Van Merzougha naar Gorge du Dades

Van Merzougha naar Gorge du Dades

Nadat we gisteravond de wekker iets later hebben gezet, worden we iets voor half 8 uit onszelf wakker. De nacht begon later dan we wilden, maar we hebben allebei heerlijk geslapen! Het is verrassend rustig op de binnenplaats en we onderdrukken de neiging om heel hard te gaan gillen. Er zijn al best wat mensen aan het ontbijten en we sluiten aan voor een klein ontbijtje. Daarna rekenen we af. Onze drankjes staan keurig op de rekening, maar het eten is in geen velden of wegen te bekennen. Dat zit er bij in, zegt de balieman. Ehm, nee hoor. Jawel, wacht en hij haalt de Vriendelijke Man van gisteren erbij. Die herleest de bevestiging en geeft ons gelijk. Hij bedankt ons en nadat een bescheiden bedrag extra op de rekening is gezet, betalen we alsnog. Dag, dag hotel Nasser Palace. We komen niet terug, maar je eten was heerlijk en je Vriendelijke Man erg vriendelijk!

We rijden er vandoor. Er blijkt een nóg nieuwere weg te zijn dan die naar Taouz en dat is de R702 tussen Erfoud en Merzougha. Die nemen we en als we de weg opdraaien ligt het dorpje met zijn lemen huizen er schilderachtig bij tegen de duinen en in het inmiddels weer doorgebroken zonlicht. Als Martijn stopt voor een plaatje, trekt Karin wit weg: waar is de grote camera?! We blijken allebei gedacht te hebben dat de ander ‘m heeft, maar we hebben ‘m geen van beiden. We ‘racen’ terug naar het hotel. Natuurlijk mogen we in de kamer kijken. Balieman loopt meteen mee. Iets gevonden? Nee, zegt Karin, het is een zwart tasje en… Oh! zegt Balieman, die is gisteravond al gevonden en ligt bij de balie! En inderdaad… Bij het ‘vluchten’ naar de kamer blijken we allebei gedacht te hebben dat de ander de camera had en hij is dus bijven liggen op de bank. We zijn enorm opgelucht en Karin bedankt Balieman en Vriendelijke Man uitgebreid.

Bij poging twee op de R702 maken we niet alleen mooie plaatjes van de duinen, maar genieten we ook van een enorme roofvogel (een wouw-achtige, volgens Martijn). Met een aantal stops om plaatjes te maken, rijden we naar Erfoud over de splinternieuwe weg en er aan de andere kant weer uit. Net voorbij de stadsgrenzen vinden we de Ursine de Marmare, de plaats waar veel van de fossielen-in-steen worden bewerkt. Het zou erg leuk moeten zijn dus we maken een stop, maar het valt erg tegen. We krijgen een ongeïnspireerde uitleg van nog geen 5 minuten en worden dan de winkel ingeleid. Zelfs die valt tegen: de winkel van het museum was veel leuker! We gaan er gauw vandoor.

Verder op de R702 en de erg mooie, kale route. Geen geel of oranje zand meer, maar wel rotsen en zwart zand. Als we in totaal 2 uur onderweg zijn sinds het vertrek bij het hotel vinden we de perfecte stop onderweg. Keurige toiletten , lekkere muziek uit de speakers, goeie koffie: top! Na lekker even bijkomen en een caffeïnekick gaan we weer verder. Bij Tinejdad slaan we linksaf, de N10 op. Het is een grote plaats waar we doorheen rijden. We komen ogen tekort. Niets dat echt goed te vangen is op een plaatje, maar erg leuk: mensen op volgepakte ezeltjes, vrouwen met kinderen op hun rug, schoolkinderen wandelend, winkeltjes met van alles… Door gaan we naar Tinerhir en daar maken we een zijsprongetje. We nemen de afslag naar Gorge Toudgha: een mooie groene vallei met langs de rotsige wanden dorpjes met oude lemen kashba’s en ksour. We volgende kloof (via een smalle slingerweg, de R703) tot we niet verder kunnen. Het wordt steeds smaller en de wanden van de kloof komen steeds dichterbij tot je alleen nog maar kunt lopen. Het ziet er gaaf uit, maar het is zo druk dat we niet eens plaatjes maken. Misschien ooit een keer als we er ‘s ochtends kunnen wandelen!

Voor nu rijden we na een laatste blik ongeveer een kilometer terug door de kloof. Daar ligt namelijk Auberge Petit Gorge en we menen allebei dat we dat hebben gezien op Tripadvisor als de nummer één locatie om te lunchen in de kloof. En Internet heeft niet gelogen: we krijgen van een aardige kerel, die zijn benen uit zijn lijf rent (en nog efficiënt ook) een tafel met uitzicht op de groene vallei en de kloofwanden en daarna heerlijk eten. Zowel de ‘kafta bouef’ (gekruide gehakt’ballen’) als de ommelet berbère (een ommelet in een Tajine, met gronete en kruiden) zijn heerlijk en de verse jus is inderdaad spettervers en erg zoet. We komen lekker bij en rekenen tevreden af. Daarna beginnen we aan het laatste stuk van onze route voor vandaag. We gaan terug naar de N10 en rijden door tot Boumalne Dades, waar we rechtsaf slaan, de Gorge du Dades in via de R704. En die is echt fenomenaal. Een groene vallei, rechtop staande pannenkoek-rotsen, rotsen die er uit zien of ze zijn gesmolten, rotsen als een honingraat, vervallen kasbah’s en ksour.  We stoppen bijna elke 5 tot 10 minuten voor een foto (gelukkig kan dat hier ook) en kijken onze ogen uit. Geweldig! We rijden uiteindelijke helemaal door tot km 34, waar we zoals beloofd aan de linkerkant van de weg Hotel Berber de la Montagne vinden. Daar krijgen we een simpele, maar schone kamer en thee en pinda’s als welkom. En minstens net zo belangrijk: we zijn voor de bui binnen! Het gaat voor het eerste deze reis echt regenen. Gelukkig duurt het niet lang en terwijl we op ons zachte (!) bed lekker liggen te lezen vinden we het wel prima. Zo eten. Dan slapen. En het is zo lekker stil!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.