Archief van
Categorie: Europa

Dinsdag 17 augustus – Trelleborg en Ribe

Dinsdag 17 augustus – Trelleborg en Ribe

Op tijd uit de veren, want we hadden een stevig stuk te rijden! We wilden minimaal tot het eiland Zealand in Denemarken komen, dus we bereidden ons voor op een stevig aantal uren in de auto. Tot onze verrassing schoot het allemaal ontzettend op en om half twee waren we al bij de voorlopige eindbestemming: viking”ford” Trelleborg. Daarvoor waren we o.a. de enorme 15 kilomter lange tolbrug tussen Zweden en Denemarken over gestoken. Duur grapje, maar een schitterend gezicht!


In totaal zijn er in Denemarken vier Vikingnederzettingen of “forten” teruggevonden, waarvan Trelleborg de best bewaarde is. Het bestaat uit een in vier delen ommuurde cirkel (met op alle vier de windrichtingen een doorgang van ongeveer twee meter breed), waarbij de “muren” of aarden wallen ongeveer 8 meter hoog zijn. Daaromheen ligt een gracht en binnen de wallen stonden, in de cirkel met een doorsnede van ongeveer 80 meter, de grote houten woonhuizen, waarin niet alleen “krijgers” maar ook vrouwen en kinderen leefden. Op de begraafplaats zijn ongeveer 150 skeletten teruggevonden en er werd geschat dat er alles bij elkaar zo’n 750 mensen woonden. Zowel in de cirkel, als in de tweede ring er om heen.


De opgravingen van Trelleborg hebben allemaal begin vorige eeuw plaatsgevonden en er werd niet heel veel terug gevonden. Dat komt waarschijnlijk omdat het fort niet zo heel lang in gebruik is geweest. De plaatsen waar palen in de aarden stonden zijn met beton aangegeven en in een klein museum zijn de resten van voorwerpen uit het dagelijks leven tentoon gesteld. Er is niet zo veel te zien, maar de wetenschap dat het landschap daar in 1000 bijna niet is veranderd, plus de rust op de wallen zelf (versterkt door een kusse schapen die er los loopt) maken het een indrukwekkende site!


Een beetje stil gingen we de auto weer in en besloten dat we eigenlijk nog wal verder wilden rijden. Uiteindelijk kwamen we na nog een aantal uur rijden in Ribe. Ribe was ons door verschillende mensen aangeraden en ze hadden helemaal gelijk! Het is echt een fantastisch dorp, dat helemaal vol staat met historische gebouwen. Na een bloeitijd die begon rond 1590 storte rond 1750 de economie volledig in en dat was vanuit historische ookpunt het beste dat het plaatsje kon overkomen. Te weinig geld voor vernieuwing, maar genoeg voor onderhoud en tegenwoordig dus uniek! Omdat het hostel vol zat en we hotel Dagmar (het oudste hotel van Denemarken, uit 1581) wel erg prijzig vonden, kwamen we terecht in de Weise Stue, een soort herberg uit 1600, waar na een moderniseringsbeurt in 1704 niets meer aan is veranderd.


Het was geweldig: alles schots en scheef en klein en een eetzaal met meubilair dat bijna uit elkaar valt. We sliepen in de “Nye Kammer” (nieuwe kamer) die minimaal uit 1750 moet stammen en hadden de tijd van ons leven. Lekker eten, een schitterende slaapplek en na het eten nog even een blokje om door een museumdorp. Super! Slapen kostte dan ook geen moeite!

Woensdag 18 augustus – naar huis

Woensdag 18 augustus – naar huis

Bij het opstaan werd het al snel duidelijk: het was behoorlijk rotweer. We hadden het er al eerder over gehad om eventueel wat eerder naar huis te gaan (een paar dagen lekker rustig aan doen thuis is tenslotte ook een luxe die zelden voorkomt) en het weer maakte het plan definitief.


Na een lekker en uitgebreid ontbijt in Hotel Dagmar (chiq, met erg stijve, “opgeprikte” mensen: we waren blij dat we in de Weise Stue haden geslapen) zaten we om 9 uur in de auto. Onderweg hebben we alle soorten weer gehad: van ongelooflijke stortbuien bij 18 graden, tot stralend strakblauw bij 30 graden.


Op een stevige file na, in de buurt van Osnabruck, konden we lekker opschieten en rond 6 uue ‘s avonds parkeerden we de auto aan de Leidse gracht. Na een korte douche zijn we lekker uit eten gegaan, ter afsluiting van een heerlijke vakantie!


We hebben allebei genoten van deze landen en willen graag nog meer zien. De poolcirkel, noordelijke Zweden en (vooral voor Martijn) de fjordenkust van Noorwegen lokken bijvoorbeeld nog stevig. Een prima (hernieuwde) kennismaking dus en vast niet het laatste bezoek!

Schotland

Schotland

Deelnemers: Harro en Eveline
Duur: 16 dagen
Datum: 4 t/m 19 september 2004
Omschrijving: Twee weekse reis met de auto door de Schotse Highlands: Edinbourgh, Skye, Ben Nevis en Inverness

Bootreis & aankomst in Engeland

Bootreis & aankomst in Engeland

Na een tochtje door de omgeving Rotterdam om toch nog even het laatste
benzine station te vinden kwamen we om een uur of 7 bij de boot aan. Enorm
gevaarte, er kwam al rook uit en binnen 5 minuten stonden we tussen een aantal
andere auto’s ergens op dek 7.


Een tweede zoektocht naar onze hut werd in enkele minuten ook opgelost, dus
de reis kon wat ons betreft beginnen. Na snel de spullen te hebben gedumpt en de
gebruikelijke inspecties werd het tijd om ons voor te bereiden op een avond vol
entertainment, alcohol en andere prachtige zaken aan boord van de “Pride of
Hull”. Goed, ik weet niet of een van jullie wel eens aan boord van zo’n ferry is
geweest, maar volgens mij moet je echt Brits (of Duits volgens Eef) zijn om van
dit soort onzin te genieten. Snel een ticket voor I, Robot gekocht en om 9 uur
lekker filmpje gekeken. Na nog een drankje in een van de aanwezige barren was
het al erg laat (zeker half twaalf!) en tijd voor
schoonheidsslaapjes.


De volgende ochten begon om 7 uur (6 uur in NL) het gejengel van de
boord-omroep-dame dat we echt ons nest uitmoesten en zijn we maar wat gaan
doen. Binnen 10 minuten nadat het schip vastlag waren we ook al weer van de boot
en kon onze tocht richting het noorden beginnen. Ons reisdoel was lekker
ambitieus op een plaatsje met de naam Melrose gezet…


Na een prachtige tocht langs een kronkelig kustweggetje met heerlijk
weer kwamen we langs een prachtige (nogal kapotte) Abby in Whitby (o.i.d.).
Schijnt een nationale hobby te zijn, oude kerken en abdijen te laten wegrotten.
Op zich prima (ik had er zelf op kunnen komen), maar ik heb toch het stinkende
vermoeden dat de enige reden waarom ze dat doen, is dat ze dan wel entree kunnen
vragen 🙂 Wel erg mooi en erg goed opgezet allemaal.


We hadden al op de kaart gezien dat we langs “Hadrian’s Wall” zouden komen.
In het o zo mooie jaar 122 besloot onze vriendelijke keizer Hadrianus dat een
muur dwars door Engeland een goed idee was om die ruige barbaren uit het noorden
een beetje rustig te houden. Is gelukt en er zijn nog steeds wat delen her en
der zichtbaar, onder andere in het plaatsje Hexham. Om 2 uur kwamen we in die
omgeving aan en kwamen er al snel achter dat er best een mooie camping in de
buurt was (volgens het grote boze boek). ruim 100 mijl onder het beoogde doel,
maar dat mocht de pret niet drukken. Na wat rondcrossen en een korte lunch naast
een oud stukje muur gingen we op zoek naar de bewuste camping… die ondertussen
vooral niets meer van doen wilde hebben van trekkers met tentjes. Bah, is ook
klotevolk, dus wij maar verder. Uiteindelijk vonden we in de buurt een wat
verslapen camping waar al zeker twee andere tenten stonden. Termen als het einde
van de wereld of the middle of nowhere zijn wel van toepassing. Na een kort
tocht op zoek naar eten op zondagmiddag (en gelukt!) terug naar de camping.
Koken, flesje wijn, boekje, je kent het wel. Einde oefening rond een uur of
10 (maar toen was het echt al heeeeel lang donker !).


 

Dag 2 , Melrose en Edinburgh

Dag 2 , Melrose en Edinburgh

Na heerlijk te zijn gewekt door harde wind en regen (en we waren nog niet eens in Schotland!) snel het tentje ingepakt en op naar een gedeelte van de muur van Hadrianus, Chesters fort. Een oude kazerne van de cavalerie met een oud badhuis er bij, gebouwd vlak nadat de muur af was.

Zeer indrukwekkende ruines op een erg mooie lokatie aan de rivier de Tyne. Na een ietswat vochtige en winderige tocht langs al deze ruines was het eerst maar eens tijd voor een bakkie en een plan voor de rest van de tocht. Via een ongepland mooi klein weggetje en een stuk snelweg kwamen we eindelijk in Schotland aan en gingen we richting Edinburgh. Tussendoor kwamen we dan toch door Melrose. Daar staat de beroemde Melrose Abbey, naar men zegt de mooiste van de “border-abbeys”.  De Abbey bestond nog uit een prachtige
ruine met een enorm kerkhof er om heen, prima materiaal voor de gemiddelde horror-film (die ik niet ken, maar da’s weer wat anders). We zijn sindsdien ook de gelukkige bezitters van de Scotland Explorer Pass, dus laat maar komen die kastelen en andere vormen van Scottish Heritage.

Na een korte lunch ging het verder naar Edinburgh. De dag hiervoor hadden we reeds een double (2-persoonskamer) geboekt in een hostel in een zijstraatje van de Royal Mile, hartje centrum dus. (Marcel: Als je dit leest… Dat is dus het straatje tussen het station en de Royal Mile, tegenover de Starbucks 🙂 )

Een ietswat ongeplande toeristische route door het centrum van Edinburgh bracht ons uiteindelijk naar een parkeergarage vlakbij dat centrum. Met een rugzak op ons bult richting het hostel waar we uitendelijk naar een ander pand in dezelfde straat werden gestuurd waar we een ruime kamer hebben, met open haard en luie stoel. Niets mis mee !

Lekker gegeten en even internetten, zometeen tijd voor een biertje (of twee) en op tijd tukken. Morgen is het tijd voor het kasteel, beetje shoppen, sightseeing en andere belangrijke zaken. Overmorgen misschien nog even naar Arthur’s Seat en verder richting het noordwesten, in de richting van de Highlands, whisky en foute kilten 🙂

 

Dag 3, Edinburgh

Dag 3, Edinburgh


Ik (Eveline) moet toegeven, Edinburgh is alles wat me door Harro beloofd is!
Een stad met een flink aantal toeristen-dingen waar je je mee kunt vermaken,
maar daarnaast ook de kroegen, winkelstraten en uitstraling om het heerlijk naar
je zin te hebben.


De 3e dag in Edinburgh begon dus met de laatste Starbucks frappucino-variant
en een bak koffie voor Harro. Daarna naar het kasteel. Dit kasteel ligt heel
mooi op een heuvel middenin de stad. Je bent al gauw een uur of 2 bezig om alles
te zien, en om Harro met een paar kanonnen op de foto te zetten natuurlijk. Na
het kasteelbezoek hebben we de stad flink doorkruisd op zoek naar leuke plekken
om een drankje te doen en te shoppen. Helaas is het nog steeds niet gelukt om
een grotere tent te kopen. Met het mooie weer wat we tot nu toe hebben is dat
gelukkig helemaal niet erg: in het zonnetje zitten voor je tent is veel leuker
dan er in zitten.


‘s Avonds hebben we een Ghost Tour gedaan. Dat wil zeggen dat je betaalt om
je de stuipen op het lijf te laten jagen. Onze gids Steve heeft ons, voorzien
van grote zwarte cape en flakkerende kaars,  de ondergrondse gewelven van
Edinburgh en een kerkhof laten zien, vergezeld van angstaanjagende verhalen over
martelingen, geestverschijningen en begrafenissen van levenden. Genoeg om slecht
van te slapen, maar helaas voor Steve: dat is hem niet gelukt.

Dag 4, Arthur’s Seat, kastelen en Loch Lomond

Dag 4, Arthur’s Seat, kastelen en Loch Lomond

Op onze laatste ochtend in Edinburgh hebben we eerst de spullen naar de auto
gebracht en zijn vervolgens een klein stukje naar Arthur’s Seat gereden. Dat is
een oude vulkaan die midden in Edinburgh ligt. Het laatste stuk hebben we te
voet beklommen. Het uitzicht daarvandaan is super: je ziet de stad en wijde
omgeving. Een mooie afsluiter van het bezoek aan deze stad.

Vervolgens was het tijd om het land verder in te rijden. Je kunt hier nog
geen 10 mijl afleggen voordat er weer een toeristische attractie aangekondigd
staat. Je kunt ze allemaal vinden, want wegen en borden zijn hier heel goed te
begrijpen. De eerste afslag die we namen, was naar Linlithgow Palace. Hier
moeten de koninklijke kinderen vroeger een prima tijd hebben gehad, want je kunt
in dit paleis nu nog steeds langer ronddwalen dan in Harry Potter’s Hogwarts.
Allemaal gangen, trappen en uitzichtspunten. De locatie is destijds goed
gekozen: aan een mooi loch (=meer), waar nu nog tientallen zwanen in zwemmen.

 

Daarna zijn we naar het beroemde Stirling Castle gereden. De meningen
verschillen of dit kasteel of dat van Edinburgh het mooist is. Ik zie ze het
liefst allebei. Ook hier weer allerlei gebouwen, uitzichtspunten, kanonnen en
tentoonstellingen op een flinke heuvel gelegen. Je hebt onder andere uitzicht op
het bekende (?) William Wallace Monument. De 2e helft van de dag hebben we voor
het eerst kennisgemaakt met de Schotse Hooglanden. We zijn naar Loch Lomond
gereden, het grootste loch van Schotland. Daar hebben we ons tentje opgezet
tussen het loch en de heuvels eromheen. Aan de rand van het meer hebben we de
zon onder zien gaan. Daarna gauw met een boekje de tent ingedoken: aan het water
zijn erg veel vliegen en muggen!

 

Dag 5, wandelen langs het Loch en rijden door de Hooglanden

Dag 5, wandelen langs het Loch en rijden door de Hooglanden

Na het opstaan en opruimen hebben we een paar uur langs het Loch Lomond
gewandeld. Aan deze kant van het meer kan dat behoorlijk rustig: de meeste
toeristen bevinden zich aan de andere kant. Dat ondervonden we ‘s middags, toe
we rond het meer de weg naar het noorden vervolgden. Tijdens de lunchstop in
Luss kwamen we erg veel bussen, bejaarden en souvenirwinkels tegen. Voordeel is
dat ze de meest creatieve dingen met koffie doen: ik had de Ben Lomond,
cappucino met caramel-smaak, met marshmellows en sneeuw erbovenop!

Toen we het meer achter ons hadden gelaten, zagen we dat hier de hooglanden
pas echt beginnen: eindeloze heuvels, meertjes, riviertjes en kronkelweggetjes.
Erg mooi om doorheen te rijden. Onderweg passeerden we Glen Coe, het beroemdste
dorp uit de omgeving. Erg mooi, maar waarom dit nu bijzonderder is dan de rest
van de dorpen, zien we niet zo. Of het moet de massaslachting zijn die hier in
1692 plaatsvond….

Wij reden door naar Fort William. Dat is een plaatsje aan zee dat zich de
“Outdoor Capital of Scotland” noemt. Met recht: je kunt hier van alles doen en
er zijn meer outdoor winkels in 1 straat dan je met een uur lopen in Edinburgh
kunt vinden.

We hebben een plek geregeld in een hostel in het centrum en ‘s avonds gaan we
op zoek naar een geschikte kroeg en eettent. Die vinden we dan met behulp van de
LP al snel. Prima biertent en heerlijk eten boven in het restaurant.

Dag 6, Fort William en Ben Nevis

Dag 6, Fort William en Ben Nevis

Letterlijk een van de hoogtpunten van de reis staat op het programma, de Ben Nevis. Althans, voor Harro dan, Eef vermaakt zich in Fort William, outdoor capital van de UK en met een winkelstraat en diverse vreettentjes 🙂 Ook niet gek: in het zonnetje aan zee en op een grasveldje plannen maken voor de komende dagen en een boekje lezen.

Om kwart over negen begint de trip aan de voet van de Ben Nevis, bij het visitor centre van Glen Nevis. Na de nodige waarschuwingen en de weerberichten te hebben gelezen verteld een korte check op de GPS me dat het startpunt zo’n 97 meter boven de zeespiegel ligt, wat betekend dat er een klim van zo’n twaalf en een half honderd meter aan zit te komen. Bepakt met veel water, voer, regenvaste kleding, GPS, kaart, kompas en andere benodigdheden start ik aan het eerste stuk. Zoals gewoonlijk besluit ik in de eerste 10 minuten dat ik de berg op moet rennen, maar daar kom ik snel op terug en ga verder in een wat rustiger tempo. Door het lekkere weer is het vrij druk op de berg en zo kan  ik lekker van groepje naar groepje oplopen. Tempo zit er lekker in en na ongeveer een uur en een kwartier zit ik op de helft. Dat belooft in ieder geval een lekkere tijd te worden. Het eerste stuk blijkt echter nogal vriendelijk ten opzichte van het tweede gedeelte: Alleen nog maar rotsen, veel gravel en erg steile paden. Ook de wind begint aardig op te zetten en de temperatuur schiet naar beneden. Maar goed, ook dit gedeelte is (met het nodige zweten) na een uur en een kwartier bedwongen en ik kom uit op de top van de Ben Nevis. Daar zitten al een man of twintig uit te puffen en te lunchen, dus daar sluit ik me maar bij aan.

Een half uurtje later vindt ik het welletjes, twee t-shirts, een windstopper en een winddicht jack ten spijt begin ik het toch nog koud te krijgen dus tijd om de stokjes weer op te pakken en snel naar beneden te lopen. Ook dit blijkt een forse klus en het duurt dan ook bij elkaar weer twee en een half uur om heel beneden (zonder te joggen 🙂 ) aan te komen. Al met al een erg prettige wandeling, waar je zeker niet zomaar aan moet beginnen! De twaalfhondervijftig meter gaan over zo’n negen kilometer in een stuk omhoog, zonder een vlak stuk en de terugweg ziet er dus precies zo uit.

‘s Avonds duiken we maar weer onze favoriete vreetschuur / kroeg in en rond een uur of acht is het dan voor Harro echt bedtijd. Dit keer in een Bed & Breakfast vlak om de hoek bij het hostel waar we de nacht ervoor zaten.

 

Dag 7: Skye

Dag 7: Skye

Op het programma van vandaag staat de rit van Fort William naar het eiland Skye. Daar regelen we ‘s ochtends vroeg vast een hostel in the middle of nowhere; ergens in het noord oosten van het eiland, waar we wat minder toeristen zien (althans, dat hopen we).


De rit begint met een kort uitstapje naar Loch Shiel, waar het erg mooi is… bij goed weer. Helaas zit het vandaag niet echt mee en hebben we vooral bewolking en regen. Al snel gaan we dus verder op weg naar Skye, maar natuurlijk niet zonder het commando-monument (yuch:-)) te hebben gezien. Vreselijk indrukwekkend…Not!


Dan begaan we ergens de cruciale fout om 2 kilometer terug te rijden om een bakkie te gaan doen. We zitten amper of we horen de eerste sirene langs suizen gevolgd door wat brandweer, ambulances en meer van dat soort pret. Met de hoop dat alles goed gaat stappen we weer in de auto en gaan weer op weg en komen er dan al snel achter dat vlak nadat wij vertrokken bij het monument er een erg zwaar ongeval moet hebben plaatsgevonden. Na anderhalf uur wachten wordt ons door de politie verteld dat we moeten omdraaien en een andere route moeten nemen (en nee, daar kom je zelf niet zo snel op met het gebrek aan wegen in die regio). Snel gaan we op weg en gelukkig zijn we met dik een half uur rijden over allerlei smalle wegen voorbij het ongeluk… om daarna op de radio te horen dat de omleiding wegens te grote drukte is afgesloten…


Twee uur later dan gepland rijden we verder naar Skye, via allerlei prachtige landschappen, kasteeltjes en uitzichten. Na een vriendelijk bedrag van 6 pond te hebben afgetikt om over de brug te mogen zijn we dan op het beroemde eiland. Het weer is nog steeds typisch Schots en we rijden met enig tempo (voor zover mogelijk) door naar het uiterste einde van het eiland.


Na enig zoekwerk belanden we dan uiteindelijk bij ons prachtige hostel. Super gelegen, prachtige uitzichten, geen mens in de omgeving te bekennen, met uitzondering van een hotel 80 meter bij het hostel vandaan. Gelukkig zijn ze ook nog zo vriendelijk een eenvoudige kroeg in dit dure hotel te bouwen, waar je een simpele maar erg goede maaltijd kan bestellen. Veel beter dan dit kan het niet.


‘s Avonds flesje wijn in het hostel waar Harro terloops nog even de computer repareert (uiteraard om daarna eerst zelf gratis te gaan zitten internetten 🙂 )

Dag 8: Skye en Torridon

Dag 8: Skye en Torridon

Na een prima nacht in het hostel zijn we weer vroeg op weg. Het plan is om
een tocht over Skye te maken om zoveel mogelijk te zien. Het weer is jammer
genoeg weer typisch Schots, afwisselend regen en zonnenschijn.


De eerste stop is al na 10 minuten rijden. Op een prachtig uitzichtspunt ligt
een ruine van een kasteel waar je heen kan wandelen. Snel een paar foto’s in een
stormachtige wind en dan weer verder in de lekker warme auto. (Zomervakantie
noemen ze dat…)


Over diverse kleine wegen waar je regelmatig op de rem moet voor schapen en
tegenliggers (ongeveer alle wegen zijn te smal voor twee passerende auto’s)
rijden we naar een van de meest bergachtige gebieden van Skye. Prachtige beekjes
en enorme rotsen overal om ons heen. Zonde dat het weer niet wat beter is om
lekker een stuk te wandelen.


Gezien de toch wat lange tocht die op het programma staat scheuren we dan
snel weer verder naar het vasteland om daar het Eilean Dohan kasteel van binnen
te bekijken (Voor de liefhebbers: bekend uit o.a. de films Highlander en
Entrapment (met Catharina Zeta Yummie)). Van buiten ziet het kasteel er echt
prachtig uit, maar de entree blijkt weggegooid geld. Familiekiekjes van de
laatste bewoners, de MacRae’s, en allerlei wanstaltige schilderijen van
verschillende voorouders plus het feit dat ze je dan vertellen dat het kasteel
in 1931 compleet opnieuw is opgebouwd doen geen wonderen…


Het weer is ondertussen steeds slechter aan het worden zodat onze plannen om
te kamperen in Torridon letterlijk in het water vallen. Na een 3 uur durende
tocht dwars door de hooglanden komen we aan bij het YHA (Jeugdherberg) van
Torridon, waar we gezellig in de dorm (=slaapzaal) mogen liggen. YHA, dus
gescheiden dorms… Altijd gezellig. Maar goed, droog is het wel en een fles
wijn doet ook wonderen voor de sfeer (hoewel die natuurlijk volgens alle YHA
regeltjes niet in de huiskamer mag worden genuttigd, gelukkig wel in de
eetzaal).

Dag 9 : Van Torridon naar Inverness

Dag 9 : Van Torridon naar Inverness

Na een paar dagen in de woestenij te hebben gezeten wordt het nu weer
tijd voor een stukje civilisatie. Inverness is de hoofdstad van de Schotse
hooglanden, een kleine stad met zo’n 50.000 inwoners. De rit naar Inverness
leidt ons weer dwars door de bergen met als hoogtepunt het Beinn Eighe gebergte.
Door al deze bergen duren de ritten wel ‘wat’ langer, maar het is zeker de
moeite waard.


Op de weg naar Inverness komen we langs een van de hoogtepunten van
toeristisch Schotland, Loch Ness. Loch Ness is het grootste zoetwater meer van
Groot Brittanie en is omringd door hoge bergen. Het meer is onderdeel van wat ze
de Great Glen noemen, een breuk dwars door Schotland waar twee landmassa’s in
een ver verleden tegen elkaar geduwd zijn. Met een diepte tot wel 250 meter is
Loch Ness ook het diepste meer van Groot Brittannie.


FF rekenen: Diepste meer * Grootste meer= Heel veel water. Dan vraag je je af
hoe dat klotebeest iedere keer voor die camera springt als je een mooie foto van
het meer wil maken. Gek wordt je er van… B.t.w. Als ware toeristen hebben we
natuurlijk onverschrokken 5 en een halve pond de man gedokt om het compleet
overbodige Loch Ness 2000 Experience mee te maken, en nu zijn we nog steeds geen
steek wijzer.


Aan het meer ligt wel nog een fantastisch mooi kasteel (althans, de resten er
van), Castle Urquhart.  Het Schotse Tourist Board heeft er ook werkelijk
iets fantastisch moois van gemaakt door in de rotsen die uitkijken op het
kasteel een visitor center te bouwen en een heel duidelijke uitleg te geven over
de geschiedenis en vooral ook de dagelijkse gang van zaken in het kasteel.
Absoluut een aanrader.


Na het bezoek is het tijd om echt de beschaafde wereld weer op te zoeken en
rijden we verder naar Inverness. We hebben in het centrum twee bedden in een
bunk room (dit keer gemixt) van het Ho Ho Hostel gereserveerd en binnen korte
tijd zijn we gesetteld en is het tijd om even de stad te verkennen. Met een
Starbucks, een MacDonalds en een Burger King blijkt dat we echt weer terug zijn
in geciviliseerde gebieden. Om hiervan maar volop te genieten gaan we ‘s avonds
na een maaltijd bij de McD naar de mega bioscoop vlak buiten het centrum.
Lekker, dat outdooren in Schotland, afzien ook 🙂

Dag 10: Inverness naar Braemar

Dag 10: Inverness naar Braemar

Volgens alle voorspellingen wordt het vandaag goed weer! Gelukkig snappen de
plaatselijke meteorologen er net zo weinig van als thuis, dus helaas…
Bewolking, regenbuien en heel af en toe een zonnetje. De plannen waren om te
gaan kamperen in een klein plaatsje met de naam Braemar, ten zuiden van
Inverness, maar we zitten nu te internurten in een YHA in hetzelfde
plaatsje…


We beginnen de dag met een kop thee in het hostel en daarna op vrij nuchtere
maag een veldslagje. Op een paar kilometer afstand van Inverness heeft de
laatste slag in Groot Brittannie plaatsgevonden, tussen wat opstandige Schotten
onder de bezielende leiding van de alom bekende Bonny Prince Charlie, en een
ietswat pissige Engelse koning wiens naam me even is ontschoten. Mag de pret
niet drukken, 5000 Highlanders tegen 9000 Engelse soldaten incluus wat kannonnen
was goed voor zo’n 1500 weduwes aan schotse kant. Einde opstand.


Snel door naar een Fort dat ter ere van dit festijn werd gebouwd, Fort
George. Een prachtig en groot fort, wat nog steeds in gebruik is door het Britse
leger maar wel open staat voor publiek. Zeer indrukwekkend en een prima plek om
dolfijnen te zien zwemmen in de baai. Jammer alleen dat wij ze niet zagen en het
moesten doen met grote hoeveelheden kannonnen 🙂


Via de Whisky stokerij van GlenLivet (de op een na grootste producent van
Single Malt Whisky’s ter wereld, hebben we ons laten vertellen) en een zeer
interessante rondleiding aldaar landen we uiteindelijk in Braemar.

Griekenland / Peleponessos

Griekenland / Peleponessos

Nachrift: inmiddels is het 20 juni en de vakantie ligt al weer een week achter ons. De foto’s zijn aardig gelukt zoals je kunt zien en het is dan ook nagenieten als we die bekijken. Alle teksten staan online; we hopen dat je het leuk vond om mee te lezen. Laat het ons weten als je opmerkingen hebt. Tot de volgende vakantie!

 

Dag 1: Vertrek Schiphol naar Athene

Dag 1: Vertrek Schiphol naar Athene

Om kwart over vijf rijden we rustig in de richting van Schiphol, waar we worden gedumpt door Martijn en Eveline om nog samen een hapje te eten. Aan de horizon zien we langzaam de eerste regenwolken verschijnen en het weerbericht voorspelt weinig goeds…


Na het inchecken en een Burgertje hebben we de eerste vertraging dan ook al te pakken. Ons vertrek van 20:00 uur is uitgesteld naar 21:00. Een uurtje wachten.. geen probleem totdat we de volgende vertraging krijgen: de vlucht staat nu gepland op 22:00 uur. Om een lang verhaal kort te maken: om 23:15 vertrekken we eindelijk en om 03:15 lokale tijd landen we op Athene. Een half uurtje met de bus, een korte taxi rit naar het foute hotel en een wandelingetje zorgen er voor dat we om 05:00 uur in de ochtend uitgeput in ons bed landen. Terwijl Athene duidelijk aan het wakker worden is donderen wij in slaap.

Dag 2: Athene

Dag 2: Athene

Na de reisavonturen van de vorige dag (zelfde ochtend ?) zijn we flink gaar als we wakker worden. Om een uurtje of 11 besluiten we dan toch eindelijk maar eens de boze buitenwereld te gaan verkennen. Na een korte wandeling en een snelle bak koffie gaan we op weg richting de Acropolis. De weg naar deze ‘must see’ van Athene (slecht te missen trouwens) loopt dwars door de Plaka, een van de oudste en gezelligste wijken van Athene.
We zijn zeker niet de enigen die naar boven willen, toch is het relatief rustig. Na een forse wandeling door de hitte kopen we een kaartje. Voor we op zoek gaan naar het Parthenon genieten we eerst van het uitzicht over Athene, op een spekgladde granieten heuvel.

Daarna lopen we rustig anderhalf uur bovenop de Acropolis tussen de tempels door, genietend van de uitzicht en de prachtige gebouwen. Het museumpje is ook zeker de moeite waard: hier liggen de resten van alle spullen die niet in het British Museum liggen…

Via de tempel van Dionysos dalen we weer af naar de Plaka voor een drankje en een pitta-gyros. Via de vlooienmarkt van Athene gaan we dan op zoek naar de oude Agora. Hier staat een prachtig gerestaureerd gebouw en een van de meest complete oude tempels van Griekenland. Tegen de tijd dat we daar alles hebben gezien zijn we allebei doodop en besluiten dat het ook dringend tijd is voor een middagdutje.

Om een uur of zeven zetten we onze expeditie voort en gaan op zoek naar een leuk eettentje. We beginnen met een kopje koffie (=biertje en wijntje dus) met uitzicht op de Acropolis, die er in de laatste straaltjes zonlicht spectaculair uitziet. Op aanraden van de Lonely Planet komen we daarna terecht bij Strofi, een eettentje zuidelijk van de Acropolis met een fantastisch dakterras. We eten Souflaki’s met uitzicht op een prachtig verlicht Parthenon. De vertragingen van de dag daarvoor zijn we ondertussen compleet vergeten.

Dag 3: Van Athene naar Korinthe

Dag 3: Van Athene naar Korinthe

Vandaag krijgen we onze huurauto!

Maar voordat het zover is, is er na een nacht prima slapen en een prima ontbijtje nog wat tijd voor Athene: we besluiten om een bezoek te brengen aan het nationaal archeologisch museum. Twee uur lang dwalen we rond tussen de meest mooie kunstschatten, een waar feest der herkenning. Bijna alle beelden uit de griekse oudheid die je kent van tv en boeken staan hier opgesteld. Ondanks dat dit voor Karin ondertussen de derde keer was, besluit ze dat ze ooit weer terug wil.
We nemen afscheid van de Acropolis en Athene met een kop koffie met een uitzicht dat nooit verveeld. Een snelle Pitta om het af te leren en dan gaan we op zoek naar onze auto-verhuurder.

Op het metro-station Syntagma belanden we tot onze verbazing in een soort mini-museum. Ze laten zien wat ze allemaal hebben opgegraven tijdens de aanleg van de metro-lijn en in de wand zien we de eeuwen oude lijken liggen… (het zal je gebeuren dat je tweeduizend jaar na je dood tentoon gesteld wordt in een van de drukste metro-stations van Athene…)
De auto-boer heeft voor ons een verrassing in petto. We krijgen voor hetzelfde geld een betere auto: we zijn dan ook de trotse (tijdelijke) bezitters van een blauwe Citroen C3. Na een korte uitleg over de te volgen route scheuren we zonder enig probleem Athene uit in de richting Korinthe waar we zo’n anderhalf uur later aankomen. We doen een bakkie in het centrum en gaan dan op zoek naar een camping in de buurt. We landen op camping de Blue Dolphin, aan zee. Na het opzetten van de tent ligt Harro binnen 5 minuten in het water. Daarna lezen en luieren en ‘s avonds eten in Korinthe.

Dag 4 : Van Korinthe naar Nafplio

Dag 4 : Van Korinthe naar Nafplio

Vandaag staat de rit naar Nafplio op het programma, een klein pittoresk stadje aan een baai. Om te beginnen is het lekker wakker worden met de golven op de achtergrond. We pakken rustig de tent in en gaan op weg naar onze eerste stop: Oud-Korinthe.
Oud-Korinthe is een van de mooiste archeologische sites van de Peleponessos. Hier staat een (bijna) complete stad met tempels, winkeltjes en alles wat je zo meer mag verwachten van een stad van 2500 jaar geleden. Het bijbehorende museum is klein maar heeft een aantal prachtige stukken staan. Halverwege de jaren 80 vonden een aantal andere mensen dat ook, en besloten dat ze 288 van deze stukken maar moesten jatten. Gelukkig werden 275 van de verdwenen stukken in de jaren daaropvolgend in Amerika weer teruggevonden.

We dwalen ongeveer anderhalf uur over het terrein en staan helemaal in de mooie plaatjes modus. Tempels met Karin, tempels met Harro en tempels met bloemen. (Voor de mensen die worden gedwongen tot het bekijken van de foto’s: Sorry… 🙂 ) Na een kopje koffie kopen we een brood en kaas en gaan op zoek naar het derde Korinthe: Acro-Korinthe.

Voor degenen die hebben opgelet: Acro betekent inderdaad ‘hoog’ en deze keer is Harro erg blij met hoog. Er ligt een fantastisch oud fort over een complete bergtop uitgesmeerd.We wandelen door grote poorten, over dikke muren om daar achter nog meer poorten en muren te vinden. Uiteindelijk picknicken we met een uitzicht over de vallei er onder. We schieten nog snel een paar plaatjes van de archeologische site en de stad die we van boven zien liggen en gaan dan op weg naar Nafplio.

na een fors uurtje rijden waarbij we onderweg de resten van nog allerlei bezienswaardigheden zien liggen (en er snel voorbij rijden) komen we aan in Nafplio. Hier gaan we op zoek naar een leuk hotelletje en bij poging drie hebben we die dan ook gevonden. Hotel Byron, wat al sinds 18-iets hoog tegen de berg opligt besluit ons een kamer te geven met een prachtig uitzicht over de baai. ‘s Avonds drinken we een drankje op het centrale plein en eten in een van de pittoreske straatjes van Nafplio. We zijn het er over eens dat deze stop de moeite waard is en besluiten nu vast op de terugweg ook weer in Nafplio te landen. Slapen lukt zonder enige problemen na deze toch wel lange dag.

Dag 5: Olympia en Arkoudhi

Dag 5: Olympia en Arkoudhi

We beginnen de dag vroeg want er staat een stevige rit op het programma: we willen in een dag dwars oversteken naar de westkust van de Pelopenessos en onderweg ‘even’ Olympia aandoen. Om de zaak nog wat spannender te maken besluiten we ook vooral niet de doorgaande weg te nemen, maar de zeer bochtige maar prachtige bergweg.

Via de snelweg naar Tripoli waar we in aanraking komen met de griekse versie van rooie stoplichten: we staan stil voor rood en worden betoeterd, belicht en bijna van de weg afgeduwd. Natuurlijk geheel onze fout: wie komt er dan ook op het belachelijke plan om te stoppen voor een rood licht. Harro bekent schuld en zodra het groen is rijden we rustig verder.
De rit door de bergen is prachtig: overal liggen forten, prachtige dorpjes en mooie valleien. De tocht duurt zo’n vier uur en rond twee uur komen we aan in Olympia. Hier beginnen we met een bakkie en een pita-tje (Karin zucht nog maar eens) en gaan dan op weg naar de site. Hier dwalen we twee en een half uur rond op de site en in het bijbehorende museum.
De site is prachtig en een van de grootste sites die er bestaat. We zien resten van de tempel van Zeus en de tempel van Hera, lopen langs en in het oude stadion, zien badhuizen en nog veel meer. Het museum is ronduit spectaculair. Het is een geheel nieuw (of opgeknapt?) museum wat heel mooi ruim is opgezet en waar veel is te zien. We zien hier onder andere het beeld van Nike en Hermes en de overblijfselen van friesen (randversieringen) van de tempels.

Na deze zeer mooie site is het tijd om een slaapplaats te gaan zoeken. Hiervoor rijden we nog zo’n 40 kilometer verder naar een mooi en pieplein kustplaatsje, Arkoudhi. Na een kleine zoektocht en een wat toeristische route (ahem) gooien we ons plan om hier een camping te zoeken overboord omdat we spotgoedkoop een fantastisch hotelletje kunnen krijgen. We beginnen echt te merken dat we voor het hoogseizoen zitten: ze vragen je bijna om een kamer tegen een prikkie te nemen. Om de kreukels uit de benen te krijgen maken we een korte strandwandeling en drinken een drankje in de enige strandtent. We eten die avond in een restaurantje wat om de hoek van ons hotel ligt (net zoals de rest van het dorp) en sluiten die avond af met een drankje op ons balkon, ja met uitzicht op zee.

Dag 6: van Arkoudhi naar Pylos

Dag 6: van Arkoudhi naar Pylos

Het plan is om vandaag rustig aan te doen en langzaam langs de kust naar het zuiden af te zakken. Doel van deze trip wordt het dorpje Pylos, waar in 1827 de turkse vloot door een klein oepsje van hun kant in de grond werd geboord (doet het goed in Griekenland!). Het dorpje ligt in een fantastische baai waar voor de kust een aantal eilanden liggen.
We beginnen de dag met een fort: 10 kilometer noordelijk van Arkoudhi staat een van de best bewaarde Frankische forten van rond 1200. Tot 1800 hebben hier diverse groeperingen aan gesleuteld: Franken, Byzantijnen, Turken, Venetianen, weer Turken en uiteindelijk de Grieken. We wandelen over de binnenplaats en later ook over de buitenmuren van het kasteel, waarbij we ondertussen genieten van perziken die in het fort groeien en die we van een aantal bouwvakkers krijgen.

Op de weg naar Pylos genieten we van fantastische uitzichten en lunchen in een strandtentje ergens halverwege. De kleine gemengde schotel met hapjes blijkt hier te bestaan uit bij elkaar zo’n anderhalve kilo vis. Varierend van inktvis in diverse vormen en soorten tot iets wat er uitziet als gefrituurde goudvis. Karin geniet, Harro probeert alles maar echt genieten wordt het niet. (Wel eens een zure zuignap gegeten?)
Na onze snelle hotel zoektocht van de vorige dag besluiten om dit geintje nog een keer te herhalen: dit lukt prima en weer zitten we voor een prikkie in een kamer met een prachtig uitzicht over de baai. We hebben lekker veel tijd over en gebruiken die om onze volgende tripjes te plannen, een drankje te doen en lekker te luieren. Na een pizza’tje duiken we vroeg ons bed in. Met de balkondeuren open vallen we in slaap op het geluid van de kabbelende zee.

Dag 7: Van Pylos naar Gythio

Dag 7: Van Pylos naar Gythio

Deze morgen beginnen we met een ontbijt in het hotel. Ontbijten is iets dat de gemiddelde Griek niet geheel volgens noord-west-europese normen doet, dus het is wat behelpen. Bak erg stevige koffie en een bammetje, eventueel met iets er op en dat is het dan wel. Gelukkig hield het hotel rekening met onze verwende ideeen over ontbijten en waren er ook cornflakes en wat sap. Meer dan zat om op weg te gaan.
De tocht vandaag voert ons via Kalamata, en langs de kust naar Areopoli om uiteindelijk te eindigen in Gythio (of Yithio voor de liefhebbers van de Rough Guide)
.
De tocht naar Kalamata is niet zo spannend, veel bergen en bochten en binnen een uurtje zitten we in het centrum van dit stadje. Hier gaan we op zoek naar een Internet cafe, waar we, nadat we een half uur hebben rondgezocht, zo ongeveer naast staan geparkeerd. De stad zelf is verkeerstechnisch nogal een puinhoop en met name het gemis aan borden is erg onhandig. Desalniettemin komen we op de stand van de zon en een dosis mazzel in een keer de stad in en weer uit.

Hierna begint het mooiste gedeelte van onze tocht van vandaag. Via een prachtige kustroute zakken we langzaam af richting het zuiden. De weg schijnt een van de mooiste van Griekenland te zijn en dat blijkt al snel. Prachtige uitzichten over pittoreske dorpjes, azuurblauwe zee en brede zandstranden. Om de haverklap staan we midden op de weg stil om snel een paar foto’s te maken. (Aangezien de gemiddelde Griek wel gewend is aan stilstaande auto’s op de weg maakt het qua gevaar ook weinig uit.)
Na een tocht van zo’n anderhalf uur, waarbij we onderweg uitgebreid lunchen beginnen we met onze oversteek naar de ander kant van de landtong. Deze rit kost ons een half uurtje en vlak voor Gythio landen we op een camping aan zee. Hier slaan we onze tent op tussen de olijfbomen, waar de mensen vriendelijkerwijs ook nog bordjes op hebben gehangen zodat je in ieder geval weet welke olijven er op je knar vallen. Na de lange rit duiken we eerst het heerlijk koele (ijskoude dus! [Har]) water in en luieren een tijd op het strand met een boekje en een drankje.
Bij gebrek aan zinnige supermarkt wordt ons idee om op de camping te eten omgezet in uit eten gaan in het stadje. Balen! Karin is namelijk verplicht om een enorme lading garnalen uit hun leiden te verlossen en Harro moet de zoveelste souvlaki wegwerken.
‘s Avonds eindigen we op de camping met een biertje en een frisje.

Dag 8: Van Gythio naar Nafplio

Dag 8: Van Gythio naar Nafplio

Vroeg opstaan! We hebben vandaag een aardig vol programma en een redelijke rit op het programma staan. Om 9 uur is alles dan ook ingepakt en gaan we op weg naar onze eerste stop: Mystras.
Mystras is een compleet verlaten stad uit de 12e eeuw waar tot 1953 nog mensen hebben gewoond en die sindsdien op de UNESCO World Heritage lijst staat. Vandaag de dag zijn er nog een groot aantal kerkjes (met fresco’s), complete gebouwen, een paleis en een fort te zien. We slenteren een uur lang tussen de gebouwen door en bekijken het miniscule maar verrassend moderne museumpje.

Daarna rijden we verder in de richting van Nafplio, waarbij we de stad Sparta, waar Mystras naast ligt, zo snel mogelijk achter ons laten: daar is namelijk buiten het zeer enerverende Griekse olijven en olijfolie museum en het chaotische verkeer werkelijk niets te beleven.
Tijdens de rit zien we achter ons steeds donker wordende wolken verschijnen, maar dat houdt ons niet tegen om ook nog een stop te maken bij Mycene. Mycene was het belangrijkste ‘koninkrijk’ tussen 1600 en 1200 B.C. Uit archeologisch oogpunt was de vondst van Mycene een van de belangrijkste van die periode. Amateurarcheoloog Schliemann bewees hier met zijn vondst dat de werken van Homerus niet op fictie maar op feiten berusten. De belangrijkste schatten hadden we al gezien in het museum in Athene; De resten van de forten en grafmonumenten maken het indrukwekkende verhaal compleet.
Bij het losbarsten van de eerste regenbuien rijden we verder naar Nafplio, waar we ondertussen via de telefoon een prachtig hotelletje hebben geregeld met een nog mooier uitzicht dan de vorige keer (zie dag 4). Pension Marianne kijkt niet alleen uit over de baai maar staat ook nog eens aan de voet van een van de twee kastelen die het stadje rijk is.

Terwijl we dit verhaal zitten te typen verschijnt de zon alweer achter de wolken vandaan en is het droog geworden. Tijd voor een biertje en een wijntje op het terras dachten we zo!

Dag 9: Nafplio en omgeving

Dag 9: Nafplio en omgeving

We hebben echt een prima nacht achter de rug in ons super-hotel. Een mooi uitzicht, ‘s avonds borrelen op ons eigen terras en we slapen recht onder een van de torens van het kasteel.
Na een ontbijt op het dakterras van het hotel is het tijd voor onze rondreis in de omgeving van Nafplio. We beginnen met de rit door de bergen naar Epidauros, een zeer bekende archeologische site. Behalve het heiligdom van Asklipio bevindt zich hier ook een van de mooiste oude theaters van Griekenland. We beginnen onze tour in het theater waar we te horen krijgen hoe fantastisch het geluid is. In het midden laat een tour-guide een paar muntjes vallen wat tot bovenin erg goed te horen is: erg indrukwekkend. Daarna worden we ook nog getrakteerd op een korte performance door twee dames die nog echt konden zingen ook.

Daarna volgt een toch langs de tempels en gebouwen van het heiligdom van Asklipio. Deze zoon van Apollo de Genezer overtreft uiteindelijk zijn vader als god van de geneeskunst. Zijn symbool, de slang, is nog steeds terug te zien in medische kringen, bijvoorbeeld op uithangborden voor apotheken.
De temperatuur is ondertussen aardig opgeklommen en we besluiten dat het tijd wordt voor een rondje strand en zwemmen. Na een prachige rit langs de kust belanden we op een klein kiezelstrandje waar we picknicken en een (voorzichtige) duik in het water nemen.
Rond 6 uur zijn we terug in Nafplio. De rest van de avond doen we erg rustig aan en genieten met een drankje, hapje en een boekje.

Dag 10: Terug naar Athene

Dag 10: Terug naar Athene

Vandaag staat het eerste stuk van de terugweg op het programma. We vertrekken redelijk op tijd uit Nafplio na alweer een heerlijk ontbijt op het dakterras. Onderweg doen we nog een laatste archeologische site aan: Nemea.
Nemea is in tegenstelling tot veel andere sites nooit ‘kwijt geraakt’. Door de eeuwen heen is het gebied bewoond gebleven en waren de drie nog steeds overeind staande pilaren een toeristische en archeologische attractie. In het kleine museumpje er naast zie je dan ook tekeningen en schetsen uit de 18e en 19e eeuw. Ook zie je hier diverse grafvondsten uit het gebied en veel foto’s over de opgravingen. De site is niet heel groot maar door de tempelresten die er al die eeuwen al staan wel erg indrukwekkend. Overigens zijn er in de afgelopen 20 jaar door wat overenthousiaste archeologen-in-spe twee zuilen bij gekomen. Nu heeft Nemea dus 5 staande zuilen.

Na Nemea rijden we in een ruk door naar het vliegveld in Athene. De weg is prima, alleen het griekse tol-systeem waar er soms wel, soms geen poorten staan, waar je dan weer soms wel en soms niet moet betalen en dan soms wel en soms niet moet vechten voor een plekje op de daaropvolgende kilometer snelweg, is een beeeetje raar (!). Gelukkig gaat alles goed en rond een uur of twaalf staan we dan ook weer bepakt en bezakt op Athene Airport. We hebben ook alweer een hotelletje geregeld in het centrum en pakken de metro daar naar toe.

Na een rondje internetten en een klein pitta-souvlaki-tje lopen we rustig richting de Plaka waar we een paar uur ronddwalen en ‘s avonds een hapje eten met alweer een prachtig uitzicht over de Akropolis. Daarna slapen we een paar uur en vertrekken met een taxi naar de Airport waar we dit keer zonder vertraging en verdere problemen vertrekken.

Voor de oplettende lezer: het laatste gedeelte van dit verslag bevat op het moment van schrijven wat aspecten van ‘wishful thinking’… 🙂

Ok, het werd geen uitzicht op de Acropolis en het restaurant waar we wilde eten bleek niet meer te bestaan, waardoor we terecht kwamen bij de Mac. Het was echter nog steeds een prima afsluiting van deze super-vakantie! Griekenland en met name de Peleponessos heeft alles: strand, zee, prachtige sites, mooi weer, geweldige musea en lekker eten. En met een terugvlucht die wel goed ging (al was het dan ook errug vroeg: vliegen om 10 voor 6), zijn wij verkocht. Griekenland is echt een enorme aanrader!

Tallinn

Tallinn

We zijn in Tallinn! Daarvoor hebben we 300 km in 5,5 uur afgelegd met een bus die op verzoek van passagiers overal stopte. Tallinn is weer een hele andere stad dan de steden die we tot nu toe bezocht hebben. Het oude centrum staat op de Werelderfgoedlijst dus dat is beschermd, maar daarbuiten wordt volop gesloopt en gebouwd. Dat lijkt zo op het eerste gezicht niet echt gestructureerd of met een bepaalde visie te gebeuren. Alles staat kris kras door elkaar: oude en nieuwe gebouwen, hoge en lage et cetera.
Verder valt op dat Tallinn duurder is dan Riga en Vilnius en een hele andere sfeer heeft. Het is moeilijk aan te geven waardoor dat komt. Het Ests lijkt heel erg op het Fins. Ook hoor je veel Russisch; 40 procent van de inwoners van Tallinn is namelijk Russisch. In de andere Baltische hoofdsteden was dat percentage veel lager.
‘s Avonds bij de MacDonalds gegeten. We wagen ons voorlopig maar even (?) niet aan de Estse keuken die bekend staat om zeer bloederige gerechten.
Onze eerste dag in Tallinn hebben we het oude centrum bekeken. Veel oude kerkjes, smalle steegjes en de Middeleeuwse stadsmuur die nog voor een groot deel intact is. Wat heel leuk is en ook het gezicht van het oude centrum van Tallinn bepaalt, is dat er op de stadsmuur nog heel veel oude torens staan. Je kunt merken dat het toeristenseizoen nadert. Overal waren grote groepen toeristen die door gidsen werden rondgeleid… Dat zijn wij niet gewend.
‘s Middags nog even op de centrale markt geweest om fruit in te slaan. Verse aardbeien gekocht die we meteen hebben opgegeten: jammie!