blijven uiteraard kijken, maken plaatjes en geveb elkaar daarna een high fve. Dan klimmen we weer aan boord. Tijd voor even pauze en wat dringen. Dat heeft Cliff natuurlijk ook: een hele tank vol met flessen water en blikjes fris, we mogen pakken zoveel we willen. Na het drankje wil Martijn nog even een rondje. Karin besluit nog wat langer pauze te houden en het valt haar op dat de medepassagier wel erg stilletjes begint te worden. Duidelijk een gevalletje beginnende zeeziekte. Dat klopt, zegt hij: zijn vrouw is niet meegegaan omdat die al zeeziek wordt van naar een boot kijken, maar hij is duidelijk ook niet immuun.

Als Martijn terug komt, varen we daarom door naar Felicité, het grootste eiland van de zustereilanden. Hier mogen we wel aan land. Er is wel wat branding, dus voorzichtig graag. Dan mogen we relaxen op het strand of snorkelen, net wat we willen, tot het tijd is om terug te gaan. Cliff is nog niet uitgepraat of onze zeezieke buurman springt overboord en zwemt in één keer keihard naar het strand. Cliff probeert hem nog de makkelijkste weg aan te wijzen, maar er is geen houden aan. Wij gaan wat langzamer. Eerst denken we dat er niet zoveel te zien is, maar als we iets dichter bij het strand komen, blijkt ook hier prachtig koraal te zijn en zien we ook hier schitterende vissen. We snorkelen ons helemaal suf. Daarna gaat Martijn aan boord, houdt Karin even pauze naast de buurman op het strand. Die zich al veel beter voelt, maar zich wel afvraagt waarom we hier zijn: er zijn geen vissen! Ehm, misschien dat het iets te maken heeft met zijn snelheid, zegt Karin voorzichtig: als hij straks naar de boot zwemt moet hij misschien toch even om zich heen kijken en ieieietsje langzamer zwemmen. Hij grijnst wat schaapachtig: goed plan.

Als we allemaal weer aan boord zijn is het kwart over 12 en na een korte trip (bijna net zo nat als op de heenweg) zijn we terug in de haven. We geven Cliff een dikke fooi voor we in ons golfkarretje stappen dat natuurlijk al op ons staat te wachten. En binnen no time zijn we terug in onze kamer, waar we onszelf en (bijna) alles wat we bij ons hebben onder de douche door halen. En dan zijn we wel op. We hebben meer dan genoeg zeewater gezien (en geproefd!) en we besluiten de rest van de middag rustig aan te doen. Daarvoor kiezen we ons internetcafé, Fishtrap. Deze keer ook voor lunch, maar dat blijkt geen onverdeeld succes. We nemen allebei de fishburger, maar die smaakt nergens naar. We laten een deel staan en nemen haastig nog een drankje. En nog één. terwijl Karin het verslag bijwerkt, leest Martijn en zo gaat de middag voorbij. 

Eind van de middag zijn we wat lamlendig. We hebben geen zin in eten en wandelen eerst maar terug naar het hotel. Daar voelen we ons al snel slechter. Die visburger blijkt niet alleen niet lekker, maar valt ook verkeerd. Eerst moet Karin overgeven; dan Martijn. Martijn voelt zich daarna iets beter, maar Karin blijft zich beroerd voelen en heeft duidelijk verhoging. We gaan vroeg ons bed in (half 8 gaat het licht uit en we zijn allebei meteen vertrokken) en hopen dat we ons morgen beter voelen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.