Archief van
Auteur: Karin

Dag 18 – van Arusha naar Usambara Mountains

Dag 18 – van Arusha naar Usambara Mountains


Vanochtend blijken onze twee malaria patienten al behoorlijk opgeknapt. Ook
twee van de overige vier zieken hebben weer wat kleur. Helaas is er weer een
nieuwe patient bij. Een van de mensen gaat voor controle naar het ziekenhuis,
waar dysenterie wordt vastgesteld. Hij krijgt een antibiotica kuur. De overige
zieken komen er met een beetje uitzieken wel weer bovenop.



Voor ons blijven strenge hygiene en een forse dosis vitaminepillen het
devies. En daar voelen we ons tot zover prima bij.



Na vertrek hebben we eerst een boodschappen stop in Arusha, de tweede stad
van Tanzania. We wisselen eindelijk ons Keniaanse geld om en kopen lunch. (Een
gekke combi van vlees-, kaas- en appelbroodjes.) Verder struinen we over de
plaatselijke markt. Een leuke kleurencombinatie van stoffen, groente en vers
fruit, met jongetjes die je achterna rennen met plastic tasjes zodat je die van
hen kunt kopen als je boodschappen doet.



Om half elf zit iedereen in de truck en vertrekken we met een tankstop, een
broodstop en een lunchstop naar de Usambaru Mountains. Een lange maar erg
mooie rit waar we het laatste uur over smalle weggetjes door de bergen
rijden brengt ons naar de camping, waar iedereen besluit dat slapen in een
kamer toch de betere optie is.



Onze kamer is een zelfstandig gebouwtje (een banda) aan de voet van de lodge,
en al gelijk ontdekken we dat we een huisdier hebben. Binnen kruipt een gecko
over de muur en tot Karins verrassing blijken er onder het gordijn nog twee te
zitten… Samen met de naaktslak in de douche en een spin een hele
dierentuin. Gecko’s blijken prima tegen de muggen te helpen die we dan gelukkig
ook de hele nacht niet horen.

Dag 19 – Lusotho (Usambara mountains)

Dag 19 – Lusotho (Usambara mountains)

Vandaag hebben we een ietswat gedeeld programma. We beginnen na onze eerste nacht in onze dierentuin om 8 uur met het ontbijt. Daarna worden we met 14 man achter in een pickup geladen om samen met Benjamin, een gids van het Cultural Tourism Program (CTP) van de omgeving een tocht te maken. Daarbij gaan we langs een school, een blindeninstituut en een weeshuis, waarbij we door de prachtige natuur wandelen.


Het programma is opgezet nadat men er achter kwam dat het overvallen van toeristen in de regio niet de beste optie was om geld in het laatje te brengen. Daarnaast werd veel van het regenwoud gekapt voor brandhout en om er voor te zorgen dat de laatste beetjes bewaard blijven, word middels dit programma geld vrij gemaakt voor herbeplanting.


Na drie stappen zien we onze gids de bosjes induiken om daarna met een (vrouwtjes-)kameleon in zijn handen er weer uit te komen. De kameleon lijkt na een korte tijd redelijk op zijn gemak en wandelt lustig over handen, mouwen en nek van de deelnemers. Het mannetje wat korte tijd later te grazen wordt genomen is het er duidelijk wat minder mee eens, totdat we een splinter die in zijn wang blijkt te zitten verwijderen. Het verhaal gaat dat in de regio iedere boom zo ongeveer een eigen kameleon heeft en gezien de hoeveelheid die we er nog tegen komen lijkt dat niet overdreven.


Na een korte wandeling bereiken we de lagere school waar 535 leerlingen over 18 leraren en leraressen verdeeld worden. Helemaal trots wijzen ze ons op het nieuwe toiletgebouw dat mede door middel van het CTP betaald is. Een korte test laat zien dat het inderdaad een prima toilet is 🙂 Na een welkomstwoord door het hoofd van de school krijgen we nog een korte rondleiding en zorgen we er voor dat er in de klassen werkelijk niemand meer oplet.


De wandeling gaat verder in de richting van een uitzichtpunt van waaruit het dal prachtig is te overzien. Enorme steile bergen en een kilometers ver uitzicht zorgen voor prachtige plaatjes. Daar voegt ook Karin zich samen met een paar andere niet-wandelaars bij de groep. Ze hebben inkopen gedaan in het dorpje: kilo’s rijst, maismeel, suiker, zeep en verder nog wat melkpoeder en limonade voor het blindeninstituut en het weeshuis waar we vanaf het uitzichtspunt heengaan.


Om een beetje op te schieten proberen we dit keer in totaal 22 man op en aan de pickup truck te hangen en tot grote verbazing en hilariteit gaat dat prima. Een paar man moet er een beetje buiten aan hangen maar met het sukkeldrafje waarmee het gevaarte zich beweegt is dat ook niet echt problematisch. Na een paar keer er af te zijn gesprongen voor wat te steile bergjes komen we aan op de lunch plek. Hier krijgen we bruin brood met kaas geserveerd van de plaatselijke kaasboerderij. Sterk staaltje Nederlandse export. Je mixt gewoon wat Friese bonte koeien met de lokale beesten en binnen no-time geven ze 15-20 liter melk per dag in plaats van een halve liter. Aangezien de bevolking werkelijk geen flauw idee heeft wat ze met de melk aanmoeten sturen ze maar iemand die verstand heeft van kaasmaken en hopla… kaasboerderij. Niet dat daar iemand op zit te wachten (kaas staat niet op het menu van de plaatselijke bevolking) maar het verkoopt wel lekker aan toeristen. Wat zullen we er van zeggen…


De volgende korte wandeling brengt ons bij het blindeninstituut, waar ze op dat moment bezig zijn met examens. We krijgen een kort verhaal te horen van een van de leraren en krijgen de mogelijkheid om hem wat vragen te stellen over het instituut. De beroepsdeformatie van Karin komt een beetje bovendrijven en naar haar zin veel te snel vertrekken we alweer, waarbij we de helft van de inkopen achterlaten.


Het weeshuis is drie minuten lopen verderop. 35 Kinderen tussen de 0 en 2 jaar, waarvan de moeder is gestorven (maar de vader in veel gevallen nog leeft, alleen moeilijk kan zorgen voor zo’n ukkie) verblijven hier. De kleintjes zijn natuurlijk vertederend en alle dames willen wel een uk meenemen. Aangezien de meeste kinderen uiteindelijk terug gaan naar de familie zien we er toch maar van af. Ook hier laten we inkopen achter, die erg welkom zijn. We laten het geheel met wat gemengde gevoelens achter ons.


De terugweg is weer per pickup, een half uurtje met wederom 22 man in en aan de laadbak. Binnen in de laadbak wordt wat geklaagd over gebrek aan ruimte, maar daar hebben een aantal heren die er buiten aan hangen weinig last van (ja, natuurlijk was Harro 1 van die heren… noot red.). Die avond genieten we van de laatste maaltijd die Alois deze reis voor ons heeft bereid. Op speciaal verzoek (en ja, daar had Karin wat mee te maken) maakt hij eigenlijk alle favorieten nog een keer: o.a. heerlijke salade, gefrituurde aardappelen en zelfs een cake! We bedanken hem en Bernard door met de pet rond te gaan en met een “speech”. Daarna borrelen we nog even na en is het tukkie-tijd.

dag 20 – Lusotho naar Zanzibar

dag 20 – Lusotho naar Zanzibar

Over deze dag hoeven we eigenlijk weinig te melden. Dit is eigenlijk de enige vervelende en langste reisdag van de hele trip. We starten om 7 uur en hebben om half 4 de ferry in Dar Es Salaam. In de bus is het snikheet, stoffig en erg winderig. In totaal maken we drie korte stops en dat is eigenlijk alles wat betreft de busreis.


In Dar nemen we definitief afscheid van Alois en Bernard die terug gaan rijden naar Nairobi. Wij gaan met de boot naar Zanzibar City. De tocht over een gelukkig doodstille zee duurt 2 uur en levert wel een paar mooie plaatjes op. Prachtig azuurblauw water, palmbomen en witte stranden beloven wat voor de komende dagen.


Om 6 uur komen we aan in het Shangani hotel in het centrum van Stone Town, het oude gedeelte van Zanzibar City.  We regelen nog snel twee excursies voor de komende dagen en gaan dan eten in een tent met de naam Mercury’s (genoemd naar Freddy himself, want die schijnt hier geboren te zijn…). Het eten is er prima, en met name de grote gamba’s vallen bij de meeste mensen goed in de smaak.


Tegen de tijd dat we eindelijk in ons bed liggen zijn we helemaal kapot.

Dag 21 – Dolfijnen op Zanzibar

Dag 21 – Dolfijnen op Zanzibar

Hoewel het diertechnisch misschien niet de meest vriendelijk vorm van toerisme is, besluiten we dat zwemmen met dolfijnen iets is wat we niet willen missen. Van onze groep wil er voor de rest niemand mee en dus sluiten we aan bij een gemixte groep van twee Britse dames (en dan bedoelen we echt heel erg Brits…) een wat ouder Canadees stel en twee Amerikanen. Na een busrit van een uurtje (en een half uur wachten op twee mensen die al een half uur in het busje achter ons zaten) komen we aan bij Kizimkazi, op het zuidelijke puntje van Zanzibar. Het uitzicht maakt de wat rommelige en lange rit gelijk goed: Wuivende palmen, witte zandstranden, warm zonnetje… the works.


We kiezen snel wat zwemvliezen en een snorkel en lopen dan tussen enorme hoevelheden zeeegels door in de richting van onze boot. Een houten gevaarte dat aan alle kanten open is zodat we als het nodig is snel in het water liggen. Na 20 minuten varen liggen we midden in een groep van 9 andere boten. Als een stel idioten worden twee dolfijnen die zo onhandig zijn omhoog te komen opgejaagd door de groep boten. Na 10 minuten worden we er redelijk chagrijnig van en bedenken dat het misschien beter is om de beesten met rust te laten. Onze twee bootsjongens denken er gelukkig hetzelfde over en laten de groep wegvaren en we blijven rustig dobberen. Al heel snel worden beloond als een groep van 6 bottlenose dolfijnen vlak bij de boot omhoog komt. Snel laten we ons in het water vallen en rustig zwemmen we met de dolfijnen mee, die 5 meter onder ons over de bodem zwemmen. Daar zien we ook dat er een moeder met een kleintje bij zit. Werkelijk een fantastische ervaring. Na 10 minuten springen we weer de boot in en varen iets verder waar we dezelfde groep weer tegenkomen. Deze keer is het nog beter: de dolfijnen zwemmen vlak onder ons door en komen tussen ons omhoog. Harro zit er zo tussenin dat hij er bijna tegenop zwemt. Schijnbaar ongestoord zwemmen ze verder en na een minuut of 10 houden wij het ook voor gezien (mede omdat iedereen toch aardig buiten adem is… probeer maar eens een dolfijn bij te houden.) Een eindje verderop gaan we rustig wat snorkelen en zien daarbij zeesterren, zeeegels, en massa’s gekleurde vissen. Het is net echt.


Na een korte luch en een nog rommeligere terugrit komen we rond 4 uur weer in ons hotel aan. Die  avond eten we samen met Nicole bij Sweet Easy, een Afrikaans/Thais restaurant in de buurt, verhoudingsgewijs erg prijzig, maar wel erg lekker.

Dag 22 – Spice Tour en Snorkelen

Dag 22 – Spice Tour en Snorkelen

Als je op Zanzibar bent kom je er eigenlijk niet onderuit: De Spice Tour. Al lange tijd geleden werd Zanzibar ontdekt als kruideneiland en heeft het eiland jaren lang bestaan van de kruidenhandel met met name handelaren uit India en het Midden-Oosten. De Islamitische en Indiaase invloeden zijn op het eiland nog erg goed zichtbaar, met name gedurende de tijd van de Ramadan, waar we nu in zitten. Elke ochten worden we gewekt bij zonsopgang en na zonsondergang wordt er overal op straat eten verkocht. Ook de kledingvoorschriften zijn wat strenger dan normaal. Blote knieen en schouders zijn uit de boze, alleen jammer dat er altijd wel een paar toeristen zijn die zich nergens weten aan te passen.


Maar goed: Spice Tour dus. Met een groep van 8 man vertrekken we rond 9 uur in de richting van de eerste spice farm. Onderweg komen we langs het Livingston House en bekijken we de ruine van een oud paleis van een van de Sultans van het eiland. Op de spice farm zien we onder andere hoe kruidnagels, gemberwortels, koenjit (kurkuma), pepers, vanille, kaneel, citroengras en kardamon groeien. We mogen alles ruiken en proeven en krijgen zelfs drie verschillende soorten (kruiden-)thee aangeboden. Na het verplichte souvenir shoppen zien we nog hoe een knul binnen luttele seconden een 15 meter hoge palmboom inklimt en terugkomt met een aantal kokosnoten. Terwijl wij genieten van vers kokossap en kokosvlees, worden we vermaakt door een aantal van de jongens die werkelijk van alles van palmbladeren vlechten: Van boodschappentassen en stropdassen tot kikkers.


Bij de tweede spice farm stoppen we nog kort om te zien hoe koffie en nootmuskaat groeien.


Daarna is het gelukkig tijd voor water, de temperatuur is ondertussen opgelopen tot zo’n 34 graden en het zonnetje brandt aardig. We gaan snorkelen en een bezoek brengen aan ‘Prison Island’ (Klinkt spannender dan het is, er heeft nog nooit een gevangene gezeten; wel wat gele koorts patienten). Tijdens de eerste ronde snorkelen hebben we prachtig zicht, veel vissen en prachtig koraal omgeven door zeesterren en anemonen. Van het snorkelen de dag ervoor hebben we ondertussen geleerd dat het snorkelen met een T-shirt toch echt een beter plan is en na een half uurtje zetten we koers naar het eiland. Daar ontmoeten we de enige spannende inwoners van het eiland: een grote kolonie reuzeschildpadden, waarvan de meesten meer dan 100 jaar oud zijn. Deze op zich vriendelijk kolossen zijn duidelijk gewend aan mensen en kunnen venijnig hissen en happen als je ze geen spinazie voert. We lunchen aan boord van de boot (fruit, want het blijft Ramadan) en gaan als klap op de vuurpijl nog een rondje snorkelen.


Moe maar voldaan zijn we om 5 uur bij het hotel, en na een korte douche gaan we met z’n tweeen een hapje eten. Tassen pakken en dan is het alweer tijd om naar bed te gaan.

Dag 23 – Terugreis

Dag 23 – Terugreis

De laatste dag begint redelijk vroeg. Iedereen verzamelt rond half 9 voor het
ontbijt. Het is een vreemd om, met de zon, de blauwe zee en de wuivende palmen
op de achtergrond, te bedenken dat we over 24 uur weer in Nederland zijn. We
besluiten het beste uit deze laatste dag te halen. Dat doen we om te beginnen
met een welgemeend bedankje voor Nicole, die nog wel met ons op de boot mee
terug gaat naar Dar, maar er vanavond tijdens het eten niet meer bij is. Ze kan
meerijden met een andere reisleider naar Nairobi, wat wel zo veilig en goedkoop
is. We nemen dus nu vast afscheid.


Daarna gaat ieder zijns weegs. Wij besluiten nog wat van Stone Town zelf te
gaan bekijken en doen dat om te beginnen door het “Nationaal” Museum van
Zanzibar te bekijken. In een oud paleis is kleding en gereedschap te zien, naast
veel informatie over het eiland, de taal, de geschiedenis en zelfs een complete
van tekeningen nagebouwde dow, waarmee vorige eeuw handelsreizen tot in India
werden uitgevoerd. Hoewel kleinschalig en èrg benauwd, geeft het wel een leuk
beeld van de roerige geschiedenis van het eiland.


Daarna nemen we nog een kijkje in het Arabisch Fort dat een stukje verder nog
overeind staat, al is er weinig meer te zien dan wat muren en een soort podium
waar tegenwoordig voorstellingen worden gehouden. Vervolgens laten we ons
verdwalen in de smalle straatjes van de stad. We komen langs prachtig bewerkte
houten deuren (waar Stone Town beroemd om is), langs eindeloos veel kleine
winkeltjes (steeds minder toeristisch als we dieper het labyrint in verdwijnen)
en krijgen onverwachte kijkjes in het dagelijks leven van de mensen. Zo komen we
langs een soort dokterspraktijk waar de mensen tot op straat in rijen zitten te
wachten en zien we een slagerij waar de koeien en schapen op straat hangen.


Na een tijd dwalen zoeken we verkoeling en lunch bij een echt Italiaans
restaurantje aan het water. Het eten is er uitstekend en we eten een kleine
pizza met een groot glas fris erbij. We komen langzaam bij van de hitte en
genieten, met een boek erbij nog een uurtje van het uitzicht op het helderblauwe
water.
 
Al te vroeg is het tijd voor de boot en na een hobbelige
terugvaart, waarbij iedereen zijn best doet z’n eten binnen te houden, komen we
aan in Dar waar we afscheid nemen van Nicole. Karin wordt door haar tot
interim-reisleidster gebombardeerd en krijgt papieren en geld mee voor het
restaurant en de taxi. We eten in restaurant Sawadee, een Thais restaurant op de
9e verdieping van een enorm hotel. We hebben een prachtig uitzicht op de stad en
de haven en met de volle maan erbij wordt het bijna onwerkelijk. Het eten is erg
lekker en het personeel doet enorm z’n best om ons op tijd weer weg te krijgen,
zodat we ons vliegtuig halen. De taxi-man is bijna roerend netjes en heeft
keurig op onze spullen gepast.
 
We zijn ruim op tijd voor ons
vliegtuig, maar daar wacht ons een nare verrassing. Twee van onze
mede-passagiers blijken niet op de lijst te staan en kunnen door overduidelijke
overboeking, niet mee terug! Karin pleit en smeekt bij de KLM-mevrouw en belt
uiteindelijk met Nicole die telefonisch haar best doet. Het mag niet baten: de
beide heren mogen niet mee!


Met een katerachtig gevoel en met last van de hitte stappen we uiteindelijk
het vliegtuig in. Harro valt natuurlijk meteen om zodra hij op zijn stoel zit.
Karin heeft een wat minder goeie nacht, maar uiteindelijk landen we ruim voor
tijd op Schiphol. Zo op tijd dat we al buiten staan met onze tassen als Eveline
en Martijn met de auto komen voorrijden! Bekaf, maar helemaal vol van verhalen
rijden we terug naar Leiden. Het duurt uiteindelijk nog zeker een week voor we
weer gewend zijn. Het avontuur zelf zal ons zeker bijblijven: we zijn
ongelooflijk onder de indruk van deze prachtige landen vol contrasten.

Griekenland / Peleponessos

Griekenland / Peleponessos

Nachrift: inmiddels is het 20 juni en de vakantie ligt al weer een week achter ons. De foto’s zijn aardig gelukt zoals je kunt zien en het is dan ook nagenieten als we die bekijken. Alle teksten staan online; we hopen dat je het leuk vond om mee te lezen. Laat het ons weten als je opmerkingen hebt. Tot de volgende vakantie!

 

Dag 1: Vertrek Schiphol naar Athene

Dag 1: Vertrek Schiphol naar Athene

Om kwart over vijf rijden we rustig in de richting van Schiphol, waar we worden gedumpt door Martijn en Eveline om nog samen een hapje te eten. Aan de horizon zien we langzaam de eerste regenwolken verschijnen en het weerbericht voorspelt weinig goeds…


Na het inchecken en een Burgertje hebben we de eerste vertraging dan ook al te pakken. Ons vertrek van 20:00 uur is uitgesteld naar 21:00. Een uurtje wachten.. geen probleem totdat we de volgende vertraging krijgen: de vlucht staat nu gepland op 22:00 uur. Om een lang verhaal kort te maken: om 23:15 vertrekken we eindelijk en om 03:15 lokale tijd landen we op Athene. Een half uurtje met de bus, een korte taxi rit naar het foute hotel en een wandelingetje zorgen er voor dat we om 05:00 uur in de ochtend uitgeput in ons bed landen. Terwijl Athene duidelijk aan het wakker worden is donderen wij in slaap.

Dag 2: Athene

Dag 2: Athene

Na de reisavonturen van de vorige dag (zelfde ochtend ?) zijn we flink gaar als we wakker worden. Om een uurtje of 11 besluiten we dan toch eindelijk maar eens de boze buitenwereld te gaan verkennen. Na een korte wandeling en een snelle bak koffie gaan we op weg richting de Acropolis. De weg naar deze ‘must see’ van Athene (slecht te missen trouwens) loopt dwars door de Plaka, een van de oudste en gezelligste wijken van Athene.
We zijn zeker niet de enigen die naar boven willen, toch is het relatief rustig. Na een forse wandeling door de hitte kopen we een kaartje. Voor we op zoek gaan naar het Parthenon genieten we eerst van het uitzicht over Athene, op een spekgladde granieten heuvel.

Daarna lopen we rustig anderhalf uur bovenop de Acropolis tussen de tempels door, genietend van de uitzicht en de prachtige gebouwen. Het museumpje is ook zeker de moeite waard: hier liggen de resten van alle spullen die niet in het British Museum liggen…

Via de tempel van Dionysos dalen we weer af naar de Plaka voor een drankje en een pitta-gyros. Via de vlooienmarkt van Athene gaan we dan op zoek naar de oude Agora. Hier staat een prachtig gerestaureerd gebouw en een van de meest complete oude tempels van Griekenland. Tegen de tijd dat we daar alles hebben gezien zijn we allebei doodop en besluiten dat het ook dringend tijd is voor een middagdutje.

Om een uur of zeven zetten we onze expeditie voort en gaan op zoek naar een leuk eettentje. We beginnen met een kopje koffie (=biertje en wijntje dus) met uitzicht op de Acropolis, die er in de laatste straaltjes zonlicht spectaculair uitziet. Op aanraden van de Lonely Planet komen we daarna terecht bij Strofi, een eettentje zuidelijk van de Acropolis met een fantastisch dakterras. We eten Souflaki’s met uitzicht op een prachtig verlicht Parthenon. De vertragingen van de dag daarvoor zijn we ondertussen compleet vergeten.

Dag 3: Van Athene naar Korinthe

Dag 3: Van Athene naar Korinthe

Vandaag krijgen we onze huurauto!

Maar voordat het zover is, is er na een nacht prima slapen en een prima ontbijtje nog wat tijd voor Athene: we besluiten om een bezoek te brengen aan het nationaal archeologisch museum. Twee uur lang dwalen we rond tussen de meest mooie kunstschatten, een waar feest der herkenning. Bijna alle beelden uit de griekse oudheid die je kent van tv en boeken staan hier opgesteld. Ondanks dat dit voor Karin ondertussen de derde keer was, besluit ze dat ze ooit weer terug wil.
We nemen afscheid van de Acropolis en Athene met een kop koffie met een uitzicht dat nooit verveeld. Een snelle Pitta om het af te leren en dan gaan we op zoek naar onze auto-verhuurder.

Op het metro-station Syntagma belanden we tot onze verbazing in een soort mini-museum. Ze laten zien wat ze allemaal hebben opgegraven tijdens de aanleg van de metro-lijn en in de wand zien we de eeuwen oude lijken liggen… (het zal je gebeuren dat je tweeduizend jaar na je dood tentoon gesteld wordt in een van de drukste metro-stations van Athene…)
De auto-boer heeft voor ons een verrassing in petto. We krijgen voor hetzelfde geld een betere auto: we zijn dan ook de trotse (tijdelijke) bezitters van een blauwe Citroen C3. Na een korte uitleg over de te volgen route scheuren we zonder enig probleem Athene uit in de richting Korinthe waar we zo’n anderhalf uur later aankomen. We doen een bakkie in het centrum en gaan dan op zoek naar een camping in de buurt. We landen op camping de Blue Dolphin, aan zee. Na het opzetten van de tent ligt Harro binnen 5 minuten in het water. Daarna lezen en luieren en ‘s avonds eten in Korinthe.

Dag 4 : Van Korinthe naar Nafplio

Dag 4 : Van Korinthe naar Nafplio

Vandaag staat de rit naar Nafplio op het programma, een klein pittoresk stadje aan een baai. Om te beginnen is het lekker wakker worden met de golven op de achtergrond. We pakken rustig de tent in en gaan op weg naar onze eerste stop: Oud-Korinthe.
Oud-Korinthe is een van de mooiste archeologische sites van de Peleponessos. Hier staat een (bijna) complete stad met tempels, winkeltjes en alles wat je zo meer mag verwachten van een stad van 2500 jaar geleden. Het bijbehorende museum is klein maar heeft een aantal prachtige stukken staan. Halverwege de jaren 80 vonden een aantal andere mensen dat ook, en besloten dat ze 288 van deze stukken maar moesten jatten. Gelukkig werden 275 van de verdwenen stukken in de jaren daaropvolgend in Amerika weer teruggevonden.

We dwalen ongeveer anderhalf uur over het terrein en staan helemaal in de mooie plaatjes modus. Tempels met Karin, tempels met Harro en tempels met bloemen. (Voor de mensen die worden gedwongen tot het bekijken van de foto’s: Sorry… 🙂 ) Na een kopje koffie kopen we een brood en kaas en gaan op zoek naar het derde Korinthe: Acro-Korinthe.

Voor degenen die hebben opgelet: Acro betekent inderdaad ‘hoog’ en deze keer is Harro erg blij met hoog. Er ligt een fantastisch oud fort over een complete bergtop uitgesmeerd.We wandelen door grote poorten, over dikke muren om daar achter nog meer poorten en muren te vinden. Uiteindelijk picknicken we met een uitzicht over de vallei er onder. We schieten nog snel een paar plaatjes van de archeologische site en de stad die we van boven zien liggen en gaan dan op weg naar Nafplio.

na een fors uurtje rijden waarbij we onderweg de resten van nog allerlei bezienswaardigheden zien liggen (en er snel voorbij rijden) komen we aan in Nafplio. Hier gaan we op zoek naar een leuk hotelletje en bij poging drie hebben we die dan ook gevonden. Hotel Byron, wat al sinds 18-iets hoog tegen de berg opligt besluit ons een kamer te geven met een prachtig uitzicht over de baai. ‘s Avonds drinken we een drankje op het centrale plein en eten in een van de pittoreske straatjes van Nafplio. We zijn het er over eens dat deze stop de moeite waard is en besluiten nu vast op de terugweg ook weer in Nafplio te landen. Slapen lukt zonder enige problemen na deze toch wel lange dag.

Dag 5: Olympia en Arkoudhi

Dag 5: Olympia en Arkoudhi

We beginnen de dag vroeg want er staat een stevige rit op het programma: we willen in een dag dwars oversteken naar de westkust van de Pelopenessos en onderweg ‘even’ Olympia aandoen. Om de zaak nog wat spannender te maken besluiten we ook vooral niet de doorgaande weg te nemen, maar de zeer bochtige maar prachtige bergweg.

Via de snelweg naar Tripoli waar we in aanraking komen met de griekse versie van rooie stoplichten: we staan stil voor rood en worden betoeterd, belicht en bijna van de weg afgeduwd. Natuurlijk geheel onze fout: wie komt er dan ook op het belachelijke plan om te stoppen voor een rood licht. Harro bekent schuld en zodra het groen is rijden we rustig verder.
De rit door de bergen is prachtig: overal liggen forten, prachtige dorpjes en mooie valleien. De tocht duurt zo’n vier uur en rond twee uur komen we aan in Olympia. Hier beginnen we met een bakkie en een pita-tje (Karin zucht nog maar eens) en gaan dan op weg naar de site. Hier dwalen we twee en een half uur rond op de site en in het bijbehorende museum.
De site is prachtig en een van de grootste sites die er bestaat. We zien resten van de tempel van Zeus en de tempel van Hera, lopen langs en in het oude stadion, zien badhuizen en nog veel meer. Het museum is ronduit spectaculair. Het is een geheel nieuw (of opgeknapt?) museum wat heel mooi ruim is opgezet en waar veel is te zien. We zien hier onder andere het beeld van Nike en Hermes en de overblijfselen van friesen (randversieringen) van de tempels.

Na deze zeer mooie site is het tijd om een slaapplaats te gaan zoeken. Hiervoor rijden we nog zo’n 40 kilometer verder naar een mooi en pieplein kustplaatsje, Arkoudhi. Na een kleine zoektocht en een wat toeristische route (ahem) gooien we ons plan om hier een camping te zoeken overboord omdat we spotgoedkoop een fantastisch hotelletje kunnen krijgen. We beginnen echt te merken dat we voor het hoogseizoen zitten: ze vragen je bijna om een kamer tegen een prikkie te nemen. Om de kreukels uit de benen te krijgen maken we een korte strandwandeling en drinken een drankje in de enige strandtent. We eten die avond in een restaurantje wat om de hoek van ons hotel ligt (net zoals de rest van het dorp) en sluiten die avond af met een drankje op ons balkon, ja met uitzicht op zee.

Dag 6: van Arkoudhi naar Pylos

Dag 6: van Arkoudhi naar Pylos

Het plan is om vandaag rustig aan te doen en langzaam langs de kust naar het zuiden af te zakken. Doel van deze trip wordt het dorpje Pylos, waar in 1827 de turkse vloot door een klein oepsje van hun kant in de grond werd geboord (doet het goed in Griekenland!). Het dorpje ligt in een fantastische baai waar voor de kust een aantal eilanden liggen.
We beginnen de dag met een fort: 10 kilometer noordelijk van Arkoudhi staat een van de best bewaarde Frankische forten van rond 1200. Tot 1800 hebben hier diverse groeperingen aan gesleuteld: Franken, Byzantijnen, Turken, Venetianen, weer Turken en uiteindelijk de Grieken. We wandelen over de binnenplaats en later ook over de buitenmuren van het kasteel, waarbij we ondertussen genieten van perziken die in het fort groeien en die we van een aantal bouwvakkers krijgen.

Op de weg naar Pylos genieten we van fantastische uitzichten en lunchen in een strandtentje ergens halverwege. De kleine gemengde schotel met hapjes blijkt hier te bestaan uit bij elkaar zo’n anderhalve kilo vis. Varierend van inktvis in diverse vormen en soorten tot iets wat er uitziet als gefrituurde goudvis. Karin geniet, Harro probeert alles maar echt genieten wordt het niet. (Wel eens een zure zuignap gegeten?)
Na onze snelle hotel zoektocht van de vorige dag besluiten om dit geintje nog een keer te herhalen: dit lukt prima en weer zitten we voor een prikkie in een kamer met een prachtig uitzicht over de baai. We hebben lekker veel tijd over en gebruiken die om onze volgende tripjes te plannen, een drankje te doen en lekker te luieren. Na een pizza’tje duiken we vroeg ons bed in. Met de balkondeuren open vallen we in slaap op het geluid van de kabbelende zee.

Dag 7: Van Pylos naar Gythio

Dag 7: Van Pylos naar Gythio

Deze morgen beginnen we met een ontbijt in het hotel. Ontbijten is iets dat de gemiddelde Griek niet geheel volgens noord-west-europese normen doet, dus het is wat behelpen. Bak erg stevige koffie en een bammetje, eventueel met iets er op en dat is het dan wel. Gelukkig hield het hotel rekening met onze verwende ideeen over ontbijten en waren er ook cornflakes en wat sap. Meer dan zat om op weg te gaan.
De tocht vandaag voert ons via Kalamata, en langs de kust naar Areopoli om uiteindelijk te eindigen in Gythio (of Yithio voor de liefhebbers van de Rough Guide)
.
De tocht naar Kalamata is niet zo spannend, veel bergen en bochten en binnen een uurtje zitten we in het centrum van dit stadje. Hier gaan we op zoek naar een Internet cafe, waar we, nadat we een half uur hebben rondgezocht, zo ongeveer naast staan geparkeerd. De stad zelf is verkeerstechnisch nogal een puinhoop en met name het gemis aan borden is erg onhandig. Desalniettemin komen we op de stand van de zon en een dosis mazzel in een keer de stad in en weer uit.

Hierna begint het mooiste gedeelte van onze tocht van vandaag. Via een prachtige kustroute zakken we langzaam af richting het zuiden. De weg schijnt een van de mooiste van Griekenland te zijn en dat blijkt al snel. Prachtige uitzichten over pittoreske dorpjes, azuurblauwe zee en brede zandstranden. Om de haverklap staan we midden op de weg stil om snel een paar foto’s te maken. (Aangezien de gemiddelde Griek wel gewend is aan stilstaande auto’s op de weg maakt het qua gevaar ook weinig uit.)
Na een tocht van zo’n anderhalf uur, waarbij we onderweg uitgebreid lunchen beginnen we met onze oversteek naar de ander kant van de landtong. Deze rit kost ons een half uurtje en vlak voor Gythio landen we op een camping aan zee. Hier slaan we onze tent op tussen de olijfbomen, waar de mensen vriendelijkerwijs ook nog bordjes op hebben gehangen zodat je in ieder geval weet welke olijven er op je knar vallen. Na de lange rit duiken we eerst het heerlijk koele (ijskoude dus! [Har]) water in en luieren een tijd op het strand met een boekje en een drankje.
Bij gebrek aan zinnige supermarkt wordt ons idee om op de camping te eten omgezet in uit eten gaan in het stadje. Balen! Karin is namelijk verplicht om een enorme lading garnalen uit hun leiden te verlossen en Harro moet de zoveelste souvlaki wegwerken.
‘s Avonds eindigen we op de camping met een biertje en een frisje.

Dag 8: Van Gythio naar Nafplio

Dag 8: Van Gythio naar Nafplio

Vroeg opstaan! We hebben vandaag een aardig vol programma en een redelijke rit op het programma staan. Om 9 uur is alles dan ook ingepakt en gaan we op weg naar onze eerste stop: Mystras.
Mystras is een compleet verlaten stad uit de 12e eeuw waar tot 1953 nog mensen hebben gewoond en die sindsdien op de UNESCO World Heritage lijst staat. Vandaag de dag zijn er nog een groot aantal kerkjes (met fresco’s), complete gebouwen, een paleis en een fort te zien. We slenteren een uur lang tussen de gebouwen door en bekijken het miniscule maar verrassend moderne museumpje.

Daarna rijden we verder in de richting van Nafplio, waarbij we de stad Sparta, waar Mystras naast ligt, zo snel mogelijk achter ons laten: daar is namelijk buiten het zeer enerverende Griekse olijven en olijfolie museum en het chaotische verkeer werkelijk niets te beleven.
Tijdens de rit zien we achter ons steeds donker wordende wolken verschijnen, maar dat houdt ons niet tegen om ook nog een stop te maken bij Mycene. Mycene was het belangrijkste ‘koninkrijk’ tussen 1600 en 1200 B.C. Uit archeologisch oogpunt was de vondst van Mycene een van de belangrijkste van die periode. Amateurarcheoloog Schliemann bewees hier met zijn vondst dat de werken van Homerus niet op fictie maar op feiten berusten. De belangrijkste schatten hadden we al gezien in het museum in Athene; De resten van de forten en grafmonumenten maken het indrukwekkende verhaal compleet.
Bij het losbarsten van de eerste regenbuien rijden we verder naar Nafplio, waar we ondertussen via de telefoon een prachtig hotelletje hebben geregeld met een nog mooier uitzicht dan de vorige keer (zie dag 4). Pension Marianne kijkt niet alleen uit over de baai maar staat ook nog eens aan de voet van een van de twee kastelen die het stadje rijk is.

Terwijl we dit verhaal zitten te typen verschijnt de zon alweer achter de wolken vandaan en is het droog geworden. Tijd voor een biertje en een wijntje op het terras dachten we zo!

Dag 9: Nafplio en omgeving

Dag 9: Nafplio en omgeving

We hebben echt een prima nacht achter de rug in ons super-hotel. Een mooi uitzicht, ‘s avonds borrelen op ons eigen terras en we slapen recht onder een van de torens van het kasteel.
Na een ontbijt op het dakterras van het hotel is het tijd voor onze rondreis in de omgeving van Nafplio. We beginnen met de rit door de bergen naar Epidauros, een zeer bekende archeologische site. Behalve het heiligdom van Asklipio bevindt zich hier ook een van de mooiste oude theaters van Griekenland. We beginnen onze tour in het theater waar we te horen krijgen hoe fantastisch het geluid is. In het midden laat een tour-guide een paar muntjes vallen wat tot bovenin erg goed te horen is: erg indrukwekkend. Daarna worden we ook nog getrakteerd op een korte performance door twee dames die nog echt konden zingen ook.

Daarna volgt een toch langs de tempels en gebouwen van het heiligdom van Asklipio. Deze zoon van Apollo de Genezer overtreft uiteindelijk zijn vader als god van de geneeskunst. Zijn symbool, de slang, is nog steeds terug te zien in medische kringen, bijvoorbeeld op uithangborden voor apotheken.
De temperatuur is ondertussen aardig opgeklommen en we besluiten dat het tijd wordt voor een rondje strand en zwemmen. Na een prachige rit langs de kust belanden we op een klein kiezelstrandje waar we picknicken en een (voorzichtige) duik in het water nemen.
Rond 6 uur zijn we terug in Nafplio. De rest van de avond doen we erg rustig aan en genieten met een drankje, hapje en een boekje.

Dag 10: Terug naar Athene

Dag 10: Terug naar Athene

Vandaag staat het eerste stuk van de terugweg op het programma. We vertrekken redelijk op tijd uit Nafplio na alweer een heerlijk ontbijt op het dakterras. Onderweg doen we nog een laatste archeologische site aan: Nemea.
Nemea is in tegenstelling tot veel andere sites nooit ‘kwijt geraakt’. Door de eeuwen heen is het gebied bewoond gebleven en waren de drie nog steeds overeind staande pilaren een toeristische en archeologische attractie. In het kleine museumpje er naast zie je dan ook tekeningen en schetsen uit de 18e en 19e eeuw. Ook zie je hier diverse grafvondsten uit het gebied en veel foto’s over de opgravingen. De site is niet heel groot maar door de tempelresten die er al die eeuwen al staan wel erg indrukwekkend. Overigens zijn er in de afgelopen 20 jaar door wat overenthousiaste archeologen-in-spe twee zuilen bij gekomen. Nu heeft Nemea dus 5 staande zuilen.

Na Nemea rijden we in een ruk door naar het vliegveld in Athene. De weg is prima, alleen het griekse tol-systeem waar er soms wel, soms geen poorten staan, waar je dan weer soms wel en soms niet moet betalen en dan soms wel en soms niet moet vechten voor een plekje op de daaropvolgende kilometer snelweg, is een beeeetje raar (!). Gelukkig gaat alles goed en rond een uur of twaalf staan we dan ook weer bepakt en bezakt op Athene Airport. We hebben ook alweer een hotelletje geregeld in het centrum en pakken de metro daar naar toe.

Na een rondje internetten en een klein pitta-souvlaki-tje lopen we rustig richting de Plaka waar we een paar uur ronddwalen en ‘s avonds een hapje eten met alweer een prachtig uitzicht over de Akropolis. Daarna slapen we een paar uur en vertrekken met een taxi naar de Airport waar we dit keer zonder vertraging en verdere problemen vertrekken.

Voor de oplettende lezer: het laatste gedeelte van dit verslag bevat op het moment van schrijven wat aspecten van ‘wishful thinking’… 🙂

Ok, het werd geen uitzicht op de Acropolis en het restaurant waar we wilde eten bleek niet meer te bestaan, waardoor we terecht kwamen bij de Mac. Het was echter nog steeds een prima afsluiting van deze super-vakantie! Griekenland en met name de Peleponessos heeft alles: strand, zee, prachtige sites, mooi weer, geweldige musea en lekker eten. En met een terugvlucht die wel goed ging (al was het dan ook errug vroeg: vliegen om 10 voor 6), zijn wij verkocht. Griekenland is echt een enorme aanrader!

Rondje Oostzee

Rondje Oostzee

Deelnemers: Karen en Alex
Duur: een dikke maand
Datum: 5 juni – 8 juli 2005
Omschrijving: Een huwelijksreis via Polen naar Litouwen, Letland en Estland en dan via St. Petersburg, Helsinki en Stockholm naar Kopenhagen!

Route

Route

MEDEDELING: HELAAS MOETEN WE DE REIS OP 22 JUNI ONDERBREKEN. IN VERBAND MET FAMILIEOMSTANDIGHEDEN KEREN WE MORGEN TERUG NAAR NEDERLAND.

Den Haag – Utrecht – Duisburg – Warschau
verblijf in Warschau
Warschau – Sestokai – Vilnius
verblijf in Vilnius
Vilnius – Klaipeda
verblijf in Klaipeda
Klaipeda – Siauliai – Riga
verblijf in Riga
Riga – Tallinn
verblijf in Tallinn
Tallinn – St. Petersburg
verblijf in St. Petersburg
St.Petersburg – Helsinki
verblijf in Helsinki
Helsinki – Turku – Stockholm
verblijf in Stockholm
Stockholm – Malmo – Kopenhagen
verblijf in Kopenhagen
Kopenhagen – Duisburg – Utrecht – Den Haag
weer thuis!

Warschau

Warschau

Met de trein naar Warschau, een hele belevenis!
Het eerste stuk is gesneden koek: van Den Haag naar Utrecht CS. Daar overgestapt op de trein naar Duisburg: broodje bratwurst en patat als avondeten gehad en vervolgens op de nachttrein naar Warschau. Erg spannend en errug romantisch (je bent op honeymoon of niet).
‘s Nachts wakkergeklopt door Poolse en Duitse douaniers voor de paspoortcontrole. De controle verliep soepel. Geen gedoe en jammer genoeg ook geen stempel (we zijn immers een Europa).

Verder lekker geslapen dus we kwamen uitgerust in Warschau aan. Onderweg veel groen en dorpjes met onverharde wegen gezien. Ook werken er veel mensen op het land.
Na te hebben ingescheckt in het hotel zijn we meteen het centrum ingegaan. Vooral de zogeheten oude stad is erg mooi. Heel veel kleurige oude huizen, steegjes en pleintjes. Veel toeristen en schoolreisjes!
‘s Avonds kennisgemaakt met de Poolse keuken: pizza en spaghetti bolognese voor nog geen 6 euro.

De volgende dag hebben we kennisgemaakt met het oorlogsverleden van Warschau. We hebben een gevangenis bezocht waar tijdens WOII veel Joodse en Poolse mensen zijn omgebracht. Ook hebben we een monument gezien dat is opgericht ter nagedachtenis aan de 400.000 Joden die tijdens WOII zijn omgekomen. Vanaf dat monument zijn we via ” het pad ter nagedachtenis van de Joden” naar het monument voor de helden van het getto gelopen.
Vervolgens hebben we naar de zogeheten nieuwe stad bezichtigd. Veel kerkjes en paleizen gezien maar die vielen een beetje in het niet bij al het moois in de oude stad.
Op straat zie je heeeeeel veel mensen eten en roken. Veel meer dan in Nederland. Vooral kebab is erg populair. Hebben wij dus ook geprobeerd. Was inderdaad erg lekker. IJsje als toetje bij de Mac Donalds, ja die hebben ze hier ook. Wat ook opvalt is dat Warschau erg schoon is: geen afval op straat. De sfeer is relaxed alhoewel de mensen soms wel een bedrukte indruk maken.
Op onze laatste dag in Warschau zijn we naar het Lazienki park geweest. Het park is vooral bekend om het paleis op het water en het permanente openluchttheater. Het park was erg mooi: veel watertjes, een Chopinmonument, orangerieen en veel dieren zoals spechten, eekhoorns en allerlei vreemde eenden. Helaas zat het weer niet mee: veel regen en daardoor was het ook koud. Afzien dus.
Na het park zijn we naar het Centrum voor de Hedendaagse Kunst geweest. Volgens de reisgids wordt daar het werk van kunstenaars uit de hele wereld getoond op een schaal die zijn weerga niet kent in Europa.
‘s Avonds in een zeer hippe Poolse tent gegeten. Vroeg naar bed want de volgende dag vroeg op: om 07:10 uur gaat de trein naar Vilnius (Litouwen).

Vilnius

Vilnius

Met de trein van Warschau naar Vilnius met een overstap in Sestokai. Dat schept een band want we hadden al meteen contact met een meisje uit Canada die naar Europa is gekomen om informatie over volksdansen te verzamelen. Samen opgereist. Veel gekletst over onder andere de uitbreiding van Europa, de Europese Grondwet en de wens van het franstalige deel van Canada (Quebec) om zich af te scheiden. Zij was daar een groot voorstander van.
Het laatste deel van de reis door Polen was erg mooi: veel meren, bossen en heuvels. Railaway is er niks bij. Zodra je de grens met Litouwen over gaat, is het landschap vlakker. Wederom een soepele grenscontrole, weer geen stempels. Wij moesten met lede ogen aanzien hoe het paspoort van onze Canadese reisgenote volgestempeld werd…
Het hotel ligt in een vage buurt. Een echte stationsbuurt, een beetje achteraf met vage mensen op straat en sexshops enzo. Het hotel zelf is verder wel oke.
Het is hier trouwens een uur later dan in Nederland.
De volgende ochtend hebben we ontbeten in misschien wel het kleinste ontbijtzaaltje ter wereld: drie tafeltjes, 12 stoelen en een serveerster die in dezelfde ruimte de afwas deed en het ontbijt voorbereidde. Erg knus, dat wel.
De eerste dag hebben we de oude stad bezocht. Vergeleken met Warschau is die veel uitgestrekter. Waarschijnlijk mede doordat die in WOII gespaard is gebleven. De oude stad van Vilnius staat overigens op de UNESCO Werelderfgoedlijst. En dat is helemaal terecht. Vilnius is mooi, sfeervol en vol met bezienswaardigheden. We hebben heel veel kerkjes bezocht, katholiek, orthodox, etc. De meeste kerken zijn rijk versierd met goud en allemaal kleuren. We hebben ook veel pelgrims gezien die onder andere afkomen op de zwarte madonna. Dat is een afbeelding van Maria met een donker gezicht waaraan helende krachten worden toegeschreven. Die afbeelding bevindt zich in een kapelletje boven de stadspoort. Als je daar onderdoor loopt komt het gezang van de pelgrims je tegemoet.
Via het presidentieel paleis zijn we een berg opgeklommen met een mooi uitzicht over de stad.
Vergeleken met Warschau lijkt Vilnius armer: er zijn meer zwervers en bedelaars en mensen die op straat hun waren proberen te slijten. De mensen lijken wel vrolijker.
‘s Avonds heeft Alex zich aan een typisch Litouws gerecht gewaagd: met vlees gevulde dumplings in een saus van zure room met ham en een kaaskorst uit de oven. Hij vond het heeeerlijk!
De tweede dag zijn we opnieuw Vilnius ingeweest. We hebben de universiteit en het Vilnius kasteel bezocht en nog meer kerkjes. Verder hebben we ons vooral beziggehouden met het zoeken van een internetcafe. In tegenstelling tot Warschau waar je ze op elke straathoek tegenkwam, zijn ze hier zeer schaars. Maar toe maar, we hebben er nu toch een gevonden, zoals jullie merken!
‘s Avonds wederom een kijkje in de Litouwse keuken genomen: met vlees gevulde aardappelpannenkoeken met creme fraiche en een of andere ovenschotel met vis, aardappelen, wortels, champignons en natuurlijk kaas en creme fraiche gegeten. Creme fraiche en kaas zijn onmisbaar in Litouwse gerechten. Je komt ze echt overal tegen, ook bij het ontbijt…
De derde dag zijn we met de trein (derde klas!) naar Trakai geweest. Trakai is de oude hoofdstad van Litouwen en telt niet meer dan een paar duizend inwoners. Trekpleister is een kasteel op een eilandje dat met het vaste land is verbonden door middel van voetgangersbruggen. Al met al een sprookjesachtig tafereel: een kasteel bestaande uit rode stenen en rode daken op een groen eiland midden in een super helder meer omgeven door bossen. We waren er net op tijd. Nadat we het kasteel bezocht hadden, stroomden de toeristen binnen, met busladingen tegelijk. Toen hebben we maar besloten om een stukje langs het meer te gaan lopen en van de rust te genieten. Daarna met de bus terug naar Vilnius. En wat voor een bus… Hij was groen, versierd met nep bloemen en er zaten barsten in de ramen, hingen allemaal draden uit het dashboard en de versnellingspook zat los. De chauffeur rookte en belde er op los maar reed wel veilig zodat we via een scenic route weer bij het hotel kwamen.
En ‘s avonds weer Litouws gegeten (dumplings, dit keer met champignons gevuld).
Op tijd naar bed want morgenochtend vroeg op voor de grote reis naar Klaipeda.

Klaipeda

Klaipeda

‘s Ochtends om half zes opgestaan, snel ontbeten en om 06:45 uur zaten we in de trein naar Klaipeda. Die trein werd steeds voller, dus op een gegeven moment zaten we met z’n achten in een coupe (vergelijkbaar met van die hokjes waar je in Nederland met z’n zessen in zit).
Na 5 uur treinen door een afwisselend landschap van bos, dorpjes, steden en het Litouwse platteland kwamen we aan in Klaipeda. Een wereld van verschil met Vilnius. Klaipeda is minder groot en druk en een echt vakantieoord. Die sfeer ademt het ook uit. Er zijn ook veeeeel Duitsers. Dat heeft onder andere te maken met het verleden van Klaipeda. Tot 1923 is het Duits geweest en heette het Memel.
In Klaipeda is niet zo veel te beleven. Het heeft een klein oud centrum dat je in een kwartier hebt gezien. Er is een plein met een theater waar Hitler op het balkon heeft gestaan om net voor WOII de Duitse Anschluss van dat gebied uit te roepen. Klaipeda heeft wel een grote haven. Klaipeda is een beetje het Rotterdam van Litouwen. De buurt waarin ons hotel ligt (erg groot en luxe overigens) is erg gezellig: vol eettentjes enzo. Die eettentjes zijn wel minder op buitenlandse toeristen georienteerd dan in Vilniuw. Ze serveren bijna alleen maar typische Litouwse gerechten. Niet alleen de dumplings waar wij het al eens over gehad hebben, maar ook gekookte of gebakken varkensoren, varkensnek, tong, lever et cetera. Geen paradijs voor vegetariers dus (arme Karen).
De eerste hele dag in Klaipeda zijn we met het pontje naar de overkant van de lagune geweest. Daar begint de Curonian Spit, een nationaal park. De Curonian Spit is een 2 kilometer brede strook die van Smyltine naar Kaliningrad, de Russiche enclave tussen Litouwen en Polen, loopt. De Curonian Spit ligt tussen de lagune en de Baltische zee. Hij bestaat uit bossen, strand en heel veel duinen. Met name om die duinen staat de Curoninan Spit bekend.
Vanaf het pontje zijn we met de bus naar Nida, tegen de Russische grens, gereden. Daar zijn we naar een uitkijkpunt over de zandduinen gelopen. Een behoorlijke klim! Het uitzicht is geweldig. Je kijkt uit over enorme zandduinen, zover het oog reikt. Vervolgens zijn we door de duinen richting de Russische grens gelopen. Totdat we plotseling een fluitsignaal hoordden: een Litouwse grensbeambte die ons met heftige handgebaren terugmaande. Braaf als wij zijn, hebben we rechtsomkeerd gemaakt (wel eerst stiekum gefilmd) en zijn door de bossen naar de Baltische zee gelopen. In de duinen gelunchd en daarna nog even Nida ingeweest: souvenirwinkeltjes bezocht en ons internetdagboek bijgewerkt. Zometeen terug naar Klaipeda.
De volgende dag hebben we het rustig aangedaan. We zijn weer met het pontje naar de overkant naar Smiltyne gegaan, hebben daar een beetje rondgeslenterd langs de haven, wat oude schepen en een nagebouwd vissersdorpje bekeken en lekker aan het strand gezeten. Heerlijk relaxed! Verder niet zo bar veel gedaan. ‘s Avonds nog wel zogeheten zeppelins gegeten: aardappeldeeg gevuld met vlees in dit geval in de vorm van een zeppelin, een andere Litouwse lekkernij.
De laatste dag in Klaipeda hebben we een auto gehuurd om op zoek te gaan naar de roots van Karen (de Jakstassen). Eerst naar Girininkai gereden. Dat moet het geboorteplaatsje zijn van de betovergrootvader van Karen (dus de opa van haar opa), Kazimiras Jakstas. Girininkai is een heel klein, schattig dorpje in een mooie landelijke omgeving. We zijn de plaatselijke kruidenier binnengelopen om te informeren naar de naam Jakstas en de aanwezigheid van een kerk/begraafplaats. Dat veroorzaakte enige opwinding. Mensen kwamen uit alle hoeken en gaten aanlopen om zich ermee te bemoeien. Van de naam Jakstas hadden ze nog nooit gehoord en een begraafplaats was er niet. Nog een beetje rondgereden en foto’s gemaakt en toen doorgereden naar Vainutas. Vainutas is het dorp waar de overgrootmoeder van Karen is geboren en gedoopt. Tot onze grote vreugde hebben we kerk gevonden waar dat laatste is gebeurd. Dat weten we zeker want de pastoor die in de dooppapieren staat, ligt er begraven. Vervolgens nog even op het kerkhof rondgekeken. Wel een Jakstas (misschien familie?) gevonden (ze hebben hier trouwens alleen maar familiegraven) maar geen Kazimiras. Toen door naar Naumiestis ofzo iets. Dat moet indertijd de woonplaats zijn geweest van de betovergrootouders van Karen. Die Kazimiras en zijn vrouw dus. Ook daar op de begraafplaats rondgelopen. Die was echter zo groot dat we de hulp hebben ingeroepen van een mevrouw die daar werkt. Zij kende wel Kazimirassen en een Jakstas maar geen Kazimiras Jakstas. Helaas pindakaas. Toen hebben we het zoeken opgegeven, blij dat we toch nog iets gevonden hebben.
We zijn doorgereden naar Nemunas Deltas Regional Park, een waterrijk gebied met veel vogels helemaal in het zuid-westen van Litouwen. Heel erg mooi, maar ook heel ontoegankelijk. Het informatiecentrum was verdwenen en bijna alle toegangswegen waren afgesloten. Toen zijn we maar teruggegaan naar Klaipeda. Lekker uit eten geweest om onze laatste dag in Litouwen te vieren.

Nog even een paar opvallende dingen uit Litouwen: buitenlandse televisieprogramma’s worden niet ondertiteld maar live van commentaar voorzien. Dat komt erop neer dat een persoon alle personages continu live vertaalt. Mannen en vrouwen tegelijk dus. Wat ook opvalt is dat bijna alle vrouwen hun haar verven en hun wenkbrauwen in extreme mate epileren, op het enge af bijna.

Riga

Riga

Om 5 uur op om de 06:45 trein naar Siauliai te halen. Siauliai ligt nog in Litouwen en staat bekend om de Hill of Crosses. Op die heuvel staan, hangen en liggen miljoenen kruizen die mensen daar hebben neergelegd ter nagedachtenis aan overledenen. Voor velen is de heuvel een bedevaartsoord, daarom wordt hij ook wel het Mecca van Litouwen genoemd. De kruizen werden in de Sowjettijd steeds weggehaald door de Russen. Maar de Litouwers legden ze steeds terug als een daad van verzet tegen het Sowjetregime. De heuvel heeft dus ook een grote emotionele betekenis. Wij vonden hem in ieder geval zeer indrukwekkend.
Na het bezoek aan de Hill of Crosses hebben we nog een poosje rondgelopen in Siauliai. Daarna hebben we de bus gepakt naar Riga (Letland). Net als in Litouwen merk je onderweg dat er relatief grote welvaartsverschillen zijn tussen stad en platteland, alhoewel dat op het eerste gezicht in Letland minder erg lijkt te zijn. Rond 18:00 uur kwamen we aan in Riga. Dat was even wennen. Van de rust in Klaipeda naar de drukte en hectiek van een grote stad als Riga. Riga bruist, leeft en heeft veel sfeer. In vergelijking met de Litouwse steden die wij hebben bezocht is Riga ook veel westerser. Mensen spreken beter Engels (misschien omdat het Lets meer op Scandinavisch lijkt?) en zien er minder Oost-Europees/Russisch uit. Letland is overigens minder (of helemaal niet?) anti Russisch dan Litouwen. In Litouwen zag je bijna nergens Russische menus/wegwijzers/boeken enzo, maar in Letland wel. Daar zijn veel menus bijvoorbeeld zowel in het Lets, Engels als Russisch vertaald.
Ons hotel is oke. We hebben een enorme kamer. Of eigenlijk twee kamers: een aparte slaapkamer en een zit/lees/tv-kijkkamer. Wel een beetje ouderwets meubilair, maar dat maakt verder niet uit.
Even wennen aan weer een nieuwe munt: in Polen moesten we delen door 4, in Litouwen door 3,5 en in Letland vermenigvuldigen met 1,5.
De volgende ochtend een beetje uitgeslapen alhoewel dat niet echt lukt door de korte nachten (het is hier maar 4 uur donker). ‘s Ochtends wat praktische zaken geregeld: wasje gedaan, boodschappen gedaan et cetera. Tegen de middag zijn we naar het oude centrum gelopen via de centrale markt van Riga. Dit is de op een na grootste overdekte markt van Europa die is gevestigd in 5 oude zeppelin hangars. Op de markt is echt alles te krijgen en er is een enorme bedrijvigheid. Heel erg leuk om doorheen te lopen.
Het oude centrum van Riga is erg gezellig: veel oude kleurige gebouwen, pleintjes met terrasjes, kerkjes en trouwerijen. Overal in de stad waren volkszangers en -dansers. Die bleken zich later te verzamelen in het park waar wij zaten uit te rusten. Een feestelijk geheel. Volgens de aanplakbiljetten vond dit plaats in het kader van het jaarlijkse zang en dans festival in de Baltische landen. Er zouden de hele middag en nacht optredens zijn. Met als afsluiting van het festival een hommage aan de mythologische en folkloristische roots onder de nachtelijke sterrenhemel.
Het weer zit trouwens enorm mee: het is al een paar dagen zomer, dus we lopen in korte broek.
De tweede dag in Riga zijn we wederom het oude centrum ingegaan. De laatste dingen bezichtigd, een kerk beklommen, van een mooi uitzicht genoten en wat gewinkeld. Vanmiddag zijn we naar de bioscoop geweest, naar de Interpreter. De film werd vertoond in het Engels en in het Lets ondertiteld, dus hij was goed te volgen.
De laatste dag in Riga zijn we met de trein naar Gauja National Park geweest. Helaas hebben we net de 09.35 uur trein gemist. Omdat de volgende trein pas om 11:51 uur zou vertrekken, bedacht Karen dat ze wel even naar de kapper kon gaan. Na door een nerveuze, nauwelijks Engels sprekende kapster te zijn geknipt, kwam ze met een heus Baltisch kapsel (= heel plat kort haar zonder gel) naar buiten. Effe wennen, maar op zich wel leuk. Gelukkig duurt het nog even voor we weer thuis zijn, zullen we maar zeggen.
De 50 km per trein hebben we in 5 uur afgelegd, kun je nagaan hoe snel de treinen hier rijden. In Gauja National Park hebben we de ruines van kastelen, een rivier door een mooie beboste vallei, steile heuvels en grotten gezien. Omdat we het lopen en vooral alle trappen (enkele honderden treden) een beetje beu waren hebben we de terugtocht deels met een kabellift gedaan. Best wel spectaculair en gelukkig minder eng dan dat het er uit zag. Nog even gerelaxed en toen terug met de trein naar Riga.
‘s Avonds Mexicaans gegeten. Erg bijzonder want ze gebruiken hier geen bonen en gesmolten kaas. Desondanks smaakte het goed.

Tallinn

Tallinn

We zijn in Tallinn! Daarvoor hebben we 300 km in 5,5 uur afgelegd met een bus die op verzoek van passagiers overal stopte. Tallinn is weer een hele andere stad dan de steden die we tot nu toe bezocht hebben. Het oude centrum staat op de Werelderfgoedlijst dus dat is beschermd, maar daarbuiten wordt volop gesloopt en gebouwd. Dat lijkt zo op het eerste gezicht niet echt gestructureerd of met een bepaalde visie te gebeuren. Alles staat kris kras door elkaar: oude en nieuwe gebouwen, hoge en lage et cetera.
Verder valt op dat Tallinn duurder is dan Riga en Vilnius en een hele andere sfeer heeft. Het is moeilijk aan te geven waardoor dat komt. Het Ests lijkt heel erg op het Fins. Ook hoor je veel Russisch; 40 procent van de inwoners van Tallinn is namelijk Russisch. In de andere Baltische hoofdsteden was dat percentage veel lager.
‘s Avonds bij de MacDonalds gegeten. We wagen ons voorlopig maar even (?) niet aan de Estse keuken die bekend staat om zeer bloederige gerechten.
Onze eerste dag in Tallinn hebben we het oude centrum bekeken. Veel oude kerkjes, smalle steegjes en de Middeleeuwse stadsmuur die nog voor een groot deel intact is. Wat heel leuk is en ook het gezicht van het oude centrum van Tallinn bepaalt, is dat er op de stadsmuur nog heel veel oude torens staan. Je kunt merken dat het toeristenseizoen nadert. Overal waren grote groepen toeristen die door gidsen werden rondgeleid… Dat zijn wij niet gewend.
‘s Middags nog even op de centrale markt geweest om fruit in te slaan. Verse aardbeien gekocht die we meteen hebben opgegeten: jammie!