Beau Vallon, Mahé (dag 3)

Beau Vallon, Mahé (dag 3)

Vandaag is het excursie-dag dus hoopvol springen we ons bed uit. Hoe is het weer…? Hmmm, grijs. Maar goed, niet getreurd, wie weet wordt het straks beter. We ontbijten, pakken onze zooi en keurig om half 9 zitten we bij de bushalte. Nog geen 30 seconden later rijdt de Mason’s Travel bus voorbij. De chauffeur signaleert dat hij gaat keren en inderdaad; even later is hij terug. We vinden allebei een stoel achter de chauffeur, die een vriendelijk praatje met Karin houdt, tussen het ophalen van de laatste gasten door. Twee stellen komen uit een resort waarvan de toegangsweg en de parkeerplaats is ondergelopen: het lijkt meteen wel het eerste deel van de ‘safari’ van vandaag, grapt de chauffeur, terwijl hij heel rustig door het zeker 30 centimeter hoge water rijdt.

In Vitcoria brengt hij ons naar de kade, waar de andere twee busjes samenkomen. Pfoe, we wisten al wel dat het niet heel rustig zou zijn…! Het gezelschap is redelijk groot, maar vooral enorm internationaal en multicultureel: we zien twee schaars gekleede, zeer donkere stellen uit de Caraïben (waarvan alle vier de leden ehm enorm zijn), een arabisch gezin (op leeftijd, met aanhang), met een man met baard die als enige leren schoenen draagt en vrouwen met bedekkende jurken en hoofddoeken, Euopese en Amerikaanse stellen (met zwemkleding en daaroverheen shirts en shorts), Indiërs (dames compleet met stip en sari), Russen (met veel bling)… En dat blijkt de hele dag één van de bonussen van deze excursie. Iedereen praat met iedereen, in de meest onverwachte combinaties. Het is echt een feestje om te zien.

We varen vandaag op een enorme catemaran en iedereen mag zijn schoenen uit doen. Die worden in een bak gegooid: straks krijg je ze weer terug; aan boord blote voeten graag. We vinden een plekje tegenover een Nederlands stel met een 8 maanden oude tweeling. De jongens zijn echt snoepjes om te zien en we zijn zeker niet de enige die de rest van de dag een beetje ‘verliefd’ op deze schatjes zijn. Ze zijn bovendien, op het kwartiertje dat pa en ma proberen te lunchen na, enorm rustig en gezellig. Lachen naar iedereen, slapen veel. Top!

Als we wegvaren krijgen we de eerste bui over ons heen en er zullen er vandaag nog een paar volgen. We hebben onszelf voorgenomen ons er niets van aan te trekken en dat lukt aardig. We varen naar de rand van het St. Anne Marine Park, waar we overstappen in een ‘semi-sub’. Dat wil zeggen: de ‘kiel’ is verdiept en voorzien van ramen. Twee aan twee gaan we naar binnen en we varen ongeveer 25 minuten langs het koraal en de vissen. Althans, dat denken we… het zicht is verschikkelijk slecht en de moed zakt ons een beetje in de schoenen. Als dit iets zegt over het snorkelen… Het is echt vooral een beetje suf en wat teleurgesteld komen we boven. Daarna mag de andere helft van de groep, terwijl wij een rondje door de regen varen. Ook voor hen is het niet geweldig en we zijn blij als we verder varen. Op naar de snorkelplek.

We gaan voor anker aan de rand van het rif, zegt Francis, onze gids. Rechts van de boot, parallel blijven zwemmen en het komt vanzelf goed. Het is zowaar droog inmiddels, dus we pakken onze snorkels en duikbrillen. De flippers meenemen vonden we teveel gedoe, dus die lenen we. En dan gaan we het water in. Aanvankelijk zien we niet zoveel en heel even zijn we bang dat dit de grootste flop in tijden wordt, tot we nog íets verder naar rechts gaan en daar is ineens het rif en het koraal! En hoewel het zicht niet briljant is, is het snorkelen echt geweldig. Onze spullen werken mee en we mogen een dik uur snorkelen. We zijn er net iets eerder klaar mee dan de bemanning (die iedereen weer aan boord toetert), dus dat is een prima timing. Tijd voor lunch.

Die bestaat uit lekkere salades, gegrilde kip (mjammie!), vis (beetje droog) en stokbrood met knoflook. Het smaakt prima en we vinden een bankje buiten waar we de enige zijn. Francies speelt op de achtergrond op zijn gitaar en zingt erbij: de man blijkt onvermoedde talenten te hebben! Het klinkt eigenlijk best aardig en aangezien we buiten zitten en hij binnen, vinden we het prima.

Na de lunch varen we een stukje en worden we met een klein boortje naar Moyenne Island gebracht. Dit eiland was tot zijn dood in 2012 particulier bezit van Brendon Grimshaw, een Britsen krantenredacteur. Toen hij stierf liet hij het eiland na aan de staat, als onderdeel van het Marine Park, op voorwaarde dat iedereen er mocht komen en het werd onderhouden. Hij ligt begraven op het eiland, waar hij 40 jaar woonde. En jawel: het is onderdeel van het Marine Park en we worden met een bootje tot aan de rand van de zand- en koraalplat gebracht. De laatste 50 meter lopen we door het water. Op het eiland trekken we stevige schoenen aan en wandelen naar boven. Trap op, naar links, voor een half rondje om het eiland. Boven aan de trap staan we meteen stil. Schildpadden! En geen kleintjes ook. Ze worden op deze plek gevoerd, met takken met verse bladeren er aan, maar er staan geen hekken om de plek heen. Deze schildpadden kunnen komen en gaan wanneer ze willen. Ze zijn prachtig en indrukwekkend. We klikken heel wat plaatjes, van deze beesten èn de vele vogels die er op de gestrooide rijst afkomen. Kleine grijsbruine duifjes en prachtige knalrode Madagascar wevers (zoals Martijn later terugvindt op Internet). 

Daarna beginnen we aan de wandeling. Het is heet, we zijn weer eens één muggenbult te laat met anti-muggenspul opdoen en het loopt ongelijk (de schoenen meebrengen was geen overbodige luxe), maar het is ook erg mooi en leuk. We komen na een paar honderd meter opnieuw twee schildpadden tegen en deze keer kan er geen twijfel over bestaan dat ze wild zijn. We vinden ook een schitterend uitzichtspunt, het graf van de voormalig eigenaar van het eiland en drie onbekende mensen (bordje: ‘sadly unknown person’), een minikapelletje en de resten van het eerste huis op het eiland (rond 1900).

Zoals gezegd: erg leuk, maar dan zijn we er wel klaar mee. We wandelen terug naar het aankomststrandje, trekken de overbodige zooi uit en ‘rennen’ het water in. Hè, dat is lekker! Als Martijn het water uitgaat en even later terug komt met een biertje en een frisje, is ons geluk compleet. Zittend in het heerlijke warme water, prachtig uitzicht, drankje erbij… Als alles op is en we voldoende zijn afgekoeld zien we dat de buien die al de hele dag over Mahé trekken ons nu niet meer gaan overslaan. We pakken alles goed in onze tassen, doen de regenhoezen erover heen en gaan zelf voor de zekerheid in het restaurant staan. Dat is geen overbodige luxe: het begint echt enorm te hozen. 

Tijdens de plensbui wordt de eerste lading gasten opgehaald. Wij slaan even over. Bij de tweede lading spettert het alleen nog een beetje en staan we vooraan. Maar helaas: we worden aan alle kanten voorbij gerend door mensen die NU aan boord willen. We staan de laatste plaatsjes af aan het stel met de tweeling (kids in doeken geknoopt op de borst en gaan!) en wachten op bootlading drie. Die hebben we en hoewel het regent, valt het mee. De laatste bootlading krijgt de volle laag. En daar blijkt het arabische gezin op te zitten. Ze zijn echt doorweekt! Straaltjes water lopen uit de baard van pa en moeders hoofddoek drupt. En ze kunnen er enorm om lachen. 

Op de boottocht terug kletst iedereen met iedereen. Het caraïbische stel zingt, de Russen doen mee, in hun eigen taal, de arabische vrouw – volledig ingepakt – complimenteert de Nederlandse moeder – topje aan – met het meenemen van haar kinderen – worden ze stoer van. De tijd vliegt voorbij. We worden met z’n allen in twee busjes gepropt en daar gaan we. Terug naar het hotel, waar we met zooi en al onder de douche gaan. We eten moe maar tevreden een hapje bij de ‘buren’ (Le Meridien Fishermen’s Cove) en daarna rollen we ons mandje in. Buiten begint het natuurlijk weer eens te regenen, maar wij liggen lekker in de koele, droge kamer en dromen over vissen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.