Archief van
Auteur: Karin

Coffs Harbor, Dinsdag 26-11

Coffs Harbor, Dinsdag 26-11

Na eerst rustig een ochtendje uitslapen op de camping wordt het eerst tijd voor een bakkie in het dorpje en een korte wandeling op zoek naar een Harro t-shirt (Yes!). Voor de mensen die geen idee hebben waar het over gaat: Harro is hier een zeer bekend en hip surf merk! Kan het nog beter?

Daarna is het weer tijd voor een wandelingetje: Dit keer naar een eiland waaraan ze een kunstmatige haven hebben gebouwd en dus het geheel te bewandelen hebben gemaakt. Het is een beschermd natuurgebied waar duizenden meeuwen broeden en waar langs de zijkanten overal pelikanen ronddobberen. Het weer is te slecht voor activiteiten als whale watching, een stevige wind en af en toe een bui maken het geheel niet echt heel lekker. In de middag is het tijd voor een wat langere wandeling en ga ik (H) er in m’n eentje op uit, om er na een uurtje achter te komen dat aan het strand wandelen aardig suf is… Liever de bossen in de volgende keer.
Laat in de middag is het weer tijd om boodschappen te doen voor wederom een BBQ en bier op de camping. Ondertussen heb ik ook snel weer een exemplaar van Bill Brysons ‘Down Under’ opgepikt: een must read voor iedere Oz-ganger en nu ik veel van de plaatsen heb gezien die hij beschrijft is het nog leuker, een aanrader dus!

En jawel: ik heb een zonnebril!
Voor de liefhebbers kunnen op het forum weddenschappen worden geplaatst over de levensduur van dit exemplaar: persoonlijk opteer is voor een dag of 5: da’s 5 dagen langer dan in Nieuw Zeeland en 2 dagen korter dan Noorwegen …

Coffs Habor – Byron Bay, Woensdag 27-11

Coffs Habor – Byron Bay, Woensdag 27-11

We worden wakker met een stralende zon en strakblauwe lucht, het weer lijkt weer de goede kant op te gaan. We hebben lang getwijfeld waar we vandaag heen zullen rijden als laatste tussenstop naar Brisbane. Het is dus Byron Bay geworden.
Onderweg blijft het mooi weer maar steekt er wel een enorme storm op. Onze coole maar ook hoge camper waait dus zowat van de weg af, maar Harro houdt het stuur recht. Het begrip snelweg is hier wel wat apart: dat gaat van een prima 4 baans weg tot een dorpsweggetje waar het regenwater tot 2 meter hoog kan komen. En van overstekende koala’s of kinderen moet je ook niet opkijken. Onderweg komen we ook nog langs de Giant Prawn, deze is tenminste wel echt groot! Helaas geen fotomogelijkheden, want snelweg betekent wel doorrijden.
Om een uur of 13 komen aan in Byron Bay. We hebben besloten om de camping die midden in dit feestdorp en direct aan zee ligt, op te zoeken. Het is heel erg druk, maar met een beetje geduld kunnen we de camping op, waar nog een paar plekjes zijn. Voor een paar dollar extra hebben we een erg mooie plek: bovenop een duin, 2 meter van het strand. Het uitzicht is geweldig: voor ons een van de topsurfstranden van de wereld, wat inhoudt dat er lekker veel golfen zijn. Opzij zijn nog steeds bergen in beeld.
Het dorp zit propvol met “Schoolies”, de pubers die traditioneel na hun eindexamen massaal naar de kust trekken. Daartussendoor loopt een enkele verdwaalde hippie. Er zijn erg veel kroegen, eettentjes en souvenirwinkels. Marbella aan de Pacific dus. Een rustige nacht zal het niet worden….

Byron Bay – Brisbane, Donderdag 28-11

Byron Bay – Brisbane, Donderdag 28-11

Laaste dagje met de camper! En dan eindelijk weer iets doen wat op backpacken lijkt. Harro heeft het helemaal gehad met het ding en al 6 keer z’n kop gestoten aan het veel te lage plafond, 3 keer z’n ruggegraat bijgeschaaft aan de uitgang en 4 keer gestruikeld bij het uitstappen. Klaar dus! Maar handig was het wel…

Maar goei, eerst staat nog een ritje van zo’n 180 kilometer op het programma, van Byron Bay naar Brisbane. Allemaal snelweg, dus weinig aan, en het links rijden is na een paar weken ook niet echt spannend meer. Binnen twee en een half uur staan we in een buitenwijk van Brisbane waar we het ding moeten inleveren. Het feit dat ze de binnenkant niet meer dan een blik waardig gunnen maakt de poets- en boensessie van die ochtend ook niet echt leuker, maar goed.
Brisbane dus… Onze laatste grote stad van deze reis, dat staat al wel vast. In de komende week willen we nog naar Fraser Island, in feite een grote zandbank in de Pacifische Oceaan waar je met 4WD’s mag rondscheuren. Daarna is het weer terug naar Brisbane en dan komt het einde van deze reis al weer aardig in zicht.
We beginnen onze tour met een busrit naar het centrum en een wandeling van een kilometer naar ons hostel wat net buiten het centrum ligt. Zo te voelen aan m’n knieën is de rugzak nu echt zo’n kilo of 23. Hostel is prima, ziet er netjes uit en we hebben hier voor de komende twee nachten een double.
‘s Middags is het tijd voor de alom bekende stadsverkenning. Een lekkere wandeling voert ons door de botanische tuinen en de parlementsgebouwen. Tijdens de wandeling komen we er ook achter dat Brisbane een uur tijdsverschil heeft met Sydney! Dat verwacht je niet als je naar het noorden reist…
Tijdens de wandeling duiken we ook vast even een backpackers – reisbureautje in voor wat informatie over trips naar Fraser en de keuze wordt al snel beperkt tot een soort trip: Met een groep van acht man en een grote jeep gedurende drie dagen en twee nachten over het eiland crossen, waarbij je als groep zorgt voor eten en buiten in tentjes overnacht. (De Dingo’s schijnen toeristen erg lekker te vinden daar). De trip wordt uiteindelijk geboekt en zaterdag vertrekken we richting Rainbow Beach waar we de eerste nacht blijven en daarna starten met de echte trip. Woensdag weer terug in Brisbane. Ik ben benieuwd…
‘s Avonds is het dan tijd voor een korte wandeling naar een hip gedeelte van Brisbane en eten bij een Vietnamees restaurant daar (erg lekker) met de originele naam: The Vietnamese Restaurant. Hoe verzinnen ze het…
Op de terugweg is het moment aangebroken voor nutteloos alcoholgebruik (althans, door Harro dan). We duiken de grootste backpackers kroeg van Brisbane in en daar is dan ook alles te vinden wat je van zo’n kroeg mag verwachten. Luidruchtig, veel backpackers, veel bier, grote videoschermen etc etc. Prima tent dus 🙂 Na een pintje of wat is het dan tijd voor de terugtocht en een wat onrustige nacht, aangezien ze in ons eigen hostel nog niet echt klaar zijn met feesten


Brisbane – Vrijdag 28 november

Brisbane – Vrijdag 28 november

Vandaag stond in het teken van dieren! De ochtend begon met een kater, later volgden veel leukere beestjes. Maar goed, de ochtend dus. Die begon luidruchtig met mensen die elkaar welterusten zeiden bij het eerste daglicht, en even later alweer muziek en stofzuigers. Je zou het het hostel als “erg sociaal” kunnen omschrijven. Verder zetten ze ook leuke speurtochten naar wasmachines uit, na enige moeite toch gevonden.


Toen Harro uitgeslapen en Eveline uitgewassen was, was het tijd voor brunch in een foodcourt. Het blijft een geweldige uitvinding: je haalt koffie, sapjes, scones en vleeshappen bij de verschillende foodshops en ploft gezamenlijk in het midden neer. Daarna waren we echt wakker en gingen we op zoek naar vervoer naar de Lone Pine Sanctuary, een park met allerlei typisch Australische dieren. Na een half uur in de bus kwamen we er aan. We zagen direct onwijs veel koala’s, waaraan vaak één of twee baby-koala’s hingen. Deze beesten zijn net wandelende knuffelbeesten, zo schattig zien ze er uit. Volgens Harro zijn ze aaibaarheidsfactor-kampioenen. Ze tukken 18 uur van de 24 en zitten de rest van de dag een beetje eucalyptusbladeren te eten. Het gerucht gaat dan ook dat ze van die bladeren dronken of stoned worden. Ze stralen in elk geval een ongelofelijke luiheid uit. En dan zagen wij ze nog op hun actiefste moment: als er nieuwe eucalyptustakken worden aangevoerd.
Er waren ook veel kangoeroe’s en wallibies, de laatste zijn wat kleiner. Deze beesten houden ook erg van slapen, maar ongeveer een kwart van de 130 aanwezigen was wakker en hongerig. Dus wij kochten een zakje voer en konden ze uit onze handen laten eten! Ook aaien is geen probleem. Bij een kangoeroe stak een poot uit de buidel, en de enorme bobbel was vast een groot uitgevallen “Joey”. We bleven maar foto’s maken. Het weer werkte ook lekker mee: het is tegen de 30 graden, licht bewolkt en droog.


In het park waren ook nog allerlei tropische vogels, dingo’s, wombats, alligators, een emoe, een pauw, vleermuizen en nog allerlei. Erg de moeite waard! Daarna weer met de bus terug en een bezoekje aan het foodcourt. Brisbane is steeds druk en gezellig, het doet een beetje Amsterdams aan. Straks gaan we maar eens kijken of al die gezelligheid op het terras bij ons hostel van vannacht herhaald wordt…..

Brisbane – Rainbow Beach, Zaterdag 29 November

Brisbane – Rainbow Beach, Zaterdag 29 November

‘s Ochtends een beetje op tijd opgestaan om de bus te halen. Dat viel niet mee, aangezien er gisteravond urenlang erg goede live muziek was in het kroegje bij het hostel. Waarschijnlijk zullen we nooit iets van hem horen, maar wat ons betreft heeft Loren meer muzikaal talent dan alle Idols bij elkaar! Bij deze “herrie” in slaap vallen was dus zo gek nog niet.
Maar goed, vanochtend de bus in dus. Het landschap blijft mooi, maar deze rit was toch relatief saai. De chauf beschikt gelukkig wel over droge humor en een lekker tempo, zodat we om een uur of 14 voor ons hostel worden afgezet. Toen we deze tour boekten was ons verzekerd dat we de laatste 2 bedden in het moderne hostel hadden. Inmiddels is dat veranderd en worden we verzocht ons bij enige kroeg van het dorp te vervoegen, waar ook wat slaapplaatsen zijn. Daar worden we chagrijnig van, maar het blijkt erg mee te vallen: deze kamers zijn juist veel rustiger gelegen dan de andere en da’s niet verkeerd na het vorige rumoerige hostel.
Het hostel is the place to be, hier gebeurt het allemaal: gezamenlijk eten, slapen, feesten, en het is het vertrekpunt voor tours naar Fraser Island en andere plekken. ‘s Middags worden we verwacht voor de Fraser Island briefing. Met 40 tot 45 mensen tussen de 18 en de 31 horen kijken we braaf een video over het besturen van een Four Wheel Drive op Fraser en dan vooral over wat er NIET mag. Vervolgens vertelt de Wolfman (zo heet ie en zo ziet ie er uit) van het verhuurbedrijf enige horrorverhalen en legt uit wat het kost om een Four Wheel Drive kapot te maken. Vervolgens werden de groepen ingedeeld. We treffen het aardig: deze groep van 11 lijkt gezellig en voor rede vatbaar. De eerste uitdaging is Het Bestellen Van Alcohol. We moeten met z’n elven beslissen wat en hoeveel we willen inkopen. We bestellen een hoeveelheid bier die op dat moment teveel lijkt en ook nog een beetje wijn. Vervolgens mogen alle chauffeurs een blanco cheque tekenen en de hele groep voor de verantwoordelijkheid voor de wagen en inventaris. We krijgen overigens ter betaling voedselpakketten voor de hele trip mee. Het enige wat ontbreekt is drinkwater, maar ach, er is bier….
‘s Avonds eten we bij wat de beste eettent van het van het dorp leek te zijn. Onhandig is dat je aan de balie je eten moet bestellen, zonder dat je daarvoor de kaart goed hebt kunnen bestuderen. Dan kan het natuurlijk gebeuren dat je per ongeluk een voorgerecht bestelt en wat hongerig weggaat. Gelukkig hebben ze in de dorpskroeg patat. Daar is de verhouding uitsmijters – bezoekers 1 op 5.

Down Under

Down Under



Klik voor groter kaartje (200kb)




Route

22 november: Amsterdam – Singapore
23 – 24 november: Singapore
25 november: Singapore – Darwin
26 november: Darwin
27 – 28 november: Kakadu National Park
29 november: Darwin
30 november: Darwin – Katherine Gorge
1 december: Katherine Gorge – Tennant Creek
2 december: Tennant Creek – Alice Springs
3 december: Alice Springs – Kings Canyon
4 december: Kings Canyon – Uluru/Kata Tjuta National Park
5 december: Uluru/Kata Tjuta National Park – Alice Springs
6 december: Alice Springs
7 december: Alice Springs – Cairns
8 december: Cairns – Cape Tribulation
9 – 10 december: Cape Tribulation/Great Barrier Reef
11 december: Cape Tribulation – Townsville
12 december: Townsville – Airlie Beach/Whitsunday Islands
13 – 14 december: Airlie Beach/Whitsunday Islands
15 december: Airlie Beach – MacKay
16 december: MacKay -Bluff/Blackdown Tableland National Park
17 december: Blackdown Tableland National Park
18 december: Bluff – Carnarvon National Park
19 december: Carnarvon National Park
20 december: Carnarvon National Park – Gladstone
21 december: Gladstone – Mon Repos
22 december: Mon Repos – Hervey Bay/Fraser Island
23 december: Fraser Island
24 december: Hervey Bay – Coolangatta/Tweed Heads (Gold Coast)
25 december: Coolangatta/Tweed Heads (Gold Coast) – Emerald Beach
26 december: Emerald Beach – Karuah
27 december: Karuah – Lemon Tree Passage – Emu Plains
28 december: Sydney
29 december: Blue Mountains
30 december: Sydney
31 december: Sydney
1 januari: Emu Plains – Canberra – Cooma
2 januari: Cooma – Snowy Mountains – Albury
3 januari: Albury – Grantville (Phillip Island)
4 januari: Phillip Island
5 januari: Grantville (Phillip Island) – Lorne
6 januari: Lorne – Great Ocean Road – Warrnambool
7 januari: Warrnambool – St. Kilda (Melbourne)
8 januari: St. Kilda (Melbourne)
9 januari: St. Kilda (Melbourne) – Melbourne CBD
10/11 januari: Melbourne CBD
12 januari: Melbourne CBD – Ulverstone eo (Tasmanie)
13 januari: Launceston (Tasmanie)
14 januari: Stanley (Tasmanie)
15 januari: Mole Creek/Liffey Falls (Tasmanie)
16 januari: Ulverstone (Tasmanie)
17 januari: Cradle Mountain National Park (Tasmanie)
18 januari: Ulverstone (Tasmanie)
19 januari: Lake Barrington/Sheffield (Tasmanie)
20 januari: Devonport – Melbourne – Perth – Fremantle
21 januari: Rottnest Island
22 januari: Fremantle – Cervantes
23 januari: Nambung National Park (de Pinnacles)
24 januari: Cervantes – Perth
25 januari: Perth – Busselton
26 januari: Yallingup/Augusta
27 januari: Busselton – Fremantle
28 januari: Perth
29/30 januari: Perth – Singapore – London – Amsterdam



De eerste week…

De eerste week…

zaterdag 22 november

Vroeg opgestaan.
Om 07:30 met het vliegtuig van Schiphol naar London. Karen zat ingeklemd tussen een heeeeeele dikke man en Alex, dus we waren blij dat we het vliegtuig uit waren.
Drie uur gewacht op het vliegtuig naar Singapore. Het televisie/videosysteem bleek kapot te zijn dus we hebben ons 11 uur zitten vervelen…

zondag 23 november

… gelukkig nog wel wat kunnen slapen en uiteindelijk om 08:00 geland in Singapore. Met de bus naar het hotel. Daar even gedoucht en uitgerust. Vervolgens vechtend tegen de slaap op pad om zo snel mogelijk in het ritme te komen.
De grootste winkelstraat van Singapore (Orchard Road) bezocht. Die was al helemaal in kerstsfeer. Vervolgens Mount Faber beklommen. Vanaf daar heb je een mooi uitzicht op de stad, de baai, haven en eilanden voor Singapore.
Te moe om te eten dus instant noodles gekocht en die opgegeten in het hotel.
Om 19:30 lagen we op bed.

maandag 24 november

Super lange nacht gedraaid, dus we konden er weer tegen aan.
Met de metro naar MacRitchie National Park geweest. Daar een wandeling van 11 km gemaakt door een stukje tropisch regenwoud. Apen, leguanen, schildpadden en bijzondere vogels en vlinders gezien. Warm!!! Gelukkig veel schaduw dankzij de bomen!
‘s Middags nog even naar een tempel in de buurt van het hotel gelopen maar die bleek in de steigers te staan dus er was niets te zien.
‘s Avonds Chinees gegeten: rijst met groenten en veel knoflook. Lekker!

dinsdag 25 november

Slecht geslapen. De gevolgen van de jetlag zijn duidelijk merkbaar.
Uitgecheckt en onze baggage opgeslagen in het hotel. Met de bus naar Sungei Buloh Nature Park. Een mijl op zeven. Maar dat was de moeite waard want we hebben hele mooie mangrovebossen gezien met aparte dieren zoals boomklimmende krabben en reusachtige modderkruipers. Heel erg goor!!!
‘s Middags naar de Chinese wijk. Twee mooie tempels bezocht, een Chinese en een Indische. Deze stonden gelukkig niet in de steigers! Nog even een wandeling door de wijk gemaakt en daarna wat gegeten in een foodcourt (overdekte kraampjes en terrasjes met allemaal rochelende Chinezen). Eerst bij andere mensen aan een tafeltje gezet maar dat vonden ze blijkbaar toch niet zo’n goed idee. Dus werd er een aparte tafel voor ons tevoorschijn getoverd met bestek ipv stokjes en mooie ipv plastic borden.
‘s Avonds met de bus naar het vliegveld. Om 23:00 uur vertrokken naar Darwin.

woensdag 26 november

Hele korte nacht gehad. Maar 1 uur geslapen…
Met de bus naar ons hotel. Dat bleek niet meer te bestaan, wist de chauffeur ons te vertellen. Gelukkig wist hij ook waar we wel heen moesten. Daar aangekomen werd er wat verbaasd op onze komst gereageerd, maar uiteindelijk was dat geen probleem en werd er een kamer voor ons geregeld. Mooi!
Ze zijn hier echt super relaxed. Niks is een probleem, alles kan, en dat allemaal op het gemakje. Even wennen dus.
Even geslapen, lekker gezwommen en daarna Darwin in. Darwin is bijzonder. Er wonen 80.000 mensen maar zo komt het niet over. Darwin heeft eigenlijk meer de uitstraling van een groot dorp met heeeeel veel toeristische voorzieningen. Er staan ook weinig oude gebouwen als gevolg van de WOII en cyclonen zoals Tracy in 1974. Die hebben keer op keer het hele stadje min of meer weggevaagd.
Veel rondhangende, veelal dronken Aboriginals gezien. Die zijn, zoals we later hoorden, gelukkig niet representatief voor alle Aboriginals.
Ook nog een wandelingetje langs de kust gemaakt (een geweldige blauwe zee!) en gerelaxed.

donderdag 27 november

Op weg naar Kakadu National Park. Tijdens onze reis al de eerste kennismaking met de bush. Kilometerslange wegen met aan weerszijden alleen maar groen. Er zijn stukken vol begroeiing die afgewisseld worden door relatief kale stukken, de zogenaamde flood plains. Deze staan in het natte seizoen onder water en zijn een thuis voor heel veel krokodillen.
Onderweg een “cruise” gemaakt over een zijtak van de Mary River, een zogenaamde billabong, olv een echte Aussie (man met woest uiterlijk en vet Australisch accent). De hele rivier was bezaaid met enorme waterlelies waar de boot af en toe dwars door heen ging. Heel veel aparte vogels gezien en….. twee krokodillen!! Een zoutwaterkrokodil van 3 meter en een veel kleinere zoetwaterkrokodil. Die zoutwaterkrokodillen zijn gevaarlijk en kunnen mensen eten. Geen armen buiten boord houden dus.
Na de cruise gepicknickt en door naar Umbirr. Umbirr is een gebied dat bekend staat om de Aboriginal rotstekeningen. Zeer indrukwekkend. Ook van een geweldig uitzicht op Kakadu genoten vanaf een hoge rots.
Via nog meer Aboriginal rotstekeningen en een hele romantische zonsondergang naar het tentenkamp. Daar moest de groep (we zijn namelijk met 10 andere mensen georganiseerd naar Kakadu geweest) over 3 tenten worden verdeeld. Wij kwamen bij twee wat oudere Duitse dames in een tent terecht. Geen probleem, dachten we. Totdat we gingen slapen en een van de dames het op een enorm snurken zette. Gelukkig boden onze oordopjes uitkomst;-).
Onze groep is trouwens verder wel leuk. Veel jonge mensen uit allerlei landen (Ierland, UK, Frankrijk, Slovenie en Duitsland). Erg gezellig!

vrijdag 28 november

Alles in de bus geladen en op weg naar Jim Jim Falls. Een heel stuk afgelegd met een 4WD. Heftig!
Aangekomen bij de JJ Falls, bleken deze opgedroogd te zijn. Ze zijn er nl alleen in het allernatste gedeelte van het natte seizoen en dan mag er niemand in het gebied. De foto’s die er van de JJ Falls zijn, zijn dan ook allemaal vanuit een helikopter genomen. Lekker nep dus.
Zware tocht gemaakt naar de voet van de JJ Falls. We waren drijfnat toen we daar aankwamen. Een duik genomen in het watertje waar normaal de waterval in stroomt. Er waren al mensen in het water toen wij daar aankwamen en zij waren nog niet aangevallen door een krokodil dus hebben wij het er ook maar op gewaagd… en het overleefd!
Met de gids nog even over de Aboriginals gepraat. Die Aboriginals die wij in Darwin hebben gezien, zijn, zoals we al zeiden, niet representatief voor alle Aboriginals. De meeste Aboriginals wonen in eigen gebieden volgens hun eigen traditionele gebruiken. Van de Australische cultuur moeten ze (op zich wel begrijpelijk) niet veel hebben. Dus integreren doen ze niet of nauwelijks alhoewel er ook Aboriginals zijn met goede banen enzo.
‘s Middags weer terug naar Darwin. Onderweg heel veel termietenheuvels gezien. Velden vol en sommige hoger dan wij.
In het hotel lekker gerelaxed aan het zwembad.

Week 2, al een beetje geacclimatiseerd

Week 2, al een beetje geacclimatiseerd

zaterdag 29 november

Vannacht heeft het geregend. Voor het eerst sinds we hier zijn, maar het kwam dan ook meteen met bakken uit de lucht.
Vandaag hebben we het rustig aan gedaan. Alhoewel, …
‘s Ochtens om 7 uur de was gedaan zodat we zondag met schone spullen op weg kunnen naar Alice Springs. Daarna een wandeling gemaakt naar het museum van Darwin. Daar was een hele mooie collectie Aboriginal kunst. Ook was er een heel stuk over de cycloon Tracy inclusief foto’s en filmmateriaal en het geluid van de cycloon. Erg indrukwekkend!
‘s Middags inkopen gedaan voor de grote reis. We gaan in zes dagen ongeveer 2500 km afleggen, dus we hebben het nodige ingeslagen.
Daarna nog even gerelaxed en op kosten van de reisorganisatie uit eten geweest, net als gisteren. Het schijnt gebruikelijk te zijn dat backpackers na het boeken van een tour een gratis maaltijd aangeboden krijgen. Mooi meegenomen!


zondag 30 november

Om 04:30 uur opgestaan voor de grote reis naar Alice Springs en The Red Centre. Natuurlijk was de bus te laat. Zoals wij het Brabants kwartiertje kennen, hebben ze hier het Australisch uurtje. Maar dat begint al te wennen. Om 06:30 uur dus op pad, in een luxe touringcar met, niet geheel onbelangrijk, airco.
Vandaag de eerste etappe naar Katherine Gorge, een lange hoge kloof waar water doorheen stroomt. Met een bootje de Gorge af gevaren. Ook nog naar een uitkijkpunt gelopen. Daar hadden we een geweldig uitzicht over de Gorge.
Onderweg de eerste kangaroes gezien. We hadden al wel wallabies gezien, dat zijn een soort van mini kangaroes, maar nu dus ook de echte.


maandag 1 december

Vannacht de tent gedeeld met een ander Nederlands stel, Bert en Brenda uit Breda. Erg aardig! Zij zijn al de hele oostkust afgereisd dus we hebben behoorlijk wat tips gekregen! Wat ook mooi meegenomen is, is dat zij niet snurken. In de tenten naast ons gebeurde dat wel, want wat was het geval: we sliepen naast de twee Duitse dames die met ons in Kakadu waren.
Het is hier erg warm, maar minder vochtig dan in Darwin. Dus het is beter te doen.
Vandaag de tweede etappe naar Alice Springs afgelegd. Eerst gestopt in Mataranka, een plaatsje met thermische baden. Lekker gezwommen! Vervolgens doorgereden naar Daly Waters, een heel plaatsje met 23 inwoners in de middle of nowhere. Echt geweldig! Alsof je een Australische film in stapt. Alles draait om de pub. Als je moet tanken, moet je bij de pub zijn, als je wil overnachten idem, et cetera. Na de lunch door naar Tennant Creek voor onze overnachting op de Juno Horse Farm.
Onderweg grote borden tegen gekomen met teksten als WARNING: NO FUEL FOR 500 KM. Spannend!


dinsdag 2 december

Vannacht onze eerste kennismaking met de “swag”. Een swag is een soort van canvas slaapzak met een matrasje erin. Daarmee kan je in de buitenlucht slapen. En dat hebben we dan ook gedaan. Als je de swag openritst, komt er een hele gore lucht uit. Dat is van al die andere mensen die erin gelegen hebben. Vervolgens moest de swag gecheckt worden op slangen en ander ongedierte, een hele belevenis al met al! Mooie sterrenhemel, dus we hebben genoten.
Na het ontbijt hebben we een goudmijn bezocht. Erg interessant omdat alle apparatuur nog werkte en aan ons werd gedemonstreerd!
Vervolgens via Devil’s Marbles door naar Alice Springs. De Devil’s Marbles zijn grote ronde rotsen, die ineens midden in de woestijn liggen. Heel bijzonder. Onderweg ook de Steenbokskeerkring gepasseerd. Foto gemaakt van het bord!
Alice Springs is cool. Veel kleiner dan Darwin maar met veel meer uitstraling. Het is erg toeristisch en heeft een aparte sfeer omdat iedereen die naar het Red Centre gaat eigenlijk hier langs komt. Beetje pleisterplaatsachtig.


woensdag 3 december

Vandaag het Red Centre in. Dat is het gebied waar alle bekende rotsformaties zoals Uluru (Ayers Rock) en Kata Tjuta (de Olga’s) liggen. Een gedeelte van onze reisgenoten naar Alice Springs ging ook mee. Waaronder onze landgenoten en de twee Duitse dames… Deze keer hebben we echt een te gekke gids. Ze heet Goie, barst van de energie en is behoorlijk prettig gestoord. “Nappajee, nappajee” is haar motto. Dat is Aboriginals voor “jij helpt mij en ik help jou”. Ze houdt er behoorlijk de vaart in en zorgt ervoor dat iedereen zijn steentje bijdraagt aan het groepsgebeuren. Ook de Duitse dames konden dus niet aan huishoudelijke klusjes ontkomen.
Eerst naar Kings Canyon. Dat is een diepe kloof van aparte rode rotsformaties. Een mooie wandeling gemaakt. Veel indrukwekkende uitzichten gezien. Liggend op onze buik vanaf de rand in de kloof gegluurd. Errug diep! Via de Gardens of Eden teruggelopen naar de bus.
Op naar het kamp. Zonder gas dus we hebben eten gekookt op het kampvuur. Net toen we allemaal binnen waren, begon het enorm te regenen. In een mum van tijd was het kamp een grote modderpoel.


donderdag 4 december

Stralend weer! Vandaag naar Uluru (Ayers Rock)! Uluru is een van de meest heilige plaatsen voor de Aboriginals. Ze geloven dat de rots is ontstaan uit een ruzie tussen “ancestral beings”. De Aboriginals hebben namelijk voor elk natuurlijk verschijnsel zoals dus bijvoorbeeld de rotsen Uluru en Kata Tjuta, een mythische verklaring. Het ligt dan ook erg gevoelig als je de rots beklimt, alhoewel dat niet verboden is. Uit respect voor de Aboriginals heeft dan ook niemand uit onze groep de rots beklommen. Dit is trouwens ook erg gevaarlijk: de afgelopen jaren zijn 14 mensen omgekomen bij een poging hiertoe.
In plaats van erop te klimmen, zijn we om Uluru heen gelopen. Een tocht van ongeveer 10 km. Als je bedenkt dat de rots 348 meter hoog is, kun je je wel voorstellen dat je je heeeeel erg klein voelt als je daar staat. Ook nog diverse Aboriginal rotstekeningen gezien.
Onderweg Mount Connor gepasseerd, die door veel mensen voor Uluru wordt aangezien.
‘s Avonds Uluru bij zonsondergang gezien. Erg mooi, alhoewel de zon op het laatst achter de wolken ging.


vrijdag 5 december

Vannacht wederom in swags geslapen. Een nog mooiere sterrenhemel dan de vorige keer: je kon de hele melkweg zien liggen!
Om 03:45 uur op om op tijd te zijn voor de zonsopgang bij Uluru. Ook die was erg indrukwekkend!
Daarna door naar Kata Tjuta (= veel hoofden = allemaal rotsen naast elkaar in een klein gebied) voor een pittige wandeling. Gelukkig waren we erg vroeg, dus was het nog net zo warm, waardoor de wandeling goed te doen was. Medelijden met de mensen die na ons de berg op liepen!
Na de lunch terug naar Alice Springs. Een reis van ruim 5 uur.
‘s Avonds gegeten met de hele groep, adressen uitgewisseld en afscheid genomen. We gaan in ieder geval nog een keertje foto’s kijken met dat Nederlandse stel!





Week 3: vanaf nu met z’n tweeen

Week 3: vanaf nu met z’n tweeen

zaterdag 6 december

Zo vannacht weer lekker in een hotel geslapen! Echt super luxe na bijna twee weken kamperen! Na alle georganiseerd tours, staan we er vanaf vandaag alleen voor! Best een prettig idee eigenlijk! Gewoon lekker je eigen gang kunnen gaan! Heerlijk!
Vandaag de was gedaan en Alice Springs in geweest. Een beetje relaxen.
In de stad nog diverse reisgenoten tegengekomen en ook nog mensen gesproken die we in Darwin hebben ontmoet. Dit is wat ze bedoelen met de hele backpackerscultuur: je ontmoet elkaar op plek A en komt elkaar dan een aantal dagen of weken weer een keer tegen op plek B of C. En dan klets je gewoon weer aan. Super relaxed!


zondag 7 december

Vanochtend een hele gave ballonvlucht gemaakt. Wel erg vroeg op (03:00 uur), maar dat was de moeite waard. We hebben de zon zien opkomen en het landschap van kleur zien veranderen, echt geweldig! Hier en daar schoten kangoeroes weg, alsof je midden in een natuurfilm zit.
We zaten met z’n twaalven in het mandje, inclusief een Nederlandse piloot die al 13 jaar in Nieuw Zeeland en Australie woont. Daarnaast nog 2 Duitsers en 7 Amerikanen met grote “GIVE GOD GLORY” buttons op. Echt heeeeel erg. We waren even bang dat ze in de lucht zouden gaan zingen, maar dat gebeurde gelukkig niet.
Na de landing een glas champagne gedronken en uitgebreid ontbeten. Heerlijk!
De rest van de ochtend in Alice Springs doorgebracht in afwachting van onze vlucht naar Cairns om 14:25 uur, aankomst 17:25 uur (2,5 uur vliegen + een half uur tijdsverschil).


maandag 8 december

Gisteren op de valreep een kangoeroe geaaid. Karen liep even een winkeltje binnen en zag de dame achter de toonbank rondlopen met een babykangoeroe (= “Joey” in het Australisch) op de arm. Het contact was gauw gelegd en eindigde erin dat we allebei het beestje mochten vasthouden en aaien en knuffelen. Ze hadden de babykangoeroe gevonden in de buik van de moeder die was aangereden. En nu verzorgen ze hem dus tot hij oud genoeg is om naar een opvangcentrum te gaan. Als ‘ie daar goed functioneert, wordt hij uitgezet, anders blijft hij daar. Heeeeel erg lief!!!
Hoe dan ook, vanochtend onze auto opgehaald. Een Nissan Pulsar, best een grote bak. De eerste etappe van onze 33 daagse autotocht langs de oostkust. Op weg naar Daintree National Park met onderweg mooie uitzichtjes op een helderblauwe oceaan. Met een pontje over de Daintree River gevaren om onze eerste camping te bereiken. Tentje opgezet op een berg met een geweldig uitzicht op het regenwoud.


dinsdag 9 december

Toen we gisterenavond in de tent kropen om te gaan slapen, stond de achterflap open en lag er modder in de tent: inbrekers! Gelukkig lagen alle waardevolle spullen in de auto, dus er was niks weg. Ondanks een wat ongemakkelijk gevoel (wat als “ze” terugkomen) uiteindelijk toch maar in de tent geslapen. Wel besloten om de tent de volgende dag te verzetten om wat dichterbij de bewoonde wereld te zitten (we stonden namelijk als enige op die berg).
Vanochtend vroeg opgestaan om drie trailtjes te lopen op Cape Tribulation. Cape Trib is een hele bijzondere plek omdat er hier, als enige plek op de wereld, twee ” world heritage areas” letterlijk in elkaar overlopen: het regenwoud aan de ene kant en het Great Barrier Reef aan de andere kant. Als je dus van het strand de zee inloopt, loop je van het ene werelderfgoed in het andere. Een unieke ervaring.
Tijdens de trailtjes vooral veel regenwoud, strandjes en mangrovebossen gezien. Errug mooi en warm.


woensdag 10 december

Vandaag met een bootje het Great Barrier Reef op om te gaan snorkelen. We zijn bij het Morning Reef geweest, dat schijnt erg bijzonder te zijn omdat het maar 5 keer per jaar bezocht mag worden. Lucky us!
En toen gebeurde het. We kregen een aanbieding voor een proefduik… En Alex is daar na enige twijfel op ingegaan (Karen niet, want zij heeft al een duikbrevet) en heeft daar absoluut geen spijt van! De proefduik ging tot 10,5 meter diep, hetgeen voor een proefduik (volgens Karen, red.) best wel diep is. Veel koralen en vissen enzo gezien. Heel mooi, maar minder kleurig dan de Rode Zee.


donderdag 11 december

Een lange reisdag. We zijn in een ruk van Cape Trib naar Townsville gereden, ruim 450 km. Het eerste stuk ging vrij langzaam omdat we over kronkelige bergweggetjes heengingen. Ook het pontje bij de Daintree River werkte niet mee, omdat er een tankauto met lpg overheen moest en die moest alleen. Prima qua externe veiligheid natuurlijk (??) maar minder leuk voor ons.
Onderweg verschillende landschappen gepasseerd en helaas ook de eerste dode kangoeroes langs de weg zien liggen.
In Townsville een leuk klein gezellig hostelletje gevonden en lekker geslapen.


vrijdag 12 december

Weer een reisdag, gelukkig minder lang dan gisteren, ruim 300 km van Townsville naar Airlie Beach.
In het begin een enorme stortbui gehad waardoor je bijna niks op de weg kon zien. Best wel eng dus. De rest van de reis een paar buitjes en verder vooral mooi weer gehad.
Airlie Beach is de toegang tot de Whitsunday Islands en is ontzettend toeristisch. Het stikt hier van de backpackers en allerlei souvenirswinkeltjes, touroperators, internetcafes, eetgelegenheden en pubs. Het is wel erg gezellig en, nog een pre, de ijsjes bij de MacDonalds zijn maar 40 dollarcent, omgerekend 25 eurocent. Supergoedkoop dus!
Luxe camping, met veel douches en wc’s, een groot zwembad en een keuken. Wat wil je nog meer?!

De week van de witte stranden en… de platypus…

De week van de witte stranden en… de platypus…

zaterdag 13 december

‘s Ochtends een trailtje gelopen in Conway National Park, vlakbij Airlie Beach. Onderweg regelmatig geritsel in de struiken gehoord. Natuurlijk denk je meteen aan enge (mensenetende of erger) beesten, maar als je kijkt, blijken het meestal naar eten zoekende kalkoenen te zijn. Kalkoenen in de Australische bush, wij keken er ook van op, maar het is hier heel normaal. Ze worden ” bush turkeys” genoemd en klimmen/vliegen in bomen. Heel bijzonder. Ook veel hagedissen gezien en een mooi uitzicht op de Whitsunday Islands vanaf Mount Rooper. De terugtocht was minder geslaagd. Onderweg werden we aangevallen door een horde stekende insecten. Geen muggebeten maar flinke steken. Ze deden in het begin veel pijn, maar gelukkig trok die snel weg. En, het belangrijkste, we leven nog!
‘s Middags gerelaxed en Airlie Beach nog even ingeweest (ijsjes gekocht!!).


zondag 14 december

Vandaag een boottocht naar de Whitsunday Islands gemaakt. De Whitsunday Islands is een eilandengroep van zo’n 75 eilanden waarvan Whitsunday Island het “hoofdeiland” is.
‘s Ochtends een “snorkelstop” gemaakt bij Border Island. Onder water veel vissen (meer dan bij Cape Tribulation) en (ook hier weer veel dood) koraal gezien, wel kleuriger dan de vorige keer.
Geluncht in een hele mooie baai van Whitsunday Island. Daarna met een bootje aan land gegaan en een wandeling gemaakt naar een uitkijkpunt met een fantastich uitzicht op Whiteheavenbeach. Je weet niet wat je ziet. Het zand is zo wit en het water zo blauw, dat het bijna niet echt kan zijn. Super mooi!
Nog even op zo’n wit strandje geluierd en toen weer terug naar de boot voor de terugtocht naar Airlie Beach. Een hele leuke dag.


maandag 15 december

‘s Ochtends klonk er gezang in de tent. Er is er een jarig, hoera, hoera, dat kun je wel zien dat is zij!! Ja, het is Karens verjaardag!
Nog bedankt voor alle emails en reacties op het Forum van deze site!!
Tent ingepakt en op reis. Een beetje een dooddoener… Vandaag opweg naar Mackay via Eungella National Park, in de hoop een platypus (= vogelbekdier) te spotten.
Onderweg bij de eerste de beste Woolworth (= grote supermarkt) een felroze verjaardagstaart gekocht en op de parkeerplaats meteen een stuk genuttigd. Een beetje zoet, maar wel lekker!
In Eungella National Park meteen naar het Platypus uitkijkpunt. We waren niet zo hoopvol gestemd omdat ze zich overdag eigenlijk niet of nauwelijks laten zien. Maar na even wachten zagen we ineens een bubbelspoor en daar was ‘ ie dan: de platypus! Hij nam zelfs de moeite om nog een paar rondjes voor ons langs te zwemmen dus we hebben hem goed kunnen zien. Heel bijzonder!
Ook nog een paar kookaburra’s gezien. Dat is DE vogel van Australie. Een beetje een fluffy beestje met een wat plompige uitstraling. Heel erg schattig! Ze maken trouwens enorm veel lawaai (kookookoo burra, kookoo burra etc).
Daarna nog een trailtje door het regenwoud gelopen en toen weer naar de auto. Midden in een tropische bui de terugtocht naar Mackay aanvaard en een motelletje opgezocht.


dinsdag 16 december

Weer een reisdag! Dit keer de binnenlanden in, op weg naar Blackdown Tableland National Park. Lange rechte wegen waar letterlijk geen einde aan komt. Zware dag, maar gelukkig veel mooie uitzichtjes, waardoor de reis wel de moeite waard was.
We waren van plan in Blackwater een camping te zoeken, maar het viel ons daar zo tegen dat we in Bluff, een klein dorpje voor Blackwater, zijn terechtgekomen. Blackwater had het niet. Er hing een hele vreemde sfeer, die waarschijnlijk mede veroorzaakt werd doordat het eigenlijk niet meer is dan een mijnstadje. Alle motels en campings zitten vol met mijnwerkers. Op zich niks mis mee, maar toch. In Bluff een leuk motelletje met een zwembad gevonden. ‘s Avonds lekker fish & chips gegeten.


woensdag 17 december

Vandaag Blackdown Tableland National Park bezocht. Daar moesten we wel wat voor doen. Het park is namelijk alleen te bereiken via een zeer hobbelige, steile, unsealed road….
In het park een paar trailtjes gelopen naar veel mooie uitzichtpunten. Daar werd ook duidelijk hoe het park aan zijn naam komt. Waar je ook kijkt, zie je namelijk alleen maar kale vlaktes. Met als uitzondering van het Blackdown Tableland dat ineens als een “tafelberg” in het landschap staat.


donderdag 18 december

Reisdag van Bluff naar Carnarvon National Park. Onderweg een berg met een rotsformatie die op Maria lijkt gezien. Het dorpje dat daar in de buurt ligt, heeft daardoor een beetje het karakter van een bedevaartsoord. Grappig.
In Carnarvon, ook alleen bereikbaar via een (veel betere dan bij Blackdown Tableland) unsealed road, een hele mooie camping opgezocht, midden in het Nationaal Park. We hadden meteen bezoek van een grote witte kaketoe, die 2 dagen bij onze tent is gebleven. Erg gezellig!
Veel tropische vogels trouwens: papegaaien en parkieten in allerlei soorten en maten. Er zitten hier trouwens ook veel insecten. GROTE insecten. Enorme torren met grote grijpkaken, enge spinnen en bergen krekels. Met z’n allen zorgen ze voor een enorm lawaai, het ultieme “junglegeluid”. Niet altijd even goed voor de nachtrust…


vrijdag 19 december

Vandaag gewandeld in de Carnarvon Gorge. Onderweg oog in oog gestaan met een kangoeroefamilie die water aan het drinken was in het riviertje dat wij aan het oversteken waren. Twee kangoeroes sprongen meteen weg, maar eentje bleef (verstijfd van schrik) staan en keek ons een paar seconden recht aan alvorens ook weg te springen.
Verderop in de Gorge een “Art Gallery” met Aboriginal rotsschilderingen gezien. Bij deze tekeningen was een hele andere techniek gebruikt dan bij de tekeningen die we in Kakadu en Uluru hebben gezien. De tekeningen in Kakadu en Uluru waren “geschilderd”. Deze tekeningen zijn als volgt gemaakt (is thuis uit te proberen): je houdt bijvoorbeeld je hand op een muur, neemt wat verf in je mond en dan spriets je de verf over je hand. En als je dan je hand weghaalt, dan zie je dus een afdruk van je hand op de muur met daaromheen verf. In de Art Gallery veel afbeeldingen van handen, boomerangs en de menselijke vulva (tja) gezien.
In het park ook nog wat smalle gorges ingelopen en een mostuin gezien.







Terug naar de kust!

Terug naar de kust!

zaterdag 20 december

Reisdag van Carnarvon National Park naar Gladstone, een plaatsje aan de kust. Onderweg emoes gezien! Zomaar in een weiland. Toen we de auto uitstapten om foto’s te maken, renden ze meteen weg. Ze zijn dus echt heel erg schuw. Leuk om te zien!
Voor een nacht een camping opgezocht.


zondag 21 december

Vandaag onze reis vervolgd van Gladstone naar Mon Repos, vlakbij Bundaberg. Mon Repos staat bekend als de belangrijkste broedplaats voor zeeschildpadden aan de Australische oostkust.
Ook hier een geweldige camping gevonden. Ons tentje stond letterlijk aan het strand met uitzicht op de oceaan. Een stukje zee was afgezet zodat je daar veilig kon zwemmen en dat hebben we dan ook gedaan. Hoge golven en lekker warm water!
‘s Avonds na het eten meteen naar het schildpaddenbezoekerscentrum gelopen. Elke avond wordt maar een beperkt aantal mensen toegelaten op het strand. We waren net op tijd, want na ons werd het druk. We hoefden gelukkig niet lang te wachten, want nog voor zonsondergang arriveerde de eerste schildpad. Op zich al heel bijzonder want ze komen normaal pas als het donker is. We mochten pas bij haar toen ze klaar was met het graven van een gat voor de eieren. Bij het graven van het gat werd ze trouwens geholpen door iemand van het bezoekerscentrum want ze was gewond aan haar achtervin. We mochten pas bij haar toen ze eieren ging leggen omdat ze tot dat moment heel gevoelig zijn voor allerlei verstoringen en heel makkelijk kunnen worden verjaagd. Als ze gaan leggen, raken ze in een soort van tranche, en kun je er met veel mensen om heen zitten.
Het is in het begin een beetje raar om naar een eieren leggende schildpad te kijken, maar het is toch ook vooral heel indrukwekkend.
Deze schildpad had was trouwens een bekende. In 1981 heeft ze voor het eerst eieren op dit strand gelegd en dit was haar 8ste keer (schildpadden leggen hun eieren altijd namelijk op dezelfde plek). In totaal heeft ze 143 eieren gelegd. Lijkt veel, maar valt op zich wel mee als je bedenkt dat maar 1 op de 1000 eieren een volwassen schildpad wordt.
Na het leggen heeft de schildpad het gat gedicht en is ze weer naar de zee gegaan. Bij het hele proces waren mensen van het schildpaddenonderzoekscentrum aanwezig en die hebben allerlei gegevens genoteerd en later de eieren opgegraven en op een veiligere plek begraven.


maandag 22 december

Reisdag van Mon Repos naar Hervey Bay, uitvalsbasis voor Fraser Island.
Camping gezocht, wasje gedaan en Hervey Bay ingegaan. Hervey Bay viel een beetje tegen, vooral als je het vergelijkt met Airlie Beach. Geen gezellig centrum, alleen maar motels, touroperators en eettentjes. Wel een mooie boulevard met uitzicht op de oceaan.


dinsdag 23 december

Dagje Fraser Island, het grootste zandeiland ter wereld (124 bij 25 km). Met een catamaran naar het eiland gebracht, daar met een 4WD bus (je kunt niet met gewone auto’s etc het eiland op) via het regenwoud naar het strand. Heftige weggetjes!
Een heel stuk over het strand gereden. Onderweg mooie dingen gezien: gekleurde zandformaties, een scheepswrak uit de eerste wereldoorlog en stroompjes water die vanuit het binnenland de zee instromen.
Na een overheerlijke lunch in een luxe resort (ja, ja!) een wandeling door het regenwoud gemaakt en gezwommen in Lake McKenzie, een heel mooi meer.
En dit alles oner begeleiding van een ranger, die heel veel wist van het eiland en de aboriginals die daar gewoond hebben. Hij vertelde dat ze de eerste blanken zagen als teruggekeerde geesten van overleden dierbaren of mythische figuren. Erg interessant!


Intermezzo

Als intermezzo even een paar dingen die ons de afgelopen weken zijn opgevallen:
> veel grote gezinnen (5 kinderen is heel gewoon)
> veel dikke mensen (maar goed, Queensland is dan ook de dikste staat)
> typische uitspraken zijn: “How’re you going mate” en “No worries”
> hoe leeg de weg ook is, harder dan 100 mag je niet (alhoewel dat nu we de grote steden naderen ook wel eens 110 is)
> veel bijzondere verkeersborden: pas op voor dieren, bejaarden, blinden en gehandicapten


woensdag 24 december

Reisdag van Hervey Bay naar de Gold Coast. Eerst nog even boodschappen gedaan in een overvolle Woolworths waar hysterische Australiers (hoezo “no worries”?!) kerstinkopen aan het doen waren. Al met al een vreselijke onderneming. De Christmas spirit was ver te zoeken.
We dachten dat de Goldcoast een lieflijk, leuk stukje kust zou zijn. Dus niet! Het leek wel alsof we een miljoenenstad ingingen! Bergen beton en hoge gebouwen. Gelukkig een eindje verderop een leuk plaatsje gevonden om te overnachten: Coolangatta. Ons hostel lag aan een bijzondere straat met de naam Boundary Street. De straat was de scheiding tussen Queensland en New South Wales. Omdat NSW zomertijd kent en QLD niet, was het aan de ene kant van de straat een uur later dan aan de andere kant.
Nog even naar het strand geweest om naar de surfers te kijken. Hoge golven en spectaculaire acties! Veel pelikanen en dolfijnen gezien.
De hosteleigenaren hadden vanwege kerstavond een borrel georganiseerd, dus nog even een hapje gegeten en gedronken met de andere hostelgasten. Erg gezellig!


donderdag 25 december

Eerste kerstdag, reisdag. Van Coolangatta naar Emerald Beach. Mooie camping aan het strand. Bij aankomst werden we wat raar aangekeken door de campingeigenaar die net aan zijn kerstlunch zat, maar inchecken was geen probleem. De rest van de dag aan het zwembad en op het strand doorgebracht.
Eerste kerstdag is ook de dag dat Alex voor het eerst in zijn leven auto gereden heeft (hij heeft namelijk geen rijbewijs). Kleine stukjes hoor en op een parkeerplaats, maar het ging best goed!


vrijdag 26 december

Reisdag van Emerald Beach naar Karuah. Voor het eerst gebruik gemaakt van de free driver reviver. Om vermoeidheid en dus ook ongelukken te voorkomen wordt op verschillende plaatsen langs de weg gratis koffie aangeboden door de SES (State Emergency Service). Ook op borden langs de weg wordt veel aandacht hieraan geschonken. Soms door midel van zeer botte teksten als “Rest or RIP”. De meest bekende leus, bekt ook wel lekker, is echter “Stop, revive, survive”.

Naar de grote stad…

Naar de grote stad…

zaterdag 27 december

Reisdag naar Emu Plains, onze uitvalsbasis voor Sydney en de Blue Mountains. Onderweg gestopt bij de Lemon Tree Passage waar een koala-kolonie leeft. Met een gids een rondwandeling gemaakt door het reservaat, maar nog voordat hij er was, hadden we de eerste koala al gespot! We hadden geluk, want meestal zijn koala’s overdag niet zo actief. Deze dame wel! Ze had namelijk jeuk en was zich werkelijk overal aan het krabben. Echt heel leuk om te zien!
Toen met Stuart mee, onze gids, een echte bushwalker die ons heel veel heeft laten zien. Allerlei planten die je kon eten (diverse blaadjes geproefd) en heel veel mieren. Op een gegeven moment prikte hij met een stok in een boom en uit het gat kwamen bergen termieten! Die je kon eten…. Niet gedaan (Karen had gelukkig het excuus vegetarier te zijn;-)). Ook met een boemerang gegooid. Best lastig, maar wel leuk! Verder nog twee koalas gezien, een mannetje en een vrouwtje. De mannetjes zijn wat groter, schijnen er minder lief uit te zien (vonden wij wel meevallen) en grommen. Dat geluid hadden we al voor de wandeling gehoord maar toen dachten we dat het een varken was! Grappig!
In Emu Plains onze camping opgezocht. Wederom erg leuk gelegen.


zondag 28 december

Met de trein (station ligt min of meer naast onze camping) naar Sydney. Ongeveer een uurtje. In Sydney eerst naar Paddington, een wijk vol met oude, kleine Victoriaanse huisjes: mooi, soms wat kitscherige, balkonnetjes en allerlei andere versierselen. Tot grote vreugde van Karen heel veel katten gezien en geaaid, voor het eerst deze vakantie!
Daarna via Hyde Park naar het winkelhart van Sydney gelopen. Even gewinkeld, oa haringen voor de tent gekocht (de oude beginnen uit elkaar te vallen) en kadootjes voor het thuisfront. Wat trouwens nog meer uit elkaar begint te vallen, zijn (even voor onze collega’s) de borden en bestek van het kerstpakket van vorig jaar. Als je ze wilt gebruiken voor een lange kampeervakantie: niet doen! We hopen dat het kerstpakket van dit jaar wat steviger is!
In het centrum verder veel mooie gebouwen zoals het Queen Victoria Building en de Town Hall gezien. Daarna met de ondergrondse naar Circular Quay, het punt vanaf waar alle veerboten en pontjes vertrekken. The Opera House en de Sydney Harbour Bridge gezien!! Erg indrukwekkend. Met een bootje naar de overkant voor een nog mooier uitzicht. Geweldige skyline!
Nog een tijdje op de trappen van het Opera House gezeten en daarna via de Hungry Jacks (= de Australische Burger King) naar de bioscoop: The Return of the King (de derde film The Lord of the Rings) gezien (Karens verjaardagskadootje van Alex). Erg gaaf!


maandag 29 december

Vandaag de Blue Mountains in. We hebben een scenic drive gedaan en onderweg allerlei uitkijkpunten bezocht. Onder andere de Three Sisters, een hele bekende rotsformatie. Het was overal heel erg druk. De Australische zomervakantie is begonnen dus iedereen is vrij en doet toeristische dingen. Verder stikt het hier van de Japanners. Ongelooflijk!
De Blue Mountains heten trouwens “Blue Mountains” omdat ze wat blauwig opkleuren als de zon erop schijnt. Erg mooi om te zien!
Via Katoomba weer terug naar de camping.
Het is hier trouwens een stuk frisser dan waar we tot nu toe geweest zijn. ‘s Avonds koelt het lekker af (dat is wel fijn met slapen). Overdag is het aangenaam warm. Nog steeds zo’n 25 graden, maar we zweten een stuk minder!


dinsdag 30 december

Weer een dagje Sydney. Eerst naar de Rocks. Dat is de plek waar Sydney ooit is begonnen. Een aantal oude huizen en kerkjes bezocht en vervolgens over de Harbour Bridge naar de overkant gelopen. Veel foto’s gemaakt. Met het pontje teruggevaren naar Circular Quay. Lekker geluncht en via de Botanische Tuin naar Macquarie Street gelopen. Aan deze straat staan veel oude (overheids)gebouwen, onder andere het Parliament House, een oud ziekenhuis en een bibliotheek.
Via het centrum en Darling Harbour naar Chinatown gelopen. Darling Harbour is een gebied rondom de haven met allerlei entertainment dingen (IMAX theater, Chinese tuin, musea etc). Ziet er erg gezellig uit. In Chinatown wat rondgelopen en een hapje gegeten.


woensdag 31 december

Weer een dagje Sydney. Dit keer met de boot naar Manly. Manly is een voorstadje van Sydney aan het water en staat bekend als vriendelijke badplaats. Veel winkeltjes dus en restaurantjes. Vooral de boottocht er naar toe is erg mooi omdat je een geweldig uitzicht hebt op de Harbour Bridge, het Opera House en de rest van de stad. Heel veel mensen maken alleen al hierom een tochtje naar Manly. In Manly hebben we even rondgelopen en aan het strand gezeten.
Terug in Sydney zijn we naar het Museum of Contemporary Art geweest. Dat bleek echter niet zo veel voor te stellen dus daar waren we zo weer uit. Toen we buiten kwamen, begon het al aardig vol te stromen met mensen die zich met koelboxen op dekens installeerden om het vuurwerk af te wachten. Toen was het pas 14:00 uur. Nog een lange tijd te gaan.
Rond een uur of 16:00 uur besloten wij ons ook maar naar onze “vuurwerkkijkplaats” te begeven; aan de overkant van het centrum, aan de voet van de Harbour Bridge. Het nodige ingeslagen om de avond door te komen en ons op een bankje geinstalleerd. Om 21:00 uur begon het kindervuurwerk, al een behoorlijk spektakel. Daarna een lichtparade van boten en vervolgens, om 30 seconden voor middernacht, het grote aftellen. Echt geweldig! Om 24:00 uur barstte het vuurwerk los van de brug en vervolgens in de hele haven. Heel erg mooi!
Toen we rond een uur of 2 terugkwamen in Emu Plains, wachtte ons een minder leuke verrassing. De auto wilde niet starten. Sterker nog, hij deed helemaal niks meer. Besloten de auto te laten staan en te gaan slapen en de volgende ochtend verder te zien.


donderdag 1 januari

Nee, het was geen slechte droom. De auto deed het nog steeds niet. Met het lood in onze schoenen het noodnummer gebeld. Verschillende doemsceario’s in het achterhoofd: zouden we vastzitten in Emu Plains, werken monteurs wel op nieuwjaarsdag etc. Tot onze verbazing (en grote opluchting) stond de monteur binnen een half uur op de stoep. Hij had aan een halve blik genoeg: de accu was leeg. Geen idee hoe dat komt, waarschijnlijk hebben we iets aan laten staan, geen idee wat, hoe dan ook: de auto deed het weer.
En we konden weer op pad. Deze keer richting Canberra, de hoofdstad van Australie. Toen we daar aankwamen, hebben we een uurtje door de stad getoerd om alle belangrijke gebouwen te bekijken, waaronder Capitol Hill. Ook een heel mooi uitzicht op de stad gehad vanaf een berg in de buurt.
Daarna doorgereden naar Cooma, een wintersportplaatsje aan de voet van de Snowy Mountains. Is wel grappig, want je ziet overal winkels met skispullen terwijl het buiten 38 graden Celsius is! Gek idee dat daar in de winter sneeuw ligt!


vrijdag 2 januari

Beetje uitgeslapen en op weg naar Albury, een tocht door de Snowy Mountains.
Veel mooie uitzichten, bloemenweides, wintersportplaatsjes en… eeuwige sneeuw op de toppen van de hoogste berg (ruim 2200 meter). Ook onze eerste (helaas dode) wombat gezien.
Onderweg ook langs Lake Hume gekomen. Lake Hume is een stuwmeer dat in de jaren vijftig is aangelegd. Hiertoe zijn destijds complete dorpen verplaatst. Op sommige naambordjes staan dan ook leuzen als “the town that moved in the fifties”. Het meer ziet er heel mooi (veel vogels!) maar ook een beetje macaber uit. Hier en daar steken dode bomen boven het water uit en dat doet wat spookachtig aan.
Overnacht in Albury in een zeer vaag (en wellicht daardoor goedkoop) hotelletje.

En zuidwaarts ging de tocht…

En zuidwaarts ging de tocht…

zaterdag 3 januari

Onverwacht een lange reisdag. Het oorspronkelijke reisschema drastisch aangepast en in een dag naar Phillip Island gereden. Toen we daar aankwamen, leek dat in eerste instantie niet zo’n goed idee te zijn: alle campings waren bezet dankzij vakantievierende Australiers en bezoekers van een groot moterevenement op het grand prix circuit van het eiland.
In een zeer negatieve stemming verlieten we het eiland. Maar na 30 kilometer vonden we alsnog een camping zodat we de dag erna toch naar Phillip Island konden.


zondag 4 januari

Vroeg op om op tijd bij het Visitor Centre van Phillip Island zijn om kaarten te bemachtigen voor de Penguin Parade van die avond. De Penguin Parade is een dagelijks terugkerend fenomeen waarbij ongeveer 1000 penguins uit de zee komen om hun slaapplaats op het land op te zoeken. Dit wordt elke dag door een paar duizend bezoekers gevolgd vanaf tribunes aan het strand.
Toen we de kaartjes hadden en weer buiten stonden, begon het te regenen. En bleef het regenen. Een paar uur in de auto doorgebracht, hopend op beter weer. Rond een uur of 2 klaarde het op en gingen we naar het Koala Reservaat. Heel veel koalas gezien. Dit keer ook van heeeeel dichtbij. Onder andere een moeder met een kindje en een “peuterkoala” die allerlei klunzige dingen deed. Echt geweldig!
In Cowes, de belangrijkste plaats van het eiland, wat gegeten en daarna via de zeehondenkolonie, die we niet hebben gezien omdat ze te ver weg zaten, naar de Penguin Parade.
Ondanks het super toeristische karakter heel erg leuk om mee te maken! Rond zonsondergang komen de eerste penguins het strand op. Daar wachten ze tot ze met voldoende penguins zijn om het strand over te steken naar de duinen. Elk groepje heeft een leider die kijkt of de kust veilig is. Als dat niet het geval is, duiken ze met z’n allen weer terug de zee in om vervolgens een nieuwe poging te wagen. Erg grappig om te zien!


maandag 5 januari

Weer het reisprogramma omgegooid. We wilden eerst de Dandenong Ranges in, maar daar bleken geen betaalbare slaapplaatsen te zijn, dus besloten we richting de Great Ocean Road te rijden. Omdat na een paar telefoontjes bleek dat ook daar al bijna alle campings vol waren, hebben we een paar hostelletjes vooruitgeboekt zodat we in ieder geval niet in de auto hoeven te slapen.
Na een lange reisdag uiteindelijk in Lorne, een plaatsje aan het begin van de Great Ocean Road, aangekomen. We sliepen in een vaste tent voor 2 personen met echte bedden erin: gezellig!


dinsdag 6 januari

Beetje onrustige nacht gehad. In de tent naast ons sliepen namelijk twee Engelse jongens die hun reputatie meer dan waar maakten: om 01:00 uur kwamen ze luid zingend het terrein op lopen. In no time stond de politie op de stoep: koppen dicht of eruit! En toen was het snel stil…
Vandaag de Great Ocean Road “gedaan”, een toeristische route langs de kust via kronkelige weggetjes en met spectaculaire uitzichten. Trekpleister van de Great Ocean Road zijn de Twelve Apostles: een serie rotsen die vlak buiten de kust uit de zee steken. Erg mooi! Ook nog “The Arch” en “The Tower Bridge” gezien die tegenwoordig geen brug meer is. In 1990 is namelijk een gedeelte ingestort, net toen er een paar mensen op de punt stonden. Die konden dus niet meer terug en moesten worden gered met helikopters. Nu staat er dus nog maar een halve brug.
In Warrnambool, aan het eind van de Great Ocean Road, een leuk hostelletje gevonden.
‘s Avonds voor het eerst met de familie van Alex in Tasmanie gebeld om de laatste info over onze komst uit te wisselen. Ook telefoonnummers van hun kinderen (zij zijn van onze generatie) in Melbourne gekregen zodat we die nog eens kunnen bellen als we daar zijn.


woensdag 7 januari

Reisdag naar St. Kilda, een voorstadje van Melbourne aan de kust. We hadden nog nooit van St. Kilda gehoord en daar dus een beetje op de gok een hostel geboekt en dat bleek geen verkeerde beslissing! St. Kilda is namelijk het hipste en meest geliefde voorstadje van Melbourne. The place to be, zullen we maar zeggen. En ons hostel is ook heel erg gaaf: keuken met vijfpitsgasfornuis, mooie houten vloeren, gezellige woonkamers en… een huiskat die Alex heet! Heel erg lief!
‘s Middags St. Kilda in geweest: veel trendy winkeltjes, leuke restaurantjes en smalle gezellige straatjes met veel sfeer. Ook een afspraak bij de kapper gemaakt. Een beetje met lood in de schoenen want Karen is in Darwin al eens naar de kapper geweest en dat was niet zo heel erg goed bevallen: Alex en de schaar moesten eraan te pas komen om de schade enigszins te herstellen…


donderdag 8 januari

Naar de kapper…. met een goed resultaat deze keer! We lopen er nu super hip bij (details bewaren we voor later)!
Daarna naar het Rippon Lea Mansion, een landgoed uit de 19de eeuw (voor Australische begrippen oud). Mooi huis met een hele mooie tuin. Wat wel grappig was, is dat de laatste eigenaresse het huis in 1930 gedeeltelijk opnieuw heeft ingericht. Hierdoor is er een mengeling van een 19de eeuwse en Art Deco stijl ontstaan.
Vervolgens met de bus naar Chapel Street gegaan, waar alle grote merken hun winkels hebben. Beetje rondgelopen, de sfeer opgesnoven en met de tram en trein door naar Flinders Street Station in het centrum van Melbourne. Alle vormen van OV gehad! Nog even de St. Pauls Cathedral in geweest en toen weer terug naar het hostel.
Wisten jullie trouwens dat Australie 20 mln inwoners heeft? Maar 4 mln meer dan Nederland terwijl het bijna 200 keer zo groot is?! Wij zitten dus met 400 mensen op 1 vierkante kilometer, terwijl hier maar 2 a 3 mensen op een vierkante kilometer wonen! De meerderheid daarvan woont overigens wel in de grote steden, zodat het daar nog druk is, maar goed.


vrijdag 9 januari

Auto ingeleverd. Snif! En verhuisd naar een hotel in het centrum van Melbourne, lekker luxe en dichtbij alle bezienswaardigheden. In de 33 dagen dat we de auto hadden, hebben we 6889 km afgelegd. Als het goed is, komen er in Perth nog zo’n 1500 a 2000 bij. Behoorlijke afstanden dus!
‘s Middags de Queen Victoria Market bezocht, een grote overdekte markt waar ze van alles en nog wat verkopen. Mooi oud gebouw & een gezellige sfeer!
Daarna rondgelopen in de Royal Botanical Gardens. Je kunt deze tuinen eigenlijk het beste zien als een groot stadspark, met mooie planten en vijvers. In Kings Domain, een park dat grenst aan de botanische tuin, een oud cottage gezien, dat in 1839 vanuit Engeland naar Australie is verscheept voor de toenmalige gouverneur van Victoria. Raar idee! Wij zouden gewoon een nieuw huis bouwen!
‘s Avonds naar Werribee, op bezoek bij Kenny en Sally en hun partners. Kenny en Sally zijn twee van de vijf kinderen van Albert en Kathy die in Tasmanie wonen en Albert is een achterneef van Alex. De eerste Australische huizen van binnen gezien (beetje Amerikaans)! Erg gezellig (en nee, geen gelijkenissen gezien).

Op familiebezoek

Op familiebezoek

zaterdag 10 januari

Vandaag veel gedaan. De dag begonnen met een rondwandeling door de parlementaire wijk van Melbourne. Toen we uit de tram stapten zagen we twee tennissers bepakt en bezakt de tram uit stappen, klaar voor deelname aan de Australian Open. In de parlementaire wijk staan veel oude gebouwen. Oa veel collegaministeries gezien.
Daarna gewinkeld in Brunswick Street, een straatje met allemaal leuke alternatieve winkeltjes en restaurantjes. Broodjes gekocht en opgegeten in Fitzroy Gardens, een park in de buurt. Wederom zo’n verscheept cottage gezien, deze keer voor de ouders van captain Cook.
‘s Middags een bezoek gebracht aan de National Gallery of Victoria. Mooie collectie schilderijen (uiteraard ook Rembrandts en Van Goghs) en andere dingen. Ook het gebouw zelf is de moeite waard. We konden helaas niet in alle zalen omdat er wat problemen waren met de constructie van het gebouw (ramen vielen spontaan uit de sponningen).
De rest van de dag lekker gerelaxed in het hotel.


zondag 11 januari

‘s Ochtends naar het Immigration Museum geweest. Dat was erg interessant: veel informatie over het immigratiebeleid van de afgelopen 150 jaar en boeiende verhalen van immigranten zelf.
‘s Middags een paar uurtjes gewinkeld (de winkels zijn hier ook 7 dagen per week open) en ‘s avonds naar Werribee voor een barbecue bij Sally en haar man thuis. Kenny en zijn vrouw waren er ook. Wederom errug gezellig!


maandag 12 januari

Een grote dag! Ontmoeting met de familie van Alex op Tasmanie. Toen we op het vliegveld aankwamen, stond er een 6 koppig welkomstcomite klaar. Met z’n allen naar het huis van Albert en Kathy in Ulverstone gereden en daar wat gedronken. Dit is ook de plek waar wij de komende week logeren.
We zaten nog maar even toen er een stuk papier te voorschijn werd getoverd om het programma voor de komende week op te stellen. Iedereen gaat een dagje met ons op pad. Leuk!
‘s Middags met Albert, Kathy en Willie (zus van Albert) de omgeving verkend. De Preston Falls gezien en Leven Canyon, een hele diepe kloof. Onderweg veel verhalen over de familie gehoord. Ook langs de oude boerderij van Albert en Kathy gereden. Erg leuk om te zien!
De eerste indruk van Tasmanie is goed. Er zijn veel verschillende landschappen op een kleine afstand, terwijl je op “the mainland” echt kilometers moet afleggen voordat je een ander landschap ziet. Erg bijzonder.
‘s Avonds met z’n allen gebarbecued bij Hilda en Ian. Zij zijn eveneens verre familie (te ingewikkeld om hier uit te leggen).


dinsdag 13 januari

Vandaag op pad met Albert en Kathy. Via allerlei dorpjes (oa een dorpje in Zwitserse stijl dat door een Nederlander is gebouwd?!) en mooie uitzichtjes naar Launceston, waar Christopher en Graham wonen, twee andere kinderen van hen.
Aan beiden een bezoek gebracht. Erg leuk om hen te ontmoeten!
‘s Middags naar Cataract Gorge, ook een soort van kloof met een riviertje erin. Het gebied waarin de kloof ligt, heeft min of meer de functie van een stadspark. Je kan zwemmen in het water en veel mensen brengen daar dan ook een vrije dag door.
Terug via een andere toeristsiche route.


woensdag 14 januari

Vandaag met Hilda en Ian op pad. Deze keer naar de Nut, een grote rots aan de kust in de buurt van Stanley. Onderweg gestopt bij de Tablecape met een mooi uitzicht op Bass Strait, de zeestraat die Tasmanie van het vasteland scheidt.
Hilda en Ian hebben een caravan op een camping aan de voet van de Nut, waar zij hun vakanties doorbrengen. Op de camping afgesproken met Janice, een dochter van Willie en Aub.
Het was behoorlijk winderig (en koud!) maar dat heeft ons er niet van weerhouden de Nut te beklimmen. Steil!!! Maar het uitzicht was absoluut de moeite waard: prachtige witte stranden, en bergen op de achtergrond. Rondwandeling gemaakt op de Nut en daarna nog even rondgekeken in Stanley.
Terug via Black River, een rivier met zwart water, en Boat Harbour Beach, een strandje met spierwit zand. Erg mooi!
In Ulverstone bij Albert en Kathy “tea” gehad. Dat is de term die ze gebruiken voor het avondeten. ‘s Middags hebben ze “dinner”, een (meestal) warme lunch. De kilo’s die we de afgelopen
weken zijn kwijtgeraakt, zitten er inmiddels weer aan…


donderdag 15 januari

Vandaag een dagje met Aub en Willie. Eerst een tussenstop gemaakt in Gawler gemaakt, waar we Neil en Andrew hebben ontmoet, hun zoons. Daarna doorgereden naar Wilmot waar de eerste Coles winkel staat. Coles is een van de twee grote supermarktketens van Australie. Wilmot is in feite dus vergelijkbaar met Zaandam, de plaats waar Albert Heijn ooit is begonnen.
Volgende stop was het Wildlife park in Mole Creek. Koala geaaid, wombat vastgehouden en gezien hoe Tasmanian Devils worden gevoerd. Dat gaat er behoorlijk heftig aan toe! Ook een Tasmanian Devil geaaid. Geloof het of niet: ze zijn heeeel erg zacht, een beetje vergelijkbaar met een poes. Koala’s daarentegen zijn een beetje plakkerig. Ze schijnen zich dan ook niet zo heel erg vaak te wassen…
Gepicknickt en daarna door naar de Liffey Falls. Een prachtige autorit door de bergen en een mooie wandeling door het regenwoud brachten ons in een waar paradijs. De Liffey Falls zijn echt heel erg mooi. Alsof je in een sprookje zit.
Op de terugweg lekker gegeten. ‘s Avonds op tijd naar bed.


vrijdag 16 januari

Rustdag! Lekker uitgeslapen, ontbeten en “morningtea” gedronken met een buurvrouw die haar Nederlandse zus op bezoek had. Wendy, de dochter van Albert en Kathy die we nog niet ontmoet hadden, is ook even langs geweest.
‘s Middags Ulverstone ingeweest om onze internetpagina bij te werken….
Wat rondgestruind in winkeltjes en het stadje gefotografeerd en gefilmd voor Alex’ ouders, zodat ze weten hoe het eruit ziet als ze daar volgend jaar heen gaan.


Naar het Westen

Naar het Westen

zaterdag 17 januari

Vandaag zijn we naar Cradle Mountain National Park geweest. Met z’n zevenen in het busje van Albert & Kathy: erg gezellig! Natuurlijk ook de esky (koelbox) mee, een onmisbaar onderdeel van een dagje uit.
De dag begon al goed. Toen we uit het busje stapten, stonden er wat mensen in de bosjes te turen. En jawel: twee wombats!!! Echt heel erg gaaf om ze nu ook in het wild te zien.
Lekker geluncht en daarna naar Dove Lake, een meertje aan de voet van Cradle Mountain. Toen we daar aankwamen, regende het maar na even wachten hebben we het er toch maar op gewaagd. En dat hebben we geweten: regen, hagel en wind, maar gelukkig tussendoor ook wat zon, waardoor de wandeling toch wel te doen was. Ja, het weer is niet altijd even stabiel op Tasmanie… De wandeling was echter heel erg mooi: geweldige uitzichtjes op Cradle Mountain en leuke stukjes door het bos.
Op de weg terug naar huis nog even gestopt bij een oude tinmijn.


zondag 18 januari

Vandaag een beetje gerelaxed en met de hele familie gebarbecued in het Tasmanian Arboretum. Erg gezellig!
‘s Avonds hebben we met de man van Wendy, een van de dochters van Albert en Kathy, penguins gekeken. Een beetje zoals Phillip Island, maar dan in het klein. We hebben ongeveer 20 penguins aan land zien komen. Zodra ze ons zagen of roken, durfden ze echter niet verder (in tegenstelling tot Phillip Island zijn deze penguins niet aan mensen gewend), Vandaar dat we niet al te lang gebleven zijn.


maandag 19 januari

‘s Ochtends met Albert en Kathy naar Ferndeen geweest. Dat is een heel mooi stukje regenwoud langs een kreekje met hele hoge manferns (varens op een stam).
‘s Middags via Lake Barrington, een stuwmeer, naar Sheffield, een plaatsje met allemaal muurschilderingen.
‘s Avonds als afsluiting van ons bezoek aan Tasmanie met z’n allen uit eten geweest.


dinsdag 20 januari

Vandaag vervolgen we onze reis: met het vliegtuig via Melbourne naar Perth. Op het vliegveld uitgezwaaid door de familie. Afscheid nemen is niet leuk.
Onderweg behoorlijk wat turbulentie gehad, maar uiteindelijk toch heel in Perth aangekomen. De klok drie uur teruggezet (het is hier 7 uur later dan in Nederland). Huurauto opgehaald en richting Fremantle, een voorstadje van Perth aan de Indische Oceaan, gereden.
Het weer is hier geweldig! Na twee weken toch wat minder weer (temperaturen rond de twintig graden, veel wind en af en toe regen), is het nu weer rond de 30 graden. Heerlijk! Het waait wel behoorlijk, maar dat schijnt zo te horen. Vooral ‘s middags staat er een stevige zeewind.
Perth ziet er weer heel anders uit dan Sydney en Melbourne. We hebben heel veel mooie nieuwbouwwijken gezien, vergelijkbaar met Ypenburg;-) en er is relatief weinig hoogbouw en minder groen.


woensdag 21 januari

Een dagje Rottnest Island. Rottnest Island is een eilandje van 4 bij 11 km voor de kust van Perth dat zijn naam te danken heeft aan De Vlamingh. Dat is de man die het eiland ontdekt heeft. Hij noemde het “Rattennest” vanwege de reuze ratten die hij daar zag. Die reuze ratten bleken quokka’s te zijn, een mini kangaroe met een een hele dunne staart en een ratachtige kop.
Fietsen gehuurd en een tocht over het eiland gemaakt. Prachtige hagelwitte strandjes, blauwe zee en… quokka’s gezien! Echt een geweldige dag dus, op de zadelpijn na.
De terugtocht met de boot was heftig. Twee meter hoge golven sloegen over dek waardoor veel mensen nat werden (wij niet). Gelukkig niet zeeziek geworden.


donderdag 22 januari

Reisdag naar Cervantes, een plaatsje in de buurt van Nambung National Park (de Pinnacles).
Mooie camping aan het strand!


Het einde is in zicht…

Het einde is in zicht…

zaterdag 24 januari

Reisdag van Cervantes naar Perth. Op bezoek bij Christine en Craig. Christine is een dochter van Aub en Willie, bij wie we op Tasmanie zijn geweest. Het was erg gezellig. Een rondje door de stad gereden en een bezoek gebracht aan Kings Park met mooie uitzichten op Perth en Swan River. Daarna nog even naar het strand geweest en gebarbecued.


zondag 25 januari

Rond een uur of 10 afscheid genomen van Christine en Craig en op pad naar Busselton, een plaatsje op ruim 200 km ten zuiden van Perth aan de Indische Oceaan. Busselton staat bekend om zijn pier, die maar liefst 2 km lang is (er rijdt zelfs een treintje over). De komende dagen een beetje relaxen en alles laten bezinken dat we de afgelopen weken hebben gezien.


maandag 26 januari

Vandaag een tocht gemaakt naar Cape Leeuwin in de buurt van Augusta, het meest zuidwestelijke puntje van Australie en tevens het punt waar de Indische Oceaan en de Zuidelijke Oceaan aan elkaar grenzen. Cape Leeuwin is vernoemd naar een Nederlands schip dat daar ooit is geweest. Grappig!
Onderweg door uitgestrekte bossen en een van Australies meest bekende wijnstreken (rondom Margareth River) gereden. Mooie route!
Op de terugweg gestopt in Yallingup een klein badplaatsje dat bekend staat om zijn surfstranden: hoge golven dus! Even gezwommen en op het strand gezeten en toen weer terug naar de camping.


dinsdag 27 januari

Reisdag van Busselton naar Fremantle. Besloten om onze laatste 2 nachten op dezelfde caming door te brengen als waar we vorige week hebben gezeten.
Onderweg nog een tijdje in Bunbury aan het strand gezeten. Bunbury wordt namelijk regelmatig door dolfijnen bezocht. Helaas niet vandaag!
‘s Middags een rondwandeling gemaakt door Fremantle. Leuk plaatsje: gezellige haven en veel oude gebouwen waaronder een gevangenis die in de 19de eeuw door gevangenen is gebouwd en tot 1991 ook als zodanig is gebruikt. Fish & chips gegeten bij de beste fish & chips tent van… , tja waarvan eigenlijk (Fremantle, West Australie of heeeel Australie?). Erg lekker!


woensdag 28 januari

Laatste hele dag in Australie. Net begonnen met een rondwandeling door Perth…
Na het reisverslag voor de eennalaatste keer te hebben bijgewerkt gingen we op pad. Veel oude gebouwen gezien, waaronder de Mint, de Australische muntmakerij. Ook veel nieuwbouw gezien, zoals de Swan Bell tower, een hoge piramide van groen glas omzoomd door nogal vreemd uitziende, bruine dingen. Ja, dit gebouw was niet geheel onomstreden. Het kostte veel belastinggeld en niemand vond het echt mooi. Maar ja…
Perth is net als Melbourne en Sydney een miljoenenstad, maar voelt niet zo aan. Het is meer een provinciestad, maar wel erg leuk en gezellig.


donderdag 29 januari

Naar huis! ‘s Ochtends op de camping alle spullen ingepakt. Gelukkig paste alles nog…
Nog een paar uurtjes in Perth doorgebracht, waarna we afscheid hebben genomen van de auto en door een Duitse taxichauffeur naar de luchthaven werden gebracht. Na het inchecken ons laatste beltegoed, ruim 30 AUS dollar, op gebeld (gaat redelijk vlot als je naar Nederland belt) en om 16:50 uur het vliegtuig naar Singapore genomen. Rond 21:30 kwamen we daar aan. Vervolgens vertrok om 23:30 ons vliegtuig naar London Heathrow…


vrijdag 30 januari

.. waar we 13,5 uur later aankwamen, iets na 05:00 Londense tijd. Nog even wat boeken en parfum ingeslagen voor onze allerlaatste etappe.
Om 09:45 geland op Schiphol, waar wij werden opgewacht door onze ouders. Een gelukkig weerzien volgde in een zeer koud Nederland (brrrr).
Moe, maar zeer voldaan de trein ingestapt naar Heerenveen, even bijkomen bij Alex’ ouders.

Voor de liefhebbers nog even wat statistieken:

Van de 70 dagen:
13 dagen met regen, waarvan 3 hindelijk
20 dagen kouder dan 25 graden, maar meestal wel 20 plus

In 43 dagen 8360 km met een huurauto afgelegd

Verder hebben we:
9 nachten bij familie gelogeerd
35 nachten gekampeerd
22 nachten doorgebracht in een hotel/motel/hostel
en 3 nachten in vliegtuig doorgebracht
ruim 4 kilo hazelnootpasta en 2 kilo jam gegeten

anderhalf uur gefilmd en ongeveer 30 rolletjes van 24 opnames volgeschoten.

Reizen

Reizen


Dat was me het begin van de vakantie wel: met een uur vertraging vlogen we
met Royal Air Maroc in 3 en een half uur tijd naar Casablanca. Onderweg kregen
we een uitstekende maaltijd en de vlucht (toen die eenmaal was begonnen: iets
met kwijtgeraakte passagier en koffers die van boord moesten) verliep alles
zonder problemen.


Daarmee waren we er nog niet: toen we waren opgevangen door Theo en kennis
hadden gemaakt met Tjeerd, Nienke, Tiana, Nathalie, Michael, Jacqueline, Jan en
Ida, mochten we de bus in. Het is een prima klein busje, uitstekend geschikt
voor 10 mensen en een gids, en de chauffeur is aardig en rijdt goed (al weet hij
niet overal de weg). Nog 4 uur rijden nadat je al een paar uur gevlogen hebt
(met wat vertraging) zorgt er voor dat je er aardig doorheen zit! Zonder eten
naar bed dus!


Eenmaal in het hotel ploften we dan ook redelijk kapot op onze kamer. Naar
Marokkaanse begrippen uitstekend: schoon, BIJNA alles doet het en er is zelfs
toiletpapier! Het duurde ook niet lang voor we diep in dromenland waren. Onze
slaap werd alleen licht verstoord door een oproep voor het gebed vanaf de
dichtsbijzijnde moskee… om kwart over 4 ‘s nachts…

Fes

Fes

De eerste dag in Marokko begon, na een prima nachtje slapen en een eenvoudig
maar lekker ontbijtje, met een bezoek aan de stad Fes. De bus stond klaar
om ons naar het uitzichtspunt te brengen. We werden vergezeld van Mohammed, onze
gids voor de dag. Een erg aardige man, die verschrikkelijk veel wist en
honderduit praatte.



Na een aardig overzicht van de stad voorgeschoteld te hebben gekregen, doken
we eigenlijk gelijk de Medina in. Dit is Arabisch voor “stad”, maar staat
tegenwoordig voor de oude binnenstad. In Fes is dit gedeelte gesticht rond 900.
Daarnaast heeft Fes een “nieuwe stad” (althans, nieuw in 1400!) en een
“ville nouvelle” uit ongeveer 1920.


De Medina is overweldigend. Het ommuurde stuk stad bestaat uit 9000 (!)
straatjes en steegjes, waarvan sommigen nog geen meter breed. Al je zintuigen
doen mee; alles ruikt, klinkt en smaakt bijzonder en je kijkt je ogen uit.
Mohammed nam ons mee langs kruiden, fruit, stoffen, vis, brons,
scharenslijpers, bakkers, tapijtmakers en (1 van de hoogtepunten) naar een
lederzaak die uitkeek op de verfbaden. Dit zijn de kleurige verfbakken waarin
met de hand leer en stof wordt geverfd.



De straatjes zijn soms zo nauw dat je er nauwelijks in je eentje recht kunt
lopen. Met name de woonstraatjes zijn smal, hoewel de huizen zijn gebouwd rondom
een open binnenplaats. Het gebrek aan ramen wordt logisch als je bedenkt dat de
warmte in de verstikkende zomermaanden zo buiten de deur blijft. Elke wijk heeft
in ieder geval een moskee, hammam (badhuis), bakkerij en school. Daarnaast
zijn de souks dus specifiek ingedeeld naar producten. Vlees, sieraden en
kruiden: het hield niet op. Eef kocht na dramatisch afdingen een kameel
(…) en Karin kreeg na in snikken uitgebarsten te zijn een kruidig cadeautje.
Genieten!


Wat ook opviel was de gastvrijheid en vriendelijkheid van mensen; overal
krijg je mintthee aangeboden (bij tapijtverkopen bijvoorbeeld) en veel
mensen groeten spontaan. Iedereen is erg aardig en de stad maakt ondanks zijn
absolute “anders zijn” een erg prettige indruk. We waren prettig verrast
dat de mensen lang niet zo opdringerig waren als bijvoorbeeld in Egypte (wat we
wel hadden verwacht).



Na de lunch bezochten we een Medersa, een koran-hogeschool. Een prachtig
versierde gebedsruimte en openlucht “studie-zaal”. Vervolgens was het, na een
kort bezoekje aan het paleis van de koning en de Joodse Wijk, tijd voor even
bijkomen: wat een dag!


Om half acht togen we met Theo en groep naar een restaurant. Heel anders dan
‘s middags was dit vrij westers in uiterlijk. Voor de lunch waren we namelijk
terecht gekomen in een tentje dat we zelf NOOIT hadden durven uitkiezen voor een
hapje eten. Het was prima en we waanden ons nog meer in Marokko dan ervoor.


Ook het diner viel niet tegen. We probeerden Pastilla; een vreemd gerecht met
kip, amandelen, honing, poedersuiker en bladerdeeg. Lekker, maar hoofdgerecht en
toetje in 1. Erg zoet, maar spannend! Na een kopje onvermijdelijke mintthee,
troonde Theo ons mee naar “een ranzig barretje”, een kreet die we waarschijnlijk
nog vaker zullen horen deze week! De ranzigheid zat ‘m in de aanwezigheid van
drank en hoeren. Hoeren? Wij vonden het in eerste instantie nette dames. Foei!
Fout gedacht; ze dronken bier, rookten, praatten met mannen en ze lachten.
Duidelijke dames van lichte zeden…


Na al die indrukken was het tijd voor ons mandje. Met opnieuw een erg
aanwezige gebedsoproep. Ja, op dezelfde tijd…

Meknes

Meknes



Prachtig warm weer bij het opstaan dus de 65 kilometer busrit naar Meknes was
een genoegen. Door de bergen waren we toch nog vlot in Meknes, ondanks dat de
buschauffeur niet echt op de hoogte was van de route. Ze zeggen hier
(regelmatig) “Inshallah” (als God het wil), als ze het hebben over zaken die
zich in de toekomst afspelen. Wij hebben daar inmiddels “Als God het wil en
de buschauffeur het kan vinden” van gemaakt…



Het centrale plein van Meknes is vol en druk; het is een aantal jaar geleden
veranderd in een enorme parkeerplaats. Jammer, want daarom wordt de “Bab
Mansour”, de toegangspoort naar de het koninklijk gedeelte van de Medina en
volgens velen de mooiste poort van Marokko, enigszins overschaduwd. Hij blijft
echter mooi en opvallend; net als veel Arabische poorten heeft hij een “knik” in
het midden, om het binnenvallende legers ingewikkeld te maken.

Achter de Bab Mansour ligt o.a. het mausoleum van Moulay Ismail. Deze geniale
tiran (1672-1727) stichtte de stad in een poging om voorgaande heersers te
overtreffen. Het mausoleum was erg rustig en een indrukwekkend gebouw. Dat we in
deze moskee (en dit heiligdom, al mag je niet bij de tombes komen) naar binnen
mogen is voor ons niet-moslims uitzonderlijk. Het gebouw is precies dat wat je
je voorstelt bij een sprookjesmoskee; prachtig stucwerk, charmante poorten, een
zonnenwijzer en een fonteintje. De moskee zelf is maar erg beperkt
toegankelijk, maar mooi om te zien. Na een kopje koffie en plaspauze, maakten we
een klein rondje door de souks. Minder bijzonder dan in Fes, maar wel erg leuk
om te zien en de sfeer te proeven. Na de lunch sloten we het bezoek aan Meknes
af.

Moulay-Idriss en Volubilis

Moulay-Idriss en Volubilis



Na opnieuw een mooie route (alles staat in bloei!), was de volgende stop Moulay-Idriss. Dit kleine heilige plaatsje ligt tegen de bergen aangeplakt en bestaat daarom voornamelijk uit trappen. Althans, zo lijkt het. Onder begeleiding van een jonge, Duits sprekende (?) gids, werden we naar het heiligdom van Moulay-Idriss zelf gesleept. Wij mochten er uiteraard niet in, maar het inkijkje was mooi. Ook bijzonder is dat je overal, maar dan ook overal, mag fotograferen. Alleen mensen en met name vrouwen zijn wat schuw, onder andere omdat ze geloven dat een stukje van hun ziel verdwijnt door de foto.



Het heiligdom is uiteraard een moskee, met een, in dit geval erg bijzondere, minaret. De minaret is de enige ronde in heel Marokko (de rest is vierkant) en in 1939 gebouwd als eerbetoon aan door de bouwer bezochte ronde minaretten. De toren is prachtig, groen met wit, ingelegd. Groen is de kleur van de Islam en is dan ook overheersend in Moskeeen. Tot slot bezochten we een mooi uitzichtspunt, waar we de moskee en de rest van het dorp opnieuw konden bekijken.


Als laatste, maar zeker niet minste, bezochten we Volubilis; de ruines van een Romeinse stad uit de tweede en derde eeuw na Christus. Naast de ooievaars en de zuilen van de basilika, waren met name de mozaieken mooi en goed bewaard gebleven. Het was warm op de heuvel waarop de restanten te bezichtigen waren, dus na een flinke wandeling dronken we een “the a la menthe” op het schaduwrijke terras. Wat een dag…

Reisdag – van Fes naar Marrakech

Reisdag – van Fes naar Marrakech



Auw, na eindeloos kletsen ging die wekker natuurlijk ongeveer 4 uur te vroeg
af. Het was dan ook kwart voor 6. De dag begon grauw: het mistte en er was
weinig te zien. Wel prettig voor onze ogen (klein tukje), maar we waren even
bang dat het zo zou blijven! Het eerste deel van de route was van Fes de Midden
Atlas in. De weg was bochtig en het werd steeds steiler. Tegen de tijd dat we in
Ifrane waren, was het gelukkig zonnig en al lekker warm.



Ifrane is de Marokkanse wintersportplaats voor de mensen met centen. Een
soort Chamonix in Marokko, met ‘s winters sneeuw en zelfs Arabisch/Franse
bordjes die “barriere du neige” aangeven. De koffie was lekker en Eef genoot nog
de hele dag van de gekochte Marokkaanse (marsepein)koekjes. Marokko is bij
uitstek het land van “zoet”!

Een geplande aap-stop (in de ceders langs de weg huizen Makaken) viel helaas
in het water, maar de rest van de route door het toen nog erg bergachtige
landschap was erg mooi. Het was duidelijk merkbaar dat het voorjaar is: alles
stond in bloei en velden vol met klaprozen, akkers vol met graan en eindelozen
grazende kuddes geiten en schapen vulden het uitzicht. Uren rijden door steeds
wisselend landschap verveelde geen moment en het was “ineens” tijd voor de lunch
(in Beni-Mellal). .



De middagroute (inmiddels door de steppen) had als hoogtepunt een kudde
dromedarissen! Ze kwamen naast de bus en we konden ze zelfs aanraken (wat we
even oversloegen; ze kunnen gemeen bijten). Vooral de kleintjes waren erg lief
en we schoten aardig wat plaatjes. Iedereen kwekte er nog flink over na en de
rest van de route was zo voorbij.


Het hotel in Marrakech is erg centraal gelegen. Het ligt tegenover de minaret
van de Koutoubia-moskee, de “Eiffeltoren van Marrakech” en op kruipafstand van
het Plein Jemaa-el-Fna. Na het dumpen van de koffers proefden we alvast wat van
de bijzondere sfeer die er hangt. Slangenbezweerders, zwarte magie,
henna-tatoueerders en vooral veel eet-kraampjes. Dat belooft wat! Het eten (op
het dakterras van het hotel, met uitzicht op de minaret) was prima en het ijsje
toe smaakte minstens net zo lekker. Op naar de oproep voor het ochtendgebed!

Marrakech

Marrakech





Herrie of niet; we sliepen als rozen. Nou ja, de meeste tijd dan. Na een
ontbijtje op het dakterras volgden we Theo naar een van de betere
bezienswaardigheden; de graven van een aantal hoogwaardigheidsbekleders. Een
schitterend complex, dat (op de toeristen na) vredig aandoet na al het
stadslawaai. De graven zelf zijn simpel; nauwelijks meer dan een met eenvoudige
mozaieken bekleedde verhoging. De ruimtes er om heen zijn schitterend versierd,
zoals overal met letters en geometrische figuren. Nooit mensen en dieren om te
voorkomen dat men die afbeeldingen zou gaan aanbidden. De aandoenlijk spelende
jonge katjes op het terrein trokken zich daar weinig van aan en de aanbidding
liet dan ook niet op zich wachten. 🙂





Na een kopje mintthee op een terrasje met uitzicht op het grote plein, liepen
we door de souks naar de Medersa (koranschool) van Marrakech. Nog mooier dan die
in Fes; met een rijk versierd binnenplein, een mooie gebedsruimte en
studenten”cellen” rond kleine doorkijkjes. We fotografeerden ons suf. Leuk!
Experimenteren! Maar waarom al die andere mensen dat dan ook moeten doen… 🙂
Na nog een korte voorleessessie van Theo uit Karins reisgids werden we vrij
gelaten.


Het was inmiddels tijd voor lunch, dus daar begonnen we mee. Daarna was het
tijd voor een uitgebreide “shopsessie marrocain”. Souk in, souk uit, linksaf,
rechtsaf… En ja; ook wij gingen voor de bijl. Los van de prachtige dingen die
ze hier hebben, is het afdingen een sport op zich. Zo zijn we drie kwartier te
gast geweest in een winkeltje van 2 bij 4. Thee (ja, mintthee natuurlijk),
praten over ons land en het zijne en eindeloos steggelen over de prijs. “WAT?!
Voor deze kwaliteit?” Of “Wil je dan dat ik GEEN winst maak!?!?” Dat pareerden
we met dingen als ” Wij moeten er hard voor werken hoor, als studente heb je het
niet breed” (ho ho, alsof die man de waarheid spreekt op dat moment!) of “Nee,
nee, dan HEB ik al geld van haar erbij moeten leggen, hoger kan ik echt niet
gaan!” Dikke lol en met 40 tot 60 procent van de prijs af EN mooie spullen die
van eigenaar wisselen, is iedereen blij. Ze mogen tenslotte best iets aan ons
verdienen.





Na een kort hapje is het nu dus Internet- en zometeen tukjestijd. Morgen
worden we namelijk om half zes (lach niet!) in de bus verwacht voor een excursie
naar de Hoge Atlas, de zuidelijke bergketen van Marokko. We zijn heel benieuwd!