Praslin (dag 3)

Praslin (dag 3)

Als Karin heel voorzichtig een oog opendoet is het half 8 en is de kamer leeg. Even later komt Martijn binnen met een kopje thee! He, vervelend nou… Een blik naar buiten en het is grijs. Hmm, dat is een beetje jammer na het geweldige weer van gisteren, maar het is in ieder geval droog. Karin schiet overeind: he, zullen we kokosnoten gaan kijken? En als we een gratis tour in het Engels willen, helpt het enorm als we de eersten zijn (first come, first serve, wat taal van de tour betreft)… We schieten allebei in actie en om 5 voor half 9 staan we bij de ingang van de unesco world heritage site Vallee de Mai. Dat betekent dat het volledige personeel van de leg raakt. Iedereen is supervriendelijk, maar of we wèl nog even willen wachten! Je hoort ze bijna denken: gekke toeristen. Haast! ‘s Ochtends vroeg! Belachelijk!

Maar: als we een kaartje hebben, ons hebben opgegeven voor de tour (die om 9 uur begint) en een fles water hebben gekocht (oeps, vergeten en toch wel handig om iets mee te nemen), blijkt dat het erg handig was om vroeg te komen. Na ons komt een groep van vier fransen, die ook mee willen met de tour… Helaas guys, English it is! Ze besluiten wel mee te gaan, maar gedurende de tour horen we met name de twee mannen vertalen voor hun vriendinnen. Om 9 uur is het zo ver en mogen we mee met een kleine, slanke (en dat is best zeldzaam hebben we gezien) lokale dame; een ranger in de Valle de Mai. De vallei is een UNESCO-site sinds 1982 en bevat niet alleen zes palmsoorten (waaronder de Coco de Mer, een wereldberoemde palmboom, die alleen hier en op Curieuse in het wild voorkomt), maar ook meerdere beschermde en bedreigde vogelsoorten, waaronder de Pigeon Ollande (jawel, de Nederlandse Duif, doordat hij ‘de kleuren heeft van de nederlandse vlag’) en de Black Parrot, de nationale vogel van de Seychellen, een ernstige bedreigde papegaaiensoort. Onze ranger neemt ons mee en laat ons het komende uur genieten van dit spectacilaire landschap. De Vallee de Mai (genoemd naar de maand waarin de vallei werd ontdekt…) bevat zoals gezegd zes palmsoorten en de meeste soorten zijn metershoog (tot wel 27 meter hoog) en hebben enorme bladeren. We voelen ons miertjes in dit landschap van reuzen!

Onze gidse vertelt honderduit: over de verschillende palmensoorten en hoe die vroeger werden gebruikt in het dagelijks leven. Van paraplu tot draagtas en van dakbedekking tot verpakkingsmateriaal: met name de bladeren zijn veelzijdig. Maar natuurlijk zijn de noten dat ook en vooral de Coco de Mer heeft enorme vruchten. De palm wordt zo genoemd omdat de noten vroeger aanspoelden op de malediven. Ze hadden zo lang in het water gelegen dat de binnenkant was vergaan, waardoor ze licht werden en dreven. De mensen die ze vonden dachten dat de noten van een zee-boom waren! Dat gezegd hebbende: de coco fesse (zoals de noten van de coco de mer worden genoemd) zijn eigenlijk vooral beroemd door hun vorm. Als de schil er af is en je houdt ze omhoog, is de eerste associatie toch vooral van een vrouwlijk geslacht, met de billen aan de achterkant! De bloem van de mannetjesboom versterkt de associatie: een lange, dikke stengel (met allemaal kleine bloemen er op)…

Behalve op de palmen, wijst onze gidse ons ook op allerlei andere bomen en hun vruchten, bloemen en bladeren. We ruiken blaadjes die gekneusd ruiken naar een ‘four spices’ (kaneel, kuidnagel, nootmuskaat en caradmom), een bloemetje (van de coco de mer) dat ruikt naar basmati rijst (ja echt) en een ander blad dat ruikt naar kaneel. Ook zien we allerlei vruchten, van grote, halforanje vruchten die ruiken (en smaken volgens de gidse) naar een citrusvrucht en heel kleine, knalrode vruchtjes die keihard zijn, alleen gegeten kunnen worden door de bulbul (een lokale vogel), die perfect zijn om sieraden van te maken en waarvan je er drie moet meenemen, in je zak stoppen en bewaren, voor geluk.

Vogels zien we ook en we hebben ontzettend veel geluk. De bulbul en de aziatische spreeuw zien heel veel mensen. Voor de pigeon ollande heb je al wat meer geluk nodig, maar wij zien hem al na vijf minuten hoog in een boom zitten. En de Fransen  spotten zelfs de Black Parrot voor ons! Volgens de gidse zijn we de eerste groep in bijna een week die de vogel ziet en we kunnen er heel rustig van genieten. Naast de vogels zien we allerlei gecko’s en slakken (inclusief de witte slak, die vooral lokaal voorkomt) en een hele rij mieren (druk in de weer om gezamenlijk een blad te verplaatsen; we verbeelden ons dat we het geschreeuw van de mierenvoorman kunnen horen, die probeert het werk te coördineren). En het is er gewoon heel erg mooi. De hoge palmen, waar af en toe een briesje of een straaltje zonlicht doorheen komt. De rust en stilte… Na een uur neemt onze gidse afscheid en zonder iets te zeggen scheuren de vier Fransen er vandoor. Wij houden een iets rustig tempo aan en volgen dezelfde weg. We klimmen en klauteren en uiteindelijk zijn we na dik twee uur weer bij de ingang. Karin vreest dat haar pootjes het nog even zwaar krijgen, maar we hebben allebei genoten. Erg de moeite waard!

Het begint nu wel snel wat donkerder te worden en we vrezen dat we straks regen krijgen. We overleggen even. Eigenlijk hebben we allebei niet zo veel behoefte aan zwemmen vandaag en het weer lijkt ook niet zo mee te gaan werken de rest van de dag… Uiteindelijk rijden we even snel via onze villa, halen telefons, een laptop, boeken en wat extra geld op en rijden naar de andere kant van het eiland. Tegen de tijd dat we daar zijn is het tijd voor lunch. En als we bij Café des Arts gaan zitten, begint het te regenen…

Dat houdt de rest van de dag niet meer op. We verkassen uiteindelijk (onder onze paraplu’s, die we deze vakanties altijd bij ons hebben, zelfs als het stralend weer is) naar het Paradise Sun hotel, waar we in dezelfde bar als eerder deze week een drankje doen (en nog één en nog één…), gebruik maken van de internet-mogelijkheden, een beetje kletsen en vooral proberen ons niets aan te trekken van het feit dat de enige reden dat het af en toe stopt met zachtjes regenen, is als het begint te hozen! Eind van de middag rijden we in het laatste beetje daglicht terug richting onze villa, maar we maken een stop bij de Island Pizza. Jawel, ze doen afhaalpizza’s (maar goed ook: alle zitjes zijn buiten, onder lekkende parasols) en we bestellen een pizza met gerookte marlijn en een pizza quatro stagioni (die overigens maar due stagioni heeft, maar dat mag de pret niet drukken). Martijn ‘scheurt’ (nouja) daarna de laatste twee minuten naar onze villa, waar blijkt dat de pizza heel behoorlijk smaakt. We nemen er een borrel bij en de rest van de avond kijken we een beetje tv en lezen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.