Archief van
Categorie: Oceanie

De eerste week…

De eerste week…

zaterdag 22 november

Vroeg opgestaan.
Om 07:30 met het vliegtuig van Schiphol naar London. Karen zat ingeklemd tussen een heeeeeele dikke man en Alex, dus we waren blij dat we het vliegtuig uit waren.
Drie uur gewacht op het vliegtuig naar Singapore. Het televisie/videosysteem bleek kapot te zijn dus we hebben ons 11 uur zitten vervelen…

zondag 23 november

… gelukkig nog wel wat kunnen slapen en uiteindelijk om 08:00 geland in Singapore. Met de bus naar het hotel. Daar even gedoucht en uitgerust. Vervolgens vechtend tegen de slaap op pad om zo snel mogelijk in het ritme te komen.
De grootste winkelstraat van Singapore (Orchard Road) bezocht. Die was al helemaal in kerstsfeer. Vervolgens Mount Faber beklommen. Vanaf daar heb je een mooi uitzicht op de stad, de baai, haven en eilanden voor Singapore.
Te moe om te eten dus instant noodles gekocht en die opgegeten in het hotel.
Om 19:30 lagen we op bed.

maandag 24 november

Super lange nacht gedraaid, dus we konden er weer tegen aan.
Met de metro naar MacRitchie National Park geweest. Daar een wandeling van 11 km gemaakt door een stukje tropisch regenwoud. Apen, leguanen, schildpadden en bijzondere vogels en vlinders gezien. Warm!!! Gelukkig veel schaduw dankzij de bomen!
‘s Middags nog even naar een tempel in de buurt van het hotel gelopen maar die bleek in de steigers te staan dus er was niets te zien.
‘s Avonds Chinees gegeten: rijst met groenten en veel knoflook. Lekker!

dinsdag 25 november

Slecht geslapen. De gevolgen van de jetlag zijn duidelijk merkbaar.
Uitgecheckt en onze baggage opgeslagen in het hotel. Met de bus naar Sungei Buloh Nature Park. Een mijl op zeven. Maar dat was de moeite waard want we hebben hele mooie mangrovebossen gezien met aparte dieren zoals boomklimmende krabben en reusachtige modderkruipers. Heel erg goor!!!
‘s Middags naar de Chinese wijk. Twee mooie tempels bezocht, een Chinese en een Indische. Deze stonden gelukkig niet in de steigers! Nog even een wandeling door de wijk gemaakt en daarna wat gegeten in een foodcourt (overdekte kraampjes en terrasjes met allemaal rochelende Chinezen). Eerst bij andere mensen aan een tafeltje gezet maar dat vonden ze blijkbaar toch niet zo’n goed idee. Dus werd er een aparte tafel voor ons tevoorschijn getoverd met bestek ipv stokjes en mooie ipv plastic borden.
‘s Avonds met de bus naar het vliegveld. Om 23:00 uur vertrokken naar Darwin.

woensdag 26 november

Hele korte nacht gehad. Maar 1 uur geslapen…
Met de bus naar ons hotel. Dat bleek niet meer te bestaan, wist de chauffeur ons te vertellen. Gelukkig wist hij ook waar we wel heen moesten. Daar aangekomen werd er wat verbaasd op onze komst gereageerd, maar uiteindelijk was dat geen probleem en werd er een kamer voor ons geregeld. Mooi!
Ze zijn hier echt super relaxed. Niks is een probleem, alles kan, en dat allemaal op het gemakje. Even wennen dus.
Even geslapen, lekker gezwommen en daarna Darwin in. Darwin is bijzonder. Er wonen 80.000 mensen maar zo komt het niet over. Darwin heeft eigenlijk meer de uitstraling van een groot dorp met heeeeel veel toeristische voorzieningen. Er staan ook weinig oude gebouwen als gevolg van de WOII en cyclonen zoals Tracy in 1974. Die hebben keer op keer het hele stadje min of meer weggevaagd.
Veel rondhangende, veelal dronken Aboriginals gezien. Die zijn, zoals we later hoorden, gelukkig niet representatief voor alle Aboriginals.
Ook nog een wandelingetje langs de kust gemaakt (een geweldige blauwe zee!) en gerelaxed.

donderdag 27 november

Op weg naar Kakadu National Park. Tijdens onze reis al de eerste kennismaking met de bush. Kilometerslange wegen met aan weerszijden alleen maar groen. Er zijn stukken vol begroeiing die afgewisseld worden door relatief kale stukken, de zogenaamde flood plains. Deze staan in het natte seizoen onder water en zijn een thuis voor heel veel krokodillen.
Onderweg een “cruise” gemaakt over een zijtak van de Mary River, een zogenaamde billabong, olv een echte Aussie (man met woest uiterlijk en vet Australisch accent). De hele rivier was bezaaid met enorme waterlelies waar de boot af en toe dwars door heen ging. Heel veel aparte vogels gezien en….. twee krokodillen!! Een zoutwaterkrokodil van 3 meter en een veel kleinere zoetwaterkrokodil. Die zoutwaterkrokodillen zijn gevaarlijk en kunnen mensen eten. Geen armen buiten boord houden dus.
Na de cruise gepicknickt en door naar Umbirr. Umbirr is een gebied dat bekend staat om de Aboriginal rotstekeningen. Zeer indrukwekkend. Ook van een geweldig uitzicht op Kakadu genoten vanaf een hoge rots.
Via nog meer Aboriginal rotstekeningen en een hele romantische zonsondergang naar het tentenkamp. Daar moest de groep (we zijn namelijk met 10 andere mensen georganiseerd naar Kakadu geweest) over 3 tenten worden verdeeld. Wij kwamen bij twee wat oudere Duitse dames in een tent terecht. Geen probleem, dachten we. Totdat we gingen slapen en een van de dames het op een enorm snurken zette. Gelukkig boden onze oordopjes uitkomst;-).
Onze groep is trouwens verder wel leuk. Veel jonge mensen uit allerlei landen (Ierland, UK, Frankrijk, Slovenie en Duitsland). Erg gezellig!

vrijdag 28 november

Alles in de bus geladen en op weg naar Jim Jim Falls. Een heel stuk afgelegd met een 4WD. Heftig!
Aangekomen bij de JJ Falls, bleken deze opgedroogd te zijn. Ze zijn er nl alleen in het allernatste gedeelte van het natte seizoen en dan mag er niemand in het gebied. De foto’s die er van de JJ Falls zijn, zijn dan ook allemaal vanuit een helikopter genomen. Lekker nep dus.
Zware tocht gemaakt naar de voet van de JJ Falls. We waren drijfnat toen we daar aankwamen. Een duik genomen in het watertje waar normaal de waterval in stroomt. Er waren al mensen in het water toen wij daar aankwamen en zij waren nog niet aangevallen door een krokodil dus hebben wij het er ook maar op gewaagd… en het overleefd!
Met de gids nog even over de Aboriginals gepraat. Die Aboriginals die wij in Darwin hebben gezien, zijn, zoals we al zeiden, niet representatief voor alle Aboriginals. De meeste Aboriginals wonen in eigen gebieden volgens hun eigen traditionele gebruiken. Van de Australische cultuur moeten ze (op zich wel begrijpelijk) niet veel hebben. Dus integreren doen ze niet of nauwelijks alhoewel er ook Aboriginals zijn met goede banen enzo.
‘s Middags weer terug naar Darwin. Onderweg heel veel termietenheuvels gezien. Velden vol en sommige hoger dan wij.
In het hotel lekker gerelaxed aan het zwembad.

Op familiebezoek

Op familiebezoek

zaterdag 10 januari

Vandaag veel gedaan. De dag begonnen met een rondwandeling door de parlementaire wijk van Melbourne. Toen we uit de tram stapten zagen we twee tennissers bepakt en bezakt de tram uit stappen, klaar voor deelname aan de Australian Open. In de parlementaire wijk staan veel oude gebouwen. Oa veel collegaministeries gezien.
Daarna gewinkeld in Brunswick Street, een straatje met allemaal leuke alternatieve winkeltjes en restaurantjes. Broodjes gekocht en opgegeten in Fitzroy Gardens, een park in de buurt. Wederom zo’n verscheept cottage gezien, deze keer voor de ouders van captain Cook.
‘s Middags een bezoek gebracht aan de National Gallery of Victoria. Mooie collectie schilderijen (uiteraard ook Rembrandts en Van Goghs) en andere dingen. Ook het gebouw zelf is de moeite waard. We konden helaas niet in alle zalen omdat er wat problemen waren met de constructie van het gebouw (ramen vielen spontaan uit de sponningen).
De rest van de dag lekker gerelaxed in het hotel.


zondag 11 januari

‘s Ochtends naar het Immigration Museum geweest. Dat was erg interessant: veel informatie over het immigratiebeleid van de afgelopen 150 jaar en boeiende verhalen van immigranten zelf.
‘s Middags een paar uurtjes gewinkeld (de winkels zijn hier ook 7 dagen per week open) en ‘s avonds naar Werribee voor een barbecue bij Sally en haar man thuis. Kenny en zijn vrouw waren er ook. Wederom errug gezellig!


maandag 12 januari

Een grote dag! Ontmoeting met de familie van Alex op Tasmanie. Toen we op het vliegveld aankwamen, stond er een 6 koppig welkomstcomite klaar. Met z’n allen naar het huis van Albert en Kathy in Ulverstone gereden en daar wat gedronken. Dit is ook de plek waar wij de komende week logeren.
We zaten nog maar even toen er een stuk papier te voorschijn werd getoverd om het programma voor de komende week op te stellen. Iedereen gaat een dagje met ons op pad. Leuk!
‘s Middags met Albert, Kathy en Willie (zus van Albert) de omgeving verkend. De Preston Falls gezien en Leven Canyon, een hele diepe kloof. Onderweg veel verhalen over de familie gehoord. Ook langs de oude boerderij van Albert en Kathy gereden. Erg leuk om te zien!
De eerste indruk van Tasmanie is goed. Er zijn veel verschillende landschappen op een kleine afstand, terwijl je op “the mainland” echt kilometers moet afleggen voordat je een ander landschap ziet. Erg bijzonder.
‘s Avonds met z’n allen gebarbecued bij Hilda en Ian. Zij zijn eveneens verre familie (te ingewikkeld om hier uit te leggen).


dinsdag 13 januari

Vandaag op pad met Albert en Kathy. Via allerlei dorpjes (oa een dorpje in Zwitserse stijl dat door een Nederlander is gebouwd?!) en mooie uitzichtjes naar Launceston, waar Christopher en Graham wonen, twee andere kinderen van hen.
Aan beiden een bezoek gebracht. Erg leuk om hen te ontmoeten!
‘s Middags naar Cataract Gorge, ook een soort van kloof met een riviertje erin. Het gebied waarin de kloof ligt, heeft min of meer de functie van een stadspark. Je kan zwemmen in het water en veel mensen brengen daar dan ook een vrije dag door.
Terug via een andere toeristsiche route.


woensdag 14 januari

Vandaag met Hilda en Ian op pad. Deze keer naar de Nut, een grote rots aan de kust in de buurt van Stanley. Onderweg gestopt bij de Tablecape met een mooi uitzicht op Bass Strait, de zeestraat die Tasmanie van het vasteland scheidt.
Hilda en Ian hebben een caravan op een camping aan de voet van de Nut, waar zij hun vakanties doorbrengen. Op de camping afgesproken met Janice, een dochter van Willie en Aub.
Het was behoorlijk winderig (en koud!) maar dat heeft ons er niet van weerhouden de Nut te beklimmen. Steil!!! Maar het uitzicht was absoluut de moeite waard: prachtige witte stranden, en bergen op de achtergrond. Rondwandeling gemaakt op de Nut en daarna nog even rondgekeken in Stanley.
Terug via Black River, een rivier met zwart water, en Boat Harbour Beach, een strandje met spierwit zand. Erg mooi!
In Ulverstone bij Albert en Kathy “tea” gehad. Dat is de term die ze gebruiken voor het avondeten. ‘s Middags hebben ze “dinner”, een (meestal) warme lunch. De kilo’s die we de afgelopen
weken zijn kwijtgeraakt, zitten er inmiddels weer aan…


donderdag 15 januari

Vandaag een dagje met Aub en Willie. Eerst een tussenstop gemaakt in Gawler gemaakt, waar we Neil en Andrew hebben ontmoet, hun zoons. Daarna doorgereden naar Wilmot waar de eerste Coles winkel staat. Coles is een van de twee grote supermarktketens van Australie. Wilmot is in feite dus vergelijkbaar met Zaandam, de plaats waar Albert Heijn ooit is begonnen.
Volgende stop was het Wildlife park in Mole Creek. Koala geaaid, wombat vastgehouden en gezien hoe Tasmanian Devils worden gevoerd. Dat gaat er behoorlijk heftig aan toe! Ook een Tasmanian Devil geaaid. Geloof het of niet: ze zijn heeeel erg zacht, een beetje vergelijkbaar met een poes. Koala’s daarentegen zijn een beetje plakkerig. Ze schijnen zich dan ook niet zo heel erg vaak te wassen…
Gepicknickt en daarna door naar de Liffey Falls. Een prachtige autorit door de bergen en een mooie wandeling door het regenwoud brachten ons in een waar paradijs. De Liffey Falls zijn echt heel erg mooi. Alsof je in een sprookje zit.
Op de terugweg lekker gegeten. ‘s Avonds op tijd naar bed.


vrijdag 16 januari

Rustdag! Lekker uitgeslapen, ontbeten en “morningtea” gedronken met een buurvrouw die haar Nederlandse zus op bezoek had. Wendy, de dochter van Albert en Kathy die we nog niet ontmoet hadden, is ook even langs geweest.
‘s Middags Ulverstone ingeweest om onze internetpagina bij te werken….
Wat rondgestruind in winkeltjes en het stadje gefotografeerd en gefilmd voor Alex’ ouders, zodat ze weten hoe het eruit ziet als ze daar volgend jaar heen gaan.


Week 2, al een beetje geacclimatiseerd

Week 2, al een beetje geacclimatiseerd

zaterdag 29 november

Vannacht heeft het geregend. Voor het eerst sinds we hier zijn, maar het kwam dan ook meteen met bakken uit de lucht.
Vandaag hebben we het rustig aan gedaan. Alhoewel, …
‘s Ochtens om 7 uur de was gedaan zodat we zondag met schone spullen op weg kunnen naar Alice Springs. Daarna een wandeling gemaakt naar het museum van Darwin. Daar was een hele mooie collectie Aboriginal kunst. Ook was er een heel stuk over de cycloon Tracy inclusief foto’s en filmmateriaal en het geluid van de cycloon. Erg indrukwekkend!
‘s Middags inkopen gedaan voor de grote reis. We gaan in zes dagen ongeveer 2500 km afleggen, dus we hebben het nodige ingeslagen.
Daarna nog even gerelaxed en op kosten van de reisorganisatie uit eten geweest, net als gisteren. Het schijnt gebruikelijk te zijn dat backpackers na het boeken van een tour een gratis maaltijd aangeboden krijgen. Mooi meegenomen!


zondag 30 november

Om 04:30 uur opgestaan voor de grote reis naar Alice Springs en The Red Centre. Natuurlijk was de bus te laat. Zoals wij het Brabants kwartiertje kennen, hebben ze hier het Australisch uurtje. Maar dat begint al te wennen. Om 06:30 uur dus op pad, in een luxe touringcar met, niet geheel onbelangrijk, airco.
Vandaag de eerste etappe naar Katherine Gorge, een lange hoge kloof waar water doorheen stroomt. Met een bootje de Gorge af gevaren. Ook nog naar een uitkijkpunt gelopen. Daar hadden we een geweldig uitzicht over de Gorge.
Onderweg de eerste kangaroes gezien. We hadden al wel wallabies gezien, dat zijn een soort van mini kangaroes, maar nu dus ook de echte.


maandag 1 december

Vannacht de tent gedeeld met een ander Nederlands stel, Bert en Brenda uit Breda. Erg aardig! Zij zijn al de hele oostkust afgereisd dus we hebben behoorlijk wat tips gekregen! Wat ook mooi meegenomen is, is dat zij niet snurken. In de tenten naast ons gebeurde dat wel, want wat was het geval: we sliepen naast de twee Duitse dames die met ons in Kakadu waren.
Het is hier erg warm, maar minder vochtig dan in Darwin. Dus het is beter te doen.
Vandaag de tweede etappe naar Alice Springs afgelegd. Eerst gestopt in Mataranka, een plaatsje met thermische baden. Lekker gezwommen! Vervolgens doorgereden naar Daly Waters, een heel plaatsje met 23 inwoners in de middle of nowhere. Echt geweldig! Alsof je een Australische film in stapt. Alles draait om de pub. Als je moet tanken, moet je bij de pub zijn, als je wil overnachten idem, et cetera. Na de lunch door naar Tennant Creek voor onze overnachting op de Juno Horse Farm.
Onderweg grote borden tegen gekomen met teksten als WARNING: NO FUEL FOR 500 KM. Spannend!


dinsdag 2 december

Vannacht onze eerste kennismaking met de “swag”. Een swag is een soort van canvas slaapzak met een matrasje erin. Daarmee kan je in de buitenlucht slapen. En dat hebben we dan ook gedaan. Als je de swag openritst, komt er een hele gore lucht uit. Dat is van al die andere mensen die erin gelegen hebben. Vervolgens moest de swag gecheckt worden op slangen en ander ongedierte, een hele belevenis al met al! Mooie sterrenhemel, dus we hebben genoten.
Na het ontbijt hebben we een goudmijn bezocht. Erg interessant omdat alle apparatuur nog werkte en aan ons werd gedemonstreerd!
Vervolgens via Devil’s Marbles door naar Alice Springs. De Devil’s Marbles zijn grote ronde rotsen, die ineens midden in de woestijn liggen. Heel bijzonder. Onderweg ook de Steenbokskeerkring gepasseerd. Foto gemaakt van het bord!
Alice Springs is cool. Veel kleiner dan Darwin maar met veel meer uitstraling. Het is erg toeristisch en heeft een aparte sfeer omdat iedereen die naar het Red Centre gaat eigenlijk hier langs komt. Beetje pleisterplaatsachtig.


woensdag 3 december

Vandaag het Red Centre in. Dat is het gebied waar alle bekende rotsformaties zoals Uluru (Ayers Rock) en Kata Tjuta (de Olga’s) liggen. Een gedeelte van onze reisgenoten naar Alice Springs ging ook mee. Waaronder onze landgenoten en de twee Duitse dames… Deze keer hebben we echt een te gekke gids. Ze heet Goie, barst van de energie en is behoorlijk prettig gestoord. “Nappajee, nappajee” is haar motto. Dat is Aboriginals voor “jij helpt mij en ik help jou”. Ze houdt er behoorlijk de vaart in en zorgt ervoor dat iedereen zijn steentje bijdraagt aan het groepsgebeuren. Ook de Duitse dames konden dus niet aan huishoudelijke klusjes ontkomen.
Eerst naar Kings Canyon. Dat is een diepe kloof van aparte rode rotsformaties. Een mooie wandeling gemaakt. Veel indrukwekkende uitzichten gezien. Liggend op onze buik vanaf de rand in de kloof gegluurd. Errug diep! Via de Gardens of Eden teruggelopen naar de bus.
Op naar het kamp. Zonder gas dus we hebben eten gekookt op het kampvuur. Net toen we allemaal binnen waren, begon het enorm te regenen. In een mum van tijd was het kamp een grote modderpoel.


donderdag 4 december

Stralend weer! Vandaag naar Uluru (Ayers Rock)! Uluru is een van de meest heilige plaatsen voor de Aboriginals. Ze geloven dat de rots is ontstaan uit een ruzie tussen “ancestral beings”. De Aboriginals hebben namelijk voor elk natuurlijk verschijnsel zoals dus bijvoorbeeld de rotsen Uluru en Kata Tjuta, een mythische verklaring. Het ligt dan ook erg gevoelig als je de rots beklimt, alhoewel dat niet verboden is. Uit respect voor de Aboriginals heeft dan ook niemand uit onze groep de rots beklommen. Dit is trouwens ook erg gevaarlijk: de afgelopen jaren zijn 14 mensen omgekomen bij een poging hiertoe.
In plaats van erop te klimmen, zijn we om Uluru heen gelopen. Een tocht van ongeveer 10 km. Als je bedenkt dat de rots 348 meter hoog is, kun je je wel voorstellen dat je je heeeeel erg klein voelt als je daar staat. Ook nog diverse Aboriginal rotstekeningen gezien.
Onderweg Mount Connor gepasseerd, die door veel mensen voor Uluru wordt aangezien.
‘s Avonds Uluru bij zonsondergang gezien. Erg mooi, alhoewel de zon op het laatst achter de wolken ging.


vrijdag 5 december

Vannacht wederom in swags geslapen. Een nog mooiere sterrenhemel dan de vorige keer: je kon de hele melkweg zien liggen!
Om 03:45 uur op om op tijd te zijn voor de zonsopgang bij Uluru. Ook die was erg indrukwekkend!
Daarna door naar Kata Tjuta (= veel hoofden = allemaal rotsen naast elkaar in een klein gebied) voor een pittige wandeling. Gelukkig waren we erg vroeg, dus was het nog net zo warm, waardoor de wandeling goed te doen was. Medelijden met de mensen die na ons de berg op liepen!
Na de lunch terug naar Alice Springs. Een reis van ruim 5 uur.
‘s Avonds gegeten met de hele groep, adressen uitgewisseld en afscheid genomen. We gaan in ieder geval nog een keertje foto’s kijken met dat Nederlandse stel!





Naar het Westen

Naar het Westen

zaterdag 17 januari

Vandaag zijn we naar Cradle Mountain National Park geweest. Met z’n zevenen in het busje van Albert & Kathy: erg gezellig! Natuurlijk ook de esky (koelbox) mee, een onmisbaar onderdeel van een dagje uit.
De dag begon al goed. Toen we uit het busje stapten, stonden er wat mensen in de bosjes te turen. En jawel: twee wombats!!! Echt heel erg gaaf om ze nu ook in het wild te zien.
Lekker geluncht en daarna naar Dove Lake, een meertje aan de voet van Cradle Mountain. Toen we daar aankwamen, regende het maar na even wachten hebben we het er toch maar op gewaagd. En dat hebben we geweten: regen, hagel en wind, maar gelukkig tussendoor ook wat zon, waardoor de wandeling toch wel te doen was. Ja, het weer is niet altijd even stabiel op Tasmanie… De wandeling was echter heel erg mooi: geweldige uitzichtjes op Cradle Mountain en leuke stukjes door het bos.
Op de weg terug naar huis nog even gestopt bij een oude tinmijn.


zondag 18 januari

Vandaag een beetje gerelaxed en met de hele familie gebarbecued in het Tasmanian Arboretum. Erg gezellig!
‘s Avonds hebben we met de man van Wendy, een van de dochters van Albert en Kathy, penguins gekeken. Een beetje zoals Phillip Island, maar dan in het klein. We hebben ongeveer 20 penguins aan land zien komen. Zodra ze ons zagen of roken, durfden ze echter niet verder (in tegenstelling tot Phillip Island zijn deze penguins niet aan mensen gewend), Vandaar dat we niet al te lang gebleven zijn.


maandag 19 januari

‘s Ochtends met Albert en Kathy naar Ferndeen geweest. Dat is een heel mooi stukje regenwoud langs een kreekje met hele hoge manferns (varens op een stam).
‘s Middags via Lake Barrington, een stuwmeer, naar Sheffield, een plaatsje met allemaal muurschilderingen.
‘s Avonds als afsluiting van ons bezoek aan Tasmanie met z’n allen uit eten geweest.


dinsdag 20 januari

Vandaag vervolgen we onze reis: met het vliegtuig via Melbourne naar Perth. Op het vliegveld uitgezwaaid door de familie. Afscheid nemen is niet leuk.
Onderweg behoorlijk wat turbulentie gehad, maar uiteindelijk toch heel in Perth aangekomen. De klok drie uur teruggezet (het is hier 7 uur later dan in Nederland). Huurauto opgehaald en richting Fremantle, een voorstadje van Perth aan de Indische Oceaan, gereden.
Het weer is hier geweldig! Na twee weken toch wat minder weer (temperaturen rond de twintig graden, veel wind en af en toe regen), is het nu weer rond de 30 graden. Heerlijk! Het waait wel behoorlijk, maar dat schijnt zo te horen. Vooral ‘s middags staat er een stevige zeewind.
Perth ziet er weer heel anders uit dan Sydney en Melbourne. We hebben heel veel mooie nieuwbouwwijken gezien, vergelijkbaar met Ypenburg;-) en er is relatief weinig hoogbouw en minder groen.


woensdag 21 januari

Een dagje Rottnest Island. Rottnest Island is een eilandje van 4 bij 11 km voor de kust van Perth dat zijn naam te danken heeft aan De Vlamingh. Dat is de man die het eiland ontdekt heeft. Hij noemde het “Rattennest” vanwege de reuze ratten die hij daar zag. Die reuze ratten bleken quokka’s te zijn, een mini kangaroe met een een hele dunne staart en een ratachtige kop.
Fietsen gehuurd en een tocht over het eiland gemaakt. Prachtige hagelwitte strandjes, blauwe zee en… quokka’s gezien! Echt een geweldige dag dus, op de zadelpijn na.
De terugtocht met de boot was heftig. Twee meter hoge golven sloegen over dek waardoor veel mensen nat werden (wij niet). Gelukkig niet zeeziek geworden.


donderdag 22 januari

Reisdag naar Cervantes, een plaatsje in de buurt van Nambung National Park (de Pinnacles).
Mooie camping aan het strand!


Week 3: vanaf nu met z’n tweeen

Week 3: vanaf nu met z’n tweeen

zaterdag 6 december

Zo vannacht weer lekker in een hotel geslapen! Echt super luxe na bijna twee weken kamperen! Na alle georganiseerd tours, staan we er vanaf vandaag alleen voor! Best een prettig idee eigenlijk! Gewoon lekker je eigen gang kunnen gaan! Heerlijk!
Vandaag de was gedaan en Alice Springs in geweest. Een beetje relaxen.
In de stad nog diverse reisgenoten tegengekomen en ook nog mensen gesproken die we in Darwin hebben ontmoet. Dit is wat ze bedoelen met de hele backpackerscultuur: je ontmoet elkaar op plek A en komt elkaar dan een aantal dagen of weken weer een keer tegen op plek B of C. En dan klets je gewoon weer aan. Super relaxed!


zondag 7 december

Vanochtend een hele gave ballonvlucht gemaakt. Wel erg vroeg op (03:00 uur), maar dat was de moeite waard. We hebben de zon zien opkomen en het landschap van kleur zien veranderen, echt geweldig! Hier en daar schoten kangoeroes weg, alsof je midden in een natuurfilm zit.
We zaten met z’n twaalven in het mandje, inclusief een Nederlandse piloot die al 13 jaar in Nieuw Zeeland en Australie woont. Daarnaast nog 2 Duitsers en 7 Amerikanen met grote “GIVE GOD GLORY” buttons op. Echt heeeeel erg. We waren even bang dat ze in de lucht zouden gaan zingen, maar dat gebeurde gelukkig niet.
Na de landing een glas champagne gedronken en uitgebreid ontbeten. Heerlijk!
De rest van de ochtend in Alice Springs doorgebracht in afwachting van onze vlucht naar Cairns om 14:25 uur, aankomst 17:25 uur (2,5 uur vliegen + een half uur tijdsverschil).


maandag 8 december

Gisteren op de valreep een kangoeroe geaaid. Karen liep even een winkeltje binnen en zag de dame achter de toonbank rondlopen met een babykangoeroe (= “Joey” in het Australisch) op de arm. Het contact was gauw gelegd en eindigde erin dat we allebei het beestje mochten vasthouden en aaien en knuffelen. Ze hadden de babykangoeroe gevonden in de buik van de moeder die was aangereden. En nu verzorgen ze hem dus tot hij oud genoeg is om naar een opvangcentrum te gaan. Als ‘ie daar goed functioneert, wordt hij uitgezet, anders blijft hij daar. Heeeeel erg lief!!!
Hoe dan ook, vanochtend onze auto opgehaald. Een Nissan Pulsar, best een grote bak. De eerste etappe van onze 33 daagse autotocht langs de oostkust. Op weg naar Daintree National Park met onderweg mooie uitzichtjes op een helderblauwe oceaan. Met een pontje over de Daintree River gevaren om onze eerste camping te bereiken. Tentje opgezet op een berg met een geweldig uitzicht op het regenwoud.


dinsdag 9 december

Toen we gisterenavond in de tent kropen om te gaan slapen, stond de achterflap open en lag er modder in de tent: inbrekers! Gelukkig lagen alle waardevolle spullen in de auto, dus er was niks weg. Ondanks een wat ongemakkelijk gevoel (wat als “ze” terugkomen) uiteindelijk toch maar in de tent geslapen. Wel besloten om de tent de volgende dag te verzetten om wat dichterbij de bewoonde wereld te zitten (we stonden namelijk als enige op die berg).
Vanochtend vroeg opgestaan om drie trailtjes te lopen op Cape Tribulation. Cape Trib is een hele bijzondere plek omdat er hier, als enige plek op de wereld, twee ” world heritage areas” letterlijk in elkaar overlopen: het regenwoud aan de ene kant en het Great Barrier Reef aan de andere kant. Als je dus van het strand de zee inloopt, loop je van het ene werelderfgoed in het andere. Een unieke ervaring.
Tijdens de trailtjes vooral veel regenwoud, strandjes en mangrovebossen gezien. Errug mooi en warm.


woensdag 10 december

Vandaag met een bootje het Great Barrier Reef op om te gaan snorkelen. We zijn bij het Morning Reef geweest, dat schijnt erg bijzonder te zijn omdat het maar 5 keer per jaar bezocht mag worden. Lucky us!
En toen gebeurde het. We kregen een aanbieding voor een proefduik… En Alex is daar na enige twijfel op ingegaan (Karen niet, want zij heeft al een duikbrevet) en heeft daar absoluut geen spijt van! De proefduik ging tot 10,5 meter diep, hetgeen voor een proefduik (volgens Karen, red.) best wel diep is. Veel koralen en vissen enzo gezien. Heel mooi, maar minder kleurig dan de Rode Zee.


donderdag 11 december

Een lange reisdag. We zijn in een ruk van Cape Trib naar Townsville gereden, ruim 450 km. Het eerste stuk ging vrij langzaam omdat we over kronkelige bergweggetjes heengingen. Ook het pontje bij de Daintree River werkte niet mee, omdat er een tankauto met lpg overheen moest en die moest alleen. Prima qua externe veiligheid natuurlijk (??) maar minder leuk voor ons.
Onderweg verschillende landschappen gepasseerd en helaas ook de eerste dode kangoeroes langs de weg zien liggen.
In Townsville een leuk klein gezellig hostelletje gevonden en lekker geslapen.


vrijdag 12 december

Weer een reisdag, gelukkig minder lang dan gisteren, ruim 300 km van Townsville naar Airlie Beach.
In het begin een enorme stortbui gehad waardoor je bijna niks op de weg kon zien. Best wel eng dus. De rest van de reis een paar buitjes en verder vooral mooi weer gehad.
Airlie Beach is de toegang tot de Whitsunday Islands en is ontzettend toeristisch. Het stikt hier van de backpackers en allerlei souvenirswinkeltjes, touroperators, internetcafes, eetgelegenheden en pubs. Het is wel erg gezellig en, nog een pre, de ijsjes bij de MacDonalds zijn maar 40 dollarcent, omgerekend 25 eurocent. Supergoedkoop dus!
Luxe camping, met veel douches en wc’s, een groot zwembad en een keuken. Wat wil je nog meer?!

De week van de witte stranden en… de platypus…

De week van de witte stranden en… de platypus…

zaterdag 13 december

‘s Ochtends een trailtje gelopen in Conway National Park, vlakbij Airlie Beach. Onderweg regelmatig geritsel in de struiken gehoord. Natuurlijk denk je meteen aan enge (mensenetende of erger) beesten, maar als je kijkt, blijken het meestal naar eten zoekende kalkoenen te zijn. Kalkoenen in de Australische bush, wij keken er ook van op, maar het is hier heel normaal. Ze worden ” bush turkeys” genoemd en klimmen/vliegen in bomen. Heel bijzonder. Ook veel hagedissen gezien en een mooi uitzicht op de Whitsunday Islands vanaf Mount Rooper. De terugtocht was minder geslaagd. Onderweg werden we aangevallen door een horde stekende insecten. Geen muggebeten maar flinke steken. Ze deden in het begin veel pijn, maar gelukkig trok die snel weg. En, het belangrijkste, we leven nog!
‘s Middags gerelaxed en Airlie Beach nog even ingeweest (ijsjes gekocht!!).


zondag 14 december

Vandaag een boottocht naar de Whitsunday Islands gemaakt. De Whitsunday Islands is een eilandengroep van zo’n 75 eilanden waarvan Whitsunday Island het “hoofdeiland” is.
‘s Ochtends een “snorkelstop” gemaakt bij Border Island. Onder water veel vissen (meer dan bij Cape Tribulation) en (ook hier weer veel dood) koraal gezien, wel kleuriger dan de vorige keer.
Geluncht in een hele mooie baai van Whitsunday Island. Daarna met een bootje aan land gegaan en een wandeling gemaakt naar een uitkijkpunt met een fantastich uitzicht op Whiteheavenbeach. Je weet niet wat je ziet. Het zand is zo wit en het water zo blauw, dat het bijna niet echt kan zijn. Super mooi!
Nog even op zo’n wit strandje geluierd en toen weer terug naar de boot voor de terugtocht naar Airlie Beach. Een hele leuke dag.


maandag 15 december

‘s Ochtends klonk er gezang in de tent. Er is er een jarig, hoera, hoera, dat kun je wel zien dat is zij!! Ja, het is Karens verjaardag!
Nog bedankt voor alle emails en reacties op het Forum van deze site!!
Tent ingepakt en op reis. Een beetje een dooddoener… Vandaag opweg naar Mackay via Eungella National Park, in de hoop een platypus (= vogelbekdier) te spotten.
Onderweg bij de eerste de beste Woolworth (= grote supermarkt) een felroze verjaardagstaart gekocht en op de parkeerplaats meteen een stuk genuttigd. Een beetje zoet, maar wel lekker!
In Eungella National Park meteen naar het Platypus uitkijkpunt. We waren niet zo hoopvol gestemd omdat ze zich overdag eigenlijk niet of nauwelijks laten zien. Maar na even wachten zagen we ineens een bubbelspoor en daar was ‘ ie dan: de platypus! Hij nam zelfs de moeite om nog een paar rondjes voor ons langs te zwemmen dus we hebben hem goed kunnen zien. Heel bijzonder!
Ook nog een paar kookaburra’s gezien. Dat is DE vogel van Australie. Een beetje een fluffy beestje met een wat plompige uitstraling. Heel erg schattig! Ze maken trouwens enorm veel lawaai (kookookoo burra, kookoo burra etc).
Daarna nog een trailtje door het regenwoud gelopen en toen weer naar de auto. Midden in een tropische bui de terugtocht naar Mackay aanvaard en een motelletje opgezocht.


dinsdag 16 december

Weer een reisdag! Dit keer de binnenlanden in, op weg naar Blackdown Tableland National Park. Lange rechte wegen waar letterlijk geen einde aan komt. Zware dag, maar gelukkig veel mooie uitzichtjes, waardoor de reis wel de moeite waard was.
We waren van plan in Blackwater een camping te zoeken, maar het viel ons daar zo tegen dat we in Bluff, een klein dorpje voor Blackwater, zijn terechtgekomen. Blackwater had het niet. Er hing een hele vreemde sfeer, die waarschijnlijk mede veroorzaakt werd doordat het eigenlijk niet meer is dan een mijnstadje. Alle motels en campings zitten vol met mijnwerkers. Op zich niks mis mee, maar toch. In Bluff een leuk motelletje met een zwembad gevonden. ‘s Avonds lekker fish & chips gegeten.


woensdag 17 december

Vandaag Blackdown Tableland National Park bezocht. Daar moesten we wel wat voor doen. Het park is namelijk alleen te bereiken via een zeer hobbelige, steile, unsealed road….
In het park een paar trailtjes gelopen naar veel mooie uitzichtpunten. Daar werd ook duidelijk hoe het park aan zijn naam komt. Waar je ook kijkt, zie je namelijk alleen maar kale vlaktes. Met als uitzondering van het Blackdown Tableland dat ineens als een “tafelberg” in het landschap staat.


donderdag 18 december

Reisdag van Bluff naar Carnarvon National Park. Onderweg een berg met een rotsformatie die op Maria lijkt gezien. Het dorpje dat daar in de buurt ligt, heeft daardoor een beetje het karakter van een bedevaartsoord. Grappig.
In Carnarvon, ook alleen bereikbaar via een (veel betere dan bij Blackdown Tableland) unsealed road, een hele mooie camping opgezocht, midden in het Nationaal Park. We hadden meteen bezoek van een grote witte kaketoe, die 2 dagen bij onze tent is gebleven. Erg gezellig!
Veel tropische vogels trouwens: papegaaien en parkieten in allerlei soorten en maten. Er zitten hier trouwens ook veel insecten. GROTE insecten. Enorme torren met grote grijpkaken, enge spinnen en bergen krekels. Met z’n allen zorgen ze voor een enorm lawaai, het ultieme “junglegeluid”. Niet altijd even goed voor de nachtrust…


vrijdag 19 december

Vandaag gewandeld in de Carnarvon Gorge. Onderweg oog in oog gestaan met een kangoeroefamilie die water aan het drinken was in het riviertje dat wij aan het oversteken waren. Twee kangoeroes sprongen meteen weg, maar eentje bleef (verstijfd van schrik) staan en keek ons een paar seconden recht aan alvorens ook weg te springen.
Verderop in de Gorge een “Art Gallery” met Aboriginal rotsschilderingen gezien. Bij deze tekeningen was een hele andere techniek gebruikt dan bij de tekeningen die we in Kakadu en Uluru hebben gezien. De tekeningen in Kakadu en Uluru waren “geschilderd”. Deze tekeningen zijn als volgt gemaakt (is thuis uit te proberen): je houdt bijvoorbeeld je hand op een muur, neemt wat verf in je mond en dan spriets je de verf over je hand. En als je dan je hand weghaalt, dan zie je dus een afdruk van je hand op de muur met daaromheen verf. In de Art Gallery veel afbeeldingen van handen, boomerangs en de menselijke vulva (tja) gezien.
In het park ook nog wat smalle gorges ingelopen en een mostuin gezien.







Het einde is in zicht…

Het einde is in zicht…

zaterdag 24 januari

Reisdag van Cervantes naar Perth. Op bezoek bij Christine en Craig. Christine is een dochter van Aub en Willie, bij wie we op Tasmanie zijn geweest. Het was erg gezellig. Een rondje door de stad gereden en een bezoek gebracht aan Kings Park met mooie uitzichten op Perth en Swan River. Daarna nog even naar het strand geweest en gebarbecued.


zondag 25 januari

Rond een uur of 10 afscheid genomen van Christine en Craig en op pad naar Busselton, een plaatsje op ruim 200 km ten zuiden van Perth aan de Indische Oceaan. Busselton staat bekend om zijn pier, die maar liefst 2 km lang is (er rijdt zelfs een treintje over). De komende dagen een beetje relaxen en alles laten bezinken dat we de afgelopen weken hebben gezien.


maandag 26 januari

Vandaag een tocht gemaakt naar Cape Leeuwin in de buurt van Augusta, het meest zuidwestelijke puntje van Australie en tevens het punt waar de Indische Oceaan en de Zuidelijke Oceaan aan elkaar grenzen. Cape Leeuwin is vernoemd naar een Nederlands schip dat daar ooit is geweest. Grappig!
Onderweg door uitgestrekte bossen en een van Australies meest bekende wijnstreken (rondom Margareth River) gereden. Mooie route!
Op de terugweg gestopt in Yallingup een klein badplaatsje dat bekend staat om zijn surfstranden: hoge golven dus! Even gezwommen en op het strand gezeten en toen weer terug naar de camping.


dinsdag 27 januari

Reisdag van Busselton naar Fremantle. Besloten om onze laatste 2 nachten op dezelfde caming door te brengen als waar we vorige week hebben gezeten.
Onderweg nog een tijdje in Bunbury aan het strand gezeten. Bunbury wordt namelijk regelmatig door dolfijnen bezocht. Helaas niet vandaag!
‘s Middags een rondwandeling gemaakt door Fremantle. Leuk plaatsje: gezellige haven en veel oude gebouwen waaronder een gevangenis die in de 19de eeuw door gevangenen is gebouwd en tot 1991 ook als zodanig is gebruikt. Fish & chips gegeten bij de beste fish & chips tent van… , tja waarvan eigenlijk (Fremantle, West Australie of heeeel Australie?). Erg lekker!


woensdag 28 januari

Laatste hele dag in Australie. Net begonnen met een rondwandeling door Perth…
Na het reisverslag voor de eennalaatste keer te hebben bijgewerkt gingen we op pad. Veel oude gebouwen gezien, waaronder de Mint, de Australische muntmakerij. Ook veel nieuwbouw gezien, zoals de Swan Bell tower, een hoge piramide van groen glas omzoomd door nogal vreemd uitziende, bruine dingen. Ja, dit gebouw was niet geheel onomstreden. Het kostte veel belastinggeld en niemand vond het echt mooi. Maar ja…
Perth is net als Melbourne en Sydney een miljoenenstad, maar voelt niet zo aan. Het is meer een provinciestad, maar wel erg leuk en gezellig.


donderdag 29 januari

Naar huis! ‘s Ochtends op de camping alle spullen ingepakt. Gelukkig paste alles nog…
Nog een paar uurtjes in Perth doorgebracht, waarna we afscheid hebben genomen van de auto en door een Duitse taxichauffeur naar de luchthaven werden gebracht. Na het inchecken ons laatste beltegoed, ruim 30 AUS dollar, op gebeld (gaat redelijk vlot als je naar Nederland belt) en om 16:50 uur het vliegtuig naar Singapore genomen. Rond 21:30 kwamen we daar aan. Vervolgens vertrok om 23:30 ons vliegtuig naar London Heathrow…


vrijdag 30 januari

.. waar we 13,5 uur later aankwamen, iets na 05:00 Londense tijd. Nog even wat boeken en parfum ingeslagen voor onze allerlaatste etappe.
Om 09:45 geland op Schiphol, waar wij werden opgewacht door onze ouders. Een gelukkig weerzien volgde in een zeer koud Nederland (brrrr).
Moe, maar zeer voldaan de trein ingestapt naar Heerenveen, even bijkomen bij Alex’ ouders.

Voor de liefhebbers nog even wat statistieken:

Van de 70 dagen:
13 dagen met regen, waarvan 3 hindelijk
20 dagen kouder dan 25 graden, maar meestal wel 20 plus

In 43 dagen 8360 km met een huurauto afgelegd

Verder hebben we:
9 nachten bij familie gelogeerd
35 nachten gekampeerd
22 nachten doorgebracht in een hotel/motel/hostel
en 3 nachten in vliegtuig doorgebracht
ruim 4 kilo hazelnootpasta en 2 kilo jam gegeten

anderhalf uur gefilmd en ongeveer 30 rolletjes van 24 opnames volgeschoten.

Terug naar de kust!

Terug naar de kust!

zaterdag 20 december

Reisdag van Carnarvon National Park naar Gladstone, een plaatsje aan de kust. Onderweg emoes gezien! Zomaar in een weiland. Toen we de auto uitstapten om foto’s te maken, renden ze meteen weg. Ze zijn dus echt heel erg schuw. Leuk om te zien!
Voor een nacht een camping opgezocht.


zondag 21 december

Vandaag onze reis vervolgd van Gladstone naar Mon Repos, vlakbij Bundaberg. Mon Repos staat bekend als de belangrijkste broedplaats voor zeeschildpadden aan de Australische oostkust.
Ook hier een geweldige camping gevonden. Ons tentje stond letterlijk aan het strand met uitzicht op de oceaan. Een stukje zee was afgezet zodat je daar veilig kon zwemmen en dat hebben we dan ook gedaan. Hoge golven en lekker warm water!
‘s Avonds na het eten meteen naar het schildpaddenbezoekerscentrum gelopen. Elke avond wordt maar een beperkt aantal mensen toegelaten op het strand. We waren net op tijd, want na ons werd het druk. We hoefden gelukkig niet lang te wachten, want nog voor zonsondergang arriveerde de eerste schildpad. Op zich al heel bijzonder want ze komen normaal pas als het donker is. We mochten pas bij haar toen ze klaar was met het graven van een gat voor de eieren. Bij het graven van het gat werd ze trouwens geholpen door iemand van het bezoekerscentrum want ze was gewond aan haar achtervin. We mochten pas bij haar toen ze eieren ging leggen omdat ze tot dat moment heel gevoelig zijn voor allerlei verstoringen en heel makkelijk kunnen worden verjaagd. Als ze gaan leggen, raken ze in een soort van tranche, en kun je er met veel mensen om heen zitten.
Het is in het begin een beetje raar om naar een eieren leggende schildpad te kijken, maar het is toch ook vooral heel indrukwekkend.
Deze schildpad had was trouwens een bekende. In 1981 heeft ze voor het eerst eieren op dit strand gelegd en dit was haar 8ste keer (schildpadden leggen hun eieren altijd namelijk op dezelfde plek). In totaal heeft ze 143 eieren gelegd. Lijkt veel, maar valt op zich wel mee als je bedenkt dat maar 1 op de 1000 eieren een volwassen schildpad wordt.
Na het leggen heeft de schildpad het gat gedicht en is ze weer naar de zee gegaan. Bij het hele proces waren mensen van het schildpaddenonderzoekscentrum aanwezig en die hebben allerlei gegevens genoteerd en later de eieren opgegraven en op een veiligere plek begraven.


maandag 22 december

Reisdag van Mon Repos naar Hervey Bay, uitvalsbasis voor Fraser Island.
Camping gezocht, wasje gedaan en Hervey Bay ingegaan. Hervey Bay viel een beetje tegen, vooral als je het vergelijkt met Airlie Beach. Geen gezellig centrum, alleen maar motels, touroperators en eettentjes. Wel een mooie boulevard met uitzicht op de oceaan.


dinsdag 23 december

Dagje Fraser Island, het grootste zandeiland ter wereld (124 bij 25 km). Met een catamaran naar het eiland gebracht, daar met een 4WD bus (je kunt niet met gewone auto’s etc het eiland op) via het regenwoud naar het strand. Heftige weggetjes!
Een heel stuk over het strand gereden. Onderweg mooie dingen gezien: gekleurde zandformaties, een scheepswrak uit de eerste wereldoorlog en stroompjes water die vanuit het binnenland de zee instromen.
Na een overheerlijke lunch in een luxe resort (ja, ja!) een wandeling door het regenwoud gemaakt en gezwommen in Lake McKenzie, een heel mooi meer.
En dit alles oner begeleiding van een ranger, die heel veel wist van het eiland en de aboriginals die daar gewoond hebben. Hij vertelde dat ze de eerste blanken zagen als teruggekeerde geesten van overleden dierbaren of mythische figuren. Erg interessant!


Intermezzo

Als intermezzo even een paar dingen die ons de afgelopen weken zijn opgevallen:
> veel grote gezinnen (5 kinderen is heel gewoon)
> veel dikke mensen (maar goed, Queensland is dan ook de dikste staat)
> typische uitspraken zijn: “How’re you going mate” en “No worries”
> hoe leeg de weg ook is, harder dan 100 mag je niet (alhoewel dat nu we de grote steden naderen ook wel eens 110 is)
> veel bijzondere verkeersborden: pas op voor dieren, bejaarden, blinden en gehandicapten


woensdag 24 december

Reisdag van Hervey Bay naar de Gold Coast. Eerst nog even boodschappen gedaan in een overvolle Woolworths waar hysterische Australiers (hoezo “no worries”?!) kerstinkopen aan het doen waren. Al met al een vreselijke onderneming. De Christmas spirit was ver te zoeken.
We dachten dat de Goldcoast een lieflijk, leuk stukje kust zou zijn. Dus niet! Het leek wel alsof we een miljoenenstad ingingen! Bergen beton en hoge gebouwen. Gelukkig een eindje verderop een leuk plaatsje gevonden om te overnachten: Coolangatta. Ons hostel lag aan een bijzondere straat met de naam Boundary Street. De straat was de scheiding tussen Queensland en New South Wales. Omdat NSW zomertijd kent en QLD niet, was het aan de ene kant van de straat een uur later dan aan de andere kant.
Nog even naar het strand geweest om naar de surfers te kijken. Hoge golven en spectaculaire acties! Veel pelikanen en dolfijnen gezien.
De hosteleigenaren hadden vanwege kerstavond een borrel georganiseerd, dus nog even een hapje gegeten en gedronken met de andere hostelgasten. Erg gezellig!


donderdag 25 december

Eerste kerstdag, reisdag. Van Coolangatta naar Emerald Beach. Mooie camping aan het strand. Bij aankomst werden we wat raar aangekeken door de campingeigenaar die net aan zijn kerstlunch zat, maar inchecken was geen probleem. De rest van de dag aan het zwembad en op het strand doorgebracht.
Eerste kerstdag is ook de dag dat Alex voor het eerst in zijn leven auto gereden heeft (hij heeft namelijk geen rijbewijs). Kleine stukjes hoor en op een parkeerplaats, maar het ging best goed!


vrijdag 26 december

Reisdag van Emerald Beach naar Karuah. Voor het eerst gebruik gemaakt van de free driver reviver. Om vermoeidheid en dus ook ongelukken te voorkomen wordt op verschillende plaatsen langs de weg gratis koffie aangeboden door de SES (State Emergency Service). Ook op borden langs de weg wordt veel aandacht hieraan geschonken. Soms door midel van zeer botte teksten als “Rest or RIP”. De meest bekende leus, bekt ook wel lekker, is echter “Stop, revive, survive”.

Naar de grote stad…

Naar de grote stad…

zaterdag 27 december

Reisdag naar Emu Plains, onze uitvalsbasis voor Sydney en de Blue Mountains. Onderweg gestopt bij de Lemon Tree Passage waar een koala-kolonie leeft. Met een gids een rondwandeling gemaakt door het reservaat, maar nog voordat hij er was, hadden we de eerste koala al gespot! We hadden geluk, want meestal zijn koala’s overdag niet zo actief. Deze dame wel! Ze had namelijk jeuk en was zich werkelijk overal aan het krabben. Echt heel leuk om te zien!
Toen met Stuart mee, onze gids, een echte bushwalker die ons heel veel heeft laten zien. Allerlei planten die je kon eten (diverse blaadjes geproefd) en heel veel mieren. Op een gegeven moment prikte hij met een stok in een boom en uit het gat kwamen bergen termieten! Die je kon eten…. Niet gedaan (Karen had gelukkig het excuus vegetarier te zijn;-)). Ook met een boemerang gegooid. Best lastig, maar wel leuk! Verder nog twee koalas gezien, een mannetje en een vrouwtje. De mannetjes zijn wat groter, schijnen er minder lief uit te zien (vonden wij wel meevallen) en grommen. Dat geluid hadden we al voor de wandeling gehoord maar toen dachten we dat het een varken was! Grappig!
In Emu Plains onze camping opgezocht. Wederom erg leuk gelegen.


zondag 28 december

Met de trein (station ligt min of meer naast onze camping) naar Sydney. Ongeveer een uurtje. In Sydney eerst naar Paddington, een wijk vol met oude, kleine Victoriaanse huisjes: mooi, soms wat kitscherige, balkonnetjes en allerlei andere versierselen. Tot grote vreugde van Karen heel veel katten gezien en geaaid, voor het eerst deze vakantie!
Daarna via Hyde Park naar het winkelhart van Sydney gelopen. Even gewinkeld, oa haringen voor de tent gekocht (de oude beginnen uit elkaar te vallen) en kadootjes voor het thuisfront. Wat trouwens nog meer uit elkaar begint te vallen, zijn (even voor onze collega’s) de borden en bestek van het kerstpakket van vorig jaar. Als je ze wilt gebruiken voor een lange kampeervakantie: niet doen! We hopen dat het kerstpakket van dit jaar wat steviger is!
In het centrum verder veel mooie gebouwen zoals het Queen Victoria Building en de Town Hall gezien. Daarna met de ondergrondse naar Circular Quay, het punt vanaf waar alle veerboten en pontjes vertrekken. The Opera House en de Sydney Harbour Bridge gezien!! Erg indrukwekkend. Met een bootje naar de overkant voor een nog mooier uitzicht. Geweldige skyline!
Nog een tijdje op de trappen van het Opera House gezeten en daarna via de Hungry Jacks (= de Australische Burger King) naar de bioscoop: The Return of the King (de derde film The Lord of the Rings) gezien (Karens verjaardagskadootje van Alex). Erg gaaf!


maandag 29 december

Vandaag de Blue Mountains in. We hebben een scenic drive gedaan en onderweg allerlei uitkijkpunten bezocht. Onder andere de Three Sisters, een hele bekende rotsformatie. Het was overal heel erg druk. De Australische zomervakantie is begonnen dus iedereen is vrij en doet toeristische dingen. Verder stikt het hier van de Japanners. Ongelooflijk!
De Blue Mountains heten trouwens “Blue Mountains” omdat ze wat blauwig opkleuren als de zon erop schijnt. Erg mooi om te zien!
Via Katoomba weer terug naar de camping.
Het is hier trouwens een stuk frisser dan waar we tot nu toe geweest zijn. ‘s Avonds koelt het lekker af (dat is wel fijn met slapen). Overdag is het aangenaam warm. Nog steeds zo’n 25 graden, maar we zweten een stuk minder!


dinsdag 30 december

Weer een dagje Sydney. Eerst naar de Rocks. Dat is de plek waar Sydney ooit is begonnen. Een aantal oude huizen en kerkjes bezocht en vervolgens over de Harbour Bridge naar de overkant gelopen. Veel foto’s gemaakt. Met het pontje teruggevaren naar Circular Quay. Lekker geluncht en via de Botanische Tuin naar Macquarie Street gelopen. Aan deze straat staan veel oude (overheids)gebouwen, onder andere het Parliament House, een oud ziekenhuis en een bibliotheek.
Via het centrum en Darling Harbour naar Chinatown gelopen. Darling Harbour is een gebied rondom de haven met allerlei entertainment dingen (IMAX theater, Chinese tuin, musea etc). Ziet er erg gezellig uit. In Chinatown wat rondgelopen en een hapje gegeten.


woensdag 31 december

Weer een dagje Sydney. Dit keer met de boot naar Manly. Manly is een voorstadje van Sydney aan het water en staat bekend als vriendelijke badplaats. Veel winkeltjes dus en restaurantjes. Vooral de boottocht er naar toe is erg mooi omdat je een geweldig uitzicht hebt op de Harbour Bridge, het Opera House en de rest van de stad. Heel veel mensen maken alleen al hierom een tochtje naar Manly. In Manly hebben we even rondgelopen en aan het strand gezeten.
Terug in Sydney zijn we naar het Museum of Contemporary Art geweest. Dat bleek echter niet zo veel voor te stellen dus daar waren we zo weer uit. Toen we buiten kwamen, begon het al aardig vol te stromen met mensen die zich met koelboxen op dekens installeerden om het vuurwerk af te wachten. Toen was het pas 14:00 uur. Nog een lange tijd te gaan.
Rond een uur of 16:00 uur besloten wij ons ook maar naar onze “vuurwerkkijkplaats” te begeven; aan de overkant van het centrum, aan de voet van de Harbour Bridge. Het nodige ingeslagen om de avond door te komen en ons op een bankje geinstalleerd. Om 21:00 uur begon het kindervuurwerk, al een behoorlijk spektakel. Daarna een lichtparade van boten en vervolgens, om 30 seconden voor middernacht, het grote aftellen. Echt geweldig! Om 24:00 uur barstte het vuurwerk los van de brug en vervolgens in de hele haven. Heel erg mooi!
Toen we rond een uur of 2 terugkwamen in Emu Plains, wachtte ons een minder leuke verrassing. De auto wilde niet starten. Sterker nog, hij deed helemaal niks meer. Besloten de auto te laten staan en te gaan slapen en de volgende ochtend verder te zien.


donderdag 1 januari

Nee, het was geen slechte droom. De auto deed het nog steeds niet. Met het lood in onze schoenen het noodnummer gebeld. Verschillende doemsceario’s in het achterhoofd: zouden we vastzitten in Emu Plains, werken monteurs wel op nieuwjaarsdag etc. Tot onze verbazing (en grote opluchting) stond de monteur binnen een half uur op de stoep. Hij had aan een halve blik genoeg: de accu was leeg. Geen idee hoe dat komt, waarschijnlijk hebben we iets aan laten staan, geen idee wat, hoe dan ook: de auto deed het weer.
En we konden weer op pad. Deze keer richting Canberra, de hoofdstad van Australie. Toen we daar aankwamen, hebben we een uurtje door de stad getoerd om alle belangrijke gebouwen te bekijken, waaronder Capitol Hill. Ook een heel mooi uitzicht op de stad gehad vanaf een berg in de buurt.
Daarna doorgereden naar Cooma, een wintersportplaatsje aan de voet van de Snowy Mountains. Is wel grappig, want je ziet overal winkels met skispullen terwijl het buiten 38 graden Celsius is! Gek idee dat daar in de winter sneeuw ligt!


vrijdag 2 januari

Beetje uitgeslapen en op weg naar Albury, een tocht door de Snowy Mountains.
Veel mooie uitzichten, bloemenweides, wintersportplaatsjes en… eeuwige sneeuw op de toppen van de hoogste berg (ruim 2200 meter). Ook onze eerste (helaas dode) wombat gezien.
Onderweg ook langs Lake Hume gekomen. Lake Hume is een stuwmeer dat in de jaren vijftig is aangelegd. Hiertoe zijn destijds complete dorpen verplaatst. Op sommige naambordjes staan dan ook leuzen als “the town that moved in the fifties”. Het meer ziet er heel mooi (veel vogels!) maar ook een beetje macaber uit. Hier en daar steken dode bomen boven het water uit en dat doet wat spookachtig aan.
Overnacht in Albury in een zeer vaag (en wellicht daardoor goedkoop) hotelletje.

En zuidwaarts ging de tocht…

En zuidwaarts ging de tocht…

zaterdag 3 januari

Onverwacht een lange reisdag. Het oorspronkelijke reisschema drastisch aangepast en in een dag naar Phillip Island gereden. Toen we daar aankwamen, leek dat in eerste instantie niet zo’n goed idee te zijn: alle campings waren bezet dankzij vakantievierende Australiers en bezoekers van een groot moterevenement op het grand prix circuit van het eiland.
In een zeer negatieve stemming verlieten we het eiland. Maar na 30 kilometer vonden we alsnog een camping zodat we de dag erna toch naar Phillip Island konden.


zondag 4 januari

Vroeg op om op tijd bij het Visitor Centre van Phillip Island zijn om kaarten te bemachtigen voor de Penguin Parade van die avond. De Penguin Parade is een dagelijks terugkerend fenomeen waarbij ongeveer 1000 penguins uit de zee komen om hun slaapplaats op het land op te zoeken. Dit wordt elke dag door een paar duizend bezoekers gevolgd vanaf tribunes aan het strand.
Toen we de kaartjes hadden en weer buiten stonden, begon het te regenen. En bleef het regenen. Een paar uur in de auto doorgebracht, hopend op beter weer. Rond een uur of 2 klaarde het op en gingen we naar het Koala Reservaat. Heel veel koalas gezien. Dit keer ook van heeeeel dichtbij. Onder andere een moeder met een kindje en een “peuterkoala” die allerlei klunzige dingen deed. Echt geweldig!
In Cowes, de belangrijkste plaats van het eiland, wat gegeten en daarna via de zeehondenkolonie, die we niet hebben gezien omdat ze te ver weg zaten, naar de Penguin Parade.
Ondanks het super toeristische karakter heel erg leuk om mee te maken! Rond zonsondergang komen de eerste penguins het strand op. Daar wachten ze tot ze met voldoende penguins zijn om het strand over te steken naar de duinen. Elk groepje heeft een leider die kijkt of de kust veilig is. Als dat niet het geval is, duiken ze met z’n allen weer terug de zee in om vervolgens een nieuwe poging te wagen. Erg grappig om te zien!


maandag 5 januari

Weer het reisprogramma omgegooid. We wilden eerst de Dandenong Ranges in, maar daar bleken geen betaalbare slaapplaatsen te zijn, dus besloten we richting de Great Ocean Road te rijden. Omdat na een paar telefoontjes bleek dat ook daar al bijna alle campings vol waren, hebben we een paar hostelletjes vooruitgeboekt zodat we in ieder geval niet in de auto hoeven te slapen.
Na een lange reisdag uiteindelijk in Lorne, een plaatsje aan het begin van de Great Ocean Road, aangekomen. We sliepen in een vaste tent voor 2 personen met echte bedden erin: gezellig!


dinsdag 6 januari

Beetje onrustige nacht gehad. In de tent naast ons sliepen namelijk twee Engelse jongens die hun reputatie meer dan waar maakten: om 01:00 uur kwamen ze luid zingend het terrein op lopen. In no time stond de politie op de stoep: koppen dicht of eruit! En toen was het snel stil…
Vandaag de Great Ocean Road “gedaan”, een toeristische route langs de kust via kronkelige weggetjes en met spectaculaire uitzichten. Trekpleister van de Great Ocean Road zijn de Twelve Apostles: een serie rotsen die vlak buiten de kust uit de zee steken. Erg mooi! Ook nog “The Arch” en “The Tower Bridge” gezien die tegenwoordig geen brug meer is. In 1990 is namelijk een gedeelte ingestort, net toen er een paar mensen op de punt stonden. Die konden dus niet meer terug en moesten worden gered met helikopters. Nu staat er dus nog maar een halve brug.
In Warrnambool, aan het eind van de Great Ocean Road, een leuk hostelletje gevonden.
‘s Avonds voor het eerst met de familie van Alex in Tasmanie gebeld om de laatste info over onze komst uit te wisselen. Ook telefoonnummers van hun kinderen (zij zijn van onze generatie) in Melbourne gekregen zodat we die nog eens kunnen bellen als we daar zijn.


woensdag 7 januari

Reisdag naar St. Kilda, een voorstadje van Melbourne aan de kust. We hadden nog nooit van St. Kilda gehoord en daar dus een beetje op de gok een hostel geboekt en dat bleek geen verkeerde beslissing! St. Kilda is namelijk het hipste en meest geliefde voorstadje van Melbourne. The place to be, zullen we maar zeggen. En ons hostel is ook heel erg gaaf: keuken met vijfpitsgasfornuis, mooie houten vloeren, gezellige woonkamers en… een huiskat die Alex heet! Heel erg lief!
‘s Middags St. Kilda in geweest: veel trendy winkeltjes, leuke restaurantjes en smalle gezellige straatjes met veel sfeer. Ook een afspraak bij de kapper gemaakt. Een beetje met lood in de schoenen want Karen is in Darwin al eens naar de kapper geweest en dat was niet zo heel erg goed bevallen: Alex en de schaar moesten eraan te pas komen om de schade enigszins te herstellen…


donderdag 8 januari

Naar de kapper…. met een goed resultaat deze keer! We lopen er nu super hip bij (details bewaren we voor later)!
Daarna naar het Rippon Lea Mansion, een landgoed uit de 19de eeuw (voor Australische begrippen oud). Mooi huis met een hele mooie tuin. Wat wel grappig was, is dat de laatste eigenaresse het huis in 1930 gedeeltelijk opnieuw heeft ingericht. Hierdoor is er een mengeling van een 19de eeuwse en Art Deco stijl ontstaan.
Vervolgens met de bus naar Chapel Street gegaan, waar alle grote merken hun winkels hebben. Beetje rondgelopen, de sfeer opgesnoven en met de tram en trein door naar Flinders Street Station in het centrum van Melbourne. Alle vormen van OV gehad! Nog even de St. Pauls Cathedral in geweest en toen weer terug naar het hostel.
Wisten jullie trouwens dat Australie 20 mln inwoners heeft? Maar 4 mln meer dan Nederland terwijl het bijna 200 keer zo groot is?! Wij zitten dus met 400 mensen op 1 vierkante kilometer, terwijl hier maar 2 a 3 mensen op een vierkante kilometer wonen! De meerderheid daarvan woont overigens wel in de grote steden, zodat het daar nog druk is, maar goed.


vrijdag 9 januari

Auto ingeleverd. Snif! En verhuisd naar een hotel in het centrum van Melbourne, lekker luxe en dichtbij alle bezienswaardigheden. In de 33 dagen dat we de auto hadden, hebben we 6889 km afgelegd. Als het goed is, komen er in Perth nog zo’n 1500 a 2000 bij. Behoorlijke afstanden dus!
‘s Middags de Queen Victoria Market bezocht, een grote overdekte markt waar ze van alles en nog wat verkopen. Mooi oud gebouw & een gezellige sfeer!
Daarna rondgelopen in de Royal Botanical Gardens. Je kunt deze tuinen eigenlijk het beste zien als een groot stadspark, met mooie planten en vijvers. In Kings Domain, een park dat grenst aan de botanische tuin, een oud cottage gezien, dat in 1839 vanuit Engeland naar Australie is verscheept voor de toenmalige gouverneur van Victoria. Raar idee! Wij zouden gewoon een nieuw huis bouwen!
‘s Avonds naar Werribee, op bezoek bij Kenny en Sally en hun partners. Kenny en Sally zijn twee van de vijf kinderen van Albert en Kathy die in Tasmanie wonen en Albert is een achterneef van Alex. De eerste Australische huizen van binnen gezien (beetje Amerikaans)! Erg gezellig (en nee, geen gelijkenissen gezien).

Down Under

Down Under



Klik voor groter kaartje (200kb)




Route

22 november: Amsterdam – Singapore
23 – 24 november: Singapore
25 november: Singapore – Darwin
26 november: Darwin
27 – 28 november: Kakadu National Park
29 november: Darwin
30 november: Darwin – Katherine Gorge
1 december: Katherine Gorge – Tennant Creek
2 december: Tennant Creek – Alice Springs
3 december: Alice Springs – Kings Canyon
4 december: Kings Canyon – Uluru/Kata Tjuta National Park
5 december: Uluru/Kata Tjuta National Park – Alice Springs
6 december: Alice Springs
7 december: Alice Springs – Cairns
8 december: Cairns – Cape Tribulation
9 – 10 december: Cape Tribulation/Great Barrier Reef
11 december: Cape Tribulation – Townsville
12 december: Townsville – Airlie Beach/Whitsunday Islands
13 – 14 december: Airlie Beach/Whitsunday Islands
15 december: Airlie Beach – MacKay
16 december: MacKay -Bluff/Blackdown Tableland National Park
17 december: Blackdown Tableland National Park
18 december: Bluff – Carnarvon National Park
19 december: Carnarvon National Park
20 december: Carnarvon National Park – Gladstone
21 december: Gladstone – Mon Repos
22 december: Mon Repos – Hervey Bay/Fraser Island
23 december: Fraser Island
24 december: Hervey Bay – Coolangatta/Tweed Heads (Gold Coast)
25 december: Coolangatta/Tweed Heads (Gold Coast) – Emerald Beach
26 december: Emerald Beach – Karuah
27 december: Karuah – Lemon Tree Passage – Emu Plains
28 december: Sydney
29 december: Blue Mountains
30 december: Sydney
31 december: Sydney
1 januari: Emu Plains – Canberra – Cooma
2 januari: Cooma – Snowy Mountains – Albury
3 januari: Albury – Grantville (Phillip Island)
4 januari: Phillip Island
5 januari: Grantville (Phillip Island) – Lorne
6 januari: Lorne – Great Ocean Road – Warrnambool
7 januari: Warrnambool – St. Kilda (Melbourne)
8 januari: St. Kilda (Melbourne)
9 januari: St. Kilda (Melbourne) – Melbourne CBD
10/11 januari: Melbourne CBD
12 januari: Melbourne CBD – Ulverstone eo (Tasmanie)
13 januari: Launceston (Tasmanie)
14 januari: Stanley (Tasmanie)
15 januari: Mole Creek/Liffey Falls (Tasmanie)
16 januari: Ulverstone (Tasmanie)
17 januari: Cradle Mountain National Park (Tasmanie)
18 januari: Ulverstone (Tasmanie)
19 januari: Lake Barrington/Sheffield (Tasmanie)
20 januari: Devonport – Melbourne – Perth – Fremantle
21 januari: Rottnest Island
22 januari: Fremantle – Cervantes
23 januari: Nambung National Park (de Pinnacles)
24 januari: Cervantes – Perth
25 januari: Perth – Busselton
26 januari: Yallingup/Augusta
27 januari: Busselton – Fremantle
28 januari: Perth
29/30 januari: Perth – Singapore – London – Amsterdam



Woensdag 18 januari – Kuala Lumpur en nog meer vliegen

Woensdag 18 januari – Kuala Lumpur en nog meer vliegen

Om 7 uur plaatselijke tijd (zeven uur later dan in Nederland) landen we, behoorlijk brak, op de werkelijk schitterende luchthaven van Kuala Lumpur. Daar proberen we onze boarding passes te krijgen (onze bagage is al doorgelabeld), maar dat blijkt nog te vroeg. Na flink zoeken vinden we de douane (de truc: we zitten in een bijgebouw en moeten EERST met een treintje naar het hoofdgebouw) en daar doorheen (stempel!) worden we opgewacht om met een bus naar Hotel Equatorial te gaan. Probleempje: er staan maar 14 mensen op de voucher in plaats van 18…
Dat hadden we al gezien, maar in Nederland was ons verzekerd dat het goedkwam. Niet dus. Uiteindelijk gaat Karin met reisgenote Elise terug door de douane (tegen het verkeer in) en regelt bij de servicebalie een akkoord voor 4 personen en bijbehorende kamers extra. Dan mogen we mee en drie kwartier rijden later (langs tropische palmbossen en tussen de reclameborden door) komen we bij het luxueuze hotel Equatorial aan.


Na snel opfrissen (we durven niet te gaan zitten uit angst dat we meteen in slaap vallen) pakken we met 10 mensen in totaal drie taxi’s voor een drie uur durende stadsrondrit. We zitten met reisgenotes Elise en Judith in de taxi en al snel gezellig te kwekken. Het blijkt erg leuk: we zien het paleis van de koning (Maleisie heeft 14 regio’s, elk bestuurd door een gekozen sultan, die onder de koning vallen), de twee, eigenlijk drie beroemde torens (de KL Tower, die we ook op gaan, met een schitterend uitzicht, en de Petronas Towers), Independence Square, de nieuwe moskee en China Town, waar we ook nog een drukversierde Hindoe-tempel zien. Dat alles in de snikkende hitte: het is bijna 34 graden met een enorme luchtvochtigheid. Gelukkig heeft de taxi airco.


Na drie uur en een half uur, rond half 2, zijn we terug bij het hotel en helemaal op. We douchen, bestellen een sandwich op de kamer en vallen daarna als een blok in slaap. Om 5 uur worden we gewekt door de receptie. Buiten blijken de tropen zich te laten gelden: het regent alof iemand de douche heeft aangezet. Om 6 uur staat iedereen beneden om naar het vliegtuig te gaan. De vlucht blijkt een uurtje vertraagd, maar met wat eten een kop koffie is de tijd goed door te komen. Opnieuw tijd voor veel uur vliegen. We komen de tijd door met meer films (Wallice & Grommit and the Wererabbit en respectievelijk The Brothers Grimm – Martijn – en The Excorscism of Emily Rose – Karin) en slapen. Bijna in Nieuw-Zeeland!

Woensdag 25 januari – naar Rotorua

Woensdag 25 januari – naar Rotorua

Maar eerst nog even vertellen over dinsdag. Na het Internetten waren we keurig op tijd bij de plaatselijke VVV waar we opgehaald werden door Colin met bus… EN lekke band. Na wat verwarring over wat er nu in welke volgorde ging gebeuren, reed Colin naar de garage om de band te laten vervangen en gingen wij opnieuw ergens wat drinken. Een half uurtje later was het gepiept en reden we via de supermarkt om inkopen te doen voor de BBQ, naar de lodge. Het was nog steeds beestenweer: op de radio in het Internetcafe hadden we al weer-waarschuwingen gehoord en toen we op 50 meter van de lodge waren bleek dat dat niet overdreven was. Er bleek een boom dwars over de weg gewaaid, bovenop de stroomdraden. Bellen, nooddiensten erbij en wij konden nog niet naar de lodge: beetje link, zo met die boom, en er was naast de weg een diepe sloot. Bovendien was de weg waar de lodge aan staat doodlopend!

Uiteindelijk kwam de boer van het land verderop, om ons via een sluipweg binnendoor te leiden. Met de bus letterlijk over de erven van verschillende boeren en tussen de varkens door. Iedereen werd steeds meliger en bij de lodge aangekomen zat de stemming er goed in. De BBQ was behalve erg lekker dan ook erg gezellig. De fles wijn viel prima en slapen was dan ook geen probleem.


De wekker gaat vervolgens om 7 uur, want we moeten om 8 uur met spullen in de bus en ontbijt achter de kiezen klaarstaan voor vertrek. Het weer is beter dan gisteren; de wind is gaan liggen. Regenen doet het nog wel met vlagen. Iedereen is weer lekker op tijd en via koffiestops in Te Aorea en Matamata komen we om half 2 aan in Rotorua.
Rotorua is de activiteiten-stad van het Noordeiland en staat vooral bekend om de hete baden en geisers. De stad ruikt dan ook behoorlijk naar zwavel en stikt van de thermale baden. Genoeg te doen, ook op een regenachtige dag! In het hotel gooien we snel alle spullen op de (ruime!) kamer en een half uur later is iedereen weer klaar voor vertrek. Het grootste deel van de groep gaat eerst een wandeling maken door de Redwoods, maar wij kiezen gezien de heftige regenbuien die bij vlagen naar beneden komen voor een bezoek aan de Polynesian Spa; een spa-complex met hete, minerale baden. Daar brengen we anderhalf uur door in baden die 36, 38, 40 of 42 graden zijn. Lekker relax en het bad heeft een mooi uitzicht op het meer. Daarna zijn we geribbeld en de zwavellucht wel zat, dus dwalen we tot het eten door de stad, langs alle souvenir-winkeltjes. We eten met de hele groep bij de Italiaan.

Morgen een geiserpark (even de naam kwijt) en onderweg naar Tongariro National Park!

Donderdag 2 februari – naar Fox Glacier

Donderdag 2 februari – naar Fox Glacier

Opnieuw een vroege start, om 8 uur, maar als we horen wat er op het programma staat hebben we het er graag voor over. Vandaag gaan we gletchers zien. Zo ver is het alleen nog niet; eerst rijden we naar Hokitika. Een leuk plaatsje voor boodschappen (ontbijtjes inslaan), Kiwi’s kijken en souvenirs shoppen. Een van de reisgenoten haalt bovendien een tetanus-prik, omdat ze bij het vallen haar vingertopje bijna kwijt is geraakt!

De kiwi’s slaan we over (door een miscommunicatie denken we dat het veel duurder is dan het uiteindelijk bleek te zijn), maar we drinken koffie, proberen even te Internetten en dwalen wat langs de verschillende souvenir-winkeltjes. Vooral de hangers in been, parelmoer, jade of hout, met verschillende Maori-symbolen, zijn erg mooi overal en ook het houtsnijwerk is de moeite waard. Na ongeveer 2 uur rijden we verder. Colin wijst ons op verschillende gekke verkeerssituaties die we onderweg tegenkomen (treinspoor over een rotonde, trein en auto over een brug etc.) en slaat na een uurtje links af waardoor we ineens midden in een regenwoud terecht komen! De weg komt na 700 meter uit bij een gletcher-meer. Mt Cook kunnen we helaas niet zien, maar het is er lekker rustig en de oude stoom-schuit die langs het meer ligt, is leuk om te bekijken.


De volgende stop is een ontzettend leuk souvenirwinkeltje van een Nederlandse dame. Er liggen enorm veel zelfgebreide truien, maar ook allerlei prachtige hangers en andere leuke dingen. Bijna niemand komt er weg zonder iets te kopen en als afsluitingen moet een hele rits mensen in een meterslange trui op de foto. Afijn, er zijn vast ergere dingen…;-)
Daarna rijden we in een stevige ruk door naar de Franz Joseph Gletcher, waar we eerst koffie drinken, een wc-stop houden etc, en daarna doorrijden naar de gletcher zelf. Daar lopen we in ongeveer 3 kwartier naar de voet van de gletcher. Een ontzettend mooie wandeling (gelukkig niet zwaar) en het is indrukwekkend om de gletcher (een van de weinigen op aarde die weer groeit overigens!) steeds dichter bij te zien komen. Als het zonnetje er uiteindelijk ook weer bij komt en de wolken wegtrekken is de dag compleet. Moe maar voldaan rijden we daarna door naaar Fox Glacier, waar we in een schattig piepklein huisje zitten. De BBQ ‘s avonds is lekker en erg gezellig en met een stvig wijntje achter de kiezen duiken we uiteindelijk het bed in.

Vrijdag 3 februari – Lake Matheson en Fox Glacier

Vrijdag 3 februari – Lake Matheson en Fox Glacier

De vrijdag begint mistig en erg bewolkt, dus we draaien ons om te beginnen nog maar eens om. Een uurtje later worden we wakker van de zon, dus hup, eruit! Tijd voor spiegelmeer Matheson, door heel Nieuw Zeeland bekend om de grote kans op glad, rimpelloos, spiegelend water en bij mooi weer dan ook de spiegeling van Mt Cook!

Het begin van de meer-wandeling is een aantal kilometer verderop en onderweg zien we Mt Cook uit de wolken komen. Helaas verdwijnt de top weer net zo snel een paar minuten later en tegen de tijd dat we bij het meer aangekomen zijn, zijn we teleurgesteld: wind (dus geen spiegeling), geen Mt Cook en uiteindelijk zelfs een buitje! We druipen (letterlijk) af om koffie en als troost een heerlijk chocolat-chip cookie te gaan halen.

Colin haalt ons zoals beloofd om kwart voor 12 op voor de eventuele helicoptervlucht met wandeltocht over de gletcher, maar het is zelfs ons leken duidelijk dat de kans dat het doorgaat heel klein is. En inderdaad: er wordt zeker tot 3 uur niet gevlogen, dus we schrijven ons in voor de herkansing om 3 uur. Met enige hoop, want de lucht wordt steeds meer blauw.

We Internetten wat, lezen een boekje en drinken een kop thee. Om 3 uur zijn we hoopvol: de gletcher ligt in de wolken, maar het klaart hard op… Gespannen wachten we tot kwart voor 3 om dan alsnog de mededling te krijgen dat het niet doorgaat. De rest van de groep (met uitzondering van Elna en Isabel die al een hele dag aan het wandelen zijn en Jannie die wacht op een vlucht zonder wandeling) gaat meteen op pad voor een halve dag wandelen, maar dat is ons te gortig (ivm knieen). Wij doen in plaats daarvan boodschappen, spelen Yathzee in het zonnetje (heel flauw; waarom willen die wolken nu niet weg?!) en nemen uiteindelijk maar een hapje en een drankje erbij. Een rustdag is ook niet erg tenslotte.

We zorgen dat om half 8 het eten klaar is, zodat Judith en Elise kunnen aanschuiven. Ze hebben het erg mooi gehad, maar het was (voor Karin) een goede beslissing om niet mee te gaan; het was een zware tocht! Na het eten spelen we met z’n vieren nog een potje Yathzee. Bij de zonsondergang komt Mt Cook ineens uit de wolken voor een kwartiertje en we schieten snel wat plaatjes. Daarna genieten we van de maan en de immens mooie sterrenhemel die te voorschijn komen. Het Zuiderkruis, Alpha Centauri (A en B), Orion (op z’n kop) en een geweldige melkweg. Alsnog tevreden vallen we in slaap!

Donderdag 26 januari – naar Tongariro NP via Wai-O-Tapu en Huka Falls

Donderdag 26 januari – naar Tongariro NP via Wai-O-Tapu en Huka Falls

Het hotel is niet geweldig, zo merken we ook ‘s ochtends weer. Er hangt een lucht van gekookte kool, ontbijt bestellen is niet mogelijk en bij verschillende mensen ging midden in de nacht een wekker af die uit leek te staan! Wij hebben gelukkig goed geslapen en het weer ziet er voor het eerst weer beter uit, na de overwaaiende en regenende tyfoon (op sommige plaatsen is 300 mm water gevallen!!!), dus stappen we vol goede moed in de bus die als eerste stop het Wai-O-Tapu geiserpark heeft.

Het is stevig aan de prijs, maar biedt een geweldige wandeling door een enorme verzameling aan natuurlijke schoonheden. Als je de zwavel- en andere dampen voor lief neemt zie je de mooiste kleuren en rotsformaties. Knalgele, donkerrode en diepzwarte poelen, borrelende meren en diepe grotten waar de stoom uitkomt. Het is, ondanks de toch nog stevige regen, een schitterend gezicht. We maken een wandeling van ongeveer anderhalf uur over de keurig aangelegde paden en maken gebruik van een uitlegvel dat zelfs in het Nederlands beschikbaar is. Daarna is de Lady Knox geiser aan de beurt.
Deze geiser wordt elke dag om 10:15 aangespoord om te spuiten, door er een beetje zeep / waspoeder in te gooien. Dit breekt de oppervlaktespanning van het water, waardoor de geiser omhoog komt. Dit gebeurt ook zonder zeepsop, maar aangezien de geiser dan soms wel 48 uur nodig heeft om de kunsten weer te vertonen, bieden ze ‘m (of haar) graag de helpende hand. De geiser is overigens genoemd naar de dochter van een gouverneur van begin vorige eeuw; zij mocht er destijds zeep in gooien om de boel aan de gang te krijgen. Ondanks het sombere (maar droge!) weer en het feit dat de geiser eerder 8 dan 15 meter hoog spuit is het tch een erg gaaf gezicht. We staan gelukkig aan de goeie kant, waardoor we geen lading waterdamp over ons heenkrijgen en goed kunnen genieten van de mensen die dat wel krijgen. “Let op de wind” was een zinnig advies…


Terwijl de zon begint door te breken rijden we door naar Huka-Fals, waar we een wandeling van ongeveer een uur kunnen maken. De watervallen zijn niet erg hoog, maar door de enorme kracht waarmee de grote hoeveelheid water over de rand gezet komt, wel erg indrukwekkend. De wandeling is leuk: niet al te zwaar en met veel vogels, planten en leuke uitzichten onderweg. Karin klikt er op los: zo komt een mens gemakelijk aan het vooraf berekende gemiddelde per dag! 🙂
Na de wandeling rijden we met enkele fotostops Tongariro National Park in. Als we over de heuvelrug komen en de drie beroemde vulkanen zien liggen, begint iedereen opgewonden door elkaar te kletsen. Tongariro, Nauheru (Mt Doom uit Lord of the Rings) en Ruapehu liggen er wolkenloos bij en bieden een spectaculair gezicht. Vanuit de bus, tijdens de verschillende fotostops en zelfs van bij het visitors center blijven we foto’s maken. Daarna rijdt Colin de bus tot aan de skilift op Ruapehu en klimmen we via de bergrug waar voor LotR is gefilmd, naar een geweldig uitzichtspunt: we kunnen niet alleen Tongariro en Nauheru zien liggen, maar ook Takanaki / Mt Edmund, een vulkaan aan de Westkust, ongeveer 150 kilometer verderop! In de korte rit naar Pukenui Lodge wordt nergens anders over gepraat: wat indrukwekkend en wat boffen we met het weer! We weten nu dat voor de mensen die dat willen de Tongariro Crossing mogelijk is. Tijdens het overigens erg lekkere en goed betaalbare eten in de Schnapps Pub (die een stuk minder erg is dan de naam doet vermoeden), wordt er druk overleg gepleegd: wie gaat er, wat moet er mee en wat gaat de rest doen. Daarna snel slapen, want als je mee wilt, moet je om 6 uur op!

Zaterdag 4 februari – Haast Pass naar Wanaka

Zaterdag 4 februari – Haast Pass naar Wanaka

Vroeg de bus in, want er wacht een mooie dag: de route door de Haast Pass is volgens Colin zijn favoriete stuk van de reis (om te rijden) en de zon schijnt (en ja, Mt. Cook begint vrij snel op te klaren als we wegrijden: we proberen het ons niet aan te trekken…).

Na een stuk stevig doortuffen rijden we langs Bruce Bay (de plaats waar de Maori waarschijnlijk als eerste aan land kwamen) als we in de zee iets zien: dolfijnen?! Ja! We roepen naar Colin en hij gaat meteen in de remmen. Er blijkt een grote groep dolfijnen (we gokken een stuk of 30) vlak bij de kust te zwemmen. Af en toe springt er een boven water. Ze zijn vrij klein (geen exact idee welke soort: Colin denkt de zeldzame Hector-dolfijn) en het is leuk om ze zo dichtbij te zien. Omdat we worden opgegeten door de sandflies (het wordt in de bus nog een hele jacht met tissues) gaan we na ongeveer 5 minuten weer verder.


Na een paar extra fotostops aan de kust (gelukkig voorzien van wc…) stoppen we bij Roaring Bily Falls. Een korte wandeling door prachtig bos (ieder groepje bomen, hoe dicht bij de weg ook, blijkt hier een stuk ongerept sprookjesbos), leidt ons naar de rivier (tegenover de falls), waar we al Jade-zoekend een uurtje doorbrengen. Jade komt hier in veel soorten voor en hoewel maar een paar mensen iets vinden dat ook echt Jade zou kunnen zijn, amuseren we ons prima.

Na de koffie rijden we naar Thunder Crack Fals en (500 meter verder) uitzicht op de inmiddels redelijk woeste rivier. We maken weer behoorlijk wat foto’s (voor de nieuwgierigen: Karin gokt op dit moment op ongeveer 1300 foto’s…) voor we doorrijden naar de lunchstop.
Ook vanuit de bus blijven we plaatjes maken. Het uitzicht is geweldig: bergen, rivieren en bloeiende weilanden vol beesten. We lunchen met uitzicht op een besneeuwde berg (waarschijnlijk Mt Castor) voor we doorijden naar Lake Wanaka. Daar zijn de ooooh’s en aaah’s niet van de lucht. Het water is geweldig blauw en om elke bocht ligt een ansichtkaart op ons te wachten. We stoppen een aantal keer voor een plaatje voor we uiteindelijk doorrijden naar Fairway Motel, waar we een keurig appartementje krijgen. Daar verdwijnen 8 mensen voor een sky-dive, 3 mensen gaan langs het meer wandelen en 1 iemand duikt de puzzelwereld in (een soort puzzeltocht door een groot doolhof). Wij gaan met Elisa naar het meer, waar we foto’s maken, koffie gaan drinken en het Internet-cafe induiken! Morgen gaat een tweede keer paardrijden voor Karin helaas niet door (niet genoeg belangstellenden) en dus mogen we uitslapen! Vertrek is pas om 10 uur!

Donderdag 19 januari – Auckland en Waiheke Island

Donderdag 19 januari – Auckland en Waiheke Island

Om ongeveer 13 uur plaatselijke tijd landen we in Auckland. Het is inmiddels 12 uur later dan in Nederland en onze tijdklok is de weg redelijk kwijt. Het weer in Auckland is niet denderend: 16 graden en regenachtig. We vinden het niet zo erg: Kuala Lumpur was wel erg overdreven! We worden opgehaald door reisleider Colin (of Cor), die – zoals zijn accenten verraden – een Groninger is die al 28 jaar met zijn Japanse vrouw en inmiddels 3 kinderen in Nieuw Zeeland woont. We worden in de kleine bus gezet die ons de komende weken door het land zal rijden en Colin blijkt behalve reisleider ook chauffeur!

Hij brengt ons naar de ferry waar we de bus achterlaten en gezamenlijk de ferry pakken naar Waiheke Island. Noot: we zijn er inmiddels achter dat we weliswaar GEBOEKT hebben op een reis die online staat, maar de reis DOEN volgens het oude programma! We zullen de reis op de eerste pagina gedurende de reis bijwerken.

Het is nog steeds saai weer, dus op de ferry blijven we binnen zitten. Een half uur later zijn we op het eiland waar taxi’s ons naar een geweldig appartementencomplex brengen: Onetange Beach Appartements. Appartementen rond een centraal binnenplaatsje, op een steenworp afstand van het strand. De huisjes zijn van alle gemakken voorzien en we ploffen dan ook dankbaar met een heerlijk wijntje op de bank neer. ‘s Avonds eten we bestel-pizza met iedereen en bekijken een aantal excursies die al snel geboekt moeten worden (inmiddels weten we dat we in ieder geval dolfijnen gaan kijken, walvissen gaan kijken EN een helitrek gaan doen: met een helicopter de gletcher op!). Om 9 uur is het over en vallen we uitgeput ons bed in. Karin slaapt al bijna voor haar hoofd het kussen raakt! SLAPEN!

Zondag 5 februari – naar Queenstown

Zondag 5 februari – naar Queenstown

Zaterdagavond onmoeten we om half zeven Judith en de rest van de sky-divers weer bij het motel. Ze hebben het erg leuk gehad! Iedereen zit nog boordevol adrenaline en vertelt 100-uit over de ervaring. Vooral de oudste springers (waarvan Wil met haar 70 jaar de kroon spant) worden bejubeld. Ze zijn erg blij en trots en terecht!

We eten bij de Green Room, tot de vorige reis de accomodatie van de Baobab-reis en nu om onduidelijke redenen niet meer (volgens Colin was het motel af en toe onverwacht vol, maar was er niet veel mis mee). Het eten is in ieder geval lekker: gazpacho vooraf en daarna een wrap (Karin) en Mole Chicken (kippenbout met saus voor Martijn). Daarna bekijken we een deel van de foto’s die we op dvd hebben laten zetten op de laptop van Colin. Hoewel er uiteraard ook veel near-miss foto’s tussen zitten, zijn er ook een aantal echte “plaatjes” bij. Overigens verbleken ze bij de sterren-foto’s die Colin laat zien, die een Japanse reiziger een keer heeft gemaakt. Er valt nog veel te leren!


‘s Ochtends slapen we lekker uit: we hoeven pas om 10 uur in de bus te zitten. Als we wegrijden neemt Colin ons mee naar een aantal leuke stops, waaronder het meer dan 100 jaar oude en inmiddels gerestaureerde Cardrona hotel en een hek waar honderden bh’s aan hangen! De rage starte toen ongeveer zes jaar geleden een boer een gevonden paar schoenen aan het hek hing, zodat ze makkelijker teruggevonden konden worden door de eigenaar. De schoenen zorgden voor een verkeersprobleem (veel kijkers) en moesten verplaatst worden. Naast de schoenen kwam een bh te hangen en dat sloeg aan. Inmiddels hangen er heel veel, in allerlei soorten, maten en kleuren. Wij hebben alleen foto’s gemaakt, maar Colin vertelt dat er ook 2 Baobab-bh’s hangen van reizigsters die ons voorgingen!

Na de bh-stop rijden we door naar Crown Pass, op 1076 meter de hoogste geasfalteerde pas van NZ. De bergen er omheen zien er vreemd gespikkeld uit door de vele keren dat het gras en de prikkelbossen verbrand zijn om er schapen te laten grazen. De schapen waren overigens ook de oorspronkelijke bestaansreden van deze weg van Wanaka naar Queenstown. Op de top en ook lager maken we een fotostop voor we doorrijden naar schattig maar erg toeristisch Arrowhead. Na de lunch rijden we van daaruit door naar de “Shotover Jetboat”, waar 7 mensen een flink bedrag neertellen om in de supersnelle jetboat 20 miuten lang over de smalle en ondiepe rivier gevaren te worden. Wij kijken en maken veel foto’s en genieten van de zon die opnieuw volop aanwezig is.

Na die stop rijden we door naar Queenstown, waar we inchecken in Sherwoord Manor Motel, op ongeveer 3 kilometer van het centrum. Gelukkig moet Colin tanken, zodat we 10 minuten later mee terug kunnen rijden naar de stad. Daar kijken we rond bij de gondola (misschien morgen), de winkeltjes en de steamer die het meer opgaat (duur) en drinken we lekker lui een drankje in de zon. Daarna proberen we een Wine Tour te boeken voor maandag, maar dat blijkt Waitangi-day, de nationale feestdag waarop het verdrag tussen de Maori en de witte Nieuw-Zeelanders is getekend. Ook die trip gaat niet door. We hopen op wat meer geluk voor de komende dagen, want dit begint jammer te worden!

‘s Avonds eten we bij Pasta Pasta Cucina, een klein maar erg goed pasta en pizza restaurantje. Morgen moeten we vroeg op: ALS het goedgaat (en we worden er wat voorzichtig mee) gaan Elisa en wij hanggliden (samen met een instructeur aan een deltawing hangen)! Duim je voor ons?

Vrijdag 27 januari – Tongariro Crossing en Vliegen

Vrijdag 27 januari – Tongariro Crossing en Vliegen

6 uur en de wekker gaat af. Martijn gaat lopen! Na een snelle douche en een laatste check van alle spullen, stapt hij met 8 anderen in de bus. Karin zwaait de bikkels uit. Van Judith van 23 tot Wil van 70: stoere lopers van alle leeftijden hebben zich soms al maanden op deze trektocht verheugd en het weer blijkt ontzettend mee te werken. Het is ‘s ochtends fris, maar bijna onbewolkt. De lopers hebben om 7 uur een vroege start, die er voor zorgt dat ze vooral de eerste paar uur met de eigen groep lopen. Vooral op de top (rond 10 uur) is dat voor iedereen genieten: een schitterend uitzicht rondom, geen wolk te bekennen en weten dat je het eerste stuk gehaald hebt. Hoewel de wandeling maar 17 kilometer lang is (en door sommige jammere figuren in minder dan 5 uur wordt gelopen), zorgen fikse stukken klim en daling en het feit dat er ontzettend veel te zien is onderweg, ervoor dat de meeste mensen er 8 a 9 uur over doen.


Om kwart over 2 vertrekt de laatste het bos in om aan de (toch nog zware) laatste loodjes te beginnen: trappen, trappen, trappen… Rond 3 uur is iedereen bij het eindpunt en kwart voor 4 is de bus ter plaatse met de rest van de mensen en een applaus en biertje of frisje voor alle lopers. Hoewel toch nog verbrand (ondanks factor 30 en 45 en – deels – een t-shirt met lange mouwen) en met enigszinds pijnlijke knieen is ook Martijn tevreden: “niet slecht voor een kantoorbaan!”


Karin loopt deze toch natuurlijk niet, maar haar dag is ook een absolute topper. Samen met Jannie (en daarna ook Wil en Jannie 2) maakt ze een rondvlucht boven de vulkaan waar Martijn bovenop staat! Hoewel Ruapehu niet overvlogen wordt door de opkomende wolken en ook Tongariro vanaf 11 uur wolken krijgt, zijn de 35 minuten bovenin de lucht geweldig! Van Tongariro en Mount Doom is genoeg te zien en zelfs wandelaars (hoewel niet “onze” wandelaars) zijn te zien. Het tweede, spectaculaire rondje rond de top van Nauheru, zodat de krater beeldvullend in beeld is, is geweldig. De rest van de dag is er genoeg voer voor napraten en nagenieten en het binnenhalen van de wandelaars is al even leuk. ‘s Avonds in de pub wordt en nageborreld. Iedereen is het er over eens: dit was een van de hoogtepunten van de reis tot nu toe!

Maandag 6 februari – Queenstown!

Maandag 6 februari – Queenstown!

Wauw!


Bij het opstaan (veel te vroeg, na een avond gezellig borrelen en potjes Yathzee spelen met Judith, Elise en Colin) durven we bijna niet naar buiten te kijken: wat zou het weer zijn? Tot onze verrassing en absolute opluchting is het strakblauw! Dat beloofd wat. De weathercheck die Colin doen geeft de doorslag: het gaat door!
Om kwart over 8 worden we opgehaald door Matt en Jim van Extreme Air. Ze nemen ons, samen met Elise, mee naar Coronet Peak voor het hanggliden. In no time zijn alle gliders opgetuigd en Martijn en Elise in een harnas gehesen. Een oefenloopje voor de afsprong en dan is het zover.

Elise mag eerst. Ze rent samen met Jim de heuvel af en in een paar seconden zweeft ze over het werkerlijk schitterende (berg)landschap rondom Queenstown. Daarna Martijn, samen met Ron. Omdat ze samen wat zwaarder zijn en de wind niet echt wil meewerken duurt het wel 10 minuten, maar dan rennen ze de heuvel af. Ook zij glijden langs de bergrand. Karin blijft achter tot Jim opnieuw naar boven komt om haar mee te nemen. De wind zit mee en het is meteen rennen. Geweldig, wat een ervaring!

Je hang zij aan zij met je instructeur onder de glider, met je voeten op een soort trapeze-stang. De afsprong is vooral door blijven rennen, ook in de lucht, omdat de glider eventueel nog een dipje kan hebben voor je echt opstijgt. Daarna strek je je uit en de grijns op je gezicht komt daarna vanzelf. Het is echt genieten. Je zweeft echt als een vogel. Na een paar minuten in de lucht mogen we allemaal zelf even proberen hoe het werkt en de instructeur maakt foto’s (bij Karin nauwelijks gelukt door een foutje met de camera’s, maar bij Martijn geweldig!). Daarna laten ze zien wat er kan met de glider: Martijn maakt scherpe draaien in de lucht en Karin scheert over de boomtoppen en jaagt vogels op!

Veel te vroeg is het tijd om te landen. Je komt hard aanvliegen, om op het laatste moment zachtjes op je buik te landen! We zijn uitgelaten; het was echt geweldig. Na het ophalen van de foto’s (Karin krijgt de paar foto’s die nog gelukt zijn gratis erbij) worden we keurig bij ons hotel afgegooid. Judith zit ons heerlijk in het zonnetje op te wachten en we vertellen 100-uit, om daarna te rennen naar de bus naar het centrum.


Daar gaan we eerst iets te eten en drinken halen dat we in het zonnetje aan het water “wegwerken”. Vervolgens pakken we de gondola de berg op en genieten een paar uur van het schitterende uitzicht, het weer en alle activiteiten die aan de gang zijn. Mensen scheuren met een “luge” (een rodel) keihard de berg af, gooien zichtzelf met een bungee-cord het diepe in, wandelen stukken en paragliden. Dat is met een “matras” (zo’n rechthoekige parachute) in plaats van met een driehoekig zeil de berg af. We zien heel veel mensen “springen” en ergens begint het te kriebelen…er zijn flink wat ingecalculeerde excursies / activiteiten niet doorgegaan en het weer en uitzicht zijn werkelijk magnefiek. Uiteindelijk hakt Martijn de knoop door een trakteert Karin en zichzelf op een paraglide!!!

We klimmen met 2 instructeurs een stukje omhoog. Karin mag eerst, omdat ze vanochtend moest wachten. De wind is meteen goed en ze rent direct de berg af. Voor ze weet wat er gebeurt hangt ze in de lucht….met instructeur Pius Gobetti onder een KFC (Kentucky Fried Chicken) paraglider….. (ja begin maar vast te lachen! 🙂 Het vliegen zelf is heel rustig: je zit in een soort zitje bijna op schoot bij je instructeur en hebt rustig de tijd om rond te kijken.


Er worden foto’s gemaakt en deze keer zijn die van Karin beter gelukt. Daarna is het gedaan met de rust: ook deze instructeurs “ruiken” thermiek en moeten stunten. We draaien als een kurkentrekker rond en landen daarna keurig op een grasveld midden in de stad! Martijn moet opnieuw langer wachten (te weinig wind), maar ook hij komt keurig naar beneden. Met bijna een kwartier in de lucht, foto’s erbij en een geweldige ervaring rijker is het absoluut net zo gaaf als vanochtend. Zo’n dag hebben we nog nooit gehad!

We trakteren Elise en Judith (die ook foto’s hebben gemaakt) op een ijsje en praten nog lang na. Nu nog lekker eten en dan was dit absoluut 1 van de hoogtepunten van de reis!!

Dinsdag 7 februari – Farmstay

Dinsdag 7 februari – Farmstay

Helemaal uitgelaten eten we met het vertrouwde viertal bij The Cow, een piepklein Italiaans restaurantje, waar ze heerlijk verse pizza serveren. We raken niet uitgekwekt, maar terug op de kamer halen we maar 3 potjes Yathzee, voordat we omvallen.


Tot onze verrassing morgen we uitslapen en dat komt best goed uit na alle vermoeienissen van de avond ervoor. Colin neemt ons in de eerste plaats mee naar de Kawarau Falls, de plaats waar de eerste bungee-jumps werden gedaan (te zeggen dat het er is uitgevonden doet een aantal volken tekort die de sprong als een overgangsritueel van jongen naar man gebruikten). Niemand van de groep wil springen, maar het is erg leuk om even te kijken hoe andere mensen doodsangsten uitstaan (1 van de dames gilt heel hard “I shit my pants” door de valei, tot grote hilariteit van de omstanders). Na een aantal extra fotostops rijden we door naar Kingston, waar een aantal mensen de Baobab-Challenge loopt. Zo het het natuurlijk niet echt, maar de korte, maar ERG steile wandeling blijkt iedere keer weer een uitdaging. De vorige groep verdwaalde zelfs, een verhaal dat we die dag nog van allerlei Nieuwzeelanders te horen krijgen. Wij blijven veiligheidshalave beneden, waar we lunchen en een kaartje kopen voor de Kingston Flyer.
Deze stoomtrein uit 1923 rijdt elke dag nog twee keer op en neer naar Fairlight en reed vroeger zelfs tot aan Queenstown. Nu is het een toeristisch, maar niet minder leuk ritje van een half uur met jaren 20 muziek op de achtergrond en een kans om de hele trein te bekijken. Karin mag zelfs voorin foto’s nemen van de stoommachine en het vuur.


Op het eindpunt pikt de bus ons op, met de mensen die niet meegere1den zijn en gaan we op weg naar de regio rondom Lumsden. Daar gaan we in verschillende groepjes naar een aantal farms toe; lokale boerderijen, die deel uitmaken van de Southern Heritage Trail. Wij komen met Isabelle, Elna, Judith en Elise terecht bij Ken, Trish en 13 jarige dochter Jenna MacKenzie, op de Chartley Farm. Het is echt een ontzettend mooi huis, dat gedeeltelijk in 1896 en voor de rest in 1905 gebouwd is. We hebben per tweetal een eigen kamer. Het hele huis staat vol met foto’s en prullaria waar we niet op uitgekeken raken. EN er zijn jonge katjes: 5 dagen oud, waarvan mamakat het prima vindt als mensenhanden de katjes aaien en oppakken. Je kunt je voorstellen waar alle dames binnen 2 minuten zitten!

Terwijl Trish Jenna wegbrengt naar pianoles, maken wij onder genot van een kop koffie en thee en zelfgebakken brownies, kennis met Ken. Een hardwerkende, tikkie stugge boer, die ongeveer 1300 schapen, 300 herten, een stuk of 30 geiten, 13 katten, 4 honden (“one pet, one working dog, one halfwit, one retired”) en 2 vissen heeft.


Als Trish en Jenna terug zijn nemen ze ons mee voor een farmtour. We zien hun land, hun beesten (waarbij hij een kudde schapen speciaal voor ons verplaatst zodat we foto’s kunnen nemen), de werkstallen (de beesten staan gewoon buiten het hele jaar, behalve voor het scheren) en de trots van Ken, een 1928 Whippet, die hij zelf in 9 jaar tijd van schroot heeft opgeknapt tot een auto waar hij rallys mee rijdt. We vragen 100-uit en Ken komt langzaam los. Jenna scheurt op een quad als een echte 13-jarige met ons mee: quasie ongeinteresseerd, maar ondertussen. Het is erg leuk om te zien en we zijn dan ook laat terug op de boerderij, waar Trish het eten op tafel tovert terwijl “verplicht” een borrel drinken.

Het eten is geweldig: 3 salades, aardappelen, warme groente en venison (hertenbiefstuk) van eigen farm. Het is heerlijk en iedereen schept minimaal 2 keer op. Met onze zelfmeegebrachte wijn en enorm toetjes (zelfgemaakte pavlova, ijs en fruitsalade) en koffie en thee toe, is het een feestmaal. We ruimen gezamenlijk de tafel af en daarna kletsen we tot ongeveer 11 uur met Ken door onder genot van een borrel. Bekaf, maar erg tevreden vallen we daarna in slaap!

Vrijdag 20 januari – Waiheke Island

Vrijdag 20 januari – Waiheke Island

En ineens in het zomer: als we wakker worden (rond 7 uur, maar dat valt niet tegen) schijnt de zon en is het rond de 20 graden. Om 9 uur wordt ons ontbijt gebracht (verse fruitsalade, brood, honing en jam, cornflakes, melk en jus) dat we in de zon op ons balkonnetje opeten. Het vakantiegevoel slaat toe!

Na het ontbijt verzamelen we ons voor een wandeling. We lopen een loop-trek, van ongeveer 2 uur, met als hoogtepunten enorme palmvarens, 400 jaar oude Kauri-bomen en een werkelijk geweldig uitzicht over de omringende eilanden en Auckland (in de verte). Het is voor Karin wel zwaar: het blijkt meteen dat wandelen in Nieuw-Zeeland een uitdaging wordt. Gelukkig is er genoeg te doen in dit land! Na het wandelen doen we de rest van de dag erg weinig: lezen, wandelen op het strand, prachtige schelpen verzamelen en fotograferen en heerlijk met een wijntje en een zakje chips op het balkon zitten.


Om vijf uur gaat Karin met een paar anderen Colin helpen met inkopen doen voor de BBQ. Om 6 uur zijn de inkopen gedaan en om 7 uur zitten we aan tafel. Er zijn kaasjes, chips en worst als aperitief, er is daarna zalm en steak van de grill, met salade en knoflookbrood erbij en uiteindelijk is er een enorme fruitsalade met yoghurt. De wijn en het bier smaken er prima bij en het is een mooi moment om elkaar wat beter te leren kennen. In de groep zijn de dames sterk in de meerderheid, maar de leeftijd is aardig verdeeld: van 23 tot 70! Twee Vlaamse stellen (Dirk en Lieve, Emiel en Lily), twee Nederlandse stellen (naast onszelf zijn dat Henk en Eugenne) en veel dames, waaronder drie stellen vriendinnnen (Miek en Rie en ongelooflijk maar waar twee keer een Wil en Jannie) en vier “losse” dames (Elisa, Judith, Elna en Isabella). Het is een gezellig stel mensen en er wordt lekker op los gekletst. Heel laat wordt het alleen niet: om 10 uur gaat letterlijk en figuurlijk het licht uit. Het laatste restje jetlag moet er nog wel even uit.

Zaterdag 28 januari – Naar Koriniti

Zaterdag 28 januari – Naar Koriniti

Nog niet alle sokken zijn droog (het ondergoed gelukkig wel) de volgende ochtend, dus die gaan in een tasje mee en de spieren van Martijn zijn een tikkie pijnlijk, maar verder stappen we vrolijk de bus is. Het weer is opnieuw goed: deze keer helemaal wolkenloos en het beloofd niet alleen warm, maar zelfs heet te worden! De tocht gaat na een aantal kilometer en een koffiestop rechtsaf de oude en gedeeltelijk onverharde hoofdweg op, die grotendeels langs de Waganui Rover loopt.

Langs deze rivier leven nog steeds veel Maori en tot op de dag van vandaag zijn er claims over het land, die tegenwoordig juridisch uitgevochten worden, tussen Maori en Paheka (“wit vlees”, de Maori-naam voor witte mensen). De plaatsnamen langs de rivier staan veelal in twee talen aangegeven: soms de een als vertaling van de ander, soms de originele en de nieuwe naam. We komen Jerusalem tegen (waar tot op de dag van vandaag nonnen leven, die vanuit het plaatselijke klooster scholing en ziekenhulp bieden aan de mensen langs de rivier) en ook Londen! Wij zijn op weg naar Korinthe, of Koriniti, waar we mogen logeren in de ontmoetingsshuizen of “whare” (spreek uit “faree”) van Sanny en zijn familie.


Daar gaat een heel kennismakingsritueel aan vooraf. De bezoekers lopen, zodra het welkomslied klinkt, met de vrouwen voorop en de mannen achteraan (om te laten zien dat je geen kwaad in de zin hebt) de Marae (spreek uit “maree”) op, zeg maar de heilige ontmoetingsplek. Daarbij pauzeer je drie keer: voor de voorvaderen, voor het land en voor de gastheren/-vrouwen. Daarna mag je gaan zitten: mannen eerst en vrouwen achteraan, want het kan nog verkeerd gaan. Vervolgens spreekt eerst de gastheer en daarna een woordvoeder voor de groep. Je vertelt in je eigen taal over wie je bent, waar je wortels liggen en wat je komt doen. Martijn vertelt namens de groep over wie hij is en waar hij vandaan komt. Na elke speech moet de groep die bij de spreker hoort zingen, om eventuele kwade geesten te verjagen. Onze kanon van Vader Jacob klinkt ineens wat ongepast en iedereen doet extra z’n best, zodat het nog heel wat lijkt. Daarna mogen we dichterbij komen en begroet iedereen elkaar door met open ogen de neus en vooral het voorhoofd van de ander met je eigen neus en voorhoofd te raken. Het voorhoofd is waar de ziel woont en gek genoeg is het bijna intiemer dan zoenen.


En we voelen ons ECHT welkom. De ceremonie is bijzonder en het welkomstlied bij de lunch, het heerlijke eten en de absolute gastvrijheid zijn overweldigend. Het weer is geweldig: het is voor het eerst niet alleen warm, maar gewoon snikheet en iedereen zoekt de koelte van de schaduw of de rivier op. Wie dat wil kan een korte cursus weven volgen (met Flax, een soort rietbladeren) en verder volgen we de vorderingen van de Hangi, de traditionele in de grond klaargemaakte maaltijd.
Ook ‘s avonds is het erg leuk: het eten is opnieuw heerlijk en uitbundig en daarna worden we getrakteerd op een zang- en dansvoorstelling door familieleden van Sanny. De dames dansen met de Poi, een soort zachte bal aan een touwtje, die oorspronkelijk bedoeld was om de polsen van de strijders te oefenen. De heren laten een echte Haka zien, een soort strijddans, die echt enorm indrukwekkend is. En jawel, daarna is het onze beurt. Eerst de dames, die al snel ontdekken dat die Poi nog niet zo eenvoudig is, en dan de heren die zich vol overgave in een Haka gooien. We voelen ons eerst wat opgelaten, maar de sfeer is zo ontspannen dat we al snel de grootste lol hebben en het ondanks de enorme hitte in het zaaltje erg gezellig wordt.

Daarna is het tijd voor een officieel afscheidswoord en deze keer mag het ook door een vrouw gedaan worden en in een taal die je zelf passend vindt. Karin bedankt in het Engels alle aanwezigen voor hun gastvrijheid en de leuke dag en avond. Daarna moet er weer gezongen worden en het “We gaan nog niet naar huis”, waarbij we flink klappen en stampen, valt enorm in de smaak: onze gastheren en -vrouwen klappen al snel mee. Daarna is er koffie en thee en nog meer eten: kaasjes, brood, koek en taart. Het is maar goed dat we niet nog langer blijven, dan groeien we dicht! De avond eindigt buiten, met een borrel, onder een schitterende sterrenhemel waarin we niet alleen het Zuiderkruis en Orion (op z’n kop!) zien, maar echt de hele melkweg. Moe, maar voldaan liggen we ‘s nachts op ons matras in 1 van de twee whare’s, te kijken naar de sterren die we door het raam zien. Echt een dag om nooite te vergeten.

Woensdag 8 februari – Milford Sound

Woensdag 8 februari – Milford Sound

De wekker gaat vroeg: om 7 uur moeten we aan het ontbijt zitten. Ken en Trish blijken zich verslapen te hebben en het is de eerste schooldag van Jenna na de vakantie, dus het is wat hectischj, maar het ontbijt laat wederom niets te wensen over. We zijn wat sip van de regen, maar als Ken ons gaat wegbrengen wacht er een verrasing: hij gaat ons in de Whippet wegbrengen! We proppen ons met 4 man in de auto erbij (de overige 2 zijn zo lief om hun plaatsje af te staan) en genieten werkelelijk van het ritje (met een topsnelheid van 45 kilometer per uur) terug naar Lumsden.


De rest van de groep is gepast onder de indruk en het eerste half uur in de bus praten we vooral bij. Daarna rijden we met de nodige fotostops naar Milford Sound, het fjordengebied in het zuidwesten van het Zuideiland. Het is een prachtige route en Colin zorgt dat we goed kunnen genieten, onder andere door een piepkleine wandeling naar een waterval die de rotsen wel 8 meter heeft uitgesleten. Het weer is aardig opgeknapt en we boffen: het is droog als we gaan varen! Voor een gebied met een meer dan 50% kans op regen valt dat mee! We varen tussen de steile wanden door naar zee en onderweg zien we allerlei watervallen, vogels en zeehonden. De pinguins en dolfijnen laten zicht helaas niet zien.
Op de terugtocht in de bus, stoppen we nog op een parkeerplaatsje net na de tunnel, waar Kea’s, een soort papegaaien, zitten! Nieusgerig en heel slim slopen ze alles wat ze tegenkomen, dus pas op je spullen, maar ze zijn wel mooi.
‘s Avonds eten we opnieuw venison in Te Anau en daarna vallen we bekaf in slaap in ons hotelbed!