Archief van
Categorie: Europa

Rondje Oostzee

Rondje Oostzee

Deelnemers: Karen en Alex
Duur: een dikke maand
Datum: 5 juni – 8 juli 2005
Omschrijving: Een huwelijksreis via Polen naar Litouwen, Letland en Estland en dan via St. Petersburg, Helsinki en Stockholm naar Kopenhagen!

Klaipeda

Klaipeda

‘s Ochtends om half zes opgestaan, snel ontbeten en om 06:45 uur zaten we in de trein naar Klaipeda. Die trein werd steeds voller, dus op een gegeven moment zaten we met z’n achten in een coupe (vergelijkbaar met van die hokjes waar je in Nederland met z’n zessen in zit).
Na 5 uur treinen door een afwisselend landschap van bos, dorpjes, steden en het Litouwse platteland kwamen we aan in Klaipeda. Een wereld van verschil met Vilnius. Klaipeda is minder groot en druk en een echt vakantieoord. Die sfeer ademt het ook uit. Er zijn ook veeeeel Duitsers. Dat heeft onder andere te maken met het verleden van Klaipeda. Tot 1923 is het Duits geweest en heette het Memel.
In Klaipeda is niet zo veel te beleven. Het heeft een klein oud centrum dat je in een kwartier hebt gezien. Er is een plein met een theater waar Hitler op het balkon heeft gestaan om net voor WOII de Duitse Anschluss van dat gebied uit te roepen. Klaipeda heeft wel een grote haven. Klaipeda is een beetje het Rotterdam van Litouwen. De buurt waarin ons hotel ligt (erg groot en luxe overigens) is erg gezellig: vol eettentjes enzo. Die eettentjes zijn wel minder op buitenlandse toeristen georienteerd dan in Vilniuw. Ze serveren bijna alleen maar typische Litouwse gerechten. Niet alleen de dumplings waar wij het al eens over gehad hebben, maar ook gekookte of gebakken varkensoren, varkensnek, tong, lever et cetera. Geen paradijs voor vegetariers dus (arme Karen).
De eerste hele dag in Klaipeda zijn we met het pontje naar de overkant van de lagune geweest. Daar begint de Curonian Spit, een nationaal park. De Curonian Spit is een 2 kilometer brede strook die van Smyltine naar Kaliningrad, de Russiche enclave tussen Litouwen en Polen, loopt. De Curonian Spit ligt tussen de lagune en de Baltische zee. Hij bestaat uit bossen, strand en heel veel duinen. Met name om die duinen staat de Curoninan Spit bekend.
Vanaf het pontje zijn we met de bus naar Nida, tegen de Russische grens, gereden. Daar zijn we naar een uitkijkpunt over de zandduinen gelopen. Een behoorlijke klim! Het uitzicht is geweldig. Je kijkt uit over enorme zandduinen, zover het oog reikt. Vervolgens zijn we door de duinen richting de Russische grens gelopen. Totdat we plotseling een fluitsignaal hoordden: een Litouwse grensbeambte die ons met heftige handgebaren terugmaande. Braaf als wij zijn, hebben we rechtsomkeerd gemaakt (wel eerst stiekum gefilmd) en zijn door de bossen naar de Baltische zee gelopen. In de duinen gelunchd en daarna nog even Nida ingeweest: souvenirwinkeltjes bezocht en ons internetdagboek bijgewerkt. Zometeen terug naar Klaipeda.
De volgende dag hebben we het rustig aangedaan. We zijn weer met het pontje naar de overkant naar Smiltyne gegaan, hebben daar een beetje rondgeslenterd langs de haven, wat oude schepen en een nagebouwd vissersdorpje bekeken en lekker aan het strand gezeten. Heerlijk relaxed! Verder niet zo bar veel gedaan. ‘s Avonds nog wel zogeheten zeppelins gegeten: aardappeldeeg gevuld met vlees in dit geval in de vorm van een zeppelin, een andere Litouwse lekkernij.
De laatste dag in Klaipeda hebben we een auto gehuurd om op zoek te gaan naar de roots van Karen (de Jakstassen). Eerst naar Girininkai gereden. Dat moet het geboorteplaatsje zijn van de betovergrootvader van Karen (dus de opa van haar opa), Kazimiras Jakstas. Girininkai is een heel klein, schattig dorpje in een mooie landelijke omgeving. We zijn de plaatselijke kruidenier binnengelopen om te informeren naar de naam Jakstas en de aanwezigheid van een kerk/begraafplaats. Dat veroorzaakte enige opwinding. Mensen kwamen uit alle hoeken en gaten aanlopen om zich ermee te bemoeien. Van de naam Jakstas hadden ze nog nooit gehoord en een begraafplaats was er niet. Nog een beetje rondgereden en foto’s gemaakt en toen doorgereden naar Vainutas. Vainutas is het dorp waar de overgrootmoeder van Karen is geboren en gedoopt. Tot onze grote vreugde hebben we kerk gevonden waar dat laatste is gebeurd. Dat weten we zeker want de pastoor die in de dooppapieren staat, ligt er begraven. Vervolgens nog even op het kerkhof rondgekeken. Wel een Jakstas (misschien familie?) gevonden (ze hebben hier trouwens alleen maar familiegraven) maar geen Kazimiras. Toen door naar Naumiestis ofzo iets. Dat moet indertijd de woonplaats zijn geweest van de betovergrootouders van Karen. Die Kazimiras en zijn vrouw dus. Ook daar op de begraafplaats rondgelopen. Die was echter zo groot dat we de hulp hebben ingeroepen van een mevrouw die daar werkt. Zij kende wel Kazimirassen en een Jakstas maar geen Kazimiras Jakstas. Helaas pindakaas. Toen hebben we het zoeken opgegeven, blij dat we toch nog iets gevonden hebben.
We zijn doorgereden naar Nemunas Deltas Regional Park, een waterrijk gebied met veel vogels helemaal in het zuid-westen van Litouwen. Heel erg mooi, maar ook heel ontoegankelijk. Het informatiecentrum was verdwenen en bijna alle toegangswegen waren afgesloten. Toen zijn we maar teruggegaan naar Klaipeda. Lekker uit eten geweest om onze laatste dag in Litouwen te vieren.

Nog even een paar opvallende dingen uit Litouwen: buitenlandse televisieprogramma’s worden niet ondertiteld maar live van commentaar voorzien. Dat komt erop neer dat een persoon alle personages continu live vertaalt. Mannen en vrouwen tegelijk dus. Wat ook opvalt is dat bijna alle vrouwen hun haar verven en hun wenkbrauwen in extreme mate epileren, op het enge af bijna.

Route

Route

MEDEDELING: HELAAS MOETEN WE DE REIS OP 22 JUNI ONDERBREKEN. IN VERBAND MET FAMILIEOMSTANDIGHEDEN KEREN WE MORGEN TERUG NAAR NEDERLAND.

Den Haag – Utrecht – Duisburg – Warschau
verblijf in Warschau
Warschau – Sestokai – Vilnius
verblijf in Vilnius
Vilnius – Klaipeda
verblijf in Klaipeda
Klaipeda – Siauliai – Riga
verblijf in Riga
Riga – Tallinn
verblijf in Tallinn
Tallinn – St. Petersburg
verblijf in St. Petersburg
St.Petersburg – Helsinki
verblijf in Helsinki
Helsinki – Turku – Stockholm
verblijf in Stockholm
Stockholm – Malmo – Kopenhagen
verblijf in Kopenhagen
Kopenhagen – Duisburg – Utrecht – Den Haag
weer thuis!

Riga

Riga

Om 5 uur op om de 06:45 trein naar Siauliai te halen. Siauliai ligt nog in Litouwen en staat bekend om de Hill of Crosses. Op die heuvel staan, hangen en liggen miljoenen kruizen die mensen daar hebben neergelegd ter nagedachtenis aan overledenen. Voor velen is de heuvel een bedevaartsoord, daarom wordt hij ook wel het Mecca van Litouwen genoemd. De kruizen werden in de Sowjettijd steeds weggehaald door de Russen. Maar de Litouwers legden ze steeds terug als een daad van verzet tegen het Sowjetregime. De heuvel heeft dus ook een grote emotionele betekenis. Wij vonden hem in ieder geval zeer indrukwekkend.
Na het bezoek aan de Hill of Crosses hebben we nog een poosje rondgelopen in Siauliai. Daarna hebben we de bus gepakt naar Riga (Letland). Net als in Litouwen merk je onderweg dat er relatief grote welvaartsverschillen zijn tussen stad en platteland, alhoewel dat op het eerste gezicht in Letland minder erg lijkt te zijn. Rond 18:00 uur kwamen we aan in Riga. Dat was even wennen. Van de rust in Klaipeda naar de drukte en hectiek van een grote stad als Riga. Riga bruist, leeft en heeft veel sfeer. In vergelijking met de Litouwse steden die wij hebben bezocht is Riga ook veel westerser. Mensen spreken beter Engels (misschien omdat het Lets meer op Scandinavisch lijkt?) en zien er minder Oost-Europees/Russisch uit. Letland is overigens minder (of helemaal niet?) anti Russisch dan Litouwen. In Litouwen zag je bijna nergens Russische menus/wegwijzers/boeken enzo, maar in Letland wel. Daar zijn veel menus bijvoorbeeld zowel in het Lets, Engels als Russisch vertaald.
Ons hotel is oke. We hebben een enorme kamer. Of eigenlijk twee kamers: een aparte slaapkamer en een zit/lees/tv-kijkkamer. Wel een beetje ouderwets meubilair, maar dat maakt verder niet uit.
Even wennen aan weer een nieuwe munt: in Polen moesten we delen door 4, in Litouwen door 3,5 en in Letland vermenigvuldigen met 1,5.
De volgende ochtend een beetje uitgeslapen alhoewel dat niet echt lukt door de korte nachten (het is hier maar 4 uur donker). ‘s Ochtends wat praktische zaken geregeld: wasje gedaan, boodschappen gedaan et cetera. Tegen de middag zijn we naar het oude centrum gelopen via de centrale markt van Riga. Dit is de op een na grootste overdekte markt van Europa die is gevestigd in 5 oude zeppelin hangars. Op de markt is echt alles te krijgen en er is een enorme bedrijvigheid. Heel erg leuk om doorheen te lopen.
Het oude centrum van Riga is erg gezellig: veel oude kleurige gebouwen, pleintjes met terrasjes, kerkjes en trouwerijen. Overal in de stad waren volkszangers en -dansers. Die bleken zich later te verzamelen in het park waar wij zaten uit te rusten. Een feestelijk geheel. Volgens de aanplakbiljetten vond dit plaats in het kader van het jaarlijkse zang en dans festival in de Baltische landen. Er zouden de hele middag en nacht optredens zijn. Met als afsluiting van het festival een hommage aan de mythologische en folkloristische roots onder de nachtelijke sterrenhemel.
Het weer zit trouwens enorm mee: het is al een paar dagen zomer, dus we lopen in korte broek.
De tweede dag in Riga zijn we wederom het oude centrum ingegaan. De laatste dingen bezichtigd, een kerk beklommen, van een mooi uitzicht genoten en wat gewinkeld. Vanmiddag zijn we naar de bioscoop geweest, naar de Interpreter. De film werd vertoond in het Engels en in het Lets ondertiteld, dus hij was goed te volgen.
De laatste dag in Riga zijn we met de trein naar Gauja National Park geweest. Helaas hebben we net de 09.35 uur trein gemist. Omdat de volgende trein pas om 11:51 uur zou vertrekken, bedacht Karen dat ze wel even naar de kapper kon gaan. Na door een nerveuze, nauwelijks Engels sprekende kapster te zijn geknipt, kwam ze met een heus Baltisch kapsel (= heel plat kort haar zonder gel) naar buiten. Effe wennen, maar op zich wel leuk. Gelukkig duurt het nog even voor we weer thuis zijn, zullen we maar zeggen.
De 50 km per trein hebben we in 5 uur afgelegd, kun je nagaan hoe snel de treinen hier rijden. In Gauja National Park hebben we de ruines van kastelen, een rivier door een mooie beboste vallei, steile heuvels en grotten gezien. Omdat we het lopen en vooral alle trappen (enkele honderden treden) een beetje beu waren hebben we de terugtocht deels met een kabellift gedaan. Best wel spectaculair en gelukkig minder eng dan dat het er uit zag. Nog even gerelaxed en toen terug met de trein naar Riga.
‘s Avonds Mexicaans gegeten. Erg bijzonder want ze gebruiken hier geen bonen en gesmolten kaas. Desondanks smaakte het goed.

Warschau

Warschau

Met de trein naar Warschau, een hele belevenis!
Het eerste stuk is gesneden koek: van Den Haag naar Utrecht CS. Daar overgestapt op de trein naar Duisburg: broodje bratwurst en patat als avondeten gehad en vervolgens op de nachttrein naar Warschau. Erg spannend en errug romantisch (je bent op honeymoon of niet).
‘s Nachts wakkergeklopt door Poolse en Duitse douaniers voor de paspoortcontrole. De controle verliep soepel. Geen gedoe en jammer genoeg ook geen stempel (we zijn immers een Europa).

Verder lekker geslapen dus we kwamen uitgerust in Warschau aan. Onderweg veel groen en dorpjes met onverharde wegen gezien. Ook werken er veel mensen op het land.
Na te hebben ingescheckt in het hotel zijn we meteen het centrum ingegaan. Vooral de zogeheten oude stad is erg mooi. Heel veel kleurige oude huizen, steegjes en pleintjes. Veel toeristen en schoolreisjes!
‘s Avonds kennisgemaakt met de Poolse keuken: pizza en spaghetti bolognese voor nog geen 6 euro.

De volgende dag hebben we kennisgemaakt met het oorlogsverleden van Warschau. We hebben een gevangenis bezocht waar tijdens WOII veel Joodse en Poolse mensen zijn omgebracht. Ook hebben we een monument gezien dat is opgericht ter nagedachtenis aan de 400.000 Joden die tijdens WOII zijn omgekomen. Vanaf dat monument zijn we via ” het pad ter nagedachtenis van de Joden” naar het monument voor de helden van het getto gelopen.
Vervolgens hebben we naar de zogeheten nieuwe stad bezichtigd. Veel kerkjes en paleizen gezien maar die vielen een beetje in het niet bij al het moois in de oude stad.
Op straat zie je heeeeeel veel mensen eten en roken. Veel meer dan in Nederland. Vooral kebab is erg populair. Hebben wij dus ook geprobeerd. Was inderdaad erg lekker. IJsje als toetje bij de Mac Donalds, ja die hebben ze hier ook. Wat ook opvalt is dat Warschau erg schoon is: geen afval op straat. De sfeer is relaxed alhoewel de mensen soms wel een bedrukte indruk maken.
Op onze laatste dag in Warschau zijn we naar het Lazienki park geweest. Het park is vooral bekend om het paleis op het water en het permanente openluchttheater. Het park was erg mooi: veel watertjes, een Chopinmonument, orangerieen en veel dieren zoals spechten, eekhoorns en allerlei vreemde eenden. Helaas zat het weer niet mee: veel regen en daardoor was het ook koud. Afzien dus.
Na het park zijn we naar het Centrum voor de Hedendaagse Kunst geweest. Volgens de reisgids wordt daar het werk van kunstenaars uit de hele wereld getoond op een schaal die zijn weerga niet kent in Europa.
‘s Avonds in een zeer hippe Poolse tent gegeten. Vroeg naar bed want de volgende dag vroeg op: om 07:10 uur gaat de trein naar Vilnius (Litouwen).

Tallinn

Tallinn

We zijn in Tallinn! Daarvoor hebben we 300 km in 5,5 uur afgelegd met een bus die op verzoek van passagiers overal stopte. Tallinn is weer een hele andere stad dan de steden die we tot nu toe bezocht hebben. Het oude centrum staat op de Werelderfgoedlijst dus dat is beschermd, maar daarbuiten wordt volop gesloopt en gebouwd. Dat lijkt zo op het eerste gezicht niet echt gestructureerd of met een bepaalde visie te gebeuren. Alles staat kris kras door elkaar: oude en nieuwe gebouwen, hoge en lage et cetera.
Verder valt op dat Tallinn duurder is dan Riga en Vilnius en een hele andere sfeer heeft. Het is moeilijk aan te geven waardoor dat komt. Het Ests lijkt heel erg op het Fins. Ook hoor je veel Russisch; 40 procent van de inwoners van Tallinn is namelijk Russisch. In de andere Baltische hoofdsteden was dat percentage veel lager.
‘s Avonds bij de MacDonalds gegeten. We wagen ons voorlopig maar even (?) niet aan de Estse keuken die bekend staat om zeer bloederige gerechten.
Onze eerste dag in Tallinn hebben we het oude centrum bekeken. Veel oude kerkjes, smalle steegjes en de Middeleeuwse stadsmuur die nog voor een groot deel intact is. Wat heel leuk is en ook het gezicht van het oude centrum van Tallinn bepaalt, is dat er op de stadsmuur nog heel veel oude torens staan. Je kunt merken dat het toeristenseizoen nadert. Overal waren grote groepen toeristen die door gidsen werden rondgeleid… Dat zijn wij niet gewend.
‘s Middags nog even op de centrale markt geweest om fruit in te slaan. Verse aardbeien gekocht die we meteen hebben opgegeten: jammie!

Rustig aan

Rustig aan

Op de laatste echte vakantiedag (morgen moeten we vooral reizen)
beginnen we met heerlijk uitslapen. We ontbijten laat en op ons
gemakje. Daarna overleggen we met een extra kopje koffie wat we verder
gaan doen.

Om te beginnen een derde en laatste poging om een meertje midden op het
eiland te bezichtigen. We zijn al twee keer afgehaakt op de weg er naar
toe. Eén keer door het weer en één keer door de route die we toen
gekozen hadden, dus we hopen dat het vandaag lukt. Iets naar het oosten
van ons hotel steken we recht naar het zuiden. We slingeren de berg op,
genietend van de uitzichten. Boen op de berg hangen de wolken, maar we
besluiten het maar af te wachten.

Dan komen we onverwacht een verwijzing naar een warmwaterbron tegen. We
zetten de auto aan de kant en tussen enorme varens en andere joekels
van groene bomen en planten (het doet ons een beetje aan Nieuw Zeeland
denken) komen we bij een plekje waar stoom uit de grond komt. Opnieuw
rotte eieren. Een stukje verder is een warm water waterval! In het
kunstmatig aangelegde bassin ervoor baden mensen. Het is er heerlijk
rustig, dus we genieten een tijdje van het groen en lachen om de
poedelende mensen.

Terug in de auto en verder de berg op blijkt er inderdaad op de top van
de berg niets te zien! Geen meer te bekennen, dus deze keer geen derde
keer scheepsrecht. We dalen af naar Villa Franco do Campo, een schattig
plaatsje met een aantal kerkjes vlak naast elkaar. We bekijken ze
allemaal (erg katholiek) en daarna komen we terecht in een kleine
“snackbar”, wat op de Azoren eigenlijk een klein, simpel restaurantje
is. Het zit er vol lokale mensen die er uitgebreid pratend, drinkend en
etend hun lunchpauze doorbrengen. De sfeer is geweldig en uiteindelijk
blijven we anderhalf uur zitten voor drankjes en een lunch.

Daarna bezoeken we nog één uitzichtspunt, een bijzonder fotogeniek
kloostertje dat uitkijkt over Villa Franco en de ananaskassen (mooi
woord). Bij de zovceelste bui die dag besluiten we dat het genoeg is.
We doen boodschappen, checken in het hotel vast uit en genieten de rest
van de dag van wat eten en drinken, Yathzee en een goed boek!

Eilandtour – deel 2

Eilandtour – deel 2

Met de walvisexcursie gecancelled besluiten we na het ontbijt een
herkansing te wagen bij de fumaroles: we willen toch meemaken dat we op
een vulkanisch eiland zitten! Het weer is echter zo mogelijk nog
slechter dan gisteren, dus we zijn niet heel optimistisch over de
slagingskans. Maar: niet geschoten altijd mis, dus op naar die giftige
gassen!

Daar aangekomen zien we zowaar waar we heen kunnen lopen en het is
droog…. voor ongeveer 30 passen het paadje op. Die paar druppels
houden ons natuurlijk niet tegen! Als we halverwege zijn komen we er
achter dat we niet kunnen afslaan naar het schuilhutje… Om een lang
verhaal kort te houden: we zien toch zeker 1 giftige gasvlaag voorbij
komen voordat we in sneltreinvaart terugglibberen naar de auto. Zeiknat
en modderig komen we daar weer aan… Erg de moeite waard zo´n
fumarole…

Als we de jassen hebben uitgehangen op de achterbank, de beslagen
ramen hebben schoongemaakt en Karin klaar is met (volkomen onterecht)
Martijn de schuld geven, besluiten we dat we klaar zijn met het
binnenland van Terceira. De kust geeft nog een klein beetje kans op
droog, dus we rijden naar de noordkust. Daar slaan we rechtsaf en in
een flauwe boog trekken we langs de oostkust naar beneden. Hoewel
dichter bevolkt dan de westkust, is ook deze kuststrook erg mooi. We
lunchen in Praia da Vitoria, een schattige plaatsje, waar we voor 5,50
(totaal) van 2 sandwiches, 2 espresso en 2 cappucino genieten. We
denken nog heel even dat er een foutje is gemaakt, maar het is dus echt
zo dat de Azoren erg goedkoop kunnen zijn!

Via de kust rijden we naar Porto Martins en van daar uit naar Sao
Sebastiao. Elk dorpje heeft hier niet alleen een kerk, maar ook een
´imperio´, een klein, erg rijk versierd gebouwtje dat de
heiligenbeeldjes bevat die eens of meerdere keren per jaar op
feestdagen door het dorp worden gedragen. S. Sebastiao heeft een erg
mooie, met afbeeldingen van bloemen en eten! We vervolgen de weg naar
Porto Judeu en daar breekt de zon door! Voor we het weten zijn we
weer terug in Angra. De zon schijnt nog steeds en voor het echte
vakantiegevoel landen we met een drankje op het terras aan de haven,
waar we op dag 1 ook al lunchten. We keutelen heerlijk 2 uurtjes.
Daarna rijden we naar hotel Caracol, waar we de site bijwerken. We
hebben hier ook om 6 uur afgesproken met de hostess, die ons ons geld
terug komt brengen van de gecancellede excursie en ons hopelijk kan
vertellen hoe het met de excursie en lunch op Sao Miguel zit. Morgen
vliegen, om 9:30 plaatselijke tijd!

Naar Sao Miguel

Naar Sao Miguel

Gisteravond aten we bij pizzeria Elio, nadat we van de hostess ons
geld terug hebben gekregen en de bevestiging dat de walvisexcursie
verzet is naar zondag. De lunch kunnen we gebruiken op een dag dat ons
uitkomt: bij aankomst zal er een brief liggen bij de autoverhuurder
Ilha Verde (groen eiland). Terug in het hotel checken we vast uit: de
sleutel kunnen we gewoon op de kamer laten. Vroeg slapen.

De wekker gaat op het vrij verschrikkelijke tijdstip van half 7. Dat
lijkt op gewone werktijden, dus niet echt een succes. Het helpt dat er
gewoon warm water is en dat er in de gang een eenvoudig ontbijt
klaarstaat. Keurig om half 8 rijden we richting de luchthaven. Ondanks
tanken onderweg zijn we er binnen een half uur. We herhalen: het zijn
niet echt de afstanden!

Auto inleveren, inchecken en in een doodstille boardingruimte zitten
we vervolgens te wachten op onze vlucht naar Ponta Delgada op Sao
Miguel. Er druppelen meer mensen binnen en het wachten duurt wat langer
dan gepland. Uiteindelijk lopen (jawel lopen) we een half uur later dan
gepland nmaar het vliegtuig. We zuchten wat: de vertraging is nu al
begonnen. Voor we uitgezucht zijn zitten we al in de lucht: 10 minuten
nadat we mochten boarden. Kleine vliegtuigjes en binnenlandse
vluchten hebben hier zo hun voordelen!

35 minuten later zijn we op Sao Miguel en nog een half uur later
zitten we in de auto naar het plaatsje Santana (vlak bij Ribeira
Peixa), waar we logeren in Quinta de Santana. Het hotel bestaat uit een
enorme tuin en verschillende appartementachtige kamers, die in huisjes
verspreid over het terrein liggen. Onze voucher wordt weggewuifd, het
ontbijt is van 8 tot half 11 en als we ´s avonds willen eten dan moeten
we voor 13 uur onze bestelling opgeven. We krijgen een apparaatje
waarmee het hek open gaat waarachter we de auto kunnen parkeren en als
we nog vragen hebben moeten we maar langskomen. We voelen ons erg
welkom en de kamers zien er leuk en zonnig uit.

Op de kamer lezen we de welkomstbrief van de hostess. Bij onze
pakketreis hoort een lunch en we moeten bellen als we er zijn, om het
restaurant te reserveren. We willen eigenlijk vandaag wel
lunchen in Ribeira Granda, bij restaurant Alabote. De hostess
regelt het terwijl we aan de telefoon zitten en 10 minuten later zitten
we in de auto. In Ribeira Grande zoeken we ons in eerste instantie
helemaal suf in het overiges meer dan schattige dorpje: waar ZIT dat
restaurant?! Tot er een lichtje opgaat: alabote, ala bote… bij de
bootjes? En inderdaad: vlak bij het water is het raak.

De lunch is uitgebreid en ´vissig´. Karin geniet van grote garnalen
in knoflook en zwaardvis met een wat vage saus. Martijn heeft een
beetje pech met een vage carpaccio en een erg droge viscombi. Het
uitzicht is wel geweldig en we nemen er de tijd voor. Uiteindelijk
vertrekken we rond kwart over 2.

We besluiten tot een rondje gedeelte-van-het-eiland. Om te beginnen
rijden we naar een spectaculair uitzichtspunt bij een vuurtoren,
iets ten noordoosten van Ribeira Grande. Daarna slingeren we over de
hoofdweg (zo mogelijk nog mooier dan op Terceira, hoewel iets verder
van de zee) verder naart het oosten. Het weer is redelijk: het is droog
en heeeeeel af en toe is er even zon. Een stukje verder komen we
bij de enige theeplantage die Europa rijk is, Cha de Gorreana! De
rijen theestruiken zijn een volkomen onverwacht gezicht en we maken
vanaf verschillende plaatsen vanaf de weg plaatjes. Daarna besluiten we
toch ook maar even in de fabriek te kijken. We kunnen alle apparaten
bekijken en gratis thee proeven. Hoewel er drie smaken zijn en ijsthee,
proeven we eerlijkheidshalve eigenlijk nauwelijks verschil, hoewel de
thee wel lekker zacht is.

Na deze stop buigen we iets verder oostelijk af naar het zuiden,
richting Furnas. De weg is ineens beroerd, al zijn ze hard aan het
werk (zelfs op zaterdag) om daar verbetering in te brengen. Een paar
kilometer voor Furnas staat een afslag naar een uitkijkpunt. We zijn er
al bijna voorbij (toch niets te zien door het weer), als we besluiten
alsnog een gokje te wagen (wie weet). Het uitzicht is fenomenaal. We
zien Furnas (per verrassing in de zon) en het enorme kratermeer ernaast
en zelfs de pluimen van de stoom die uit de grond komt. Dat willen we
wel van dichtbij bekijken!

Door Furnas heen rijden we naar het meer, waar over de
oppervlakte van ongeveer 200 vierkante meter borrelende
modderpoelen, stoompluimen, superhete grond en kokend water te zien
zijn. Het is niet heel groot, maar wel spectaculair. We bekijken en
fotograferen alles uitgebreid en eten dan een ijsje.

Inmiddels is het al half 6, dus tijd om even gas te geven. De
zuidkust trekt aan ons voorbij. We rijden uiteindelijk – met de nodige
fotostops – door naar Lagoas waar we boodschappen doen. We
slaan stokbrood, wijn, kaas, fruit en nootjes in, in een enorme
supermarkt. Daarna zijn we in ongeveer en half uur terug in het hotel,
waar we uitgebreid genieten van het eten, het drinken en een aantal
potjes Yathzee.

De eigenaresse van het hotel is zo vriendelijk om haar pc af te
staan, zodat we deze lange dag kunnen beschrijven. Daarna is het
tijd om te gaan slapen: morgen hopelijk walvissen en dolfijnen!

Terugreis

Terugreis

Het is wel de vakantie van het veel te vroeg opstaan! De wekker gaat op
het echt onmogelijke tijdstip van 5 uur. Als Karin slaapdronken naar de
badkamer strompelt en de deur open doet, schiet iets enorms, iets
donkers met teveel poten onder de deur vandaan. Gelukkig rent het bij
haar vandaan: zonder lenzen was het waarschijnlijk niet gelukt te
“ontsnappen” aan dit enorme beest. Tot haar verdediging: ze heeft niet
gegild… niet echt althans…
Gelukkig komt stoere held Martijn om de hoek kijken! Hij werpt er één
blik op, doet een snelle stap achteruit als het dichterbij komt en
besluit dat het eigenlijk geen kwaad kan. Wat een helden zijn we ook,
maar het is dan ook wel een JOEKEL van een kakkerlak.

Tijdens het wassen, aankleden en laatste spullen pakken blijven het
vrolijk rondrennende beest met een half oog goed in de gaten houden.
Muur, kast, weer muur, plafond… jieks en ineens op de grond! Als het
veelpotige ongedierte naar de deur rent, zwiept Martijn hem met de
deurmat soepel naar buiten. Zo, opgeruimd staat netjes!

Inmiddels moeten we toch weg, naar het vliegveld. Dat is veel minder
spectaculair. We gooien onderweg de tank vol en aangekomen checken we
in. Als we daarmee klaar zijn is Ilha Verde (verhuurbedrijf) open en
leveren we de sleutels in. Daarna gaan we door de douane. De luchthaven
van Sao Miguel blijkt groter dan we dachten en Martijn neemt dankbaar
een kopje koffie.
De vlucht verloopt zonder problemen. De luchtvaartmaatschappij van de
Azoren heeft onze bagage niet kunnen doorlabelen voor de vlucht naar
Nederland, dus we pikken onze tassen op, lopen naar buiten en door een
andere ingang weer naar binnen en checken in. Daarna zien we een
mini-café aan de overkant, waar we iets drinken.

Dan maar door de douane. Inmiddels wil Karin ook koffie, dus in de rij
voor het echt vreselijk trage koffie-apparaat dat bediend voor door een
aardig meisje dat zichtbaar is geintimideerd door die rij
over-kritische Nederlanders. Als de officiele boardingtijd nog lang
niet is aangebroken, wordt er ineens omgeroepen of alle overgebleven
passagiers zich OOK willen melden. Een beetje schuldig en met nog net
een flesje water, haasten we ons door de incheck heen. Hup aan boord en
uiteindelijk gaan we drie kartier voor de geplande tijd de lucht in! De
vlucht verloopt soepel. We zitten in een enorme kist (767-300) waar
nauwelijks mensen in zitten, dus we verkassen vrolijk naar het raam.

Ruim een uur voor officiele aankomsttijd landen we en binnen no-time
hebben we onze bagage. Dan blijkt ook nog dat we een welkomstcomitee
hebben dat ons ophaalt! Helemaal tevreden slapen we ‘s avonds weer in
ons eigen bedje!

Dag 5 – regen

Dag 5 – regen

Door lekker vroeg slapen gisteren zijn we ruim voor de wekker
wakker. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat opstaan makkelijk is, maar
de walvissen roepen ons! We zitten keurig om 8 uur aan het ontbijt en
na een valse start (Karin vergeet haar jas: toch wat onhandig als je
het water opgaat) rijden we om half 9 weg. Tien minuten later (we
blijven ons vergissen in hoe dichtbij alles hier is) staan we voor het
kantoortje van Aventuro do Pico. We krijgen er om iets over 9 uur de
(uitgebreide en in keurig Engels) briefing. Slecht nieuws: het is
zuidenwind en nogal fors ook, dus er de lookouts raden af het water op
te gaan. Ze hebben bovendien geen walvis of dolfijn kunnen ontdekken
tussen alle golfkoppen. Verzetten is het advies.

Gelukkig hebben we de mogelijkheid: een deel van de aanwezige mensen
moet morgen weer naar huis en baalt nog harder dan wij! We verzetten
naar morgenochtend en trakteren onszelf als troost op een kopje
vreselijk dure koffie (1 euro voor 2 koppen…). Daarna bedenken
we een alternatief plan. We pikken in het hotel de kaart op en de
resigids en beginnen aan een rondtocht over het westelijke deel van het
eiland.

Het weer wordt onderweg steeds slechter en hoewel het een mooie
route is hebben we er steeds minder zin in. Het dieptepunt komt op het
hoogste punt: bovenop de vulkaanwand die een prachtig uitzicht moet
geven op twee gekleurde meren, zien we geen hand voor ogen. In de
potdichte mist dalen we af naar Ponta Delgada.

Daar landen we uiteindelijk voor een erg late lunch in restaurant
Jordao, een klein snackbar/restaurantje, met werkelijk ontzettend
lekker eten. De reisgids heeft niets teveel gezegd. Martijn eet bijna
zijn vingers op bij de Bife a Casa en Karin krijgt Almaco Jack, een
ontzettend lekkere vis. Het eten is simpel maar ontzettend goed
klaargemaakt en we zitten heerlijk buiten… tot het bij de koffie weer
begint te regenen natuurlijk!

De lunch heeft wel iets goed gemaakt, maar we besluiten het voor
gezien te houden voor vandaag. We doen boodschappen en nokken af naar
het hotel. Daar lezen we, zien de heerlijk slechte film Dante´s Peak
(in het Engels, met Portugese ondertitels) en Karin maakt Martijn nog
maar eens af met een paar potjes Yathzee. We slapen vroeg: hopelijk
zijn er morgen wel walvissen!

De Azoren in bloei

De Azoren in bloei

Begin juni schijnt een mooie tijd te zijn om de eilandgroep in de
Atlantische oceaan te bezoeken. Veel bloemen en vogels, nog voor
de echte toeristenpiek, een redelijke kans op lekker weer en midden in
het walvisseizoen.

Tijdens deze reis, geboekt via de ANWB en verzorgd door Holland
International, bezoeken we Terceira (3 nachten) en Sao Miguel (4
nachten). De overnachtingen zijn geregeld, we hebben een huurauto tot
onze beschikking op beide eilanden en er is een walvisexcusie geboekt.

Zelf hebben we nog een (auto)kaart van de eilandengroep aangeschaft en
een extra reisgids (Bradt, 2007). Bovendien heeft een paar uur Googelen
ons onder andere geholpen aan goede reisverslagen, met handige tips. We
zijn dus goed voorbereid en heel benieuwd!

Zeebeesten

Zeebeesten

Deja vu treedt in: alweer zitten we keurig om 8 uur aan het ontbijt
en rijden we om half 9 weg. We worden er inmiddels een beetje
melig van en echt geloven in walvis doen we niet meer. Het was vannacht
erg mooi weer, maar 10 minuten na het opstaan begon het alweer te
betrekken. We doen ons best om positief te blijven, maar in ons hoofd
bedenken we al alternatieven.

We zijn dan ook bijna verrast als de trip gewoon door gaat! De wind
is gedraaid naar het noordwesten, waardoor we in het zuidoosten op zoek
kunnen naar zeebeestenn. Na de 2e keer de briefing (in veel slechter
Engels, maar door een net zo aardig meisje), worden we in een regenpak
en zwemvest gehesen en mogen we aan boord. Buitengaats botst het er
aardig op los en we zijn zo´n 3 kwartier bezig voor we iets zien. Ook
dan is het goed zoeken: de walvis (spermwhale) lijkt eerder op een
ronddrijvende boomstam tot hij adem haalt en zijn karakteristieke spuit
laat zien. Hij is met 50 meter wel verrassend dichtbij. We klotsen
aardig door elkaar en 1 van de deelnemers heeft duidelijk last van
zeeziekte. Het valt niet mee om iets te zien, laat staan forograferen,
dus het is even later puur geluk als Karin de staartvin van de duikende
walvis vol in beeld heeft. Eindelijk: gelukt!

Staartvin in beeld betekent wel dat de walvis zeker voor 3 kwartier
verdwenen is, omdat hij is begonnen aan een extra diepe duik, dus we
gaan op zoek naar andere beesten. Die zien we eerst in de vorm van
spotted dolphin en daarna in een enorme groep common dolphin. De
biologe die mee is verteld ons dat je het aantal dat je aan de
oppervlakte kunt zien minimaal moet verdrievoudigen. Als dat zo is zijn
er om ons heen minimaal 150 maar eerder 300 dolfijnen! We genieten ook
hier met volle teugen. Martijn maakt kleine filmpjes en Karin doet haar
best om te fotograferen. Dat laatste lukt nauwelijks (lage boot, veel
golven en mensen in de weg), dus uiteindelijk is het gewoon genieten.
En afkoelen: het regenpak van Karin is lek waardoor haar broek kletsnat
is en ze langzaam in een ijslollie verandert.

Ondanks dat moeten we al veel te snel terug. Op de weg terug hebben
we echter ook mazzel. We zien veel vliegende vissen, waarvan een aantal
op een paar meter van de boot. Ze schieten als zilver-blauwe strepen
voorbij. Ook zien we een schildpad en Karin ziet een Portugees
Oorslogsschip, een roze kwal, die er uitziet of hij een zeiltje op
heeft gezet. Erg giftig, erg mooi.

Na 3 uur zijn we – helemaal zout van het water – terug in de haven.
Afspoelen, droge kleren aan en opwarmen. We beginnen daarna maar met
lunch en koffie en even bijkomen. Na een uurtje rijden we naar Furnas,
het plaatsje waar we eergisteren ook al waren. Er schijnt een erg mooie
tuin te zijn en het weer wordt steeds beter. Bloemen fotograferen in de
zon?

Nou, weinig bloemen, maar wel schitterende planten en bomen. De
parkachtige tuin, die ongeveer 20 hectare groot is, bevat groen uit
alle werelddelen. We dwalen anderhalf uur in de inmiddels erg zonnige
omgeving rond. Midden in de tuin blijkt ook een natuurlijke warm-water
bron met water dat goed is voor je huid. Er wordt veel gezwommen, door
kurende mensen.

Als we uitgekeken zijn, maken we een laatste stop bij de Sete
Cidades, de twee vulkaanmeren die gisteren zo mistig waren. Nu liggen
ze er in de avondzon prachtig bij. Om deze geweldige dag af te sluiten,
eten we opnieuw in Ponta Delgada bij restaurant Jodao. Die kok nemen we
maar mee naar huis, lijkt ons zo. Terug in het hotel werken we de site
bij en nemen nog een wijntje!

Dag 1: naar Terceira

Dag 1: naar Terceira

De wekker gaat echt veel te vroeg. Op het volkomen belachelijke
tijdstip van half 4 komen we slaapdronken ons bed uit. Gelukkig staat
alles klaar en na een kopje thee worden we keurig op tijd opgehaald
door de bestelde taxi. Ongeveer 20 minuten later staan op op Schiphol
in vertrekhal 3. Het inchecken verloopt soepel. Helaas zijn er alleen
nog stoelen aan het gangpad, maar als we uiteindelijk om half 6 in het
vliegtuig zitten blijkt dat niet zo erg. De stoelen staan bij ArkeFly
wel ERG dicht op elkaar!

Na ruim 4 uur vliegen landen we op de luchthaven van Terceira,
midden in een bui met uitzicht op een prachtige regenboog. We halen de
koffers en de auto op en ongeveer drie kwartier later zijn we op weg
naar Quinta do Martelo, ons hotel voor de komende nachten.

Het eiland is klein: we zijn in een half uurtje aan de andere kant.
Het is overal erg groen. De akkers en weilanden zijn van elkaar
gescheiden door stenen muurtjes. We zien ook hortensia´s langs de weg,
al vermoeden we dat het over een maandje nog mooier is. Het hotel
vinden we door goed te letten op miniscule bordjes en letters die op
bushokjes en muren zijn geschilderd.

Quinta do Martelo is een oude boerderij, uit de 16e eeuw, die
helemaal in oude stijl is hersteld. We slapen in een van de oude
woonhuizen, ingericht in de tijd van het soort huizen in de 19e eeuw.
De kamer heeft een groot bed, een badkamer, houten luiken en een gebrek
aan warm water. Maar het is er heerlijk stil en schoon. Over bed
gesproken: het roept eigenlijk wel. Het is hier pas 11 uur, maar op de
Azoren is het 2 uur vroeger en we zijn al heeeeel lang wakker.

We besluiten dat meteen slapen eigenlijk zonde is en bovendien
hebben we wel trek, dus we vertrekken naar Angra do Heroismo (baai van
de heldenmoed), kortweg Angra, de hoofdstad van Terceira. Het is
een erg leuk plaatsje: het centrum is tot wereld erfgoed benoemd en
overal langs de met kleine steentjes bedekte straten en stoepen zijn
kerkjes (we tellen er al 7 na 10 minuten rondrijden), winkeltjes en
woonhuizen. We strijken neer aan de haven, waar we in alle rust
(buiten, maar onder een afdak, want zon en regen wisselen elkaar elke
10 minuten af) lunchen.

Na het eten wandelen we nog wat rond, bekijken de kathedraal en
landen uiteindelijk rond 3 uur in het hotel. Daar vallen we alsnog als
een baksteen in slaap. Na 2 uur gaat de wekker: nog niet helemaal
uitgeslapen, maar wel iets wakkerder vertrekken we naar de
welkomstbijeenkomst van de hostess. Na het gebruikelijke praatje en de
nog gebruikelijkere `intelligente` vragen van de aanwezigen, krijgen we
van de hostess onze tickets naar Sao Miguel (zaterdag), belooft ze uit
te zoeken hoe het dan met onze lunch en excursie op die dag zit en
boeken we een (extra) walvisexcursie. De weerverwachtingen vertellen
ons dat vrijdag de beste dag zou moeten zijn, dus we zijn benieuwd.
Voorlopig is het nog steeds elke 10 minuten raak (regen – zon – regen –
zon etc.) dus met de auto rijden we naar Angra en eten een hapje in
hotel-restaurant Beiar Mar. Niets mis mee: niet heel bijzonder, maar
misschien komt dat ook door onze vermoeidheid. Terug in het hotel gaat
letterlijk en figuurlijk binnen 10 minuten het licht uit. Eindelijk:
slapen!

Eilandtour

Eilandtour

Veel vroeger dan de wekker, maar na een uitstekende nacht slaap
ontdekken we dat er nog steeds geen warm water is. Brrrr: het douchen
slaan we dan maar even over. Na wat ´poedelen´ ontdekken we dat het
ontbijt (een gebouw verderop) ook helemaal in traditionele stijl en erg
lekker is. Er zijn verschillende broodsoorten en kazen, worsten en
jammetjes die allemaal van de boerderij komen. Zelfs Karin eet een
uitgebreid ontbijt. De warme verse citroenthee smaakt ook uitstekend en
weer helemaal vrolijk (lach niet: douche jij lekker in koud water?!)
stappen we in de auto.

Vandaag staat een eilandtour op het programma. We trekken in een
boog langs de hele westkust van het eiland. Het duurt ongeveer 15
minuten voor we helemaal verliefd zijn op het uitzicht op zee, de
schattige, vaak vrolijk gekleurde hiusjes, de net zo vrolijke kerkjes
(allemaal met 2 zwart-wit gestreepte torentjes) en het feit dat het
overal heerlijk stil en rustig is.

Kleine haventjes, uitzicht op zee: we stoppen ongeveer elk
kwartier voor een fotosessie. Ons beginpunt is Angra en vandaar rijden
we eerst naar Cinco Ribeiras. Daar hopen we een lokale
pottenbakkerswinkel te kunnen bekijken, maar die ziet er zo gesloten
uit dat we ondanks het bordje ´aperto´ (open) toch verder rijden. We
duiken op aanraden van de reisgids een zijweggetje richting het water
in en voor we het weten zitten we op een schattig weggetje dat ons
slingerend tussen de stenen muurtjes uiteindelijk naar een kerkje
brengt waar de heilige maagd gezien zou zijn.

Als we weer op de doorgaande weg (70 of 50 kilomter per uur, max.)
zitten, rijden we met een aantal fotostops naar Altares, waar we
lunchen in restaurant Caneta. We maken kennis met de ´alcatra´, de
lokale stoofschotel met vlees, kip of vis, die op feestdagen gegeten
werd. Erg smaakvol, uitstekend klaargemaakt en Martijn geniet. Karin
vindt het iets minder: het blijft toch gestoofd draadjesvlees!

Na de lunch is het rond 2 uur en het weer is inmiddels hard
achteruit gegaan. De zon laat zich steeds minder zien en het is harder
gaan waaien. We hebben niet veel hoop op uitzicht, maar de mogelijkheid
om de Santa Barbara (een 1021 meter hoge vulkaan) op te rijden laten we
ons niet ontnemen. Halverwege hebben we nog een aardig uitzicht, maar
uiteindelijk rijden we de voorbijrazende wolken in. Dichte mist dus en
bovenop aangekomen zien we nauwelijks 50 meter ver. Het waait er
keihard en we blijven lekker in de auto. Het is geen straf om weer naar
beneden te rijden, vooral omdat het een leuk weggetje is, met bloemen
langs de kant en af en toe koeien erop!

In Biscoitos (´biscuitje´) zorgt het weer voor een spectaculair
uitzicht. De plaats is genoemd naar de ronde, zwarte lavarotsen, die
met een beetje fantasie de vorm van koekjes hebben. De
kust is ruig en het water slaat met donderend geraas
is enorme fonteinen op de kust. We waaien heerlijk uit en
genieten van het uitzicht.

Na deze laatste kuststop rijden we het binnenland in. We willen
proberen om de fumaroles (de gaten in de grond waar de vulkanische
gassen uit naar boven komen) te gaan bekijken. Aangekomen bij de plaats
waar dat mooi schijnt te kunnen (Furnas do Enxofre), zien we geen hand
voor ogen door de mist en regen en rent een groepje
verzopen Portugezen terug naar de auto. Eh, we slaan bij nader
inzien toch maar even over…

Het is inmiddels half 4 en we willen nog wel even niksen. In een
half uurtje zijn we weer op de thuisbasis: het blijft toch echt een
klein eiland! Terug in het hotel blijkt er nog steeds geen warm water,
maar na een telefoontje lost de eigenaar dat snel voor ons op. Helaas
weet hij ons een half uurtje later ook te vertellen dat de
walvisexcursie voor morgen is gecancelled. Maar willen we misschien een
stierengevecht zien? Er is er nu één, voor op straat. Karin
slaat over, maar Martijn is wel nieuwsgierig. En gelukkig is het
een stuk diervriendelijker dan de versies die we uit de verhalen
kennen. De stier zit aan 2 lange touwen vast, maar krijgt redelijk de
ruimte. Het is de bedoeling dat je als stoere local (man uiteraard: er
is geen vrouw te bekennen) langs of voorbij de stier rent en niet
geraakt wordt. De stier wordt niet gewond of gedood: de enige die een
risico loopt zijn de voorbijrennende mannen!

Uiteindelijk is het etenstijd en rond 7 uur eten we in ons eigen
hotel. Opnieuw alcatra, maar deze keer met kip. Ook weer erg smaakvol.
Het restaurant is net als de rest van het hotel ingericht in ´oude´
stijl, inclusief oude radio, waar werkelijk een afschuwelijk
kattengejank uit komt. Normaal kunnen we lokale muziek wel op waarde
schatten, maar dit is gewoon vals en klinkt nergens naar. Melig
bedenken we onze eigen teksten op het gejammer en we zijn blij als het
na een half uurtje stilvalt. Na een kop koffie / verse citroenthee
(lekker!) vertrekken we naar de kamer. We zijn blij met de electrische
verrijdbare cv, die de ergste kou uit de kamer haalt. We slapen rond
half 11: bekaf, maar erg tevreden met een leuke, volle dag.

Naar Kyiv

Naar Kyiv

De wekker gaat op het vreselijke tijdstip van 4 uur. Het regent, is donker en de weersvoorspellingen zijn beroerd. Prima weer dus… voor een uitstapje naar de Oekraine. Harro is zo lief om ons om half 5 naar Schiphol te brengen, waar we ruim op tijd aankomen om de bagage te droppen, door te douane te gaan en iets te drinken in afwachting van het boarden. Tegen half 7 is het al behoorlijk druk en keurig op schema zitten we in de lucht: dag wolken, dag regen!

Na 2 uur en 10 minuten (ruim voor schema dus) landen we op de luchthaven van Kiev of Kyiv zoals je het hier schrijft. Geen minuut te vroeg want een groot aantal rijen voor ons is er een mevrouw onwel geworden. Ze kreeg in de lucht al zuurstof en wordt nu met de ambulance afgevoerd. Gelukkig kan ze wel lopend het vliegtuig uit.

We gaan door de douane (hoera een stempel! Tip: altijd een adres invullen, al is het je hotel van de eerste nacht) en pikken onze bagage op. Daarna beginnen we pas echt aan ons avontuur. Het blijkt heerlijk weer en het is warm (het lijkt wel echt zomer!) dus we heben het gevoel dat we de wereld aankunnen! Eerst maar pinnen. Dat gaat eenvoudig: we zien meteen een pinautomaat. Daarna lukt het ons met handgebaren, 1 woord Oekrains, 3 woorden Engels en gelukkig de hulp van onse Oekrainse buurvrouw uit het vliegtuig, een bus te vinden die ons in een uurtje naar het Centraal Treinstation brengt. En daar willen we wel zijn: we moeten immers nog treinkaartjes regelen.

Dat blijkt een wat grotere uitdaging. Volgens de gids moeten we balierij 40, 41 of 42 hebben (daar spreken ze wat Engels). Na 20 minuten wachten blijkt dat tegen te vallen, maar de behulpzame dame achter het loket brengt ons naar balierij 38. Die dame spreekt geen Engels en is ondanks hulp van een Frans-Russisch sprekende dame niet bereid om ons te helpen. Ze stuurt ons naar balierij 8. Dat blijkt in het hoofdgebouw van het station. Na daar weer gewacht te hebben blijkt ook deze dame geen Engels machtig te zijn. Maar terwijl Karin haar nog even aan het lijntje houdt, schiet Eveline de jonge vrouw die achter ons staat aan. Ondanks haar niet al te vriendelijke blik is ze van harte bereid te helpen en 2 minuten later hebben we de kaartjes! Het kost anderhalf uur, maar nu hebben we een 1e klas coupé, in de nachttrein van zondag op maandag naar Lviv (of Lvov, zoals het ook heet): precies zoals we wilden!

We trakteren onszelf op een flesje water, bekijken de reusachtige hal van het station en besluiten daarna dat het tijd is voor stoer plan nummer 3: een metro naar ons hotel. Met wat hulp vinden we de ingang en dan puzzelen we onszelf naar een metro de goeie kant op. De kaartjes zijn kleine, groene plastic schijfjes die je in het poortje stopt waarna er een lampje groen wordt. Ze kosten helemaal niets: 50 kopekhe of omgerekend een paar eurocent en je mag onderweg nog overstappen ook. Dat is mooi, want dat moeten we ook om bij ons hotel te komen. We vergelijken letters alsof het plaatjes zijn en vinden onszelf vreselijk stoer als we uiteindelijk zonder problemen keurig voor de deur van ons hotel blijken te staan. We checken in, waarbij we ook ontbijt voor morgen regelen en ploffen inmiddels toch wat vermoeid op onze keurige (hoewel een tikkie saaie) hotelkamer neer.

Toch willen we nog wel wat zien, dus na een opfrissessie pakken we een metro naar het Onafhankelijkheidsplein dat in 2004 het centrale punt voor de Oranjerevolutie was. Het is enorm, in het weekend niet toegankelijk voor verkeer en voorzien van de nodige imposante beelden. Op een zuil van het postkantoor blijken nog resten van de oranje grafitti bewaard gebleven, achter glas. We fotograferen en kijken bovendien onze ogen uit naar alle schaars geklede, met goud en merkspullen behangen dames. Zoals 1 van de reisgidsen zegt: it’s not a sin to be poor, but it’s a sin to look poor! Hoogblond haar (nep), hoge hakken, heeeeel erg korte en strakke rokjes en truitjes: jammer heren, jullie missen echt wat!

Als we het plein van alle kanten hebben bekeken, wandelen we door naar het Vriendschapsmonument, een grote titanium boog, met daaronder een groot beeld van 2 mannen die in een overwinningsgebaar een vuist omhoog steken. Het symboliseert de goede betrekkingen tussen Rusland en de Sovjet Unie, dus het is wat omstreden, maar nog steeds een populaire trekpleister. Het uitzicht achter de boog, op de Dnjepr, is ook leuk, dus we zijn blij dat we even door zijn gelopen.

Inmiddels is het eind van de middag en beginnen we te merken dat we zo vroeg zijn opgestaan. We pakken daarom een metro naar een plein een stukje verderop, waar we na even zoeken (niet op nummer 40 maar op 44) het restaurant vinden dat in de gids staat en plaatselijke specialiteiten serveert. Het eten is erg lekker: gevulde pannenkoekjes vooraf en als hoofdgerecht een gevuld stuk kip (Eveline) en in honing gemarineerde kipkluifjes (Karin).

Daarna is het echt op. We gaan naar het hotel, waar Eveline ontdekt dat het tijd is voor  stoere actie 312 van vandaag (men spreekt toch erg weinig talen over de grens, anders dan Russisch). In en dichtbij gelegen supermarkt koopt ze een nieuwe tandenborstel en dan vallen we na heeeel even lezen, bekaf in slaap. Wat een geweldige eerste dag! 

Kastelen!

Kastelen!

Het was snertweer gisteren en na een bezoek aan het Internetcafé (waar we overigens onze mail niet konden lezen) besloten we dat het tijd was voor wat lezen op bed. Bijna 3 uur later, 1 hoofdstuk lezen en 2 uur slapen verder voelen we ons een stuk beter en is het dringend tijd voor een hapje. De eerste aanrader uit de gids lijkt ons niet wat, maar restaurant Amadeus, naast de kathedraal, ziet er goed uit. Het eten blijkt er heerlijk. Karin waagt zich aan de traditionele borscht (bietensoep) en Eveline aan de tomatensoep. Het hoofdgerecht van zalm, krab en avocado is heftig maar wel erg lekker.

Na het eten zoeken we nog even een ander Internetcafé op en daar komen we er tot onze teleurstelling achter dat het niet gaat lukken om Odessa in het reisprogramma op te nemen (zie nieuwsflits vorige pagina)! De reisorganisatie die we inschakelden om dat te regelen geeft aan dat alles vol zit. Terug in het hotel bedenken we 2 alternatieve plannen: een andere stop, in Kamyanets-Podilsky (een klein plaatsje dat geheel op de Wereld Erfgoed lijst staat) of een extra dag in Lviv en een extra dag in Kiev. We besluiten morgen wat extra info in te winnen en na nog wat hoofdstukjes lezen vallen we in slaap.

Na een prima nacht slaap zitten we om half 9 aan het ontbijt, dat overigens ondanks de waarschuwingen best in orde is. We informeren na het eten direct bij de receptie of het eventueel mogelijk is een dag langer te blijven en als dat blijkt te kunnen spreken we af daarover vanavond een knoop door te hakken. Daarna wachten we op Diana, onze gids voor vandaag en de chauffeur. Keurig op tijd worden we opgehaald. Onze chauffeur (die overigens naamloos blijft en geen woord Engels spreekt – behalve “bye” blijkt op het eind) scheurt er direct op een zeer Oekrainse manier vandoor: hard, gebruik makend van voordringen en ongeduldig. Diana barst meteen los in een waterval van informatie. Ze vertelt honderduit over de stad en daarna over de dorpjes waar we doorheen rijden. Ze spreekt uitstekend Engels en lijkt het wel leuk te vinden dat we alles willen weten. Nadat we haar hebben overtuigd van het feit dat we geen studenten zijn, denkt ze dat we journalisten zijn! Ze vindt het in ieder geval erg stoer dat we zomaar samen deze voor ons lastig te volgen wereld verkennen.

Het landschap is kaal en heuvelachtig. Diana vertelt dat na het vertrek van de Russen de economie van het land is ingestort en het land dat eerst van iedereen en niemand was, nu te koop is. Het kost elk jaar 20% meer en veel gezinnen vertrekken naar het buitenland omdat het lastig is een gezin te onderhouden. Langs de weg zien we veel vervallen “community farms”, boerderijen die vroeger door een hele gemeenschap tegelijk werden bewoond en bewerkt, maar na het vertrek van de Sovjets leeg raakten en nu spookachtig in het landschap staan. De wegen zijn veelal slecht, maar er wordt hard aan gewerkt. De verwachting is dat de snelweg van Kiev naar Warshaw (in Polen), waar nu nog hard aan gewerkt wordt (24 uur per dag, 7 dagen per week) volgend jaar af is.

Na ongeveer een uurtje zijn we bij onze eerste stop. We komen er niet achter wat de exacte naam is van dit kasteel dat deels fort, deels paleis is. Ook hier wordt hard gewerkt aan de restauratie van het monument uit de 16e en 17e eeuw dat volgens een gedeeltelijk Nederlands ontwerp is opgetrokken. De wallen werden vroeger omgeven door een slotgracht. Het hoofdgebouw is gedeeltelijk gerestaureerd en heeft een echte wc binnen, die vroeger boven de slotgracht uitkwam! In het bijgebouw, dat in Chinese stijl is opgetrokken worden we langs een behoorlijke verzameling schatten uit alle delen van de wereld geleid. We zijn veel geschenken van ambassadeurs en Diana is trots op dit begin van de wederopbouw van haar land. In de tuin zien we twee enorme stenen: 1 met Latijnse letters en veel puntjes (een puzzel wat daar ooit heeft gestaan) en 1 met een gat waarmee je – als je de juiste vinger de juiste kant op draait – je spirituele of materiele wens kunt laten uitkomen.

De tweede stop is een kasteel dat in de jaren ’50 volledig is uitgebrand. Ook hier wordt (door mannen en vrouwen) hard gewerkt aan het herstel en de planning is dat er over 2 weken een klein museum in 1 van de kazematten open gaat. Voorlopig mogen we er niet in (en worden we dus ook binen 15 seconden weer vriendelijk doch beslist naar buiten gestuurd als we het toch proberen), maar er om heen lopen  mag wel. Diana laat foto’s zien van hoe het kasteel er vroeger van binnen uitzag en we zien de enorme terrastuinen, die er kaal bij liggen. Toch heeft het wel wat, dat vriendelijke spookkasteel aan het einde van een lange oprijlaan met bomen, waarover een aantal werklui met paard en wagen zand vervoert.

De laatste stop is kasteel Olesko en het absolute hoogtepunt van de reis. Nadat we onderweg een korte stop hebben gemaakt voor een foto van een zowaar best aardig Sovjet monument, blijkt het kasteel dat aan de buitenkant vrij eenvoudig is, van binnen prachtige kunstschatten te bevatten. We zien zalen met ikonen uit de 14e en 15e eeuw, beelden, houtsnijwerk en nog veel meer moois, waaronder een met hout ingelegd tafelblad met een kaart van het Heilige Land. Indrukwekkend mooi en jammer dat we geen foto’s mogen maken.

Na wat drinken en een lunch is het tijd voor de terugrit. Een uur later komen we in Lviv aan. Inmiddels hebben we op basis van verhalen van Diana besloten dat we niet naar Kamyanets gaan (te ingewikkeld), maar donderdagnacht met de trein naar Kiev terug gaan. Dus het is tijd om deze tickets te kopen, we strikken Diana om voor ons te tolken. Ze maakt zich drukker dan wij en wil ons maar nauwelijks achterlaten als het geregeld is, maar binnen 20 minuten hebben we 2 eersteklas tickets terug naar Kiev!

We pakken na afscheid van Diana de tram terug naar de stad en regelen dat we inderdaad een extra nacht in ons hotel mogen blijven. Daarna is het tijd voor terras (ja, het weer was vandaag weer heerlijk!) en een hapje in een hip restaurant met lekker eten. Na nog even mailen met wat hotels, is het zometeen tijd voor wat extra hoofdstukken lezen!

 

Nog één kerk dan

Nog één kerk dan

Na wat getwijfel besluiten we vandaag niet het openluchtmuseum ten zuiden van de stad te bezoeken, om te voorkomen dat we daar net een bus missen en daardoor ons vliegtuig niet halen. We wandelen dus naar de St. Vladimirskerk, die net buiten het centrum van Kyiv ligt. Het is weer stralend weer en we de zon van de afgelopen week laat inmiddels een zichtbaar kleurtje op onze huid achter.

De kerk heeft van buiten weer de glitter en glamour die we gewend zijn: 7 koepels, dit keer met sterren er op. Maar daar komen we niet voor: juist het interieur schijnt bijzonder te zijn. En inderdaad: de kerk is uitbundig gedecoreerd en de schilderijen zijn mooi en in goede staat. Er is onder andere een schilderij bij van een massale doop in de Dnjepr. Karin koopt een “fotografeervergunning” en leeft zich uit. Ondertussen is er een doorlopende dienst gaande met prachtig koorzang. Ook hier lopen gelovigen en andere belangstellenden in en uit. Je ziet vaak mensen naar een beeld toelopen, hun gebed doen en weer vertrekken. Dames dienen in principe een hoofddoek te dragen, maar het maakt allemaal niet zoveel uit: zolang je je een beetje gedraagt ben je welkom om te doen wat je wilt.

Na dit bezoek wordt het toch echt tijd afscheid te nemen van de stad. We halen onze tassen op bij het hotel en nemen de metro naar het centraal station. Daar staat al een bus klaar die ons in 3 kwartier naar de luchthaven brengt. Daar zijn de procedures probleemloos maar ook eindeloos: er hebben toch zo’n stuk of 5 mensen onze papieren bekeken, gestempeld en goedgekeurd voordat we mogen boarden.
Aan boord doen 3 babies een huilwedstrijd, het gaat van dramatisch naar hilarisch en weer terug. Gelukkig hebben we beiden nog een fijn boek om ons op te richten en zo is Amsterdam snel bereikt. Precies volgens schema landen we en jawel, daar staan Harro & Martijn al klaar om ons naar huis te brengen. Het einde van een avontuurlijke, boeiende en gezellige vakantie!

Meer vervoermiddelen & devote toeristen

Meer vervoermiddelen & devote toeristen

Na een heerlijke nacht genieten we van het keurige ontbijtbuffet, inclusief typisch Oekrainse pannenkoek- en varkensvetspecialiteiten. We besluiten vandaag naar het belangrijkste bedevaartsoort / de grootste toeristische trekpleister van Kiev te gaan: de zogenaamde Caves Monastery. Dit klooster bestaat al sinds ongeveer 1050 en werd aanvankelijk ondergronds aangelegd. Inmiddels zijn de belangrijkste gebouwen bovengronds en liggen in de grotten de lichamen van de heiligen uit de bijna 1000-jarige geschiedenis van dit Orthodoxe bolwerk. Gezien het ietwat druilerige weer en de ingewikkelde metro/busroute daarheen besluiten we dat ook we ook een keer een Oekrainse taxi willen uitproberen. Zo gezegd, zo gedaan, en voor we het weten staat we voor een aantal imposante kerken met goudkleurige koepels.

Het is hier wel de bedoeling dat je er netjes bij loopt, dus we knopen beiden een doek om ons hoofd. Dit helpt ook bij het niet te veel opvallen tussen de mensen. Er zijn hier weliswaar naast de pelgrims veel toeristen, maar alles wat je hoort is Russisch en Oekrains. De kerken en gebouwen liggen aan een aantal paden en pleinen en vormen een mooi geheel. Ondanks dat we het vele goud in katholieke kerken meestal niet zo mooi vinden, hebben deze kerken met hun gouden koepels wel wat, ze vormen een stijlvol geheel. Na wat rondgekeken te hebben, bezoeken we eerst een van de musea op het terrein, het Museum of Microminiature. In dit museum staan een aantal zeer kleine voorwerpen tentoongesteld, die je met een microscoop kunt bekijken. We zien bijvoorbeeld het kleinste boek ter wereld en een compleet schaakbord ter grootte van een speldenknop.

In de belangrijkste kerk is ondertussen een dienst bezig. Toch lopen er ook veel toeristen in en uit, wat wij dus ook doen. Ook hier weer mooie decoraties. Als we vervolgens om de kerk heen lopen komen we bij een pleintje bij de achteruitgang. Hier ontspint zich een mooi tafereel: minstens 25 priesters, voorgangers en andere belangrijke kerkmannen komen, in vol ornaat en zichtbaar ontspannen na de dienst, naar buiten en ontmoeten daar kerkgangers en pelgrims die vol spanning op hen wachtten. Inmiddels is de zon ook nog doorgebroken dus we staan het heerlijk te bekijken. We moeten er ook een beetje om lachen: sommige van deze celibataire mannen lijken dit moment van de week, met volop belangstelling van voornamelijk vrouwelijke volgelingen, bijzonder aangenaam te vinden. Karin maakt veel mooie plaatjes van het geheel. Vanaf dit plein hebben we ook een mooi uitzicht over een park aan de Dnipro-rivier en we zien het 62 meter hoge beeld genaamd Rodina Mat. Dit heet officieel het Defense of the Motherland Monument, maar wordt ook wel de Iron Maiden of Tin Tits genoemd.

Na een sapje in het zonnetje wandelen naar een andere kerk, waar goed verborgen de toegang tot heilige grotten ligt. Ondanks dat we al heel netjes zijn met onze lange broeken en hoofddoeken, doen we er nog een schepje bovenop met een geleende omknooprok. Ook kopen we elk een kaarsje, wat we bij de ingang aansteken. Zo schuifelen we in de lange rij met pelgrims en toeristen door de grotten. Toeristen kunnen slechts een klein deel zien, maar er liggen hier 123 gemummificeerde monniken. Hun lichamen liggen daar al honderden jaren en worden als heilig beschouwd doordat zij nog steeds intact zijn. Een meer rationele verklaring is de koele en droge lucht in de grotten. Gelukkig zijn de lichamen tegenwoordig achter glas verborgen zodat het vocht dat de 200.000 toeristen per jaar uitademen, ze niet beschadigt.

Als we het terrein aflopen zien we verschillende marshrutky staan. Dit zijn minibusjes die volgens vaste routes rijden en vertrekken als ze vol zijn. Aan de ramen hangen lijsten met bestemmingen, helaas weer in het voor ons nauwelijks leesbare cyrillische schrift. Op een van de lijsten herkennen we echter het woord voor het Onafhankelijkheidsplein dus we springen in dit busje en stappen weer uit als we het plein zien. Hieraan ligt onder andere het postkantoor met internetcafe waar we na wat terrasbezoek onze eerste reisverslagsessie doen.

Straks gaan we nog ergens van een Oekrainse specialiteit genieten, onze tassen bij ons hotel ophalen en vervolgens naar het station voor de trein naar Lviv. Als we hier volgende week terugkomen zullen we weinig moeite hebben om ons hotel voor dat weekend te vinden, dit ligt namelijk zo centraal dat we er al over struikelden!

Nachtelijke avonturen

Nachtelijke avonturen

Nadat we ons reisverslag hebben bijgewerkt in het plaatselijke postkantoor, wandelen we langs een kleine demonstratie op het plein (revolutie deel 2? Er worden leuzen over visa gescandeerd) naar een hippe koffie- annex lounge club voor een bakkie en mensen kijken. Dat mensen kijken lukt uitstekend, maar na een eerste bakkie is het wijntje van Eveline er zo terwijl Karin bijna een uur (!) wacht op een Mojito. Gelukkig hebben we geen haast en de sushi met vis smaakt prima.


Rond kwart over 7 rukken we ons los van het terras en gaan op zoek naar het restaurant van de Varenyky, de ravioli-achtige deeggerechten die met allerlei vullingen worden geserveerd. Na enig zoeken vinden we het bedoelde restaurant en de variant met champignon en aardappel van deze plaatselijk beroemde deegballetjes blijkt prima (hoewel een tikkie flauw) te smaken. We teuten wat over een toetje en koffie en rond half 10 vertrekken we naar het hotel. Daar pikken we de tassen op om vervolgens met ons laatste metromuntje via een overstap bij het Centraal Station uit te komen. Een prachtige volle maan schijnt ons tegemoet en we blijven nog even in de afkoelende buitenlucht zitten.


De trein komt op perron 1 en ruim voor tijd zoeken we onze wagon op. Tickets laten zien en vragend “Lviv?” zeggen levert ons coupe 2, met bed 3 en 4 op. Ons eigen slaapkamertje voor vannacht! Wel een beetje krap en we zijn blij als de airco aan gaat, maar keurig opgemaakte bedden en zelfs een toiletartikelen-pakketje onder het kussen: handdoekjes, zeep, een vochtig doekje, zakdoekjes… Het is even stapelen (waar laten we de tassen en hoe zitten we elkaar niet in de weg), maar dat gaat goedkomen met die nachtrust.


Keurig op tijd vertrekt de trein van het station. We staan een minuut of 10 te kijken hoe Kyiv uit zicht verdwijnt, voordat we ons tanden poetsen in de toiletruimte en het bed opmaken. Het schommelen valt aanvankelijk met al dat op ons kop staan een beetje tegen, maar als we eenmaal liggen zorgt het ervoor dat we langzaam in slaap schommelen. Lviv: here we come!

Meer Kyiv

Meer Kyiv

Het is behoorlijk vroeg als we in Kyiv aankomen: de trein rijdt al rond kwart over 7 het station binnen. We staan natuurlijk klaar met onze spullen. Voor het station wurmen we ons een weg naar de metro: deze keer hoeven we alleen naar het Onafhankelijkheidsplein. We vragen ons wel af of de spits geen ramp gaat worden.

Als we aan komen lopen blijken de deuren van het gebouw dicht. Er hangt een aanplakbiljet, maar daar kunnen we natuurlijk geen bal van lezen. Uiteindelijk komen we er via de hulp van een vriendelijke dame die een piepklein beetje Engels spreekt achter dat de metro’s om half 10 weer zullen rijden. Tja, zo lang willen we niet wachten.

Na enig aarzelen en zoeken naar een bus worden we – precies op het moment dat we ons er bij neer hebben gelegd dat het een taxi wordt – aangesproken door een taxichauffeur. Na een beetje onderhandelen brengt hij ons verrassend vlot en voor een redelijke prijs naar het plein. En daar zien we Hotel Kozatsky (dat we bij onze eerste stop in Kyiv al haden gezien) weer terug. We kunnen gelukkig meteen inchecken en het is lekker om ons even op te frissen. De kamer is niet denderend, maar het hotel ligt echt heerlijk centraal! Als we de wereld weer aankunnen, ploffen we op het terras van een koffietentje neer, waar we een bakkie doen en heerlijke flensjes eten. Zo: kom maar op met al die bezienswaardigheden!

De eerste stop is meteen een heel beroemde: we lopen naar de Sophia Kathedraal, genoemd naar de wereldberoemde Hagia Sophia in Istanbul. De kerk staat op een enorm ommuurd terrein en is rond 1024 gebouwd in opdracht van Prins Yaroslav’s de Wijze. Een enorme blauw met witte klokkentoren met een gouden koepel (gebouwd in 1752) geeft toegang tot het terrein. Om daar te komen betaal je 2 hryvna en om de kerk te bekijken nog eens 20 (omgerekend dus ongeveer 3 euro): voor de mensen hier een fortuin. Maar het is het erg waard. We dwalen wel een uur door de kerk, waar schitterende ikonen in mozaiek en schilderingen uit de 11e en 12e eeuw te zien zijn en resten van de prachtige mozaiekvloeren. Nogmaals: erg de moeite waard!

Na deze stop lopen we door naar het St. Michael’s Klooster dat na in de jaren ’30 verwoest te zijn door de Sovjets, nu schitterend is herbouwd en sinds 2001 een belangrijk orthodox bolwerk is. Er staan wel drie bruidjes voor het gebouw en Karin maakt een paar plaatjes waar 1 of meer van de dames in overdadige jurken “per ongeluk” opstaan. Voor het klooster staan 2 standbeelden: 1 met beelden van de apostel Andreus, prinses Olga en de grondleggers van de Slavische literatuur en het cyrillisch schrift: St. Methodius en St. Cyril. Het andere beeld herdenkt de geschatte 3 tot 6 miljoen (!) doden van de door een slechte oogst en inhalige en machtbeluste Sovjets veroorzaakte voedelsramp in de jaren 20 van de vorige eeuw.

Na een rondje om het klooster pakken we een tandradbaantje naar het lage deel van Kyiv, aan de oever van de Dnjepr. Het ziet er allemaal wat kil en grijs uit, maar uiteindelijk vinden we een soort grote woonboot waar een restarant in is gevestigd. Daar eten we een late lunch, om vervolgens een metro naar het plein terug te pakken. Daar aangekomen is de volgende stap een logische: het terras van onze eerste dag Kyiv!

Uiteindelijk zitten we daar de rest van de middag en eten we er zelfs een hapje. We lezen en lezen, drinken nog een drankje, lezen nog wat meer en kijken mensen. En er is genoeg te zien: de magere dames met te hoge hakken (waar ze niet op kunnen lopen), hun beperkte en vaak doorzichtige merkkleding en grote hoeveelheden goud werken regelmatig op onze lachspieren, maar misschien zijn we wel een beetje jaloers op de benen van een deel van deze dames. Nogmaals: heren, jullie missen echt wat!

Als het donker begint te worden kijken we nog een uurtje mensen op het centrale plein, dat een verzamelplaats van toeristen en locals lijkt te zijn. Veel mensen drinken op straat bier en we zien gezinnen met kinderen, stelletjes, groepen vrienden en vriendinnen langzaam dwalen over het plein of op de bankjes bij de fontein hangen. Uiteindelijk is het om half 11 op: het is een lange dag geweest. Allebei in onze eigen lakenzak (want we hebben precies 1 laken…) vallen we in slaap.

Meer Lviv

Meer Lviv

Vandaag begint de dag met uitslapen. De wekker gaat op het luxe tijdstip van kwart over 9 en na een loom ontbijt trekken we pas rond half 11 de stad in. Om te beginnen naar de plaatselijke VVV waar we een boekje kopen met wat extra info over alle bezienswaardigheden in de stad. Aan de hand daarvan dwalen we langs de resten van de oude stadsmuur en bekijken we door glazen deuren een behoorlijk druk versierde kerk. Daarna is het hoog tijd voor koffie en iets zoets in cafe Veronika. De Oekraine en vooral Lviv lijkt wat betreft “zoet” op Praag en Krakow: elk koffiehuis heeft veel taarten en cakes staan. Dit koffiehuis heeft ook nog eens een geweldige Weense uitstraling. We doen lekker rustig aan en kijken mensen.

Als we uiteindelijk weer vertrekken halen we voor 3 hryvna wat broodjes en puzzelen we uit welke tram we moeten hebben om bij de enorme begraafplaats ten zuid-oosten van het centrum te komen. We proppen ons in de tram en drie haltes en een paar minuten lopen later staan we aan de poorten van de Lychakivsky Begraafplaats. Deze enorme begraafplaats die stamt uit halverwege de 19e eeuw heeft veel weg van de Parijse variant (Père-Lachaise) en is indrukwekkend. We dwalen bijna twee uur langs en tussen de verschillende graven. Een hoek is vooral gewijd aan militaire graven: in een andere liggen allerlei beroemde Oekrainers. Tegenwoordig worden er nauwelijks meer mensen begraven, hoewel je nog steeds bijgezet kan worden in een familiegraf of met veel geld een plaatsje kan kopen. We zien een aantal oude mensen graven bijwerken. Het is erg mooi en een heerlijk rustige plaats, dus wat ons betreft zijn er slechtere plekken om te eindigen! 

Rond half 4 pakken we een tram terug en drinken we iets in een cafe op Rynok Square. Zowel de koffie als de wijn is er uitstekend en uiteindelijk rukken we ons pas rond kwart voor 7 los om te gaan eten. We komen terecht in het schattige Kilikia, net achter het plein. We zitten aan tafeltjes in een steegje naast het restaurantje. Het eten is niet duur en echt heel erg lekker. De enige dissonant is het gegiegel van een aantal gasten en de ober. Na enige tijd krijgen we door dat het over ons gaat en we zinnen op wraak. Als de gasten uiteindelijk weggaan en de ober onze kant op kijkt, zegt Eveline ijzig “Kwitantia bootlaska” (de rekening alstublieft). Het gezicht van de ober verkreukelt: zouden we nu toch Oekrains spreken en / of verstaan?! We staren hem streng aan en hij verdwijnt haastig. Als hij uit zicht is verdwenen, barsten we in lachen uit: wraak is misschien een beetje kinderachtig, maar wel leuk!  

Nadat we de rekening hebben betaald, leeft Karin zich een half uur in het prachtige avondlicht uit op de kerken die nog in de zon staan (met fototoestel dus!). Ook de flaneerboulevard voor ons hotel baadt in zonlicht en een muzikant met talent maakt dat ons humeur in no-time weer op peil is. Als de zon bijna is verdwenen eten we ons toetje (vooruit EN drinken we nog een wijntje) in ons inmiddels favoriete cafeetje. De serveerster spreekt geen Engels maar is wel een stuk vriendelijker dan de sukkel van het restaurant. Tevreden vertrekken we uiteindelijk rond half 11 naar ons hotel: even lezen en dan snel het licht uit!

Lviv

Lviv

De wekker gaat om half 9 en na enig rekken en strekken (het ligt best lekker, ondanks de harde banken) staan we op en kleden ons aan. Om kwart voor 10 schommelt de trein zoals beloofd Lviv binnen. Voor het station puzzelen we even over de vervoermiddelen die er zijn: taxi, bussen (veel bussen!) en een tram. Die laatste belooft vlak bij ons hotel te stoppen, dus na een paar minuten vertrekken we met tram 1 de stad in. Kaartjes kopen doe je overigens bij de dame die onderweg langskomt. Voor 50 kopekhe komen we vlak bij Hotel George uit.

Bij de receptie doen ze niet moeilijk: we zijn eigenlijk anderhalf uur te vroeg, maar blijkbaar is ons verzoek om vroeger in te kunnen checken goed ontvangen, want zonder vragen krijgen we een prima kamer. Enorm groot, met een joekel van een badkamer (met bad!) en een klein balkon zodat we op “het volk” kunnen neerzien. De rest van Hotel George is ook net zo leuk als beloofd, met een geweldig trappenhuis en enorm hoge gangen.

Nadat we ons even hebben opgefrist dwalen we de stad in. Na een kleine postduif-actie van Karin en wat verwarring over de exacte lokatie van de Tourist Information (ter info: allebei de boekjes gaven onjuiste informatie, hoewel de LP het dichtst in de buurt zat) halen we een stadskaart om vervolgens neer te ploffen in een tea-room, annex taartjeshemel. Met een joekel van een stuk chocotaart en iets te drinken voor ons neus bespreken we de opties: wat gaan we doen op welke dag. Nog een drankje later zijn we er uit: vandaag dwalen, morgen een excursie buiten de stad, de dag daarna de must-see dingen.

Als we weer buiten komen regent het en wat mistroostig gaan we op zoek naar reisorganisatie Meest tours. Daar onderhandelen we onszelf naar een kastelentrip voor twee met eigen auto en Engels sprekende gids. Aansluiten bij de Russisch/Oekrainse groepen lijkt ons niet zo’n goed idee… Morgen worden we om half 10 bij het hotel opgehaald!

Daarna duiken we een Internetcafé in en hier maken we plannen voor de rest van de dag. Wordt vervolgd…

Laatste dag Lviv

Laatste dag Lviv

Opnieuw slapen we uit. Na het eten stampen we onze zooi weer in de tassen, die we achterlaten in de bagageruimte van het hotel. Vanavond pakken we immers de trein terug naar Kyiv!

Na het uitchecken lopen we naar Rynok Square, waar aan bijna elk huis een verhaal kleeft. In elk gebouw heeft wel een rijke wijnhandelaar, een ambassadeur of een andere handelaar gewoond. De mensen die hier woonden hadden geld en hoe breder een huis, hoe meer. Voor elk raam meer dan de drie die een huis er standaard mocht hebben, moest de eigenaar belasting betalen. Natuurlijk waren er een aantal opscheppers die huizen lieten bouwen met meer ramen, hoewel de huizen over het algemeen redelijk éénvormig zijn. Het weer is goed (nog meer zon dan gisteren en ook wat warmer) dus we nemen onze tjid met het bekijken van elk nummer en het lezen van de bijbehorende verhalen.

Op nummer 6 gaan we naar binnen. Daar zit behalve een schattige Italiaanse binnenplaats, met cafe, een deel van het historisch museum van Lviv. Na een drankje bekijken we uitgebreid de binnenplaats en de “Royal Halls”. De complete bovenverdieping van het gebouw bevat behalve allerlei schilderijen en porcelein van de adel uit de 17e en 18e eeuw, een werkelijk prachtig ingelegde houten vloer. Elke bezoeker mag alleen met een soort sloffen om zjin of haar schoenen naar binnen, dus we schaatsen over de gladde vloer door alle zalen. Het is niet enorm groot, maar wel erg mooi.

Als we het hele plein rond zijn bekijken we nog de Boim Kapel, in de zuid-west hoek van het plein. Deze drukversierde kapel heeft een beeld waar Jezus met zijn hoofd in zijn handen zit onder de Latijnse tekst: “laat ieder die hier voorbij komt zich afvragen of zjin zorgen groter zijn dan de mijne”.

Na een plaatje van deze kapel met voorbijsnellende non, gaan we op zoek naar “de blauwe fles”, een piepklein lunchcafé aan een verstopt binnenplaatsje. Het is enorm schattig, met maar 5 tafels die op 1 na allemaal bezet zijn. De serveerster begrijpt niets van ons maar na een tijdje langs elkaar heen praten haalt ze een Engels menu voor ons. Met wat wijzen en glimlachen krijgen we uiteindelijk een prima boterham met beleg uit de magnetron. Vers en het smaakt uitstekend. Karins drankje ariveert niet en omdat het erg klein en donker is zoeken we al snel het zonlicht weer op, maar we hebben absoluut het gevoel tussen de locals te hebben gegeten!

Na de lunch is het tijd voor Internet en de rest van de middag staan nog een museum en “lezen in de zon” op het programma. Wordt vervolgd!