Archief van
Auteur: Karin

Dode Zee

Dode Zee

We worden wakker van de wekker en hebben allebei de oproep van het gebed, die vannacht toch van de minaret om de hoek geschald moet hebben, volkomen gemist. Heerlijk, zo’n koele kamer en we zijn in Amman!
Na een ontbijtje en een geld-wissel-actie (keurige koers in het hotel), zitten we in ons kleine, ge-airco-de busje richting de Dode Zee. Amman is de hoofdstad van het Hasjimitische Koninkrijk Jordanie, dat ongeveer 5,5 miljoen inwoners telt. Dat aantal groeit nog dagelijks door de stroom vluchtelingen uit Libanon die door de onrust in de regio Jordanie binnen stroomt. Amman telt ongeveer 1,2 miljoen inwoners en wordt ook wel de witte stad genoemd, door de kleur van het kalksteen dat in bijna alle gebouwen is gebruikt. De stad ligt in de bergen en van dar uit is het een uurtje rijden naar de Dode Zee: het laagste punt op aarde! Onderweg stoppen we bij een steen die het officiele zeeniveau aangeeft en van daaruit gaat we nog 409 meter lager. Onze oren ploppen stevig op de weg naar beneden. Onderweg merken we aan de strenge militaire checkpoints dat we in het grensgebied met Israel zijn.

Als we uit de bus stappen ontdekken we de eerste stap in het “wisselende klimaat” deze week: het is zeker 10 graden warmer en ontzettend vochtig. The Dead Sea Spa Hotel maakt veel goed: en enorm en behoorlijk luxe complex met toegang tot het strand van de Dode Zee, maar verder ook een aantal zwembaden, een restaurant en een prima kamer met uitzicht op zee.
Na een welkomstdrankje gaan we met gids Inez (die vanuit Amman met ons is meegereisd en veel verteld) en de groep een kijkje nemen bij het water. Het water van de Dode Zee is zo zout (ongeveer 30%) dat er niets kan leven. In het zout zitten 29 mineralen die erg goed voor je huid zijn, mits je niet TE lang in het water blijft. De modder maakt het bovendien helemaal af: die werkt als een soort peeling. We wachten nog even met het water induiken: het is inmiddels 12 uur en op het heetst van de dag lijkt dit ons een minder goed idee. We trekken ons eerst terug voor een beetje opfrissen en lezen. Om ongeveer half 2 lunchen we heerlijk uitgebreid bij het geweldige lunchbuffet en na nog wat meer luieren vertrekken we uiteindelijk om 4 uur naar zee.

Het is inderdaad een erg maf gevoel: dobberen zonder er moeite voor te doen. We zijn erg voorzichtig (je wil hier GEEN water in je ogen krijgen), maar het is erg leuk om even te dobberen en jezelf heerlijk onder de modder te smeren. Daarna grondig douchen en vervolgens ploffen we in de schaduw bij het zwembad. Met kletsen, zwemmen, mensen kijken (van erg dikke zakenmeneren tot zeer keurig volledig bedekte plaatselijke dames en alles wat je verder maar kunt bedenken) en genieten van de plaatselijke fauna (jummie, wat zijn die Jordaanse mannen lekker!) vliegt de tijd. Na een poedelsessie in de kamer, waarbij we onze kleding o.a. proberen te redden van de modderresten, schuiven we om half 8 aan, aan het diner. Alweer een feest, met een enorm uitgebreid buffet, inclusief stapels taarten, koekjes en fruit toe. Als de rest van de reis ook zo wordt, willen we nu alweer terug. 🙂

De Koningsweg – van de Dode Zee naar Petra

De Koningsweg – van de Dode Zee naar Petra

Vandaag belooft een lange, maar ook erg mooie dag te worden. Na een ontbijtje aan het (uiteraard) uitgebreide ontbijtbuffet, zitten we om half 8 in de bus. Hoewel het vroeg is vinden we het niet zo erg: het is nu tenminste nog redelijk koel. 


We gaan onderweg via de King’s Highway, of Koningsweg, naar Mt. Nebo. Deze route wordt al zeker 3000 jaar achter gebruikt door pelgrims (christelijke en islamitische), karavanen en kruisvaarders. Ook Mozes trok vanuit Egypte via deze route naar het beloofde land, dat hij vanaf Mt. Nebo als eerste zag liggen. Als wij er aankomen is het heel rustig: we zijn gelukkig de eerste groep en kunnen in stilte genieten van alles.
Via de Weg van de Vrede komen we langs een enorm vredesmonument dat ter ere van het bezoek van Paus Johannes Paulus de IIe is neergezet. Van daaruit lopen we naar het uitzichtspunt. Dat beroemde uitzicht valt door nevel (onder andere door verdamping van de Dode Zee en smog) nogal tegen: we zien wel een groene strook waarvan Inez zegt dat het de rivier De Jordaan is, maar verder was het uitzicht gisteravond vanaf de kamer een stuk beter. Toen konden we de lichtjes van Jericho en Betlehem in Israel zo aan de overkant van de zee de verte zien liggen.

Wat wel erg leuk is, is de Mozeskerk. Deze kerk bestaat uit 3 oude kerkjes (van rond 530 na Christus) die al sinds die tijd bijna onafgebroken worden bezocht. Het is nu 1 kerk waarin een schitterend mozaiek van rond 560 n. Chr. is bewaard. Het is nog bijna geheel intact, ondanks de “beeldenstorm”  die de moslims in de 17e en 18e eeuw uitvoerden, om afbeeldingen met mensen te vernietigen. Een slimme abt bedekte de vloer met stof en zand en liet een “nep” mozaiek op de muur aanbrengen. Begin 20ste eeuw werd het teruggevonden.

Na Mt. Nebo rijden we door naar Madaba, waar we de beroemde St. Georges kerk bezoeken. Karin had er al over gelezen en is helemaal blij. De kerk bevat de resten van een enorm mozaiek-landkaart waarop de belangrijke christelijke plaatsen in het Midden Oosten staan afgebeeld, van rond 600 n. Chr. De kaart heeft uiteraard een enorme historische waarde en bevat onder andere een gedetailleerde afbeelding van Jeruzalem en de Jordaan, maar ook van tempels in Egypte en stukken van het huidige Syrie. Er is naar schatting nog maar 1/3 over, maar het is erg mooi om te zien en het bezoek zeker waard. De kerk zelf is nieuw en minder bijzonder (ondanks de grote hoeveelheid kleurige iconen). Na het bezoek slenteren we wat rond dor het dorpje en proeven de sfeer. Daarna proeven we vers sap en zingen meet voor Teja, die jarig blijkt te zijn. 


Van Madaba gaat de rit via een spectaculaire fotostop met uitzicht over een Wadi (vallei), naar het kruisvaarderskasteel van Karak. Dit enorme bouwwerk heeft echt alles: enorme muren, een slotgracht (droog natuurlijk, zoals veel in Jordanie in de zomer) en geweldige donkere en deels ondergrondse gangen. Het heeft ook z’n gruwelverhalen: vroeger werden mensen bestraft door in een ton van de muren afgegooid te worden. Een Duitse touriste vond dit blijkbaar een goed idee en duwde in 1992 in het zicht van 50 man haar man naar beneden…


Na het bezoek is het de hoogste tijd voor lunch: het is half 3 en we hebben stevige trek! We gaan met Inez en Marja mee naar het restaurant in de buurt (buffetlunch). De rest kiest voor pizza iets verderop en dat blijkt nogal tegen te vallen: de kwaliteit is wel goed, maar uiteindelijk duurt het een uur en een kwartier (i.p.v. de geplande 30 minuten) voor we verder kunnen, omdat de pizza lang uitblijft. Na de lunch rijden we dan ook snel door naar een uitzichtspunt op Dana National Park. Dit natuurgebied is een geweldige wandelkloof, waar enorm veel wilde beesten zitten: van wolven tot bijzondere hagedissen (en nog veel meer) en eindeloos veel vogels. We hebben de pech dat ook hier het uitzicht tegenvalt, maar uit het verhaal van Inez blijkt duidelijk dat Jordanie terecht trots is op dit gebied.


Na nog een uur rijden stoppen we voor thee bij het Abu Kaf theehuis: een plaats waar Marja al jaren komt met haar groepen. We drinken verse muntthee onder de druiventrossen en naast de perzikbomen en iedereen komt een beetje bij van de sufmakende busrit, ook chauffeur Isam .


Na een laatste lange ruk zijn we in Wadi Musa, de Vallei van Mozes, in het plaatsje Klein Petra. We logeren de komende 2 nachten in hotel Selna, dat een prachtige uitzicht heeft over de bergen. Na een geweldige zonsondergang en een matige maaltijd vallen we uitgeput in bed in de, ondanks de airco, hete kamer. Morgen naar Petra!

Petra

Petra

Vandaag was het zover: Petra. De roze stad in de rotsen van Jordanie en voor een groot deel van de reisgenoten DE reden om naar dit land te komen. Ook wij zijn benieuwd: we hebben al zoveel gehoord over dit fenomeen, dat we bijna bang zijn dat het tegen gaat vallen.


Na een nacht redelijk slapen (vrij warm en wat onrustig na een langdurige oproep tot het gebed om 4 uur ‘s nachts, die nog een paar keer herhaald wordt) zitten we om 7 uur aan het ontbijt. Het is, net als het eten de avond ervoor, redelijk. Om half 8 zitten we bij Isam in de bus en al na 10 minuten zijn we bij de ingang van het enorme terrein. Het belooft warm te worden vandaag, dus we hebben aan alles gedacht: petjes, sjaals, zonnebrand en veeeeel water.
Marja regelt kaartjes en daarna mogen we te paard de eerste anderhalve kilometer afleggen naar de kloof die de echte toegang tot Petra vormt. Links en rechts zijn al de eerste rotsgraven te zien.

Petra is gesticht door de Nabateers (hoewel de regio al eerder bewoond was) rond 600 voor Christus. In het jaar nul had de stad zo’n 30.000 inwoners en had de stad behalve huizen en winkels ook enorm veel van de rotsgraven die tot de dag van vandaag bewaard zijn gebleven. Van de overige gebouwen uit die tijd is niets meer over: ze waren vaak van leem gemaakt. Rond 100 n. Chr. overwonnen de Romeinen de Nabateers en kreeg de stad onder andere een amphitheater. In de eeuwen daarna raakte de stad in de vergetelheid en pas in 1812 werd deze opnieuw ontdekt door Jean Louis Burckhardt. De opgravingen gaan door tot vandaag de dag en men denkt dat er nog enorm veel graven onder steen en stof verborgen liggen.


De kloof is ook ongeveer anderhalve kilometer lang en op zich al een belevenis. Er zijn nog watergoten te zien uit de oudheid en afbeeldingen die bijna weggesleten zijn uit het zachte kalk- en zandsteen. Het licht is prachtig en Karin leeft zich (met camera) helemaal uit op de aparte rotsformaties en kleuren. En na een eind kronkelen sta je er dan ineens: voor de meest beroemde foto van Petra. De Schatkamer die in het ochtendlicht ineens opdoemt uit de smalle kloof. Adembenemend. De Schatkamer is overigens de naam die het enorme en meest bewerke graf van heel Petra later heeft gekregen, waarschijnlijk omdat ze dachten dat er ook echt een schat lag.


Na veel foto’s (van de rotsen en De Schatkamer, maar ook van alle ezeltjes en kamelen die er staan om mensen te vervoeren) lopen we langzaam het terrein verder op. Het is echte reusachtig: er zijn zo’n 800 geregistreerde sites, waaronder 500 tombes. De kleur van de rotsen is een van de dingen waarom de stad bekend is en het is echt heel bijzonder: roze, geel, rood, zwart, bruin. In strepen en golven en laagjes: je kijkt je ogen uit. Na de eerste tombes drinken we thee in een tent en daarna wandelen we verder langs tombes, het amphitheater en indrukwekkende rotsformaties. Na een korte klim staan we bij een pas in 1996 ontdekte Byzantijnse kerk, met een indrukwekkende mozaiekvloer. Hoewel we allebei al veel mozaieken hebben gezien, zijn we onder de indruk van de kleuren.


Twee tempels later (waarbij Brown University nog met opgravingen bezig is) is het tijd voor lunch. Uiteraard weer een buffet (ergens volgende week zijn we er wel klaar mee), maar het eten smaakt prima en we gieten genoeg suiker (drankjes) en zout (eten) naar binnen om al het zweten te compenseren. Na het eten lopen we door het kleine museum en dan splitst de groep.


Eveline gaat met Teja, Bernard, Killian en Siri op een ezel naar Het Klooster, een van de hoogst gelegen tombes. Dit indrukwekkende complex heeft een facade van bijna 50 meter hoog en is wat strakker dan bijvoorbeeld de rijkversierde koningsgraven. Het was waarschijnlijk een tempel in de eerste eeuw v. Chr. Het ezelritje naar boven en naar beneden is nog een belevenis, door de smalle paadjes, gladde stenen en toch vrij indrukwekkende afgronden. Jan had geen ezel nodig: hij rent bijna naar boven!
Karin vertrekt met Marja, Marjon en Connor naar het tweede museum en bezocht ook nog een man die op de site in een rotshuis woont! Hij vertelde ook daar geboren te zijn: tot 1982 leefden er bedouinen in de voormalige rotsgraven. Terug bij het restaurant vertrekken zij per kameel (Connor) en ezeltjes (Marja, Marjon en Karin) terug naar De Schatkamer. Na de wandeling door de kloof hijst alleen Karin zich op een paard (waarbij de eigenaren je bijna bespringen in een poging je een ritje en meer geld af te troggelen) en na een laatste wandeling is groep 1 terug bij de bus. Groep 2 (Met oa Eveline) is ongeveer 15 minuten later ook bij de bus en iedereen zit bezweet, erg stoffig, maar heel tevreden in de bus. Petra is nog mooier dan we hadden gedacht. 

Na een lange opfrissessie (douchen!) eten we een pizza en werken de site bij. Morgen gaan we naar de woestijn!

Wadi Rum: rotswoestijn

Wadi Rum: rotswoestijn

Na het ontbijtbuffet zitten we op tijd in de bus om naar Wadi Rum, de rotswoestijn in het zuid-oosten van Jordanie, te gaan. Na een klein stukje rijden stoppen we bij een uitzichtspunt dat uitkijkt over de rotsen waar Petra in is verborgen. We kunnen van bovenaf de toegangsweg en een enkele uitgehakte tombe zien, maar verder is het goed te begrijpen waarom de stad zo lang “kwijt” is geweest. Achter de rotsen zien we in de verte opnieuw  vaag Israel / de Palestijnse gebieden liggen en op 1 van de rotspunten ligt de tombe van Aaron (voor de bijbelfans: de broer van Mozes).


Daarna vervolgen we de hobbelige, bochtige Koningsweg naar Wadi Rum. Het is goed te begrijpen dat Killian wagenziek wordt en waarschijnlijk zijn we allemaal stiekem blij als we op de lange, rechte Desert Highway terecht komen voor het laatste stuk. Na een korte stop bij een klein supermarktje (water!) rijden we door naar het visitors centre van Wadi Rum. Karin sprint de bus uit: geen toiletstop op het hele stuk was een beetje weinig!


Na een koffiestop met een fantastisch uitzicht op The Seven Pillars of Wisdom (de beroemde berg uit het boek van TE Lawrence) bekijken we een film/dia presentatie over het gebied en bekijken het kleine, maar mooie museum. Wadi Rum is pas goed bekend geworden in het buitenland, sinds een klimteam er in 1984 aandacht aan besteedde (je kunt er fantastisch rotsklimmen). Sinds een aantal jaar is het een natuurreservaat, waar onder andere de in het gebied bijna uitgestorven Oryx en Caracal voorkomen. Het landschap wordt gevormd door rotsen die uit graniet (onderop) en zandsteen (bovenop) bestaan en vlaktes met rozerood en geel zand.


Na een lunch (sandwich: een keer geen buffet!) stappen we in twee jeeps (met een “dakje” tegen de hitte) voor een rondtour van 3 1/2 uur. Het landschap is adembenemend. Door het veranderende licht veranderen de kleuren van de rotsen en het zand in de loop van de uren en er is genoeg te zien. Zo zien we inscripties van de Nabateers (zie het stuk over Petra) die ongeveer 1000 jaar oud zijn. We zien zowel letters die niemand meer kan lezen als afbeeldingen van een barende vrouw, handen, voeten, dromedarissen en mensfiguren. Ze zijn te vinden op een rots in de buurt van de Bron van Lawrence, maar ook in een smalle kloof die we inklimen en op een enorm stuk vlakke rots.
Verder beklimt Eveline samen met wat anderen de natuurlijke rotsbrug, die tussen twee enorme rotsen inhangt. Na een theepauze zien we nog iets dat het huis van Lawrence geweest zou moeten zijn (eerlijk gezegd zijn het landschap eromheen en de stilte indrukwekkender) en bekijken de wandelende duinen. Ze heten zo, omdat ze onder invloed van de wind elk jaar een stukje opschuiven. Ze zijn prachtig rood en natuurlijk heerlijk klimmateriaal voor Killian, Siri en Connor.

Warm, bezweet, maar erg tevreden over de fantastische trip komen we bij het visitors centre terug. Daar wacht Isam, die ons met de bus naar Captain’s Camp brengt: het tentenkamp waar we vannacht zullen slapen. Het is stukken luxer dan we gedacht hadden van een tentenkamp: “rijtjestenten” met keurige bedden per tentruimte, een open lucht en overdekte eet- en loungeruimtes en zelfs aparte wc’s en douches!
We zullen hier vast goed slapen, maar eerst is het tijd voor een kamelentochtje! We gaan per kameel van de zonsondergang genieten. Eveline zit voor de eerste keer een kameel en straalt en ook Karin zit met een grijns van oor tot oor in de langzaam zakkende zon te genieten van het rijden, de kleine jongetjes die hier met een charmante grijns geboren lijken te worden en het fantastische landschap. De zonsondergang, die we vanaf een rots bekijken, is prachtig en daarna mogen we ook nog terug per kameel. De jochies hebben hun fooi verdiend wat ons betreft!

Het eten laat even op zich wachten, maar gelukkig kunnen we genieten van de sterren. De melkweg ligt als een witte streep over de hemel en er lijken elke minuut dat het donkerder wordt meer sterren bij te komen. Het eten is heerlijk: salades, gegrild vlees en een soort ‘bedouin pizza’; een geroosterd pitabroodje met een vleesvulling. 

Na het eten genieten we nog eindeloos van de sterren en daarna gaan we vroeg slapen. Zou het ons lukken om onszelf uit bed te krijgen voor de zonsopkomst…?

Van de woestijn naar de kust

Van de woestijn naar de kust

Het is tien over 5 als de wekker gaat. Karin twijfelt, maar Eveline “springt” haar bed uit en het is natuurlijk toch wel erg de moeite waard: zonsopkomst in de woestijn! Om half 6 zitten we er klaar voor en in het half uur daarna wordt het steeds lichter. De rotsen achter ons krijgen als eerste licht en worden prachtig rood. Uiteindelijk zitten we rond kwart over 6 zelf in de zon. Het was erg de moeite waard, maar nu roept ons bedje toch nog even!


Om acht uur komen we opnieuw ons bed uit (nu met omgekeerd enthousiasme) en na een poedelsessie eten we in de “ontbijttent”. De zon is al erg heet en we vinden het dan ook niet erg om om negen uur afscheid van het kamp te nemen en in de koele bus te ploffen. We rijden in een uurtje naar Aqaba en daar krijgen we eerst een korte bustour door het stadje. De plaats is de belangrijkste en enige badplaats van Jordanie en er wordt hard aan de weg getimmerd om het ene na het andere prachtige hotel uit de grond te stampen. Het ene nog groter en luxer dan het andere; een of andere sjeik is zelfs bezig om een nieuwe baai aan te leggen. Daarvoor is een splinternieuw hotel afgebroken!


In Hotel Alcazar zijn de kamers klaar en we beginnen dan ook met een mini-siesta op de kamer. Daarna pakken we ons boeltje op en strijken neer aan het zwembad van het luxueuze Movenpick Hotel. We betalen de hoofdprijs om binnen te komen, maar dan hebben we ook toegang tot verschillende zwembaden en een prive strand en verschillende restaurants. Daarnaast krijgen we een handdoek te leen en staan de stoelen en ligbedden natuurlijk voor ons klaar. Na een klein broodje (ahum) duiken we de plomp in en vermaken we ons aan en in het water tot een enorm gezin ons met herrie verjaagt naar een ander zwembad. Ook daar brengen we nog een hele tijd door: we zwemmen, kletsen, lezen en zonnen uiteindelijk zelfs een beetje (met bijna 40 graden is schaduw toch lekkerder).


Rond 7 uur duiken we weer in de kleren (anders dan je zou verwachten is deze badplaats enorm ‘streng’ dus we zijn van top tot teen bedekt) en genieten van de zonsondergang aan het strand. Pootjes in de Golf van Aqaba (uitloper van de Rode Zee) en de zon boven Eilat achter de bergen zien verdwijnen… heel vervelend allemaal…
We eten bij The Red Sea Grill: een garnalenbisque en een plaatselijke specialiteit van gegrilde vis op gekruide rijst met nootjes en ons eerste glaasje wijn deze reis; ‘from the Holy Land’. Als we klaar zijn om te vertrekken komen zowel de kok als onze ober aangerend om ons een dessert van het huis aan te bieden: een Movenpick ijsje! Daar willen we natuurlijk wel plaats voor maken, al zijn we heel blij dat ze er op ons verzoek ook echt een klein ijsje van hebben gemaakt.


Heel tevreden wandelen we terug naar het hotel. Tukjestijd!

Meer zon en zee

Meer zon en zee

We zijn er na een pinactie en een geimproviseerd ontbijt helemaal klaar voor: snorkelen vanaf een glass bottom boat! De toch begint om 10 uur en na bij de manager van het hotel betaald te hebben brengt een volkomen maffe Jordanier ons naar de haven. Hij is enorm bijdehand, maar kan ook lachen om onze gevatte antwoorden.


Bij de haven hebben we een strop: er hebben te weinig mensen geboekt, dus de tocht gaat niet door. We besluiten af te zien van de tocht om half 2: dan zitten we op het heetst van de dag in de zon. We mogen mee terug rijden en krijgen als troost een vers sapje van onze chauffeur, die het speciaal onderweg gaat halen. Nog vrolijk van alle onzin die hij uitkraamt en van hetr sapje, krijgen we in het hotel keurig ons geld terug.We droppen wat spullen op de kamer en vertrekken direct naar het museum van Sheikh Hussein bin Ali, die over-, overgrootvader van de huidige koning, en het daarnaast gelegen Aqaba Fort.


Bij de ingang treffen we Ahmed, die in het Visitor Centre werkt.Na een praatje nodigt hij ons uit voor een kopje thee en vertelt hij over alle reizen die hij heeft gemaakt. Daarna gidst hij ons door het kleine, maar mooie museum en laat hij ons het kasteel zien. We merken aan hem dat de Jordanese gastvrijheid waar we over gelezen hebben echt bestaat: hij is erg vriendelijk, niet opdringerig en is duidelijk erg trots op zijn land. Na bijna twee uur nemen we afscheid en ploffen we voor een frisje op een terrasje met uitzicht op zee.


en de rest van de dag hebben wij ook nog niet meegemaakt; wordt vervolgd!

Routebeschrijving

Routebeschrijving

6 dec: Brussel – Cancun – Playa del Carmen (met 2 tussenstops in de VS)
7/8 dec: Playa del Carmen
8/9 dec: Chichen Itza
9/10/11 dec: Merida
11/12 dec: Campeche
12/13 dec: Palenque
13/14/15/16 dec: San Cristobal de las Casas
16 dec: San Cristobal de las Casas – Panajachel
17/18 dec: Panajachel
18/19/20 dec: Antigua
20 dec: Antigua – Guatemala City – Flores
21/22 dec: Flores
22 dec: Flores – Belize City – Caye Caulker
23/24/25 dec: Caye Caulker
25 dec: Caye Caulker – Belize City – Miami – Washington DC
26/27/28/29 dec: Falls Church
29/30 dec: Falls Church – Washington DC – Brussel (met 1 tussenstop in de VS)

Brussel

Brussel

Via Brussel naar Mexico, daar profiteren we van.


´s Middags met de trein naar Brussel. Ons hotel ligt midden in het centrum, vlak bij de Grote Markt. Ingecheckt en erop uit! Natuurlijk Manneken Pis gezien (stond nog op Alex´ lijstje met ¨things to do¨) en in de stromende regen genoten van een kerstlichtshow op de Grote Markt. En heel veel bonbonwinkels en bijbehorende chocoladefonteinen. Ja, we hebben ook een paar bonbons gekocht: was erg lekker!


Na het eten vroeg naar bed want de volgende ochtend moeten we om 05:30 uur op om op tijd de trein naar de luchthaven te halen.

Onderweg

Onderweg

Op de luchthaven liep alles voorspoedig. We moesten 3 uur voor vertrek aanwezig zijn, maar de controles en veiligheidsmaatregelen vielen mee: alleen plastic zakjes voor toiletspullen. Schoenen mochten aanblijven, alleen de riemen moesten uit.


Dat was in New York, waar we 8 uur later aankwamen, wel anders. Daar moesten de schoenen uit en moesten we de hele douaneprocedure, inclusief vingerafdrukken en een foto, ondergaan. Gelukkig ging dat ook heel vlot zodat we op tijd in het volgende vliegtuig naar Miami zaten. Daar een korte overstap van een uur. Dat zorgde voor wat stress: zou onze bagage het wel redden?


Na een korte vlucht in een bijna leeg vliegtuig, landden we in Cancun. Met onze bagage!


Transfer naar Playa del Carmen, een plaatsje ten zuiden van Cancun aan de kust. Leuk hotel, midden in het centrum en aan het strand. Even wat gegeten en kennisgemaakt met de Mexicaanse muziek (in elk restaurantje staat wel een Mexicaans dweilorkest te spelen, heel erg hard dus je ontkomt er niet aan).


Na een hele lange dag (we zijn 24 uur in touw geweest) vielen we snel in slaap. Moe maar voldaan.

Regen!

Regen!

De dag begon goed: lekker ontbijtje met verse croissantjes en een vers geperst sapje! De zon scheen, dus wij gingen naar het strand. Om een uur of 11 begon het wat te druppelen, maar dat zette gelukkig niet door. Tot rond een uur of 12 de regen met bakken uit de lucht viel. Snel ons boeltje gepakt en terug naar het hotel gegaan. Spelletjes gedaan en wat gelezen op het balkon.
Toen het weer droog was, boodschappen gedaan en de rest van de middag wat rondgehangen.

Met de bus

Met de bus

Om 8 uur vertrokken richting Chichen Itza. We reizen per eerste klas bus, dus dat is wel oké. Chichen Itza is een oude Maya stad, een van de best bewaarde in Mexico.
Rond 12 uur kwamen we aan. Met de taxi naar ons hotel. Een heuse Hacienda: een oud landgoed met een mooi aangelegde tuin en waterpartijen. Onze kamer bevond zich in een soort van huisje, compleet met binnen en buiten zitjes en een hangmat.
De rest van de middag bij het zwembad doorgebracht en een pest-marathon gehouden. Dat is weer eens wat anders dan yathzee.
´s Avonds naar een lichtshow in Chichen Itza geweest. Daar werd de geschiedenis van de Maya-stad uit de doeken gedaan en werd ook meer verteld over de Maya-cultuur. De eerste indruk van El Castillo, de grootste tempel (piramide) was machtig. Echt heel gaaf om te zien. Morgen meer! Dan gaan we vroeg de stad bezoeken.

Voor de meute

Voor de meute

Rond openingstijd waren we bij de ingang van Chichen Itza. Lekker vroeg, dus nog voor de busladingen dagjesmensen uit Cancun en Playa del Carmen. We hebben op ons gemak alle gebouwen bekeken. Zeer indrukwekkend. Nog een keer El Castillo gezien maar ook allerlei platforms: een waarop de schedels van geofferde mensen en gedode gevangenen werden tentoongesteld, een met een adelaar die harten uit mensen rukt, etcetera. Behoorlijk luguber, zoals je begrijpt, maar dat was nou eenmaal onderdeel van de cultuur.
Ook een stadion gezien waar vroeger een soort voetbal werd gespeeld. De verliezers werden, je raadt het al, veelal geofferd om de goden gunstig te stemmen.
Rond een uur of tien kwamen de dagjesmensen. Toen hadden wij het meeste al gezien. De rest van de ochtend gebruikt om nog een keer over het terrein te lopen en alles goed te bekijken.
Helaas konden we niet ín en op El Castillo. Geen idee waarom, misschien dat degene die daarvoor verantwoordelijk was, ziek was. In Mexico werkt het dan zo, dat er niemand is die hem dan vervangt, is onze ervaring inmiddels.

De Mexicanen zelf zijn trouwens erg oké: ze zijn vriendelijk, rustig en, heel belangrijk, vallen je niet lastig!

Door naar Mérida

Door naar Mérida

Om 14:00 uur met de bus naar Mérida. Mérida is de grootste stad van Yucatan, met bijna 1 miljoen inwoners. De stad komt echter niet zo over: bijna alleen maar laagbouw en een ontspannen sfeer. Mérida doet ons een beetje denken aan San José, de hoofdstad van Costa Rica. In het centrum staan wat koloniale gebouwen en de rest is woonwijk met aan de rand van de stad wat industrie.
Ons hotel is heel bijzonder: het bevindt zich in een koloniaal badhuis, compleet met zwembad, douches en omkleedruimtes. Het is mooi versierd met gekleurde tegeltjes en momenteel ook kerstbomen enzo.

Uxmal

Uxmal

Vandaag op eigen gelegenheid met de (dit keer tweede klas) bus naar Uxmal, een Maya-stad 1,5 uur rijden van Mérida. Op de heenweg zaten we achter een wielerpeloton, dus dat zorgde voor enige vertraging, maar het was wel leuk om te zien.


Uxmal is heel anders dan Chichen Itza. Chichen Itza was mooi, vooral vanwege de enorme tempel, maar hier maakt het hele plaatje het zo bijzonder. Uxmal is meer een echte stad, de gebouwen vormen een geheel. Verder is het er erg rustig, er zijn veel minder toeristen en de stad ligt in een heuvelachtig en lommerrijk gebied. Hele mooie tempels en paleizen gezien én een tempel beklommen. Zo een met van die steile trappen. Best wel eng.


´s Middags nog wat rondgelopen in Mérida. Even op het plein gezeten, vol met gezinnen die er een zondag op uit trokken. Erg gezellig!


Wij voelen ons inmiddels al behoorlijk thuis in Mexico. Vandaag kwamen we er al zwetend achter dat we naar de taco´s van gisteren ruiken. Een aparte ervaring. Vanavond maar een keer pizza gegeten. Zonder knoflook.

Campeche

Campeche

Vanochtend met de bus naar Campeche, een oud vestingstadje aan de westkust van Yucatan. We kwamen rond de middag aan dus we hadden nog voldoende tijd om het stadje te bezichtigen. Oude bastions en muren gezien die vroeger als verdediging werden gebruikt tegen piraten. Verder veel gezellige straatjes met gekleurde huisjes en bijna geen toeristen. De meeste mensen slaan Campeche over en reizen meteen door naar Palenque.


Ook een ware helletocht over de markt gemaakt. Het was er super druk! Bergen mensen wurmden zich tegelijk en in tegengestelde richting tussen de kraampjes door. Geweldig om te zien. Vers fruit en broodjes gekocht. ´s Avonds in een Mexicaans familierestaurant gegeten. Ook gezellig. 

Palenque

Palenque

Het is nu 12 december. ´s Ochtends even over de boulevard gelopen (pelikanen en aalscholvers gezien) en daarna met de bus in ruim 5 uur naar Palenque gereden.


De volgende dag met een georganiseerde excursie naar de ruines van Palenque, een oude Mayastad die midden in de jungle ligt. Palenque is groot. Er zijn resten van meer dan 500 gebouwen gevonden. Een aantal zijn ook uitgegraven. Wederom mooie tempels en andere gebouwen gezien. En weer heel anders dan Uxmal en Chichen Itza. In het nabijgelegen museum hebben we een aantal opgravingen gezien variërend van gebruiksvoorwerpen tot sarcofagen, maskers en grafrelikwieën.


´s Middags doorgereisd naar Misol-Ha, een imposante waterval waar je achterlangs kunt lopen. Daarna verder naar Agua Azul, een reeks watervallen met normaal helderblauw (vandaar de naam) water. Dat was nu niet zo. Door de vele regen was het water modderbruin. Toch heel mooi om te zien.


Rond half zes werden we afgezet op een parkeerplaats in the middle of nowhere. Daar werden we bijna een uur later opgepikt door een busje dat ons naar San Cristobal de las Casas bracht, zo´n 150 km verderop. Jammer dat het donker was, want de rit ging dwars door de bergen over allemaal bochtige weggetjes. Rond half tien waren we in het hotel. Te moe om uit eten te gaan, dus afhaaleten laten bestellen door de receptionist die dat erg grappig vond.

San Cristobal de las Casas

San Cristobal de las Casas

Het is vandaag 15 december. We hebben gisteren -voor het eerst sinds dagen- uitgeslapen, rustig ontbeten en toen de stad verkend. San Cristobal is een bijzondere plek. Het ligt in de bergen, is een echt backpackersoord met veel hotelletjes en restaurantjes. San Cristobal is ook een van de steden die in 1994 werden ingenomen door de Zapatistas, een guerillabeweging die strijdt voor meer rechten. De regering heeft een einde gemaakt aan de opstand en er is nog steeds veel leger aanwezig om de orde te bewaken. Verder merk je daar eigenlijk niks van: het is hier super rustig en ook veilig om rond te lopen. Wel kun je op marktjes allerlei Zapatistapoppetjes (zwartgemaskerde mannetjes met geweren) en dergelijke kopen.


Vandaag op excursie geweest naar twee dorpjes in de buurt, San Juan Chamula en San Lorenzo Zinacantan. Met name San Juan Chamula is een zeer gesloten gemeenschap die leeft volgens de oude tradities. De mannen zijn de baas, vrouwen hebben nauwelijks rechten. Ze mogen bijvoorbeeld niet stemmen en moeten thuis het meeste werk doen. 


Rituelen


Vooral de kerk is erg bijzonder. Het is een grote ruimte zonder de gebruikelijke kerkbanken. Wel staan er overal beelden van heiligen en heeeeel veel kaarsen. Mensen komen vanuit omliggende dorpen hiernaar toe om te bidden. Ook om bijvoorbeeld te vragen om genezing. Dat gaat anders dan bij ons. De hele familie gaat mee, inclusief de plaatselijke medicijnman/-vrouw. Met behulp van frisdranken en levende kippen wordt geprobeerd de ziekte uit te bannen. Dat doen ze door de kip langs het lichaam van de zieke te wrijven en de kip daarna in de bergen te offeren.  


Familiebezoek


In het tweede dorpje bij een Mexicaanse familie op bezoek geweest. Gezien hoe een meisje een kleed zat te weven en hoe tortillas werden gemaakt (gedroogde mais weken, daar deeg van maken etc). We mochten er ook een paar proeven met gemalen pepita´s (je weet wel van die groene pitjes die je bij ons bij de notenboer kunt kopen) en tomatensalsa: erg lekker!


Terug in San Cristobal twee enorme stukken taart gekocht om Karens verjaardag te vieren! Heerlijk buiten opgegeten. Morgen gaan we naar Guatemala.

Naar Guatemala

Naar Guatemala

Vandaag (16 december) naar Guatemale. In de vertrekhal van het busstation een Texaan van ongeveer 70 jaar oud ontmoet. Hij reist alleen en gaat al voor de zoveelste keer van Mexico naar Guatemala. Handig dat hij weet hoe het werkt bij de grens.


Na ruim 3 uur kwamen we aan in Ciudad Cuauhtamoc, de grensplaats aan Mexicaanse zijde. De Mexicaanse douane konden we dankzij de Texaan makkelijk passeren (hij wist bijvoorbeeld dat er een aparte ´gringo´rij is, die veel korter is dan de normale rij). Vervolgens met hem een taxi gedeeld door een stuk niemansland tussen Mexico en Guatemala. In La Mesilla, aan de kant van Guatemala, was het een en al hectiek: mensen liepen in en uit met van alles en nog wat. Er was totaal geen controle of iets dergelijks, heel erg vaag allemaal. Wij konden dan ook makkelijk de grens passeren. 


Voor ons stond een busje klaar dat ons in 5 uur naar Panajachel bracht. Panajachel ligt aan het meer van Atitlan dat omringd wordt door vulkanen van meer dan 3000 m. Een hele mooie route door de bergen, dus erg genoten van de rit.

Lago Atitlan

Lago Atitlan

De volgende dag met een gids het meer overgestoken naar San Pedro de Laguna. De gids kan alleen maar Spaans, maar met wat gebarentaal kunnen we aardig communiceren. In San Pedro de zondagsmarkt bezocht die erg druk was.


San Pedro is veel minder toeristisch dan Panajachel en is economisch vooral afhankelijk van koffieteelt. Overal in het dorp zie je dan ook kleine koffieplantages en fabriekjes. Vanaf San Pedro zijn we per OV-pickuptruck (een laadbak vol staanplaatsen met een rek waar je je aan moet vasthouden) de bergen in gereden. Een behoorlijk spectaculaire rit over een slechte weg vol haarspeldbochten! Vanaf het eindpunt een pittige wandeling naar de top van een berg gemaakt. Vanaf daar hadden we een geweldig uitzicht op het meer, de vulkanen en de dorpen die aan het meer liggen.


Terug in Panajachel nog wat gewinkeld.

Antigua

Antigua

Gisteren (18 december) met een minibusje (collectivo genoemd) naar Antigua gereisd. Door alle verhalen over overvallen en dergelijke, zagen wij een beetje op tegen reizen door Guatemala. Dat is ons echter erg meegevallen: zodra we in de bus zaten, voelde het goed. Vooral na zonsondergang moet je oppassen en niet door verlaten straatjes lopen. En als je overdag onder de mensen blijft, is er niks aan de hand.


De rit naar Antigua ging over allemaal haarspeldbochten en was behoorlijk pittig. We stapten behoorlijk misselijk uit het busje. Dit werd versterkt door het feit dat alle wegen in Antigua bestraat zijn met kinderkopjes: erg hobbelig.


Tot 1773 was Antigua de hoofdstad van de Spaanse kolonies. Toen vond er een aardbeving plaats en besloot de regering de hoofdstad naar Guatemala City te verplaatsen.


Vandaag de stad verkend: veel koloniale gebouwen en ruines van de aardbeving. Helaas geen uitzicht op de (nog actieve) vulkanen rond de stad: daar was het te mistig voor. Ook nog even een rondje over het lokale busstation gelopen. De bussen hier zijn een verhaal apart. Ze zijn enorm kleurig en hebben de bijnaam ´chickenbus´, omdat ze meestal tjokvol zitten en ook gebruikt worden voor het vervoer van allerhande goederen waaronder kippen. Vanmiddag zijn we in een piepklein museum geweest over de oude boekdrukkunst in Guatemala. Stelde niet zo veel voor, maar was wel grappig om te zien.


Het weer is hier trouwens oke. Het is warm en halfbewolkt. In Mexico vond er bijna elke middag een tropische regenbui plaats. Die hebben we hier nog niet gehad. Morgen weer een reisdag, dan vliegen we vanaf Guatemala City naar Flores.


 

Flores en Tikal

Flores en Tikal

Gisteren, 20 december, in een uurtje naar Flores gevlogen. Flores is een dorpje dat op een eilandje in een meer ligt. Ziet er erg leuk en gezellig uit met smalle straatjes, veel winkeltjes en restaurantjes. Verder is er niet zo veel te beleven. Wat wel grappig is, is dat we hier veel mensen tegenkomen die we al een keer eerder hebben gezien, in Mexico of in Guatemala. Veel mensen doen dus hetzelfde rondje!


Het is hier bloedheet! Tropisch warm dus erg vochtig. Veel drinken en veel zweten. Gelukkig hebben we airco, dus ‘s nachts is het prima vol te houden.


Vanochtend om kwart over 4 opgestaan, want om 5 uur ging de bus naar Tikal. Normaal doe je daar ruim een uur over. Met deze bus niet. Om 7 uur liepen we pas het park in. De bus was namelijk ontzettend gammel en kon niet harder dan 50 km per uur bergaf en hooguit 30 km per uur berg op.


Tikal is de grootste Mayastad. Er zijn heel veel tempels, veel meer dan in de andere Mayasteden waar we geweest zijn, daar hadden ze ook allerlei andere gebouwen. De tempels zijn enorm. Heel hoog en heel steil. Mooi om te zien. Tikal ligt net als Palenque in de jungle. Veel dieren gezien. Apen, neusbeertjes, veel soorten vogels waaronder wilde kalkoenen en toekans en ook een krokodil.


Na 4 uur in Tikal te hebben rondgelopen, zijn we met dezelfde bus terug gegaan naar Flores. Weer een hele vermoeiende rit alhoewel het nu iets sneller ging omdat we meer bergaf dan bergop gingen.


Vanavond op tijd naar bed want morgen  moeten we weer om 4 uur op voor onze reis naar Belize.

Blote voeteneiland

Blote voeteneiland

Eergisteren om 05:30 vanuit Flores vertrokken naar Belize, voormalig Brits Honduras. Koningin Elizabeth staat op de dollarbiljetten dus Belize is nog onderdeel van het Gemenebest. Handig: we kunnen weer Engels praten, alhoewel we ons net aardig in het Spaans begonnen te redden. Bij binnenkomst van Belize merk je meteen het verschil: de wegen zijn geasfalteerd en het douanekantoor is van steen in plaats van hout. Dat was in Guatemala andere koek.


Ruim 6 uur later kwamen we aan in Belize City. Vanuit daar met de watertaxi naar Caye Caulker. Dat is een eiland 30 km voor de kust van Belize.


Caye Caulker is een blote-voeteneiland. Alle wegen zijn van zand, er rijden bijna geen auto’s. Iedereen verplaatst zich met golfkarretjes (inclusief nummerplaten) en per fiets. Het is hier erg relaxed. Een hippie-eiland met een rasta-sfeer. We gaan vanavond op kerstavond bijvoorbeeld bij Rastapasta eten: dat zegt al genoeg.


Gisteren het eiland verkend. Naar de Zuidpunt gelopen (is niet zo ver want Caye Caulker is 6,5 km lang en maximaal 600 m breed). Veel mangroves en vogels gezien. De rest van de dag hebben we het rustig aan gedaan.


Vandaag zijn we op snorkel excursie geweest naar een koraalrif, het op een na grootste koraalrif van de wereld (het Great Barrier Reef in Australie is het grootste). Op drie plaatsen gesnorkeld. Gekleurde vissen en koraal gezien. Het meest bijzonder was wel de Shark Alley Ray waar we met ongevaarlijke haaien (nursesharks) en pijlstaartroggen hebben gezwommen. Erg mooi!


Toen onze gids Harry hoorde dat wij uit Nederland kwamen, vertelde hij meteen dat hij een tijdje geleden Chris Zeegers voor Yorin/RTL Travel heeft rondgeleid. Grappig!


Morgen Eerste Kerstdag. Voor ons een reisdag want dan vliegen we via Miami naar Washington DC waar we op familiebezoek gaan. Ons kerstmaal is dit jaar dus een vliegtuigmaaltijd! Dat is weer eens wat anders.

Leeg vliegtuig

Leeg vliegtuig

Het blijft raar om mensen “merry christmas” te wensen als je op een eiland ver weg bent en het meer dan 30 graden celsius is.


Ondanks eerste kerstdag zat de watertaxi naar het vasteland behoorlijk vol. Het vliegtuig naar Miami niet. We zaten met z’n negenen in een boeing 737. Dat was wel erg leeg! We werden ontvangen met champagne en kregen dubbele porties nootjes et cetera.


Het vliegtuig van Miami naar Washington DC zat wel vol; waarschijnlijk allemaal mensen die kerst gevierd hebben bij familie en naar huis teruggingen. Rond 23:00 uur landden we op Dulles International Airport. Hotelletje in de buurt geregeld. Genoten van de luxe.

Familiebezoek

Familiebezoek

Op Tweede Kerstdag gingen we naar ome Jan. Ome Jan (88) is een oudoom van Karen. Hij was de broer van Karens oma. De hele dag gebruikt om bij te praten. Veel verhalen gehoord over ome Jans komst naar Amerika, zijn ervaringen in het leger, de WOII (oa hoe de nazis zijn fiets hebben afgepakt) en kunstrijden op de schaats. Ook zijn outfit voor de Olypische Spelen gezien, waaraan hij mee zou doen, maar wat uiteindelijk niet doorging vanwege privé-omstandigheden. Tussendoor een blokje om gemaakt en boodschappen gedaan voor het avondeten.


De dag erna kwamen de stiefdochter van ome Jan en haar man en dochter op bezoek met een hele berg eten: broodjes, salades, kaas, vleeswaren, chips, taart, groenten, fruit; je kunt het zo gek niet bedenken of het was er. Toen ze hoorden dat Alex en ik ambtenaar zijn, zeiden ze: “O, our son Tom is a bureaucrat too!”. Lachen!

Sight-seeing

Sight-seeing

28 December was onze sightseeing-dag. We zijn Washington DC ingeweest. Eerst naar de Mall, het National Air en Space Museum ingeweest (zijn we allebei al eerder geweest, maar het blijft leuk om te zien met oa de moonlander). Daarna het Congres en het Witte Huis gefotografeerd én de Nationale Kerstboom eindelijk met versiering gezien. De keren ervoor dat we in Washington DC waren, was het steeds geen kerst en dus was de boom niet versierd. Leuk om te zien!


Het was overal druk. Ook in de VS hebben ze kerstvakantie en trekken ze er op uit. Lange rijen voor de National Archives waar oa de Declaration of Independence is te bewonderen, dus daar zijn we niet ingeweest. Ook de kaarten voor de Washington Monument (dat hele smalle, hoge ding) waren al op. Wel het nieuwe WOII-memorial gezien. Indrukwekkend.


‘s Middags zijn we naar het historische stadje Alexandria geweest. Dat “historisch” is natuurlijk betrekkelijk. Het stadje stamt uit 1800.


Veel boeken gekocht. Die zijn hier veel goedkoper dan in Nederland.


‘s Avonds gezellig met ome Jan gegeten. Als afscheidskado mochten we een de paarden uit zijn carousselpaardenverzameling meenemen (die staat inmiddels voor het raam van ons huis in Den Haag).