Archief van
Auteur: Karin

3e dag Zondag 22 mei 2011

3e dag Zondag 22 mei 2011

Zo, dat was een prima nachtje. Het is een lekker rustige camping: het enige geluid komt van de vogels en (op bepaalde tijden) van de motoren en omroepinstallatie van ferries en cruiseschepen. Maar dat hebben we alleen gisteravond even gehoord. Nu is het rustig en als Karin na een half uurtje doezelen om kwart voor 8 besluit at het tijd is om op te staan begint ook Harro te bewegen. De vreudge wordt wat verstoord door een heeeeel klein buitje, maar we kunnen er op wachten en 2 minuten later is het weer droog. De douche blijkt prima en om half 9 rijden we weg. Eerste stop? Het bakkertje voor lekker verse pain au chocolat (ze zijn nog warm).

Daarna rijden we met behulp van BB (Bitching Betty, de TomTom), naar de kust, om via een schitterende route (met de nodige fotostops, want het begint voorzichtig op te klaren) uiteindelijk in Cancale terecht te komen. Dit miniscule vissersdorpje is de toeristen ook niet bespaard gebeleven, maar het is nog steeds even schattig. Zij het met iets meer mensen. Er blijkt een heel leuke markt gaande en als we (met de nodige mazzel) de auto hebben geparkeerd, dwalen we daar lekker overheen. Naast kleding en ‘gadgets’ ook heerlijk verse lokale producten. Het is nog lang geen lunchtijd, maar anders…
Als we zijn uitgekeken rijden we met de auto naar het haventje, waar we op een prima terrasje een rustig kopje koffie drinken. En mensen kijken. NU de zon doorbreekt lijkt het alsof ze allemaal tegelijk uit hun holletje gekropen komen. We kunnen ons ineens voorstellen hoe druk het hier midden in de zomer moet zijn! Als de koffie op is, pakken we de auto en is het tijd voor de ECHTE toeristische trekpleister: Mont Saint Michel! En na drie kwartier rijden is het zover. Als we de bocht om komen zien we het ineens liggen. En eerlijk is eerlijk: we snappen wel dat dit met een abdij en huisjes volgestampte mini-eilandje zoveel mensen trekt. Het ziet er geweldig ui. Aan het einde van de weg, omgeven door water, rijst het uit zee.

We parkeren de auto en wandelen het laatste stuk naar dit bijzondere fenomeen. Met hoog water overstromen zelfs zommige parkeerplaatsen en met laag water valt alles eromheen droog! Via de toegangspoort lopen we naar binnen en daarna omhoog. Het is enorm druk, vreselijk toeristisch en toch is het geweldig. De huisjes brengen je direct terug naar de middeleeuwen en zelfs de vele souvenirwinkeltjes doen daar geen afbreuk aan.
We klimmen langzaam steeds verder omhoog door de smalle hoofdstraat. Het is flink klimmen, vooral voor Karin, maar we hebben geen haast. Omhoog en nog hoger, tot we uiteindelijk een kaartje unnen kopen voor de abdij. Met de kaartjes in de hand klimmen we nog een beetje en dan hebben we een schitterend uitzicht op de baai en het omringende land. Daarna volgen we de tour. Het is een verrassend complete route, langs een groot deel van de kapelletjes, zalen en doorgangen van de abdij. Het 13e eeuwste klooster is prachtig, net als de eenvoudige, maar mooie binnekant van de kerk, waar een dienst aan de gang is (het is tenslotte zondag).

Net als Karin het voor gezien wil houden zijn we aan het einde van de route en via een tijdelijke trap aan de buitenkant van het gebouw dalen we een flink eind af. Daarna lopen we naar het enige ‘normale’ barretje dat we onderweg om hoog al zagen, waar zelfs een paar locals wat drinken. Na een kopje koffie en een beetje stilzitten lopen we het laatste beetje naar beneden waar we een boodje halen dat we in de zon, buiten tegen de muur, opeten.

Als we uitgegeten zijn stappen we in de auto en in een klein uurtje rijden we naar de camping waar Harro wegstuitert richting het museum en Karin verhalen typt. In de zon. Op een stoel voor de tent. Op wat sluierbewolking na is het weer prima weer. Wat is het leven toch naar.

4e dag Maandag 23 mei 2011

4e dag Maandag 23 mei 2011

Als Harro op zondag eind van de middag op de camping terugkomt, is hij een beetje teleurgesteld (het museum is dicht) maar ook vol verhalen (wat een reusachtig fort en het moet vol tunnels zitten, gezien alle geschutskoepels zonder bovengrondse ingang). Zodra we hebben vastgesteld dat het ECHT niet gaat gebeuren dat hij die tunnels van binnen gaat bekijken, zucht hij eens en daarna wandelen we naar het oude centrum van St. Malo. Nadat we via een andere poort de stad binnengaan en daarmee een ander deel van het oude centrum hebben bekeken, eten een we een crepe. De crepe is een echt Bretonse uitvinding en je struikelt echt over de straattentjes, maar ook officiele eethuisjes die de dingen verkopen. Officieel is een crepe de zoete variant van de dunne pannenkoek en nog veel bekender hier is de galette, de hartige variant met alle mogelijke vullingen, tot worstjes aan toe! We houden het bij een crepe met boter en suiker en genieten niet alleen van het eten, maar ook van de handigheid van de dame die ‘m klaarmaakt.

Na deze snack wandelen we naar een erg relaxte kroeg waar we drankjes drinken en de eerste posts online zetten. Daarna besluiten we na lang aarzelen toch maar dezelfde eettent als gisteren op te zoeken. Daar krijgen we geen spijt van: het eten is opnieuw heerlijk en de sfeer is er prima. Bekaf, maar heel tevreden wandelen we uiteindelijk naar de camping. Met name Karin kan geen stap meer zetten, maar het was een heerlijke dag!

Vandaag willen we naar Dinan, een schattig stadje op een half uurtje rijden van St. Malo. We zijn vroeg uit de veren (zal ook wel iets te maken hebben met het tijdstip dat we in bed lagen) en al rond kwart voor 9 zijn we gedoucht en wel onderweg naar Dinan. Via een kleine omweg (de afslag naar de juiste weg is afgesloten, tot grote consternatie van Het Vlaams Vriendinnetje / Bitching Betty – de TomTom van Harro) rijden we zonder problemen naar het stadje dat er al bij aankomst gwweldig uitziet. Hoog op een heuvel, met stevige muren en onder de vele meters hoge brug het haventje. We dumpen de auto in de parkeergarage van de oude stad en wandelen op goed geluk het stadje in. Op het eerste pleintje dat we vinden drinken we koffie en een stukje verder vinden we een geweldig bakkertje met een soort rozijnen-stokbroodjes waar we onze vingers bij opeten. Op volle dwaalsnelheid trekken we daarna Dinan in.

En wat een schattig stadje is het. Met halfhouten vakewerkhuizen in allerlei kleuren, prachtig houtsnijwerk en stenen torens is het een plaatje. We dwalen, kijken onze ogen uit en pikken uiteindelijk bij de Office de Tourisme een kaart met wandelroute op, waar we nog wat extra suggesties voor leuke straatjes uit halen. Het laatste stuk van de route is de klapper: helemaal naar beneden naar de haven en vervolgens weer omhoog. Karin bijt haar kiezen op elkaar (trainen, voor een volgende reis) en krijgt het voor elkaar om ook de hele route te lopen. De nodige bakjes koffie en fotostops later zijn we terug bij de auto. Tevreden en toe aan ‘ effe zitten’.

Het is ongeveer half 1 en we besluiten eerst terug te rijden naar St. Malo. Daar bezoeken we een enorme supermarkt waar we luch EN avondeten halen. In het zonnetje eten we ons broodje op en smeden plannen voor de middag.Eerst brengen we een bezoekje aan de Decathlon, een enorme en enorm goedkope sport/outdoor zaak, waar Karin voor ‘niets’ een fleece, een opblaaskussentje en 2 paar simpele zomerschoenen aanschaft. We twijfelen een beetje over het aquarium van het stadje. Het lijkt wel aardig, maar ook behoorlijk op kinderen gericht. We zijn vlak in de buurt en besluiten een kijkje te nemen. Als we de auto parkeren zien we de eerste kleuterklas lopen en bij de kassa zijn we overtuigd. Dit gaan we niet doen: 16 euro om tussen de kleuters te lopen, daar hebben we (met respect voor de kleuters) geen zin in. Vooral niet als we zien dat het grootste deel van de binnenruimte een soort speeltuin is! Jammer, geen vissen.

Plan B klinkt wel aanlokkelijk: naar Dinard. Nee, dat is geen typefout: het plaatsje aan de overkant van de baai van St. Malo heet inderdaad bijna hetzelfde als het plaastje dat we vanochtend bezochten. Het is veel moderner en een echte badplaats. Over een mooie (lage) stuwdam rijden we in 10 minuten naar DInard en parkeren de auto voor een paar euro voor een paar uur aan zee. En met een flesje drinken mee beginnen we aan een wandeling die ons uiteindelijk in een dik uur (wandelen) om de landpunt heen leidt, eerst met uitzicht op het strand en het water, daarna op St. Malo en de baai. Het uitzicht en de rotsen zijn fenomenaal en het heerlijke zonnetje maakt dat het vakantiegevoel dat we toch al hadden, in 10-voud terugkomt. Wat een plaatjes!

Het is overal bovendien niet al te druk. Net genoeg mensen om het gezellig te maken, maar duidelijk publiek voor buiten het seizoen: oudere mensen, mensen met heel keine kinderen en hier en daar een verdwaald koppeltje van onze leeftijd. We horen vooral Frans om ons heen, maar ook Duits en Engels en hier en daar Italiaans. Karin heeft gelukkig na wat gehakkel de eerste 2 dagen ook haar Spaans weer op de achtergrond kunnen parkeren en babbelt nu gezellig mee.

Rond 5 uur ploffen we op een terras en vullen het vocht aan. Wat een heerlijke dag! Als we bijgetankt zijn rijden we naar de camping, waar we de rest van de avond doorbrengen met lezen, kletsen, eten en driinken. Licht teut liggen we rond half 11 in ons mandje. Zlapie dzoen… 🙂

5e dag Dinsdag 24 mei 2011

5e dag Dinsdag 24 mei 2011

Het waait als we wakker worden en het is half bewolkt, maar aan de horizon zien we de gorte hoeveelheden blauwe lucht al weer liggen wachten. We rennen onder de douche door en alsof we al jaren niets anders doen ruimen we gezamenlijk de tent en overige rotzooi op. Nog voor 9 uur zitten we in de auto. Dag St. Malo en dag fijne camping: wat een heerlijke plaats is dit!

Maar er wacht meer Bretagne en na een korte omzwerving zitten we op de goede weg naar het westen. Het kost wat moeite om BB te overtuigen dat we echt deze weg willen en uiteindelijk zetten we haar uit. Met een kaart komen we er ook. Via een prachtig groene route met af en toe uitzicht op het water rijden we naar het westen. Het is al snel prachtig weer (wat nou wolken) en we genieten van de uitzichtjes. De wegen zijn wat overzichtelijker dan bijvoorbeeld zuid-Engeland, maar ook hier rijden de smalle wegen, vele afslagen en tientallen rotonds vermoeiend. Harro betoond zich onverstoorbaar en zet er de sokken in. Muziekje aan en we vreten ongemerkt heel wat kilometers weg. De tussenstop van vandaag is Paimpol. Dit kleine stadje heeft een mooie, vervallen abdij die we willen bekijken en schijnt bovendien leuk dwaal-materiaal te zijn, dus misschien ook een fijne lunchstop.

Rond 11 uur komen we aan bij de abdij en de LP heeft niets teveel gezegd. De abdij is grotendeels vervallen en voor een paar euro dwalen we door dakloze zalen, bekijken we een eetzaal met gras op de grond en kijken we door ramen zonder glas naar de enorme tuin. Na nog even neuzen in de kelder (waar nog een vat stat van de jaren dat er cider werd gemaakt) houden we het voor gezien en rijden we naar het centrum.

Daar is het enorm druk. We komen terecht in het laatste staartje van de wekelijkse markt en dwalen langs de kraampjes met lokale producten (worst, kaas, hong, groente, fruit). Met een koffiestop en een lunchstop op een terrasje waar we een heerlijke salade eten(met zalm, maar ook meloen en het is echt heerlijk) zijn we al met al wel even bezig. Uiteindelijk stappen we rond alf 3 weer in de auto.

Na een laatste uurtje tuffen bereiken we de plaats van bestemming: Roscoff. Dit echt schattige dorpje ligt op een rotspunt en is langs drie kanten omgeven door water of, bij laag water, eindeloze modder- en rotsvlakten. Ons hotelletje (Aux Tamaris) ligt pal aan het water en de vriendelijke eigenaresse wijst ons onze kamer. Niet heel groot, maar met een schitterend uitzicht op zee, een heerlijk bed en een mooie badkamer. Klinkt goed: even haren kunnen wassen in je ‘eigen’ badkamer in plaats van op de camping is wel zo praktisch. En dan dat uitzicht… We pakken een tasje en wandelen na een tijdje uit het raam turen via de kademuur naar het centrum. Daar bekijken we de kerk (met een vreemde toren, met kanonnen erop, die de stad symbolisch bescherming moeten bieden) en dwalen langs het haventje. Drankje, crepje, nog een drankje. De tijd kabbelt voorbij en we komen allebei in een wat lager tempo terecht: wat een heerlijke plek!

Rond 6 uur gaat Harro ene uurtje plat en Karin gaat met boek naar buiten en zit op een bankje voor het hotel te lezen en naar het water te kijken. Na een uurtje maakt ze Harro wakker en gaan we richting Le Surcouf, een visrrestaurantje waar de LP hoog over opgeeft. En terecht, zo blijkt. We eten allebei huisgerookte zalm vooraf, gevolgd door een halve krab (Harro) en langoustines (Karin). Tegen beter weten in nemen we nog een toetje: dame blanche, met echte chocolade (Harro) en kwark met verse fruitsiroop (Karin). En dan kunnen we echt geen pap meer zeggen. Heel tevreden wandelen we naar het hotel, waar we de zonsondergan bekijken en na een beetje lezen in slaap vallen.

6e dag Woensdag 25 mei 2011

6e dag Woensdag 25 mei 2011

We komen maar moeilijk uit bed vanochtend. Het is warm op de kamer, maar verder ligt het bed verrukkelijk! Het wordt makkelijker om eruit te komen als we de gordijnen opentrekken. Het is stralend weer en de lucht, het water en de zon lachen ons toe. Tijd voor actie!

We checken uit en laden de spullen in de auto. Dan wandelen we naar het bakkertje dat we gisteren zagen. We halen een broodje en op een stenen trapje aan het haventje eten we in de zon de broodjes op, terwijl we kijken hoe een kudde bejaarden probeert een boot te halen. Op een sukkeldrafje gaan ze ervandoor!Als we uitgegeten zijn ploffen we op een terrasje voor een kopje koffie. Hallo wereld: nu zijn we er helemaal klaar voor!

Na een laatste blik op het geweldige hotelletje rijden we in een keer naar Quimper, waar we na anderhalf uur, zo rond 12 uur aankomen. Het was nog een heel gepuzzel waar we vandaag heen zouden en hoe we wilden slapen, maar uiteindelijk hebben we gekozen voor het stadje dat (volgens de LP) door veel toeristen onterecht wordt overgeslagen. Bovendien willen we een hotel: het gaat morgen regenen zeggen de berichten en we hebben geen zin om in de regen onze tent op te vouwen en in te pakken. Het moet niet teveel op de regenachtige Hemelvaartweekenden in de Ardennen gaan lijken! Daarom rijden we naar het station waar we, keurig volgens de voorspelling van de LP, hotel La Gare vinden. We krijgen een simpele maar schone en stille kamer (de laatste) in een bijgebouwtje, inclusief gratis Internet, een eigen parkeerplaats (achter een hek) en op wandelafstand van het centrum voor 48,=! Dat is een prima deal natuurlijk en tevreden brengen we de spullen naar de kamer.

Als we een rugzakje hebben volgestopt met nuttige en zinloze dingen wandelen we via het water (de Odet) naar het centrum. En opnieuw heeft de LP niets teveel gezegd. Quimper is schattig. De oude stad is groot genoeg om een stad te zijn, maar heeft de sfeer van een dorp. Halfhouten vakwerkhuizen en schattige straatjes met kinderkopjes zetten de toon. We krijgen meteen zin in dwalen, maar eerst is het tijd voor lunch en drinken. Dat blijkt prima te kunnen op het terras van Finistere, tegenover de cathedraal. We drinken een cola’tje en Karin daana een rose’tje (met veel water) en eten salade (Harro) en omelet met frietjes (Karin). De wind die het vanochtend nog fris maakte is wat gaan liggen en we genieten van het zonnetje. Vakantie!

Na het eten (inmiddels is het 2 uur) bekijken we de cathedraal van St. Corenthin. Het is een mooi gebouw, met een licht interieur en een vreemde knik in het schp van de kerk. ‘Het hoofd van Christus zoals dat op 1 schouder rustte toen hij aan het kruis hing’ volgens sommigen. Misschien meer een kwestie van slecht plannen, denken wij stiekem. Maar het is een mooi gebouw, met een vriendelijke uitstaling. Licht, hoog, met warme kleuren en houten beelden.

Na de cathedraal volgen we zo’n beetje een combinatie van verschillende wandelroutes op een kaartje dat we eerder kregen van de receptioniste van het hotel (hebben we al gezegd dat we blij zijn met het hotel?!). We zien nog veel meer schattige straatjes en pleintjes, een deel van de muren. Een leuk gezicht, maar niet echt heel indrukwekkend, die muren. We proberen ons voor te stellen dat er water omheen ligt en boze mannen met stenen naar ons staan te gooien, maar de reactie blijft vooral ‘ agossie’. Achter een deel van de muur ligt (verstopt) een siertuin en langs het water, een stevige wandeling verderop, ligt zelfs een Middeleeuwse tuin. Verder zijn er vooral veel bloemen: voor groen is niet zveel plek in de stad, hoewel de heuvel die aan de zuidkant van de stad ligt lekker groen is.

Als we het gedwaal een beetje zat zijn kiezen we een terrasje uit en daar blijkt ‘het’ te doen. Het terrasje ligt namelijk naast de ‘ prefecture’ zeg maar een soort overheidsgebouw, zoals een gemeente- of provinciehuis. En daarvoor vindt een heuse demo plaats. Boze taxichauffeurs blokkeren de straat (al blijft onduidelijk waar ze boos om zijn), boze burgers die met de auto niet meer voor of achteruit kunnen staan scheldend of gelaten op de stoep en een hele kudde agenten… staat er eerlijk gezegd vooral bij of het zonnetje wel bevalt. Harro’s initiele hoop dat er geknokt gaat worden valt in het water, maar ons drankje in het zonnetje wordt er toch wat interessanter door. Als we weggaan lijkt het alweer bijna voorbij: de taxichauffeur aan het tafeltje hoorden we zeggen dat ze er om 4 uur mee zouden stoppen. Het is namelijk tussen 4 en 6 veel te goed geld verdienen!

Na het drankje doen we Dwaalsessie deel II tot het rond 5 uur een beetje op is. We wandelen terug naar het hotel waar we aan de site werken en wat lezen. Om half 7 zijn we klaar voor het laatste deel van het programma: een hapje eten. In de stad drinken we eerst een drankje op een terrasje en om 8 uur lopen we naar Le Petit Gaveau, een (zo blijkt) enorm leuk restaurantje. Het is nog rustig als wij gaan zitten, maar daar komt binnen een half uur verandering in.Het eten is er goed, goedkoop en komt snel. We eten gebakken gamba’s en een chocotoetje (Karin) en fruitsalade met gember (Harro) toe. Daarna nog een kopje koffie en we staan weer buiten. Pfoe, dat was vlot (al hebben we ons niet laten opjagen) en we lusten eerlijk gezegd nog wel een drankje. Uiteindelijk lopen we door een verlaten stadje terug naar ons hotel, waar we bij een cafe’tje 2 huizen verderop twee drankjes doen. Tevreden vertrekken we daarna naar het hotel. Truste!

7e dag Donderdag 26 Mei 2011

7e dag Donderdag 26 Mei 2011

Een beetje afgeleefde kamer misschien, maar we hebben heerlijk geslapen in deze kamer 6 van Hotel La Gare. Het is er (op het gesnurk van Harro en de piepende deuren na) heerlijk stil en de douche is prima. We sleuren onszelf rond half 9 uit de veren en na een douche checken we uit. Twee deuren verderop eten we een croissant en drinken we een bakkie en dan zijn we klaar voor de rit naar Josselin. Josselin heeft namelijk een enorm kasteel en dat lijkt ons een prima reden om er heen te rijden.  De route over de snelweg is uneventful en ongeveer anderhalf uur later zijn we in Josselin. En opnieuw constateren we dat Bretagne grossiert in eindeloos schattige dorpjes. Halfhouten vakwerkhuisjes, een schattig kerkje en een aantal creperietjes en koffietentjes. In een daarvan strijken we neer voor een bakkie EN om te schuilen voor de regen. Vandaag is het namelijk, in tegenstelling tot de voorgaande dagen, bewolkt en regenachtig. We gaan ervan uit dat dat een vergissing is en dat het straks weer opklaart, maar tot dat moment zitten we overdekt.

Met de koffie achter de kiezen en als het weer droog is, bekijken we eerst het kerkje. Een vriendelijk stenen gebouw uit de 14e eeuw, met prachtig houtsnijwerk en glas-in-lood ramen uit de 15e en de 16e eeuw. Het kindje dat binnen vrolijk loopt te zingen vinden we wel gezellig en we glimlachen geruststellend naar de zwaar opgelaten ouders.

Na de kerk dwalen we richting kasteel. Dit kasteel is nog steeds bewoond, net als de afgelopen eeuwen door de heren van Rohan. Het kasteel is een imposant gevaarte dat met drie torens oprijst vanaf het kleine riviertje er onder. Het kasteel is via een tour te bezoeken, maar we ontdekken dat in het voorseizoen het kasteel pas in de middag opent, rond half 3 en het is nu 1 uur. Jammer, maar daar gaan we niet op wachten.
Als we eromheen gewandeld zijn kiezen we daarom voor het leukste creperietje en daar bestellen we een galette (hartige crepe) met kaas en rauwe ham. Drankje erbij en ondertussen kijken we onze ogen uit in het 16e eeuwse gebouw met deurposten van 1,65 hoog… of eigenlijk laag!

Na de lunch zoeken we de auto op en na een laatste keer zwaaien naar het kasteel rijden we in een half uurtje naar Rochefort-en-Terre, waar we vanavond slapen in La Tour du Lion (de leeuwetoren). Maar, dat blijkt nog niet zo eenvoudig te vinden. BB raakt volledig de weg kwijt en uiteindelijk parkeren we de auto op een parkeerterrein voor 2,50… voor 24 uur (we weten al dat we bij het hotel niet kunnen parkeren) en lopen het dorpje in. Dat blijkt de overtreffende trap van schattig. Stenen en vakwerk huizen uit de 16e eeuw, overal bloemen en hordes toristische winkeltjes. Het aantal toeristen valt mee in deze tijd van het jaar: op een bus japanners en een bus amerikane na is het lekker rustig.
Te voet blijkt het hotel goed te vinden en als we de deur proberen schiet er uit de creperie ernaast iemand naar buiten die op ons afrent en zegt dat hij ons pas rond 5 uur had verwacht maar dat we natuurlijk welkom zijn. Op Harro’s vragende blik schudt Karin haar hoofd: de beste man heeft 5 uur uit zijn duim gezogen, maar hij is erg vriendelijk dus we vergeven het hem graag. Zeker als hij ons door de prachtige eetzaal voorgaat, over een binnenplaatsje, via de schitterende rozentuin, naar een stenen gebouw, waar we via een trapje toegang krijgen tot onze kamer, pardon zaal. We worden binnen gelaten in een schitterende ruimte, met een werkelijk ENORME haard, een prachtig bed, een aparte toilet, wandtapijten, sfeervolle decoraties en een prachtige badkamer met enorme douche en alle benodigdheden. Zelfs Karin, die de kamer heeft uitgezocht, is er van onde de indruk. De man geeft ons twee sleutels: 1 van de kamer en 1 van de zijpoort, om naar binnen en naar buiten te kunnen, en wenst ons een fijne dag.

Wat een verwennerij. Karin klimt op het bed, pakt een boek en is niet van plan daar het komende uur nog uit te komen. Harro besluit zijn outdoor-kriebels (die in Bretagne niet zo goed te krabben zijn) te stillen door een rondje hardlopen. Er is rondom Rochefort een pad van 6 kilometer aangegeven en met de nodige heuvels en dalen lijkt dat een prima rondje hollen. Na een laatste ‘als ik over een uur niet terug ben kom je me wel zoeken he, haha’ verdwijnt hij, met de enige sleutel van de poort.
Na drie kwartier is Karin geamuseerd: 6 kilometer heuvel op en af is toch niet zo makkelijk blijkbaar! Na een uur is ze licht onrustig: dat duurt toch wel even. Na anderhalf uur is het niet grappig meer, vooral omdat ze nergens heenkan. Ze probeert Harro’s telefoon, die natuurlijk nog op de kamer ligt. Ze belt het hotel (om uit het gebouw te komen), maar er wordt niet opgenomen. Ze laat een briefje achter en probeert via drie deuren op straat te komen, die alledrie op slot zitten. Uiteindelijk belt ze zelfs Martijn, om even rustig te worden. Als ze hem aan de lijn heeft hoort ze de poort. Een doodvermoeide Harro komt zwetend aanlopen en heeft een verhaal over missende (of misschien gemiste?) bordjes. Hij heeft ongeveer 15 kilometer gelopen is steeds grotere haast om terug te komen…

Als Harro is gedoucht, de fles water heeft leeggedronken, zijn twee blaren heeft ingepakt en we er allebei weer om kunnen lachen (outdoor-kriebels? wat zijn dat!) wandelen we het dorpje in. Een wijntje en iets te eten gaan er wel in. Naderhand vallen we in de weldadige stilte, in het ENORME bed in slaap.

8e dag Vrijdag 27 Mei 2011

8e dag Vrijdag 27 Mei 2011

Na een heeeeeelijk nachtje slapen probeert Harro uit bed te springen, om zich halverwege te realiseren dat 15 kilometer hollen in je benen gaat zitten. Hij hinkt onder de douche door, terwijl Karin probeert niet te gniffelen. Als we allebei zijn gedoucht zitten we om 9 uur aan het ontbijt. We zijn inderdaad de enige gasten en de zeer vriendelijke, kwebbelende gastvrouw heeft een heerlijk ontbijtje klaargezet. Verse yoghurt, allerlei huisgemaakte jammetjes, verse lokale boter, een heerlijk (zuurdesem) stokbrood, jus d’orange, verse koffie en zelfs een verse crepe! We genieten van het schandalig lekkere en uitgebreide ontbijt en checken daarna tevreden uit. Dit moet een van de beste deals ooit zijn en behalve de onhandige sleutel-toestand hebben we helemaal NIETS aan te merken op deze geweldige overnachtingsplek. Het is nog wel een beetje bewolkt, maar de zon komt er al doorheen. We kunnen!

Vandaag hoeven we niet zo ver: in een uurtje zijn we in Carnac! Carnac is vooral bekend vanwege de menhirs en andere steenhopen van zo’n 5.000 jaar voor Chr. en daar willen we wel wat van zien. Als we bijna in Carnac zijn zien we de eerste menhirs al staan. Enorme steenbrokken, die in rijen achter elkaar staan. Helemaal blij rijden we naar het centrumpje van Carnac, waar we de auto neerzetten en in de Officie de Tourisme een kaart oppikken en informatie over de campings in de buurt. Bij een kopje koffie zoeken we twee opties uit. Degene die de LP aangeeft wordt het deze keer niet: belachelijk duur en meer een fout vakantiepark dan een camping, dat hoeft niet wat ons betreft. Onze eerste optie wordt Moulin de Kermaux, tegenover het belangrijkste menhir-veld. Als we gqaan kijken zijn we meteen overtuigd: lekker stil, prima faciliteiten (zelfs een verwarmd zwembad!) en toch echt een camping die bovendien op een superlocatie ligt. Wij zijn om! We besluiten om na 2 uur terug te komen en rijden eerste een rondje dor de omgeving. In een supermarkt pikken we een stokbroodje en een kaasje op en dat eten we uiteindelijk aan een picknick-tafel niet ver van onze camping op, met uitzicht op de menhirs.

Als alles op is, kunnen we inchecken en we krijgen de keuze uit 5 plekjes, niet ver van het toiletgebouw. We zetten in het stralende zonnetje, maar ook de forse wind de tent op en pakken daarna een tasje mee. Het is 3 uur: tijd genoeg voor een eerste ontdekkingstocht tussen de stenen. De eerste stop is de uitkijktoren tegenover de camping, van waar je de Allignements de Kermario prima kunt zien liggen. De Allignements zijn menhirvelden waar honderden (in dit geval 1099) menhirs in rijen (in dit geval 11 rijen) achter elkaar staan. Waaarom weet niemand, al is de algemene consensus dat ze iets met vruchtbaarheids- en / of landbouwrituelen te maken hebben. We zijn diep onder de indruk en stellen onszelf de vragen die velen voor ons ook al hebben gesteld zonder een antwoord te krijgen: hoe? en waarom precies?
Na dit eerste veld bekijken we nog een enorm veld, de Geant de Manio (een losstaande menhir van zo’n 6 m. hoog, die midden in een bos staat) en de Quadritaleterre (een rechthoek van kleine stenen, van ongeveer 20 m lang bij 5 m breed). We doen ook nog een poging om een dolmen te vinden (een soort hunebed), maar die blijkt te goed verstopt. Al met al lopen we zo’n 2 uur en dan zijn we er wel klaar mee. Spieren, gewrichten: we kraken en piepen wat en wandelen, na een drankje bij een creperie mindden in het grootste menhirveld) terug naar de camping.

Daar pakken we de auto. We willen eigenlijk nog wel wat zien, maar niet meer lopen. Met de auto rijden we uiteindelijk naar Quiberon, op zo’n 30 kilometer van Carnac op het uiterste puntje van een soort schiereiland. Er vertrekken van daar uit ferries naar allerlei eilandjes in de buurt en het is zelfs nu, in het voorseizoen, enorm druk. We drinken een drankje en daarna genieten we, vanuit de auto, net als op de heenweg van de uitzichten op zee. Als we terug zijn in Carnac is het tijd om te gaan eten. We hebben daarvoor Le Ratailleur uitgezocht, een B&B met naar verluidt heerlijk eten.

Als we de tent gevonden hebben blijkt het een leuke eetzaal te hebben, met laaghangende houten balken. Het personeel is vriendelijk en al heel snel blijkt het eten geweldig. We hebben gezkoen voor een kreeftenmenu. Ja, enigd=szins asociaal is het wel, maar we willen niet weg van de Bretonse kust zonder kreeft gegeten te hebben.
We beginnen met een amuse van een soort vispate. gevolgd door een voorgerecht van kreeft- en oestersalade. We zijn allebei niet dol op oesters, maar deze kok heeft er een soort tartaar van gemaakt, met citroen, komkommer, bieslook en avocado en het is echt verrukkelijk! de kreeft is zalig en vers en de salade heerlijk knisperig. Na het voorgerecht volgt een soort granite met vodka en fruit (als tussengerecht). Het hoofdgerecht is zeebaars en kreeft op verse aardappelpuree met asperges. Tot slot mogen we kiezen uit een enorme kar met kazen en na die selectie zijn we blij dat we al aan het begin van de maaltijd hebben aangegeven dat we het zoete toetje graag wilden vervangen door een koffie. Bij de koffie worden een aantal zoete koekjes geserveerd en dan kunnen we echt geen pap meer zeggen. Tonnetje rond en dik tevreden gaan we terug naar de camping. Daar is het koud en winderig maar met wat thermo, extra laagjes en een kruik liggen we in no time heerlijk warm in ons=ze slaapzakjes. We praten nog wat na over vandaag en vallen al snel in slaap.

9e dag Zaterdag 28 Mei 2011

9e dag Zaterdag 28 Mei 2011

We worden wakker van de buren die druk pratend en met autodeuren gooiend aangeven dat ze wakker zijn. Heel fijn, wij nu ook. We hebben wel heerlijk geslapen, lekker warm in onze mummiezakjes. En het blijkt prima weer: de wind is gaan liggen en het is heerlijk blauw en zonnig. We douchen en na wat gejammer over spierpijn van Harro (over stijven spieren) en van Karin (over krakende knieen) is het tijd voor het grote avontuur van vandaag. Nouja, eigenlijk voor een rustige dag, want we zijn een beetje duf en dreutel vandaag. Het schiet allemaal niet op en we zijn de snelste niet, maar gelukkig hebben we er allebei last van en kunnen we enorm om onszelf en elkaar lachen.

We rijden eerst naar Quiberon, want daar is het markt. Nadat we de auto hebben geparkeerd lopen we met een croissant over de nog behoorlijk grote markt. We besluiten dat Franse marktren altijd een feestje zijn: veel lokale producten en de ene kraam ziet er nog beter uit dat de vorige. We dwalen gezellig een rondje en daarna drinken we aan het strand een kopje koffie. Wat willen we nog meer? Nou, eigenlijk nog wat steenhopen zien dus terug in de auto besliuiten we na wat speurwerk in de verschillende folders die we hebben meegenomen en de LP, om naar Locmariaqueron (nee, geen idee hoe je dat hoort uit te spreken) te rijden. Daar liggen drie belangrijke steenhopen naast elkaar. Als we er drie kwartier later aankomen ontdekken we dat het erg de moeite waard is.

In een veld liggen een enorme menhir, die ooit ongeveer 20 meter hoog was, maar nu in vier stukken op de grond ligt, een tumulus, een soort overdekte grafheuvel en een cairn, ook een overdekte grafheuvel, maar dan met meerdere kamers. Die laatste is ook toegankelijk en op de 5.000 jaar oude stenen zien we resten van tekeningen! Het is machtig indrukwekkend en heel bijzonder om de enige bezoekers te zijn.

Na deze traktatie willen we er nog een: aan het water, iets verderop ligt nog een dolmen, ook met rotsgravures. Het is eerst even rijden en dan even wandelen, maar uiteindelijk staan we eerst op en dan in de 24 meter lange dolmen, waar we lijnen ontdekken op de muren die een soort schild voorstellen. Andere tekeningen kunnen we niet thuisbrengen. Als we naar buiten komen kruipen verrassen we 2 Fransen die enorm moeten lachen dat we zomaar uit het monument komen kruipen.

En dan is het op. We rijden een stukje en ploffen op een miniterrasje aan een haventje waar we eerst een galette en dan een crepe eten en er lekker iets bij drinken. Na deze late, maar heerlijke lunch en nog een kopje koffie rijden we terug naar de camping waar Karin de site bijwerkt en Harro boodschappen doet. Vanavond eten we op de camping en morgen gaan we naar Saumur! En wat Karin betreft naar heel andere dingen dan het tankjesmuseum!

10e dag Zondag 29 Mei 2011

10e dag Zondag 29 Mei 2011

Gisteravond was een prima ‘niets-doen’ avondje: nadat we op de camping hebben gegeten zijn we rond 9 uur nog even van de camping afgelopen, het menhir-veld tegemoet. In de ondergaande zon maken we plaatjes. De bomen en wolken maken echt spectaculaire platen onmogelijk, maar het is wel een mooi gezicht. We duiken op tijd ons mandje in en het is gelukkig een stuk minder koud dan gisteren.

Na een lange nacht slaap is het vandaag vroeg dag: om half 8 staat de wekker. Na een lauwe douche (brrr, Karin slaat even over en Harro vindt dat bij nader inzien niet zo’n slecht plan) ruimen we de tent uit en pakken de (droge) binnentent alvast in. Daarna laten we de buitentent nog even verder drogen (al gaat dat met al die wolken en 11 graden niet zo snel) en rijden Carnac in voor koffie en een broodje. Leve Frankrijk (pardon: vive la France): je kunt er zelfs op zondag verse broodjes bij het lokale bakkertje en verse koffie bij het barretje ernaast krijgen. Ook VOOR 9 uur!
Als de koffie en de broodjes op zijn rijden we naar de camping terug waar we de laatste zooi en de toch bijna helemaal droge tent inpakken. Hebben we alles? Eh ja, dat wel, we hebben zelfs iets teveel! We zijn vergeten gisterenmiddag de ‘carte electronique’ voor de slagboom in te leveren en vandaag gaat de receptie niet voor 10 uur open. Stom, vooral omdat we wat borg moesten betalen. We balen en overleggen even. Uiteindelijk besluiten we een briefje te schrijven waarin we vragen het geld per post terug te sturen, om vervolgens de kaart met het briefje in de brievenbus bij de receptie te dumpen. We zijn benieuwd en als het niet lukt is het jammer: we vinden het de investering wel waard.

Rond 9 uur scheuren we weg uit Carnac. Dag bijzondere plaats; erg de moeite waard, al die oude stenen! De rit die volgt doen we op 1 tank- en benen-strek-pauze in 1 keer en om half 1 zijn we al in Saumur. De bedoeling is om een laatste weerbericht op te pikken om te kijken of het 0, 1 of 2 nachten kamperen wordt. Suamur zit echter dwars: de Office de Tourisme is pas om half 3 weer open. Ook de rest van Saumur is behoorlijk dicht en zelfs de ‘cave’ (de wijnopslag waar je wijn kunt proeven) is dicht, ook morgen. De anderen zitten te ver van het centrum om te voet te bereiken, wat zou betekenen dat Harro niet mee kan proeven. Dat gooit roet in het eten: willen we dan eigenlijk wel in Saumur blijven? We strijken neer op hetzelfde terras als een aantal jaar geleden en zoeken via Internet wat info op. Vandaag is prima, morgenochtend ook en daarna wordt het afschuwelijk, althans de rest van de dag. Hmmm… We eten wat, drinken nog een drankje, vinden zowel de camping als het hotelletje dat een optie is en na lang wikken en wegen gooien we het hele plan om. Vandaag gaan we naar Chinon, voor 1 nachtje kamperen. In Chinon is het kasteel inmiddels klaar (dat een aantal jaar geleden nog ingepakt was), zijn wijnboertjes op wandelafstand open, is een prima camping en zijn uitstekende restaurantjes. En een aantal jaren geleden werden we een beetje verliefd op Chinon. Morgen gaan we dan naar Blois, pakken we een hotelletje en bezoeken we vandaar uit een of meerdere kastelen.

Hehe, dat was even een ei dat gelegd moest worden. We rijden via een mooie route naar Chinon en kwakken op de camping de tent neer. Dat kost niet heel veel tijd, maar in die korte tijd gutst het zweet van ons lijf. Het is hier ineens hoog in de 20 graden en het verkoelende briesje van Bretagne is nergens te bekennen.
Rond 4 uur lopen we Chinon in en ook de hernieuwde kennismaking met dit dorpje is aangenaam. Mooi kasteel, mooie gebouwen, mooie pleintjes en 3 caves op loopafstand. Als we een rondje hebben gelopen en het vocht hebben aangevuld, wandelen we naar de eerste cave. Dicht. Niet getreurd: cave nummer 2 dan. Ook dicht! En cave nummer 3? Die slaan we bijna over omdat het wat verder lopen is dan gedacht, maar gelukkig zetten we door en cave nr. 3 is open! Het is meteen een hele echte: uitgehouwen in de rotsen. In een aantal ruimtes liggen zo’n 700 vaten met 20 jaargangen wijn. We mogen overal rondkijken en dat doen we dus ook gretig. Het is koel, zo’n graad of 15 en met name Karin komt weer op temperatuur.
Als we alles hebben bekeken mogen we proeven en de man achter de balie heeft schik in onze interesse en ons enthousiasme. Uiteindelijk mogen we in plaats van de beloofde 3 wel 7 wijnen proberen: 2 witte, 1 rose en 4 rode, waarvan 1 uit 2003 en 1 zelfs uit 1989! Die laatse is heel donker, heel troebel en heeft een heel erg fruitige bessensmaak. Niet helemaal onze smaak, maar heel bijzonder: zo’n oude wijn hebben we allebei nog nooit gedronken!

Uiteindelijk lopen we helemaal vrolijk (nee, niet alleen van de wijn) het dorp weer in, waar we op een terrasje nog een wijntje nemen en wat lokale kazen proberen. Om half 8 eten we in een restaurantje en om 10 uur zoeken we ons mandje op. De tent is nog steeds erg warm. Nu maar hopen dat het rotweer morgen inderdaad komt nadat we onze tent hebben opgeruimd! Bij het gekwaak van de kikkers vallen we in slaap.

11e dag Maandag 30 Mei 2011

11e dag Maandag 30 Mei 2011

Jammer, vanochtend hebben we toch pech. De beloofde regenbui in de ‘apres-midi’ valt helaas al rond 6 uur op ons dak en het is geen kleine jongen. Na een ferme krachtterm halen we onze schouders op en draaien ons nog maar eens om. Eerst nog een beetje slapen. Als we om half 8 wakker worden gepiept van de wekker is het nog steeds bewolkt en er valt nog een verdwaalde spet, maar het ergste leed lijkt geleden. We douchen, ruimen op, pakken alles in en als er echt niets meer uit te stellen valt, breken we ook de buitentent af, die op een uitgevouwen vuilniszak op de achterbank mag opdrogen.

Met een vers gekocht broodje bij ons scheuren we er vandoor. Dag Chinon, we komen vast nog eens terug. Je was al net zo leuk als jaren geleden! Nu is het tijd voor Blois (uit te spreken als ‘Blwaah!’ wat we dan ook met veel plezier en herhaaldelijk doen vandaag): een stadje waar Karin al eens was met Renske en Naomi en waar ze ook al goede herinneringen aan heeft. We scheuren er vandoor en op enig ge-post-duif na, rijden we zonder problemen in een uurtje naar Blois… en er voorbij. De eerste stop is namelijk kasteel Chambord! Nadat Karin dit kasteel al eens van buiten heeft bekeken is het nu tijd voor een bezoek van de binnenkant van dit 15e eeuwse jachtslot van koning Lodewijk de Zoveelste. Het slot is tijdens de bouw ‘ een beetje uit de hand gelopen’  en telt nu ruim 450 kamers! En Koning Lodewijk? Die vond het ‘optrekje’  te tochtig en verbleef er gedurende zijn 35 jarige heerschappij slechts 72 dagen!

We parkeren en er staan gelukkig maar een stuk of 40 bussen en een paar honderd auto’s dus we treffen een rustige dag. We kopen een kaartje en vermaken ons de uren daarna met eindeloos veel kamers, de beroemde dubbele spiraal trap (blijkbaar ontworpen door Leonardo Da Vinci), de vertrekken van de koning en de koningin (verschillende torens natuurlijk: het moet niet TE gezellig worden), prachtige haarden (waar we rechtop in kunnen staan) en interessante details als een kabinet vol honderden sleutels, van alle kamers in het kasteel en het dak met tientallen torentjes, schoorstenen, koepels en nisjes.

Om half 2 zijn we bekaf, maar erg tevreden. We houden een rustige pauze met een broodje en wat drinken met uitzicht op het kasteel (dat nog steeds volstroomt, met busladingen scoolkinderen en toeristen) en daarna rijden we terug naar Blois, waar we een prima kamer weten te scoren in Hotel Anne de Bretagne. Schoon, ruim, prima bedden en (dan nog) lekker koel, wat gezien de weer fors opgelopen temperaturen erg fijn is.

We worden er ook wat loom van, van het weer en aangezien we het maximum van 1 kasteel per dag al gehaald hebben, doen we vandaag niet zoveel in Blois. We drinken een drankje met uitzicht op het kasteel, we eten een ijsje, we wandelen wat, we lezen een uurtje op de hotelkamer, kortom, we lummelen. uiteindelijk gaan we om 7 uur de stad weer in waar we met wat mazzel het laatste tafeltje weten te scoren bij een geweldig restaurantje. Het eten is er echt zalig en we concluderen nog maar eens dat het deze vakantie echt genieten is. We eten er af en toe onze vingers bij op en hoewel Karin verzucht dat het na de vakantie weer een aantal weken ‘rustig aan’ doen wordt, vinden we het heerlijk. We eten, we drinken, we kletsen en aan het einde van de avond wandelen we tevreden terug naar ons hotel. Truste!

Woensdag 13 juli – Heenreis

Woensdag 13 juli – Heenreis

Om 7 uur staat taxi Tinus voor de deur, die ons in een half uurtje naar Schiphol brengt. Daar is het best druk maar toch zijn we binnen 10 minuten onze tassen kwijt en even later staan we achter de douane. Anderhalf uur later mogen we ons melden voor het kruisverhoor dat er tegenwoordig bijhoort als je naar of via de VS vliegt.
Tien uur later stappen we uit in Houston, na veel slaap en een halve film (Harro) en een beetje slaap en 2,5 film (Eveline).  Alles gaat volgens planning, dus we hebben 4 uur op George Bush International Airport… In Texas…tsja, daar kies je ook niet voor. Daar snuiven we wat Amerikaanse cultuur door een bezoekje aan de Starbucks en een sports bar. Daarna mogen we instappen voor de laatste 3 uur naar Costa Rica.

We komen aan op de luchthaven van San Jose, en krijgen toch zeker 10 hotels en 5 taxi’s aangeboden. We zoeken toch door naar een bordje met onze namen totdat een kleine Tico (=inwoner van dit land) ons aanspreekt en ons een envelop met onze namen laat zien. Hij heeft nog een stuk of 10 enveloppen, dus nadat we ons gewillig op “de Nederlandse stoep” hebben laten parkeren, rent hij nog een tijdje door de mensenmassa om alle Hollanders te lokaliseren. Vervolgens dirigeert hij ons naar een paar taxibusjes en een half uur later zijn we in het centrum. In het hotel weten we nog net vriendelijk “buenos noches” uit te brengen, maar binnen een kwartier liggen we in bed. Na bijna een etmaal reizen zijn we daar wel aan toe…

Donderdag 14 juli – San José

Donderdag 14 juli – San José

Om half 6 lukt het om ons nog even om te draaien, maar om kwart voor 7 zijn we echt klaarwakker. Gelukkig is hotel Rincon de San José niet anders gewend. De hoofdstad is begin- en eindpunt van bijna alle reizen door Costa Rica. In deze periode zijn er vooral Europeanen die dus vroeg wakker zijn. Het hotel blijkt bij daglicht charmant; het bestaat uit huizen die met elkaar verbonden zijn. Daartussen is een soort overdekte tuin waar je kunt ontbijten. Ons onbijt bestaat vers fruit, eieren, brood, sap en koffie of thee. We laten het nationale gerecht gallo pinto, rijst met zwarte bonen, deze keer staan. Na het onbijt wandelen we even door de oude wijk.
Om 9 uur worden we opgepikt door een taxibusje en naar het kantoor van de locale reisorganisatie gebracht. Hier vertelt de Nederlandse eigenaresse een uitgebreid verhaal over de reis die ons te wachten staat. Er zijn nog 2 andere stellen en 2 families die min of meer dezelfde reis maken en die we deze trip dan ook vast nog wel tegen zullen komen. Een stel heeft zelfs exact dezelfde trip voor de boeg. We krijgen allerlei verhalen te horen over accommodaties, de wegen, geldzaken, en tips over activiteiten op de verschillende plekken.

Anderhalf uur later worden we met het busje keurig terug gebracht bij het hotel en is het tijd voor een verkenning van de stad. Dat is nog best lastig, want in totaal hebben we maar een dag in San José en dat terwijl we toch lichtelijk jet-lagged zijn. Gewapend met de Lonely Planet en het daar in beschreven voorstel voor twee dagen gaan we op pad. We beginnen met een tocht door het centrum en door de markt en nu blijkt pas echt dat Costa Rica toch een stuk moderner is dan de omringende landen. Veel westerse winkels en de Amerikaanse burgertenten zijn op elke hoek van de straat te vinden (of dat nou een niveau van ontwikkeling aangeeft is overigens discutabel). Na een twee uurtjes dwalen door de stad is het dan toch tijd voor een lunch, we genieten van hamburgers en BLT sandwiches.
Het is goed te merken dat het land erg toeristisch is en vooral catert voor grote aantallen Amerikaanse toeristen. In juli is het land daaraantegen voorbehouden aan Europese toeristen die denken dat het regenseizoen ook best leuk is. Terwijl we onze broodjes wegwerken en dit soort dingen lezen in de Lonely Planet is het dan ook zo ver: het begint te plenzen. Rustig blijven we even zitten totdat het ophoudt met regenen, althans dat is de theorie. We besluiten dan dat zodra we afrekenen het toch echt wel klaar moet zijn. Helaas gaat ook deze vlieger niet op en begint het steeds harder te storten. We schuilen nog wat buiten onder een afdakje maar dan besluiten dat het lang genoeg heeft geduurd en gaan we op weg naar het nationaal museum voor de dagelijkse portie cultuur. Daar blijkt het ook binnen niet geheel droog te blijven en in onze regenjassen bekijken we eerst de vlinderhal (in eerste instantie zonder een enkele vlinder)  en daarna een aantal tentoonstellingen over de geschiedenis van Costa Rica. Na anderhalf uur scherven, potten, skeletten, jade en goud zijn we er klaar mee en is het ook eindelijk gestopt met regenen. Nou, ja gestopt… In Nederland zouden we het nog een best buitje hebben genoemd, maar voor hier tellen we het maar als droog. We lopen naar het nationaal theater waar we ons tegoed doen aan een prima bak koffie en een smoothie.
Daarna is het weer tijd voor daglicht, we willen tenslotte niet toegeven aan onze jetlag. We hebben gehoord dat je hier dollars kunt pinnen, en dat dat handig is voor het betalen van excursies. Helaas lukt dat niet, maar de plaatselijke valuta colonnes is geen probleem. Geld moet rollen, dus we vervolgen onze weg naar een mooie cocktailbar. Harro gaat voor de klassieke Margarita, Eveline neemt de Pura Vida. Dat betekent letterlijk “het pure leven” maar staat voor “het Costa Ricaanse leven waar we trots op zijn”. Deze uitdrukking kun je dus overal voor gebruiken: souvenirs, begroetingen of voor je cocktail.
Na de borrel eten we bij El Mundo. Dit is een erg goed en sfeervol restaurant met een Costa Ricaanse/Italiaanse kaart. De pasta’s zijn erg goed, we spreken af dat we hier aan het eind van de vakantie weer heengaan. Daarbij helpt het ook dat het restaurant letterlijk  5 meter van ons hotel is….

Vrijdag 15 juli – naar Tortuguera

Vrijdag 15 juli – naar Tortuguera

Vandaag staan we vroeg op, om 06:30 worden we door een bus opgehaald voor het eerste deel van ons reisprogramma. Gelukkig zijn we om half zes allebei klaarwakker en na een licht ontbijt staan we ruim op tijd klaar voor de bus. Na even wachten draait er een enorme tourbus de straat in en worden we erg efficient ingeladen. Deze efficiëntie toont zich in de loop van het tripje wat vaker: het is duidelijk een tripje wat door de organisatie dagelijks wordt afgedraaid, alles sluit perfect op elkaar aan en is erg goed geregeld… tot zover ons idee dat we nog enigszins zelf in de hand hebben wat we doen. Een busreis dwars door het regenwoud brengt ons iets na acht uur bij onze eerste stop, een keurig restaurant waar we uitgebreid ontbijten met gebakken eieren, vers fruit en natuurlijk bonen met rijst. Daarna hebben we nog even tijd om door het bos te dwalen en daar ontdekken we een luiaard en een van de beroemde kikkertjes waar Costa Rica bekend om staat… Vraag ons ff niet om een naam, maar het is ongeveer anderhalf centimeter lang, rood met blauwe poten en behoorlijk giftig (het kikkerlikken is hier nooit echt een succes geworden).

We duiken de bus weer in en na een tocht van dik twee uur door fruit en koffieplantages komen we aan bij de ‘steiger’. Met ons komen er nog 5 andere bussen aan en staan er zo’n honderd man te wachten totdat ze met onze bussen weer mee terug moeten. De daaropvolgende chaos lijkt compleet maar wordt door de heren die ons begeleiden keurig opgelost. Tassen in de ene boot, daarne per lodge ingedeeld in een andere boot en binnen een kwartiertje zijn we onderweg. Zoals gezegd, een erg efficiente operatie, waar werkelijk alles tot op de minuut is gedirigeerd. Niet echt ons idee van deze vakantie, maar we laten het maar even gelaten over ons heen komen. Onderweg zijn we ook vast gedrild in het programma van de komende dagen: Vroeg op, boottocht om 05:30, ontbijt, wandelen, boottocht in de middag, en dan s’avonds schildpadden kijken, en ja, we komen je wakker maken en je krijgt rubberlaarzen voor de wandeling…dus…
Een uurtje varen dwars door de jungle later meren we aan bij onze lodge waar we een cabin krijgen toegewezen. Die ziet er keurig uit en ook het resort zelf is netjes met een mooi zwembad. We lunchen op het daarvoor vastgestelde tijdstip, in het daartoe aangewezen restaurant en de voor ons gereserveerde tafeltjes en worden wat melig. Gelukkig hebben we tot 3 uur de tijd voordat we moeten aantreden voor de volgende trip: we gaan met de boot naar het dorp Tortuguero waar we tot 5 uur hebben om rond te struinen. Harro is brak en slaapt een uurtje terwijl Eef het reisverslag opnieuw typt omdat de eerste versie helaas verloren is gegaan.

Stipt 3 uur zitten we in de boot en vertrekken we naar het dorpje en verzamelen op het strand. Hier krijgen we een korte uitleg over de schildpadden die hier aan de kust hun eieren komen leggen en die we hopelijk de volgende avond gaan zien. We struinen wat door het dorpje, waar iedere inwoner of een souvenirtent of een cafe runt, en vinden uiteindelijk een prima terrasje waar we in alle rust een drankje doen… Althans, tot iets voor vijfen, want om 5 uur moeten we bij de boot zijn en ondertussen beginnen we toch wat huiverig te worden voor eventuele represailles als we het schema in de war helpen.

Terug in het resort blijven we maar gelijk in de bar steken, die strategisch tussen de aanlegsteiger en de cabins is geplaatst en genieten van een biertje en een wijntje. Daar komt even later ook het lokale entertainment binnen gezeild: Een wat oudere heer die probeert saxofoon te spelen op een aantal deuntjes die de barkeeper op zet. Jeez, wat is deze man slecht, en dan serieus slecht: Geen goede toon te bekennen en zelfs Harro herkent dat deze man niet in de maat kan blijven. (en ja, we hebben een video…)
Om 7 uur melden we ons met een lichte lachstuip in het restaurant waar we genieten van een prima buffet. Daarna gaan we nog even… Niets dus, we zijn moe, guppies en we moeten er de volgende dag om 5 uur uit voor een boottocht. Terug in onze cabin besluiten dat  hoewel het allemaal erg strikt is geregeld, het wel goed is geregeld en dat we een prima dag achter de rug hebben.

Zaterdag 16 juli – Tortuguera

Zaterdag 16 juli – Tortuguera

Op het buitengewoon vriendelijke tijdstip van 5 uur gaat de wekker want er staat een boottocht op het programma. Om niets aan het toeval over te laten wordt er 5 minuten later door de gids op de deur geklopt om er zeker van te zijn dat zijn schaapjes op tijd opdraven. Een snelle kop koffie en dan duiken we een open 20 persoons boot in en gaan we op weg om beestjes te spotten. Dat lukt verrassend goed en na twee uurtjes heerlijk rondtuffen hebben we een behoorlijke lijst gezien: toekan’s, brul- en doodskop aapjes, veel verschillende vogels, een luiaard, een kleine alligator en een compleet assortiment aan reptielen. Het weer is heerlijk, licht bewolkt en daardoor is het qua temperatuur goed uit te houden, en vooral regent het een keer niet. (we begrijpen ondertussen uit het nieuws dat de regen naar Nederland is verplaatst, daarvoor onze verontschuldigingen, maar we wilden af en toe een droge dag…). We hebben ook een prima gids die geduldig alles uitlegt wat we zien en ruim de tijd neemt voor alles.

Om kwart voor zeven staan we weer bij ons hotel, waar we rustig ontbijten en ons daarna klaarmaken voor excursie nummer 2 van vandaag: de jungle wandeling. Ook hier wordt niets aan het toeval overgelaten en dus meet iedereen zich eerst een paar rubberlaarzen aan… het zou toch vervelend zijn als je schoenen vies zouden worden bij een wandeling. We stappen met onze eigen vertrouwde gids opnieuw de boot in en 5 minuten later worden we bij een ander hotel afgezet. Hier kunnen we direct de dichte jungle inlopen waar onze gids ons van alles vertelt over de plaatselijke flora en fauna. Waar we net nog relatief grote beesten zagen, zien we nu met name planten en insecten en fungeren  we tegelijkertijd als voederplaats voor de in overvloed aanwezige muggen (gelukkig geheel malaria-vrij). Na een tocht van een dik uur houden we het voor gezien.
Het weer is nog steeds prima dus besluit onze gids dat het wel een goed plan is om de voor de middag geplande tweede boottocht/beestenjacht te vervroegen en maar gelijk aan te laten sluiten. Wij vinden alles best (op het water zijn geen muggen)  en wat volgt is een twee uur durende boottocht waar we de score van de ochtend nog eens zuinigjes overdoen. Absoluut hoogtepunt is een leguaan die denkt dat ‘ie model is geworden en het geen probleem vindt dat dat toeristen op anderhalve meter afstand naar hem lopen te staren. Zelfs de gids is onder de indruk, begint zelf ook foto’s te maken en geeft aan dat hij dit nog nooit heeft meegemaakt.
Met nog een leuke verzameling schildpadjes, vogels, spinnen en apen sluiten we de trip af. Ruim op tijd voor de lunch komen we weer terug bij het hotel waar we de rest van de middag ‘vrij’ hebben.
 
We luieren wat aan het zwembad, pakken vast een beetje onze tassen in en gaan dan een drankje pakken in de bar om wat te lezen en het verslag bij te werken. Ook vandaag krijgen we weer lokale snacks uitgedeeld. Ook dat lijkt op de resorts zoals we die van Cuba kennen maar we vinden de sfeer hier stukken beter.
Vanavond hebben we nog een druk programma : eerst gaan we om 6 uur samen met onze gids kikkers zoeken, en na het eten gaan we voor het hoogtepunt: de zeeschildpadden. Bezoek aan de zeeschildpadden is heel streng gereguleerd. In kleine groepen mag je met een gids mee naar een specifiek voor jouw groep toegewezen stukje strand. Daar wacht je totdat er een schildpad besluit op jouw deel van het strand een vracht eieren te leggen en zodra het beest ver genoeg het strand opgekropen is en met de klus aan de gang is mag je samen met de gids gaan kijken. Camera’s, zaklampen en enige andere elektronische apparatuur zijn streng verboden, maar als dat er voor nodig is om deze beesten te beschermen en dit soort trips nog mogelijk te maken werken we daar graag aan mee. Een aantal mensen die gisteren zijn geweest heeft twee van deze enorme groene schildpadden gezien op nog geen meter afstand…

Vervolg

Ok, laten we met het belangrijkste beginnen: we hebben een enorme groene zeeschildpad gezien op een meter of 2 afstand!!! Missie geslaagd, we kunnen naar huis:-)

Maar goed, waar we ons net er bij neergelegd hadden dat alles hier geregeld is en dat we er niet meer in dit verslag over zullen huilen, gaan we mee met het meest overgereguleerde tripje ter aardkloot… In dit geval zijn er meer regeltjes dan er volgens ons schildpadden zijn (en met een totale geschatte populatie van meer dan 30.000 zijn dat heeeeel veeeel regeltjes). We hadden al geschreven over het niet mee mogen brengen van camera’s en zaklampen, maar het verbod op fel gekleurde kleding, alcohollucht, het meenemen van alcohol en nog zo’n 20-30 andere zaken die je niet mee mag nemen hadden we geloof ik nog niet genoemd… Om stipt 19:35 worden we opgepikt door onze gids en samen met 20 andere zielen in een boot richting het strand gevaren, zodat we daar stipt om 20:00 uur aanwezig zijn. We zitten namelijk in time-slot 1 en die duurt van 20 tot 22:00 uur. Dat is de tijd die we hebben om een beest te zien en anders pech. Daarna volgt overigens timeslot 2, die ook 2 uur duurt en dan is het strand alleen nog maar voor de schildpadden. Er is een 21 mijl lange zone afgezet langs de kust waar de beesten hun nesten bouwen en beschermd worden, waarvan 5 mijl door toeristen bezocht mag worden.

Terug naar de exercitie: vanaf de boot lopen we ingedeeld in groepen  van 10 met gids naar  een landingsbaan die parallel aan de kust ligt. Hier krijgen de groepen hun instructie en een uitleg over de schildpadden en begint het wachten: het is namelijk zo dat er op de stranden ‘rangers’ rondlopen die de beesten spotten en dan de toeristen komen halen om er naar te gaan kijken, dit alles om het broedproces niet verstoren. In totaal zitten er 6 groepen op de baan te wachten, dus tsja, daar hoort dan een regeltje bij, want anders is de chaos natuurlijk niet te overzien. Wij zijn groepje nummer 2, wat betekent dat als het sein ‘schildpad veilig’ is gegeven wij als tweede groepje achter de juf aan mogen lopen om te komen kijken. Dat betekent dus ook dat als je groepje 6 bent de kans bestaat dat het beest al lang weer is verdwenen. Hoewel het hele proces van eieren leggen ongeveer een half uur duurt, worden er pas kijkers toegelaten gedurende de 10 minuten dat het beest daadwerkelijk de eieren legt, omdat ze dan in een soort van trance zou moeten zijn (vrij vertaald: als het eieren leggen eenmaal begonnen is, is er weinig te stoppen meer).

Na een uur komt dan het verlossende woord: Een van de rangers (overigens over het algemeen voormalige schildpadden jagers die door nieuwe regels plotseling geen baan meer hadden) heeft een schildpad gespot die zich richting de bomenrand aan het worstelen is! Enorme opwinding alom en overal beginnen de groepjes op te staan. Helaas is het dan toch loos alarm, de schildpad heeft zich omgedraaid en is weer terug de zee in gekropen…
Bij ons begint dan langzaam het gevoel te ontstaan dat dit geintje ook wel een 30 dollar voor een nachtje landingsbaan-zitten kon gaan gaan betekenen. Ook de organisatie ziet dit probleem langzaam opborrelen, en met 60 man die net 30 dollar de neus hebben betaald zou dit pr-technisch wel eens lastig kunnen worden…
Op de valreep dan toch het goede nieuws dat er nog een schildpad is gevonden! En nu is het dan tijd om alle regeltjes maar in een keer overboord te gooien. De gidsen halen hun zaklampen te voorschijn en leiden 60 man tegelijk (of we wel graag 2 aan 2 willen lopen…) richting het strand. Daar zien we nog net de schildpad onder een boom kruipen, waarna het beest verwoed begint te graven. Met 60 toeristen, 6 gidsen en een handvol rangers om haar heen, heeft ze er weinig zin in en na een minuutje graven besluit ze het voor gezien te houden. Dat komt dan voor ons wel zo lekker uit, want wij staan er met ons neus bovenop als het enorme beest dan langzaam richting zee kruipt. Met een prachtige volle maan en wat rode zaklampen van de gidsen kunnen we het beest prima bekijken.

Wat overblijft is dan enerzijds een tevreden gevoel dat we een schildpad hebben gezien, en anderzijds het idee dat het toch wel eens heel goed zou kunnen zijn dat eieren leggen met een man of 70 om je heen wel eens als plassen met kijkers kon zijn… Volgens de gidsen komt dat allemaal goed en is het heel normaal dat ze een aantal keer het strand oprennen om even ‘proef te draaien’. We nemen het maar voor waar aan…

Zondag 17 juli – naar La Fortuna

Zondag 17 juli – naar La Fortuna

De vrijheid lonkt! Vandaag krijgen we onze huurauto en gaan we geheel zelfstandig verder op pad. We mogen uitslapen tot half acht en tegen acht uur zitten we aan een uitgebreid ontbijt met vers fruit, kaneelbroodjes en pannenkoekjes. De tassen staan al zo goed als klaar, en na het betalen van de drankrekening stappen we in de boot die ons terug zal brengen naar de bus. Een wederom prachtige tocht door Tortugera National Park, met een mooie alligator als bonus brengt ons in een uurtje tijd bij de aanlegsteiger. Daar zien we dezelfde chaos als de vorige keer, alleen nu vanaf de andere kant. We gaan met de bus mee tot halverwege San Jose, waar we bij een restaurant onze auto krijgen.

Na een prima lunch bij dit restaurant komen de heren van het verhuurbedrijf binnengelopen. Binnen de kortste keren hebben we al onze handtekeningen gezet en zijn we geheel zelfstandig… En dus paniek 🙂 
Die valt gelukkig mee, we hebben namelijk een prima routebeschrijving en een nog betere kaart. Vandaag gaan we naar La Fortuna, een dorpje aan de voet van de Arenal vulkaan, een vulkaan die in de top 10 van meest actieve vulkanen ter wereld staat. De reis zou volgens de beschrijving ongeveer 4 uur zou moeten duren.
We hebben een prima auto, lekker ruim en we vragen ons een beetje af waarom een tocht van nog geen 150 kilometer 4 uur moet duren… Totdat we de eerste twee dorpen zin gepasseerd waar we er achter komen dat je bij een school maar 25 km/h mag. En aangezien ze volgens Eef op iedere hoek bijles geven, gebeurt dit nogal vaak.
De reis verloopt dan toch vrij vlot en terwijl het voor de verandering weer eens stort van de regen rijden we na een uurtje of 3 La Fortuna binnen. Overigens spotten we onderweg ook nog wat wildlife: in de zeikende regen zien we hoe een luiaard zich ongestoord aan een stroomkabel langs de weg voortsleurt. Werkelijk een bizar gezicht.

Het hotel, een verzameling villa’s, is eenvoudig maar prima en ligt ongeveer 2 kilometer buiten het dorpje. We gooien snel onze spullen in de kamer en vetrekken dan richting het dorpje voor een drankje en een hapje en om te kijken of er voor morgen iets actiefs te verzinnen is. Gehuld in onze regenjassen lopen we bij een van de grotere outdoor bedrijfjes binnen en besluiten onder het genot van een drankje dat we morgen gaan raften. Dit wordt voor Eef de eerste keer en met een rafttocht van ongeveer 4 uur, met grade 3 en 4 rapids gelijk ook maar het betere werk. We eten daarna uitgebreid bij een door de lonely planet aangeraden restaurant en verkassen dan richting hotel waar we nog een drankje doen, bij gebrek aan bar dit keer op ons eigen balkon.

Maandag 18 juli – La Fortuna

Maandag 18 juli – La Fortuna

Na een eenvoudig ontbijt met fruit en pannenkoekjes staan we ruim op tijd klaar bij de receptie en worden we opgepikt door een busje van het bedrijf dat de rafting tour organiseert. We verzamelen bij het boekingskantoor en na een klein kwartiertje gaan we met in totaal 23 man op weg naar de Rio Toro. De tocht duurt zo’n anderhalf uur en gaat tot ongeveer halverwege terug in de richting waar we de vorige dag vandaan zijn gekomen. Tot zover efficient eco toerisme…
Na een voor de rest rustige rit, waarbij we onderweg vast wat uitleg krijgen komen we rond half elf aan op ons startpunt. Hier worden we opgewacht door de gidsen die ons de rivier af zullen jagen. Op het stuk van de Rio Toro waar wij gaan raften bevinden zich 47 klasse 3-4 stroomversnellingen, met weinig rustige stukken er tussen. Dat betekent dat wij de 16 kilometer in ongeveer 2,5 uur gaan afleggen. Volgens de gids die ons op zeer enthousiaste toon uitleg geeft, wordt het een tocht waar we behoorlijk zullen moeten gaan peddelen. En op de vraag hoeveel boten er zo gemiddeld omgaan, lacht hij alleen maar vriendelijk…
Na een korte uitleg over hoe het raften werkt (wat kortweg neerkomt op luisteren naar de stuurman)  worden we ingedeeld in groepen van 6. Met 23 man komt dat dus uit op ongeveer 5.75 per boot, en voordat we het weten starten we al met 1 man te weinig omdat wij mede het groepje van 5 vormen. Met het feit dat er buiten Harro nog nooit iemand in een raft heeft gezeten belooft het een interessante tocht te worden… Het weer is gelukkig prima, en met een watertemperatuur van rond de 27 graden is een eventuele zwempartij overigens ook geen straf.

Samen met een Mexicaans/Amerikaans stel en hun 15-jarige zoon lopen we richting de rivier waar we aan de kant even droog oefenen met onze gids Jack. Harro zit samen met de vader van de familie voorin, de zoon en Eef op de tweede rij en moeders achterin. Na 5 minuten zorgt de gids er even kort voor dat niemand zich zorgen maakt dat hij eventueel nat kan worden door iedereen een helm vol water in zijn nek te gieten.
We duwen van de kant af en dan begint het gelijk al goed: de stroomversnellingen volgen elkaar in hoog tempo op en na het gegil op de achterste rij bij de eerste stroomversnelling gaat het best goed. Op commando van onze stuurman peddelen we als gekken, duiken we op het juiste moment de boot in en beginnen we na een rapid of 5 zowaar op iets van een team te lijken. De rapids worden nu af en toe wat steviger en de klappen wat harder, maar iedereen vermaakt zich kostelijk.

En nu verwacht natuurlijk iedereen grootse verhalen over omslaande boten, dramatische reddingen en de nodige blauwe plekken… Helaas, de enige zwempartij die er plaatsvindt is op het meest rustige stuk van de rivier waar we geheel vrijwillig overboord springen om een rondje te zwemmen. Het gaat allemaal erg goed, en zelfs de grote class 4 waar we vanaf moeten wordt zonder noemenswaardige problemen genomen. Na dik anderhalf uur raften houden we een korte pauze waar we genieten van verse watermeloen en ananas die door de gidsen snel in stukken worden gehakt. Daarna stappen we snel weer de boten in en gaan we verder. Na een minuut of 10 worden we door de gids naar de kant gestuurd, want hij heeft ergens in een boom een luiaard gezien die hij ons nog graag even wil laten zien! Best handig, rafting en wildspotting tour in één!
Een half uurtje later landen we bij het einde van de trip en zijn we zonder ook maar 1 iemand onderweg te verliezen de Rio Toro af geraft! Na een korte afdroog- en omkleedsessie stappen we weer de bus in en worden naar een restaurantje even buiten La Fortuna gereden waar we genieten van een prima lunch. Uiteindelijk staan we om half vier weer bij ons hotel, ruim op tijd voor de hot springs die voor die avond al zijn geboekt.

We graaien snel wat droge spullen bij elkaar en stappen dan snel de auto in, om nog een stuk te gaan touren en wat mooie foto’s van de vulkaan te maken die eindelijk uit de wolken is gekomen. Hij ziet er bij een ondergaande zon echt prachtig uit en bovenin zien wat voorzichtig wat gelige rook opstijgen. Helaas zijn er in de laatste jaren geen lava stromen meer te zien, maar ook zo is het een imposant gezicht.
Om even na vijven komen we aan bij de hot springs. Dit maakt onderdeel uit van de reis die we hebben geboekt en hoewel we het zelf niet snel zouden uitzoeken lijkt in een heet bad liggen na de inspanningen van vandaag best een lekker gevoel. De baden zijn mooi en behoorlijk heet en met een maximum van honderd mensen die tegelijkertijd binnen mogen zowaar enigzins rustig te noemen. We hangen afwisselend in de hete en koude baden en genieten van heerlijke vruchten smoothies en na twee uur houden we het voor gezien. We besluiten na onze goede ervaringen van de dag ervoor hetzelfde restaurant maar weer op te zoeken en genieten daar van een heerlijke risotto en een prima stuk vleesch. Om een uurtje of half negen gaat dan toch echt het licht uit, en het duurt niet lang voordat we allebei in ons bed vallen.

Dinsdag 19 juli – naar Monteverde

Dinsdag 19 juli – naar Monteverde

Vandaag is uitslaapdag dus de wekker staat op half acht en om acht uur zitten we braaf aan het ontbijt. We vertrekken na wat tassen inpakken om een uurtje of 9 richting Monteverde en Santa Elena, twee dorpje die aan de andere kant van de vulkaan liggen. Klinkt simpel, maar om er te komen moet je toch echt even om een meertje heenrijden en ook nog even over 30 kilometer onverharde weg. Totale duur van de tocht is zo’n 4 tot 5 uur… Grote voordeel is wel is dat dit als dé tocht staat aangemerkt als je met een auto in Costa Rica rond rijdt. Al snel wordt duidelijk waarom, de uitzichten over het meer met de jungle en de vulkaan op de achtergrond zijn adembenemend. De weg zelf is een combinatie van keurig en erg bochtig asfalt en plotseling opdoemende parkeergarages, wat de rit zelf af ent toe wat uitdagend maakt. Het weer speelt wel lekker mee: het is droog, zonnig en met een graadje of 25 erg goed te doen.

We stoppen onderweg bij de ‘German bakery’ waar we een kop koffie drinken en ons kapot lachen om de inderdaad grote hoeveelheden Duitse ‘Kuchen’. Na het tanken bij schijnbaar het laatste tankstation in de regio vervolgen onze weg richting Monteverde.

Het laatste stuk van de rit is nog uitdagender. De weg is onverhard en gewoon slecht te noemen met veel geulen en gaten. De iets groter uitgevallen 4wd huurauto is een uitkomst en met niet al te veel moeite rijden we in totaal in 3.5 uur naar Monteverde waar we inchecken in een prima hotelletje.
De snelle rit komt goed uit, want we hebben voor vandaag nog plannen. Er is in Monteverde veel te doen. Het dorpje is omgeven door ‘cloud forest’, en er zijn allerlei wandelingen, canopy tours en andere activiteiten in de omgeving. In het dorpje pakken we een snelle lunch bij een bakkertje en vallen dan binnen bij het kantoor van een lokale tour operator. Hier boeken we tickets voor de ‘hanging bridges’ wandeling voor vandaag en de vlindertuin en de canopy tour voor morgen.

Met de auto rijden we zo’n 20 minuten naar de plek waar we de hanging bridges wandeltocht kunnen doen en ook de volgende dag onze activiteiten zullen plaatsvinden. Daar aangekomen worden we eerst de kolibrie tuin in geloodst. Deze enorm snelle vogels scheren hier aan alle kanten langs je wenkbrauwen en zijn werkelijk een prachtig gezicht. Er staan overal kleine containertjes met suikerwater opgesteld, wardoor de beesten er graag rondhangen. Een  beetje flauw natuurlijk, maar het is werkelijk een mooi schouwspel om te zien en een aparte ervaring als zo’n beest met een brommend geluid op 5 cm van je hoofd langs komt suizen. De wandeltocht is prachtig. Over lange stalen (en ook goed wiebelende) hangende bruggen loop je op 50 meter boven het bos. Hierdoor krijg je goed de mogelijkheid om te zien hoe dicht de jungle is en hoeveel verschillende planten er staan. Dieren zien we weinig deze tocht, maar gezien het tijdstip van 3 uur in de middag is dat ook niet te verwachten.

Na een uurtje of 2 houden we het voor gezien en gaan terug naar het hotel. Uiteindelijk besluiten we de auto te pakken om een pizza te gaan eten bij een door de lonely planet als goed aangeschreven restaurant. Het romantische sfeertje missen we even met al die tourgroepen om ons heen, maar de pizza’s zijn meer dan goed. Terug in het hotel typen we rustig nog een dagje van het verslag en duiken dan rond een uur of 10 ons bed in.

Woensdag 20 juli – Monteverde

Woensdag 20 juli – Monteverde

We beginnen de dag vroeg: Om 7 uur worden we samen me nog een Nederlands stel opgepikt door een gids en beginnen we aan een 4 uur durende wandeling en beesten-zoektocht. Met de auto rijden we achter onze gids op zijn motor aan en stoppen ergens halverwege het Natioinal Park van Monteverde. We beginnen buiten het park omdat daar door de grotere open velden meer beesten te zien zijn. Onze gids is een enthousiaste vent en is behoorlijk scherp. Al snel zien we allerlei prachtig gekleurde vogels (waarvan we jullie  namen helaas schuldig moeten blijven), een luiaard en diverse andere beesten. Absoluut hoogtepunt is de dik 10 cm grote tarantula die door de gids uit zijn hol in de grond wordt gepest. Het beest komt keurig naar buiten en Harro weet een paar prachtige plaatjes te schieten (en voor de liefhebbers: ja ze zijn groot, harig, kunnen een behoorlijk eind springen, bijten en zijn enigzins giftig…)

Na een dik anderhalf uur vertrekken we richting het national park. Ook hier zitten weer tientallen kolibrie’s aan het suikerwater te lurken, wat een enorm mooi gezicht blijft.

Hierna lopen we achter onze gids, die een enorme kijker op een statief meesleurt, het park en de echte cloud forest in. Hij vertelt ons van alles over allerlei planten maar wordt pas echt gek als we een zeldzaam soort arend zien. We weten nog enigzins plaatjes te schieten als het beest er vandoor gaat en  onze gids er hollend met statief over de schouder achteraan gaat! Even later heeft hij het beest weer gevonden en kunnen we nog door zijn kijker een paar prachtige beelden opvangen van dit beest. Na nog dik anderhalf uur zijn we weer terug bij de startplek en gaan we terug naar het hotel. We moeten nog best opschieten, want we moeten om 1 uur een canopy tour doen! Na een snelle lunch bij een bakkerijtje gaan we op weg naar onze tour, zo’n 20 minuten buiten het dorp.

Uiteindelijk staan we om tien over twaalf bij het kantoortje waar ze ons voorstellen om eerst naar de vlindertuin te gaan. Op het terrein ligt een van de grootste vlindertuinen van Costa Rica, en samen met een gids wandelen we er in drie kwartiertjes doorheen en kijken ons ogen uit. In totaal meer dan 40 verschillende soorten vlinders fladderen om ons heen, en vooral een grote blauwe soort is erg actief. De gids laat ons van alles zien, van enorme rupsen tot vlinders die hij van de bomen plukt. Ook staan er her en der ‘broedkasten’ waar ze de cocons van de vlinders in ophangen en waar de vlinders daadwerkelijk naar buiten zien kruipen. Een fantastisch gezicht en het mooie is dat we een groot aantal van deze vlinders al ‘in het echt’ hebben gezien.
Terug aangekomen bij de receptie mogen we eerst even tekenen dat wij geheel vrijwillig potentieel levensgevaarlijke grappen gaan uithalen en worden we in onze ‘gear’ gehesen en gaat het feest beginnen…

Bij canopying hang je dus aan een staalkabel tussen en tot zo’n 50 meter boven de jungle, en suis je al hangend aan een harnas aan dit staalkabel naar beneden. De lengte varieert van een metertje of 100 tot een kilometer, met snelheden tot wel 65 kilometer per uur. Niet echt een aanrader voor mensen met hoogtevrees of mensen die adrenaline eigenlijk een vies woord vinden…

Met een helm op ons knar, een klimharnas omgegespt en handschoenen met enorme leren stukken er op genaaid worden we door een busje naar de start gebracht. Hier krijgen we een korte instructie wat er op neer komt dat je gewoon moet hangen, met je rechterhand het kabel boven je vasthoudt en je gewoon laat gaan… Na de eerste twee hebben we de smaak te pakken en worden de kabels steeds langer en gaat het steeds harder. Uitendelijk komen we uit bij het laatste kabel, dik een kilometer lang en ruim 70 meter boven de jungle. We suizen hier met z’n tweetjes tegelijk af, Eef voorop en Harro met zijn benen om Eef heengeklemd er achter. Met een enorme snelheid suizen we over de jungle heen en genieten we van elke seconde. Wat is dit gaaf!

Na deze toch wel heftige ervaring is het tijd voor de bonus: de tarzan swing. Dit is eigenlijk een soort grote schommel waarbij je geacht wordt van een 10 meter hoge toren af te springen terwijl je bevestigd bent aan een touw wat 50 meter voor én boven je aan een boom is bevestigd. Zodra je er dus afspringt wordt je ook gelijk naar voren gelanceerd en schommel je dus aan een enorme schommel heen en weer, totdat de mannen beneden je je een beetje weten te remmen door af en toe je benen vast te grijpen. Als je nog niet stijf stond van de adrenaline, is dit het moment om dit alsnog even te regelen. Nadat Harro zich gillend als een klein meisje naar beneden heeft gestort besluit ook Eef het maar te wagen. Gillend als een groot meisje (en dat is best hard…) suist ze naar beneden en staat werkelijk te stuiteren als ze weer op haar benen staat. Een super afsluiting van weer een lekker actief dagje!

Vervolg…
Om het geheel te vieren zakken we na terugrit af naar ‘The Treehouse’ een kroeg die letterlijk om een boom heen is gebouwd en genieten daar van cocktails en gin-tonics (zuiver medicinaal, goed tegen malaria & muggen). Nadat we na twee drankjes allebei al behoorlijk teut zijn, eten we bij een goed restaurantje dat aan het eind van het dorp achter een supermarkt verstopt zit. De Lonely Planet vindt het het beste restaurant van het dorp, en na een heerlijke maaltijd met onder andere garnalen gemarineerd in rum sluiten wij ons daar graag bij aan.

Zaterdag 23 juli – naar Samara / Playa Carrillo

Zaterdag 23 juli – naar Samara / Playa Carrillo

We hebben vandaag geen haast, want met een betrekkelijk korte rit van rond de 3 uurtjes hebben we niet echt een vol programma. Door de keuze van het alternatieve hotel kunnen we daar nog gemakkelijk een half uur vanaf schrappen, dus staan we voor ons doen laat op. Rond 8 uur zitten we aan het nu reeds bekende ontbijt, en ook bij  tweede keer is het weer meer dan prima. Dan wordt het even heel raar als we in eens het gevoel hebben dat we zo’n 5 cm opzij worden gezet: Een aardbeving met een paar kleine naschokken! Hoewel het ongetwijfeld een hele lichte aardbeving was, zijn we toch allebei onder de indruk. Het is de eerste keer dat we zoiets meemaken en het is echt een heel raar gevoel.

Dan begint onze rit en voor dat we het weten zitten we al in Nicoya en hoeven we nog maar een kleine 30 kilometer. Een werkelijk prachtig stuk door de bergen heen en dan rijden we iets na 11 uur Samara in. Om gelijk het hotel in te gaan lijkt ons wat vroeg, dus besluiten we  eerst maar een bakkie koffie te gaan doen in het dorpje en vast een kleine verkenning met de auto te doen.

Ons hotel ligt zo’n acht kilometer verder op, bij Playa Carrillo. Dit strand is veel rustiger dan het strand bij Samara, zonder strandtentjes en juist met veel locals. Het hotel is prima, we hebben een enorme kamer en een soort van open lucht douche, waarbij een deel van de doucheruimte een glazen dak heeft. Het ziet er allemaal keurig uit en het hotel is voorzien van een restaurant, bar en zwembad. Aangezien we vandaag toch al een lui dagje hebben besluiten we om ook maar niets groots meer te gaan doen. We pakken onze zwemspullen in en pakken de auto naar Samara, waar we heerlijk aan het strand hangen, een broodje eten en rustig een boekje lezen. Hoewel we normaal niet van het hangerige zijn, bevalt zo’n middagje dan toch wel goed. Aan het eind van de middag boeken we een gecombineerde dolphin watching, vis- en snorkeltour voor de volgende ochtend en gaan dan terug naar het hotel. We spelen een uurtje muggenvoer in het hotel, waar we ons op de hoogte houden van het nieuws en eten dan in het hotel een hapje. Dat overtuigt niet echt en we besluiten vrij snel dat hoewel het niet slecht is, we de volgende dag toch ergens anders gaan eten. Na nog een biertje houden we het voor gezien, zo’n lui dagje gaat je toch niet in de koude kleren zitten.

Donderdag 21 juli – Naar Rincon

Donderdag 21 juli – Naar Rincon

Vandaag staat er weer een redelijke rit op het programma: Eerst weer een kilometer onverharde weg om op de Pan-American highway te komen, dan dik 70 kilometer naar Liberia (de tweede stad van het land) en dan nog een keer 25 km onverharde weg. Het hotel en het einddoel klinken goed: een mooie kleinschalige hacienda, op 20 minuten loopafstand van het nationaal park rond Rincon, een vulkaan met veel heet water poelen en blubberbaden.
Na wederom een prima ontbijt vertrekken we rond half negen en de reis verloopt voorspoedig. Weer worden we verrast door een luiaard die zich over de stroomdraden vlak langs de weg voortbeweegt. Dit keer hebben we ruim de tijd om er foto’s en een filmpje van te maken. Tot nu toe hebben we de luiaards in de parken alleen als grijze haarballen in verre bomen gezien, en langs de weg nu al twee keer van erg dichtbij…

De rest van de reis verloopt prima en met een korte stop voor een kop koffie komen we na een kleine drie uur aan bij ons hotel. Van het kleinschalige is alleen niet echt veel terug te vinden: We zijn in een soort resort geland, waar ze allerlei activiteiten hebben die met name bedoeld zijn voor families met kinderen. In totaal meer dan honderd bungalows, 4 restaurants waar ze allemaal hetzelfde buffet serveren, en wel één kroeg. Daarbij ook nog eens op 25 kilometer afstand van de bewoonde wereld. In eerste instantie vinden we het niet wat, maar laten we het maar even zo. We pakken wat spullen en gaan naar de receptie om te vragen waar de ingang van het nationaal park zich bevindt. Daar worden we wel erg raar aangekeken en wordt ons verteld dat dat wel een heel eind weg is, maar dat je ook prima op het terrein kunt wandelen… Dat proberen we dan maar even maar zijn het dan wel snel zat. Dit klopt werkelijk van geen kanten en is niet hetgeen dat ons is beloofd! De reisorganisatie krijgen we niet te pakken en dan zijn we het zat: Met behulp van de LP en een telefoon regelen we een leuk hotel in Liberia (de ‘our pick’ van de Lonely Planet, een bed en breakfast gehuisvest in een oude school genaamd El Punto). We melden bij de receptie dat we vertrekken en dat we het niet wat vinden. Dit levert behoorlijk verbaasde blikken op, maar daar trekken we ons niets van aan. We gooien de spullen in de auto, en na wederom 25 kilometer onverharde weg en nog eens een kilometer of 10 highway staan we bij ons hotelletje. Daar worden we prima ontvangen en krijgen een erg mooie kamer. De kosten maken we ons maar even niet zo druk om, dat gaan we tzt wel met de reisorganisatie uitvechten. We zijn erg tevreden met ons zelf, en nog meer als we er achter komen dat er een een super restaurant in hetzelfde voormalige scholencomplex is gevestigd.

Eerst gaan we op ontdekkingstocht de stad in. Het centrum ligt op ongeveer 5 minuten lopen, dus dat is snel gedaan. Aangezien Liberia werkelijk niets te bieden heeft op cultureel vlak (het enige museum is in aanbouw) en er ook voor de rest weinig bezienswaardigheden  zijn, eindigt de tocht al vrij snel in een leuk tentje. Met uitzicht op het centrale plein drinken we rustig wat en maken gebruik van het draadloze internet om even bij te lezen. Terug bij het hotel lopen we maar gelijk door naar het restaurant waar we genieten van een werkelijk heerlijke maaltijd. Eef begint met een ‘Azteca’ soep (volgens haar de lekkerste soep ooit) en Harro met een gebakken camembert met bramen compote… Eh ja, we zitten nog steeds in Costa Rica… Hierna volgen twee heerlijke steaks en zitten we bomvol. Wat een super tent! De bij het eten gedronken bellen wijn slaan ook fors in, dus we duiken weer op tijd ons bed in in ons oh zo mooie hotelletje.

Vrijdag 22 juli – Liberia

Vrijdag 22 juli – Liberia

Na een iets wat onrustige nacht, waar we er pas laat in de nacht achter komen dat de airco op 26 graden staat, staan we alweer vroeg op. Om 7 uur zitten we aan het ontbijt en dat mag er wezen. We starten met een schaal met verse watermeloen, mango en ananas en krijgen daarna een prima roerei met vers warm stokbrood. Een vruchtensapje, en prima thee en koffie maken het geheel af. Dat is wel wat anders dan een buffet bij een resort…
We beginnen de dag met een belletje naar de reisagent in Costa Rica, waarbij we uitleggen dat we bij het door hun geboekte hotel zijn vertrokken en ergens anders zitten. Dat blijken ze ook al te weten, want ze hebben ondertussen ook al een belletje gehad van het hotel zelf. We kletsen gezellig wat en het blijkt dat ons hotel zo ongeveer de laatste optie (de 5e) is voor dit gedeelte van de reis. We zijn het er snel over eens dat dit door de reisorganisatie gezegd had moeten worden en de lokale reisagent begrijpt wel dat we er weer zijn vertrokken en laat ook doorschemeren dat er al eerder klachten waren geweest… Zoals gezegd, dat zoeken we wel met Riksja uit als we terug zijn.

We gaan terug naar het originele plan en willen gaan wandelen in het nationaal park. Een kilometer of 25 buiten de stad, over een onverharde weg bevindt zich de ingang van het park. Het weerbericht belooft vandaag alleen maar zon en voor het eerst geen enkele neerslag (de afgelopen dagen was het overigens ook droog). Met een ruim half uurtje rijden komen we aan bij het ranger station, het startpunt van onze wandeltocht. Op het moment dat we de auto uitstappen begint het heel zachtjes te regenen. Er van uitgaande dat dit wel snel over zal zijn beginnen we met de door de ranger aangeraden 3 kilometer lange wandel/klauter tocht langs natuurlijke het baden en kokende modderpoelen. Als we amper 20 meter op weg zijn, pakken we toch maar even de regenjassen, het begint namelijk steeds harder te storten.

De tocht is prachtig: langs watervallen, over een hangbrug, klimmend en klauterend over enorme boomstammen, rotsen en wortels. We zien (en ruiken!) de vulkanische activiteit, zien kokende baden van oranje water en blubber en worden langzaam zeik- en zeiknat. Door de regenval wordt de klei waarop we lopen behoorlijk glibberig en al glijdend komen we na zo’n twee en een half uur wandelen door de regen terug bij het ranger station… waar het dan gelukkig vrijwel meteen stopt met regenen (en de rest van de dag droog blijft)… We lachen ons kapot en springen de auto in om bij terugkomst in het hotel eerst maar eens uitgebreid te douchen en onze kleding en schoenen van modder en klei te ontdoen.

Na het uitgebreide vreetfestijn van de dag ervoor besluiten we het vandaag maar eens lekker fout bij fast-food te houden. We lunchen bij de Subway en na een kop koffie op een terrasje in de stad besteden we de middag aan lezen, het nieuws (we horen dan ook van de vreselijke aanslagen in Oslo) en het typen van het verslag. En in het kader van ons foute fast-food dagje gaan we zometeen naar de MacDonalds, zo, lekker puh.

Vervolg…
En de Mac was weer prima… Om het geheel een beetje te compenseren landen we ‘s avonds in dezelfde tent waar we de dag ervoor hebben zitten eten. We hadden geheel toevallig gezien dat het namelijk een restaurant annex bar/cocktail tent was… En dat op kruipafstand van het hotel, dan kun je gewoon niet weigeren. Enigzins aangeschoten maar met een paar prima cocktails in ons mik lazeren we ons bedje in.

Zondag 24 juli – Samara

Zondag 24 juli – Samara

Na een prima ontbijt (fruit en roerei zijn hier een soort landelijke standaard, wij kunnen ermee leven) verzamelen we bij de receptie waar we om 8 uur zullen worden opgehaald. Onze kamer ligt nogal een eind bij de receptie vandaan: wij zitten zo goed als aan het strand, op zo’n 50 meter er vandaan. De receptie bereiken we door een fors aantal trappen tegen de steile wand omhoog te nemen en dan nog een stuk verder te lopen. We lachen ons dan ook kapot als we door een pickup worden opgepikt en op ongeveer 20 meter van onze kamer aan het strand worden afgezet, waar een boot ligt te wachten met nog 4 andere toeristen en twee gidsen.

Eenmaal op de boot vertrekken we gelijk de zee op. We hebben van onze afgelopen ervaringen geleerd, dus we zitten allebei aan de anti-zeeziekte tabletten en dat blijkt geen overbodige luxe. Hoewel het bijna windstil is deint het bootje toch aardig en later horen we van andere reizigers die eenzelfde tripje hebben gedaan dat ze toch goed ziek zijn geweest. Bij ons gaat het mede dankzij de tabletten prima, en we zijn nog geen kwartier onderweg als een van de heren de eerste dolfijnen spot. Ze blijven keurig op enige afstand en we kunnen de beesten goed bekijken als ze langs de boot zwemmen. Ondertussen worden we gestalkt door een ietswat suicidale pelikaan die het geen punt vindt om zich af en toe zo’n beetje dwars voor de boot te smijten. We blijven een beetje om de dolfijnen heen toeren, en vertrekken als er meer boten bij komen. Kort daarna zien we in de verte een schildpad en weer iets later zien we drie schildpadden van heel dichtbij. Twee zijn er met name met elkaar bezig en storen er zich geen moment aan dat wij op ongeveer 2 meter afstand naast hun liggen. Sterker nog, ze hebben zo weinig interesse voor de omgeving dat ze zelfs tegen de boot aanbotsen en er half onder komen te liggen. Compleet onverstoorbaar gaan ze gewoon door en geven ons de mogelijkheid om prachtige plaatjes te schieten.

We scheuren daarna rustig nog een half uurtje verder met het bootje, maar de hengels die de heren hebben uitgegooid blijken nutteloos: Er bijt werkelijk geen enkele vis. Ons boeit dat persoonlijk helemaal niet, en ook de rest van het volk in de boot lijkt het niet erg te vinden. Onze schipper geeft dan wat meer gas richting een eilandje kort voor de kust, waar we goed kunnen snorkelen. Harro heeft het allang gehad op de dobberende boot en ligt in het water zodra hij maar de kans krijgt. Na enige overtuiging springt ook Eef overboord, die ook al wat bleek om haar neus begint te worden. Een varende boot gaat nog, maar zodra het ding stil ligt gaat het werkelijk alle kanten op… Het snorkelen is prima, hoewel het zeker geen koraalrif is, zien we toch veel verschillende prachtig gekleurde vissen en een mooie blauwe zeester. De temperatuur van het water is met een graadje of 27 ook niet bepaald een straf te noemen en we blijven er met plezier dik een half uur in ronddobberen.

De terugweg gaat wat vlotter, waardoor het bootje wat minder tekeer gaat en binnen een kwartiertje staan we weer aan ‘ons’ strand. Dat was een prima tochtje waar we veel mazzel hebben gehad met het zien van de dolfijnen en de zeeschildpadden. We besluiten dat lunchen en een strandsessie in Samara toch wel een erg goed plan is, en vetrekken met onze enorme 4wd richting het dorpje. We landen na de prettige ervaring van de vorige dag weer bij dezelfde tent, waar we genieten van een lekker sandwich en nacho’s. Het volgende plan om een paar uur surflessen te nemen valt helaas in het water: door het getijde kunnen er alleen in de ochtend lessen worden gegeven. Jammer, maar nu hebben we wel iets gevonden voor een volgende vakantie.
We landen met onze handdoekjes aan het strand en blijven daar een paar uurtjes liggen en zwemmen nog wat in het heerlijke water, maar na twee uurtjes hangen houden we het wel voor gezien. Terug in het hotel duiken we nog even het zwembad in en drinken wat in de bar en besluiten we op tijd wat te gaan eten. De Lonely Planet rept van een prima Italiaans restaurant in Samarra en na enig zoekwerk landen we bij het het restaurant waar we worden opgewacht door een kleine krokodil die in het slootje voor het restaurant rond zwemt.
De Lonely Planet heeft (alweer) gelijk, en we genieten van een heerlijke salade en prima pizza’s. Na het eten is het bij Harro echt klaar, hij heeft slecht geslapen en een tochtje op zee werkt ook nooit echt lekker mee. Hoewel het nog erg vroeg is duiken we ons bedje in.

Maandag 25 juli – naar Manuel Antonio

Maandag 25 juli – naar Manuel Antonio

Vandaag staat de langste rit tot nu toe op het programma, met een duur van dik 5 uur langs de kust naar nationaal park Manuel Antonio. Dit betrekkelijk kleine park staat bekend om zijn grote hoeveelheid apen en de zeldzame capucijneraapjes die hier zitten. Om 8 uur zitten we aan het ontbijt na een lekker lange nachtrust en na het uitchecken vertrekken we richting Nicoya en vanaf daar verder naar Manuel Antonio. We zijn nu wel blij dat we een goede kaart hebben meegebracht, want de routebeschrijving die we hebben gekregen laat voor dit stuk nogal wat te wensen over.

Met tussendoor een milkshake landen we rond half twee bij ons prachtige hotelletje. Een omgebouwde hacienda met 7 kamers en een zwembad. Het ziet er allemaal meer dan netjes uit, en de ontvangst door de eigenaar is ook allervriendelijkst. Nadat we snel onze spullen op de kamer hebben gedumpt, gaan we op zoektocht naar een lunchplek, want ondertussen sterft Eef van de honger en lust ook Harro wel een hapje. We vinden al snel een prima plek bij El Avion: een bar/restaurant wat om een militair transportvliegtuig heen gebouwd is. Het vliegtuig ziet er uit alsof het daar gecrasht is, maar dat is niet waar. Het echte verhaal is daaraantegen nog mooier: Het vliegtuig is voor 3000 dollar gekocht toen het op het vliegveld van San José stond weg te roesten. Daar was het achtergelaten door ene Oliver North, bekend van de Iran-Contra affaire. Dit vliegtuig maakte deel uit van de door de heer North zelf aangeschafte luchtmacht van 6 vliegtuigen waarmee hij wapens transporteerde vanaf een CIA vliegveldje in het noorden van Costa Rica. Nadat het hele handeltje aan het daglicht kwam doordat het zustervliegtuig van het vliegtuig in de bar crashte werd alles opgedoekt en bleef dit vliegtuig achter. In onderdelen naar Marco Antonio getransporteerd vormt het vliegtuig nu het hart van een prachtig restaurant, de romp zelf is verworden tot de ‘contra-bar’.

Het uitzicht uit het restaurant op de baai is fantastisch, en de brulapen die op nog geen 10 meter van de bar staan te schreeuwen dragen goed bij aan het sfeertje. We eten er heerlijk met een steak en een tonijn-steak sandwich en blijven nog rustig even zitten om te genieten van de apen.

We besluiten om terug te gaan naar het hotel, om daar nog rustig wat te lezen en het verslag bij te werken. Daar aangekomen begint het te stortregenen en houd het de rest van de middag ook niet meer op.
Aan het eind van de middag zijn ook twee van onze ‘reisgenoten’, een stel wat exact dezelfde reis volgt als wij in het hotel aangekomen. Al snel besluiten we met z’n vieren een hapje te gaan eten. Onze eerste stop, een Italiaans restaurant direct om de hoek van het hotel overtuigt niet echt, dus stappen we in  de auto en rijden naar het tot nu toe erg goed bevallen ‘El Avion’. We zitten op de bovenste verdieping, onder een overdekt gedeelte van het restaurant en zien het aan alle kanten om ons heen flitsen en horen het fors donderen. Met dit fantastisch uitzicht weten ze ook dit keer weer een prima maaltijd op tafel te toveren: een zalmsteak voor Eef en een dikke rode tonijnsteak voor Harro. Bij terugkomst in het hotel drinken we op de veranda nog een biertje en kletsen nog wat verder met onze reisgenoten. We maken het goed laat en liggen uiteindelijk pas om elf uur (!) in ons nest.

Dinsdag 26 juli – Manuel Antonio

Dinsdag 26 juli – Manuel Antonio

Vandaag willen we naar het national park om uitgebreid beestjes te gaan kijken. Het park opent vanaf 7 uur haar deuren, dus we kunnen er lekker vroeg bij zijn. Uiteindelijk zitten we rond 7 uur aan een prima ontbijt met wederom vers fruit, roerei en koffie/thee. Ons hoor je niet klagen, zo’n ontbijt lusten we elke dag wel.
Om half acht stappen we ons scheurmonster in en rijden naar het park. We zijn door de reisorganisatie al gewaarschuwd dat hier de gidsen nogal opdringerig kunnen zijn met het aanbieden van hun diensten, en dat merken we ook. Mensen in wat er uit zet als officiele uniformen springen op straat voor je auto, en wijzen je dan naar een parkeerplaats die niet bij het park hoort. Het ziet er allemaal een beetje intimiderend uit, met fluitjes, woeste gebaren en het midden op de rijbaan staan. Helaas voor deze heren weten we wel beter en sturen keurig langs ze heen richting de officiele parkeerplaats. Ook hier worden we een paar keer benaderd door gidsen maar al vrij snel hebben ze door dat er bij ons weinig te halen valt. Hoewel een gids in een dergelijk park wel degelijk nut kan hebben, hebben we besloten om het deze keer maar zelf te doen.

Na een tijdje in de rij te hebben gestaan bij de kassa waar we twintig dollar mogen neertellen voor de entree stappen we het park in. Dat lijkt meer op een Efteling attractie dan een natuurpark: overal staan groepen mensen die door hun gidsen op diverse planten en beesten worden gewezen. Hoewel we er af en toe dankbaar gebruik van maken dat zij de beesten al gespot hebben, besluiten we toch maar even snel door te lopen om de meute wat voor te zijn. Dat lukt wonderbaarlijk goed, en bij de trail die we willen lopen is het heerlijk rustig. In beginsel zien we weinig beesten, maar na een tijdje is het dan echt raak. We beginnen met een paar luiaards in de bomen, prachtige vlinders, en een wasbeertje. Even verder op lopen we langs twee erg schuwe coati’s (witsnuit neusberen of rode neusbeer volgens google), en aangekomen op een prachtig zandstrand staan we oog in oog met een prachtige leguaan. We schieten zoveel mogelijk plaatjes, en ook ditmaal staan we weer versteld over het feit dat de beesten in het geheel niet schuw zijn. Uiteindelijk staan we op ongeveer anderhalve meter van een leguaan van dik een halve meter, en dat schijnt hem niets uit te maken. Alleen als het beest bijna een golf over zich heen krijgt is ‘ie bereid een stap opzij te doen.

Hierna lopen we door naar het ‘zwemstrand’, naar horen zeggen een van de mooiste stranden in Costa Rica en misschien wel ter wereld. En gelogen is het zeker niet: een prachtige baai met een paar kleine eilandjes, witte zandstranden met palmen en jungle er om heen en prachtig azuurblauw water. Tel daarbij op een hele troep capucijneraapjes, kleine kreeftjes en diverse leguanen en je hebt wat ons betreft het ideale strand. Vooral de aapjes stelen de show, op een paar meter afstand klauteren ze door de bomen en schijnen zich ook niets aan te trekken van de hordes toeristen die om hen heen staan te klikken,
Het water is heerlijk en om de beurt duiken we er in… Wij hebben namelijk wel wat gelezen over het park, en dan met name het stukje over het jatten van tassen door beesten. Naast ons hebben ze dat duidelijk niet gelezen, want even later zien we hoe een wasbeer er vandoor wil gaan met een los liggende tas van een stel Amerikaanse toeristen. Met een goedgemikte tak weet Harro de tas te redden, maar de eigenaren schijnen niet over enig lerend vermogen te beschikken, wan nog geen half uur later gebeurt hetzelfde nog een keer. Deze keer is het beest er al met tas in zijn bek vandaar aan het rennen als Harro nog net op tijd de tas vast kan grijpen. Aan de andere kant liggen een stel Duitsers onder een kokospalm (en toch blijf je hopen…) en daar gebeurt ook tot twee keer toe hetzelfde: weer moet er een goed gemikte kokosnoot van onze kant komen om het probleem op te lossen (en dan bedoelen we de wasbeer). Hoewel we alle keren erg hartelijk bedankt worden zijn we het wel een beetje zat, de volgende keer mogen ze er zelf achteraan rennen.
We blijven nog een tijdje op het strand hangen en hopen eigenlijk dat een van de beesten er echt met een tas vandoor gaat, maar deze keer gebeurt het niet. We pakken uiteindelijk onze spullen en via allerlei beesten, van vlinders tot drie-tenige luiaards komen we weer terug bij de ingang van het park. Dat was zeker de moeite waard.

Teveel verandering in het leven is ook maar eng, dus voor de zekerheid lunchen we maar bij ‘El Avion’, waar de sandwiches, nachos en bananenshakes weer prima smaken. De rest van de middag doen we lekker rustig aan: we lezen wat op de binnenplaats van het hotel en wisselen de exotische beestjes af met een spelletje Angry Birds. Ook werken we het verslag bij en plonzen in het zwembad. Dan blijkt dat er ook in en om het hotel wildlife te vinden is; we spotten 2 leguanen waarvan de grootste meer dan een meter lang is. In de receptie/ontbijtruimte zitten bovendien 8 vleermuizen. Met het vastleggen van deze dieren schieten we de laatste plaatjes van deze vakantie.

‘s Avonds eten we in een restaurant vlakbij. We zitten nog maar net als het begint de stortregenen. We besluiten dat we de campingkantine-uitstraling van het restaurant toch erg knus vinden en de lokale wijn heel bijzonder. Na een aantal wijntjes en biertjes wordt het weer droog en wandelen we naar onze kamer. We vinden het hotelletje, Mare Nostrum, erg charmant met zijn stijlvolle inrichting en vriendelijke gastheer.

Woensdag 27 juli – van Manuel Antonio naar San José

Woensdag 27 juli – van Manuel Antonio naar San José

Vandaag hebben we de tijd; we hoeven alleen maar een korte rit terug naar San José te maken. Na een rustig ontbijt pakken we onze tassen en verlaten Manuel Antonio. De rit gaat soepel en voor de lunch arriveren we bij het hotel waar we ook de 1e 2 nachten hebben doorgebracht. We kunnen de auto voor de deur kwijt en leveren de sleutels bij de receptie in. Als we een half uur later weer naar buiten lopen, is de auto al opgehaald. Toch fijn, als een en ander voor je geregeld wordt!

We hebben in San José alles wat we niet wilden missen al gezien dus doen rustig aan. Na een heerlijke lunch zoeken we naar leuke souvenirs. Dit blijkt vergeefs, maar we vermaken ons prima. We wandelen nog wat door een wijk met ministeries en een mooi parkje. Dan is het tijd voor een borrel vlakbij het hotel. Het lijkt wel of het weer ons alvast aan Nederlandse temperaturen wil laten wennen; aan het eind van de middag zoeken we voor het eerst weer onze spijkerbroeken en truien op. Brrr!

De 1e avond in San José hebben we bij een geweldige Italiaan gegeten. We konden toen met onze jetlags het eten geen eer aandoen dus we besluiten de schade vandaag in te halen. De pasta’s en de witte wijn smaken weer heerlijk. Na het eten stoppen we de laatste dingen in onze tas en gaan gauw slapen; we hebben maar even!

Donderdag 28 juli – naar huis

Donderdag 28 juli – naar huis

Om half 4 gaat de wekker en staan we met tegenzin op. Iets over 4 uur gaat de telefoon; onze transfer is nog iets vroeger dan verwacht. We haasten ons naar beneden en stappen in het busje. Een half uur later staan we op het vliegveld, en nog een half uur later zijn we achter de douane. We kijken nog eens op de klok, en naar het bord met vertrektijden…..waarom zijn we hier nu al?!

Na een laatste technische check stijgen we om half 9 op. Dag Costa Rica, het was geweldig!

Na een goede vlucht landen we in New York. Bij het opstijgen zien we duidelijk herkenbaar Manhattan en het Vrijheidsbeeld liggen. Nu hebben we het gevoel New York echt even gezien te hebben. Na een hapje, een drankje en een filmpje vallen we in slaap en worden op Europees grondgebied weer wakker met een ontbijt voor ons neus. De tijd gaat hard als je er tegenin vliegt. En ondanks dat het volgens ons nog donderdag is, is het echt vrijdagochtend en landen we na een voorspoedige reis op Schiphol.