Archief van
Categorie: Afrika

Naar Botswana

Naar Botswana

Om van Zambia in Botswana te komen, moet je met een pontje de rivier over. Aan de ene kant van de rivier is de grens van Zambia, aan de andere kant die van Botswana. Bij de eerste grensovergang was het een puinhoop: overal stonden vrachtwagens uit Botswana op de juiste papieren te wachtten om Zambia in te komen. Die vrachtwagens blokkeerden de afrit van de pontjes waardoor die niet goed konden lossen. De chaos werd versterkt doordat iedereen (auto’s, vrachtwagens etc) probeerde voor te dringen. Eindeloos duurde het. Op een gegeven moment hebben we met de groep een aantal auto’s geblokkeerd zodat onze truck de boot op kon. Wij snel erachteraan. Eenmaal aan de overkant ging het allemaal erg soepel.


Dat was mooi want om 16:00 uur zou onze gamecruise beginnen. Tijdens de gamecruise heel veel dieren gezien. Omdat we met een klein bootje waren, konden we overal redelijk dichtbij komen. Een kudde olifanten gezien, nijlpaarden, krokodillen, impala’s, kudu’s, sabel antilopes, zogeheten bunded mongoose en visarenden.


In het donker onze tenten opgezet. Donker wordt het hier al vroeg: rond een uur of 6 gaat de zon onder en dat gaat heel erg snel.

Moordspel

Moordspel

Even een tussendoortje. Wat we al bijna de hele reis doen, is een moordspel spelen.
Iedereen krijgt een briefje met de naam van iemand van de groep en een woord dat hij die persoon moet zien te ontlokken. Je begrijpt het al, het gaat daarbij niet om de meest alledaagse woorden. Voorbeelden zijn cementmolen, boormachine, koning en uitdaging.
Als het is gelukt om iemand het bewuste woord te laten zeggen, is die persoon dood en ligt hij uit het spel. De ‘moordenaar’ krijgt het briefje van zijn slachtoffer en zo gaat het verder totdat er een iemand overblijft. Die heeft dan gewonnen.
Om het spel te kunnen spelen, worden er allerlei complotten gesmeed. Hoe kun je het anders over boormachines hebben als je op reis bent in Afrika?
Heel erg leuk om te doen. We zijn inmiddels met het derde spel bezig (Karen heeft het tweede spel gewonnen!) en er zijn nog twee spelers over. Wij zitten daar niet bij.

Dorpswandeling

Dorpswandeling

Vanuit de Okavango Delta naar Rundu gereden (24 mei 2007). We zitten op een camping aan de Okavangorivier, aan de overkant van de rivier ligt Angola.


De volgende ochtend met een gids een wandeling door een paar dorpjes in de buurt gemaakt. Een mooie kans om het dorpsleven van dichtbij mee te maken en te zien hoe mensen in het noordoosten van Namibie leven: in kleine hutjes van hout en klei met rieten daken. Vaak staan er een paar hutjes bijelkaar met een afscheiding eromheen, in het midden is een vuurplaats: dat is dan een dorpje. Meestal leven families daar bij elkaar. Heel veel foto’s gemaakt! Ook een schooltje bezocht. Het was vakantie dus er was helemaal niemand, maar vanwege ons bezoek hadden ze toch een paar kinderen opgetrommeld om liedjes voor ons te zingen. Toen ze klaar waren, vroegen ze of wij ook een liedje voor hen wilden zingen. Tuurlijk! Met z’n allen “hoofd, schouders, knie en teen” gezongen. Dat was een groot succes, vooral toen bleek dat dit liedje ook in de lokale taal bestaat.


Als aandenken een olifantje gekocht dat door leerlingen van de school is gemaakt. Van de opbrengst van zo’n olifantje (30 Namibische dollars = ruim 3 euro) kan een kindje hier een jaar naar school.

Petrified Forest en Twijfelfontein

Petrified Forest en Twijfelfontein

Het is gelukkig weer wat warmer. Het koudefront waarvan we de afgelopen dagen en met name nachten last hadden, is voorbij. Karens sokken kunnen ‘s nachts weer uitblijven.


Op maandag 29 mei via het Petrified Forest naar Twijfelfontein gereden. Het Petrified Forest is niet echt een bos maar meer een gebied waar veel versteende boomstammen uit de ijstijd zijn gevonden. Onderweg daarnaar toe allemaal bordjes langs de kant van de weg gezien van “wannabe petrified forests”. Van mensen die een paar stukjes versteend hout in hun achtertuin hebben liggen die je kunt bekijken.


Ook een bijzondere plant gezien die wel 2000 jaar oud kan worden. Hij heeft twee bladeren die ongeveer 1 cm per jaar groeien. Deze plant wordt dan ook de “twee blaar kan nie dood nie” plant genoemd.  


Bij Twijfelfontein mooie rotsschilderingen van de bosjesmannen gezien en de bron van de twijfelfontein. Toen die bron ontdekt werd door een Duitse boer dacht hij dat dit wel eens een vruchtbaar gebied zou kunnen zijn, maar dat viel tegen. Het water stond de ene keer wat hoger dan de andere keer maar was nooit echt genoeg om er wat mee te kunnen doen.


Gekampeerd aan de voet van de Brandberg, het hoogste punt van Namibie (2573 m). Die berg deed ons erg denken aan Ayers Rock in Australie: hij doemt ineens op in het verder vlakke landschap en als de opkomende zon erop schijnt is hij prachtig rood.


Het landschap is de laatste dagen sowieso weer erg veranderd: van savanneachtig geel naar rotsachtig rood. En nu gaan we meer een woestijn in. 

Kaapstad

Kaapstad

Maandag 4 juni: we zijn aan het begin van de middag in Kaapstad aangekomen. We logeren in een luxe villa vlak aan zee, een geweldige locatie. Vanmiddag doen we het rustig aan: de omgeving van het hotel verkennen, internetten en nog wat kadootjes kopen.
Het weer is slecht. Het is niet warm, het regent zo nu en dan en er hangt een dikke laag bewolking. De Tafelberg hebben we dus nog niet gezien (er ligt een tafelkleed overheen;-). Hopen dat het weer de komende dagen nog wat beter wordt…

Naar Zambia (de heenweg)

Naar Zambia (de heenweg)

Woensdag 16 mei aan het einde van de ochtend vertrokken naar Schiphol. Bij het inchecken meteen al de eerste mensen van de groep ontmoet: twee zusjes uit Enschede en een jong stel uit Noord-Limburg. Leuke mensen zo op het eerste gezicht. 


De reis ging voorspoedig. Wel lang in de rij gestaan in verband met allerlei securitygedoe in London, waar we moesten overstappen. Maar goed, dat schept een band. Lekker zeuren met de rest van de groep, waarmee we inmiddels ook hadden kennisgemaakt. Allemaal jonge mensen. Alex is de nestor 😉 van de groep, maar gelukkig nog niet degene met het minste haar.


Rond 06:00 uur ‘s ochtends de volgende dag aangekomen in Lusaka, de hoofdstad van Zambia. Daar hebben we in de langste rij ooit gestaan. Het duurde maar liefst 5 kwartier voordat we door de paspoortcontrole waren. Bagage opgehaald en naar buiten. Kennisgemaakt met de reisleiding (reisleidster Noor, chauffeur, reservechauffeur en kok) en toen de bus ingeladen.


Die bus is bijzonder. Het is een enorme truck met een busachtige opbouw. Best hoog. Gelukkig ook erg comfortabel met veel beenruimte.


Na een mooie rit door Zuid-West Zambia kwamen we rond een uur of 17:00 bij onze camping in Livingstone bij de Victoria Falls aan. Tentjes opgezet, ons opgefrist en lekker gegeten met uitzicht op de Zambezirivier. Veel info van Noor gehad en meteen al de eerste excursies geboekt. Daarna vroeg naar bed. Zo’n reis hakt erin.


 

Leeuwen

Leeuwen

Zondagochtend 20 mei (onze trouwdag nota bene!) om 04:45 uur op voor een gamedrive door Chobe National Park. Wederom heel veel dieren gezien. Best spannend was een ontmoeting met een leeuwenfamilie: 2 leeuwinnen en een stuk of vijf welpen. de heer des huizes was in geen velden of wegen te bekennen. De vrouwen zorgen ervoor dat er eten op tafel komt en als het zover is, schuiven de heren aan.


De leeuwen waren net ontdekt door een kudde buffels. Op een gegeven moment was het niet precies duidelijk wie nu wie aan het aanvallen was: de leeuwen de buffels of andersom. Boeiend om naar te kijken (met een hele rij jeeps op een rij want we waren niet alleen in het park).


De eerste rolletjes zijn inmiddels volgeschoten.

Sossusvlei

Sossusvlei

Donderdag 31 mei vertrokken naar de Sossusvlei, de reden waarom wij naar Namibie wilden. Mooie rit door de Kalahari woestijn. We kamperen op een camping vlakbij de ingang van het park. Handig voor de zonsopgang die we de volgende dag gaan zien.
Op vrijdag om 05:15 uur op. Om 05:30 uur met de bus het park in, op naar Duin 45, een van de hogere duinen van de vallei en DE duin die iedereen beklimt bij zonsopgang. Wij dus ook. Alex tot helemaal bovenop, Karen tot ergens halverwege. Zo’n duin is toch wel steil en erg hoog.
Veel foto’s gemaakt. Niet alleen van de zonsopgang maar ook van de wc voor de duin. Die wc staat op de voorkant van het wc boek dat op onze wc thuis ligt. We zijn van plan om de foto van de wc voor duin 45 uit te vergroten en op ons toilet te hangen. Dus wie weet!

Een hele leuke wandeling gemaakt met Frans. Frans is opgeleid door de beroemde Boesman, die in alle reisboeken voorkomt. Boesman zelf is op (schoon)familiebezoek in Japan. Frans is als het ware een met de omgeving, hij weet er echt alles van. Zo heeft hij tijdens de wandeling een made, een hagedisje en een torretje uit het zand opgegraven en daar van alles over verteld. Aan de sporen zag hij dat ze daar zaten. Wij zouden er gewoon overheen gekeken hebben. Het meest bijzondere wat hij liet zien, was het web van een spin dat wel 1,20 meter diep onder de grond zat. Hij herkende dat web aan een soort van rondje in het zand: de ingang van het spinnenweb. Toen hij dat openmaakte en er wat zand instrooide, kwam de spin naar buiten omdat hij dacht dat er een vliegje of zoiets zat. Toen dat niet zo bleek te zijn, sloot de spin de ingang van zijn web weer af. Echt geweldig om te zien!

De Sossusvlei staat voor het einde van de rivier. Zo lang er regelmatig water in de vallei staat, groeien de duinen niet aan elkaar en blijft de vallei bestaan. Er is ook een dode valei. Daarin is 300 jaar geen water geweest waardoor de duinen zo ver naar elkaar zijn toegegroeid dat de rivier er ook niet meer kan komen. Er groeit helemaal niks meer. Het enige dat je ziet zijn stammen van dode acaciabomen. Ziet er best luguber uit.

Na de wandeling gerelaxed op de camping. Aan het einde van de middag naar een kleine Sesriemcanyon geweest en op een duin in de buurt van de camping naar de zonsondergang en tegelijkertijd de opkomst van de volle maan gekeken. Vooral dat laatste was mooi om te zien!

Kaap de Goede Hoop

Kaap de Goede Hoop

Dinsdag 5 juni hebben we met de groep een excursie naar Kaap de Goede Hoop gemaakt. Met Scott en Debra en met de truck. Officieel moesten Scott en Debra de truck gisteren eigenlijk al inleveren maar omdat we met de hele groep naar de Kaap wilden, kon het zo geregeld worden dat de truck nog een dagje langer bleef. Dus hebben Scott en Debra ons naar de Kaap gereden en weer terug. Wel zo gezellig.


Het weer zat ontzettend mee: het waaide wel hard, maar gelukkig hebben we geen regen gehad en scheen zelfs de zon.


Eerst via de toeristische route (de Chapman Peak Drive) naar Cape Point. Veel mooie uitzichtjes onderweg waar je bijna weggeblazen werd, zo hard waaide het. Vanaf Cape Point langs de kust naar Kaap de Goede Hoop gelopen.


Kaap de Goede Hoop heeft trouwens niet altijd zo geheten. Vroeger heette het zoiets als de Verschrikkelijke Kaap om aan te geven dat heel veel schepen daar zijn vergaan. Uiteindelijk hebben ze dat veranderd in Kaap de Goede Hoop. Deze naam verwijst naar de vele gebeden om maar levend om de Kaap heen te komen.


Op de terugweg naar Kaapstad een stop gemaakt bij Boulders beach, waar een penguinkolonie zit. Je kon behoorlijk dichtbij de penguins komen. Veel jonkies gezien: erg lief!


‘s Avonds in onze villa gegeten. De groep slaapt in twee gebouwen: in het eigenlijke hotel en in een luxe villa om de hoek van het hotel. Wij zitten in de villa en hebben een grote woonkamer, een uitgebreide keuken met magnetron, een wasmachine en droger tot onze beschikking. Terwijl ik dit intik, vraag ik me af waarom we geen was hebben gedraaid. Dat had weer gescheeld als we terug zijn in Den Haag.

Zuid-Afrika, Swasiland en Lesotho

Zuid-Afrika, Swasiland en Lesotho

De Baobab-reis Zuid-Afrika, Swasiland en Lesotho wordt afwisselend van noord naar zuid en van zuid naar noord uitgevoerd. Wij volgen de route van zuid naar noord: Kaapstad naar Johannesburg. Het plaatje geeft de route goed weer, al reizen we dus “andersom”!

Donderdag 4 oktober – Vliegen

Donderdag 4 oktober – Vliegen

We zijn blij dat we pas eind van de middag vliegen. Nadat we allebei gewerkt hebben tot woensdagavond, gaat het grootste deel van de donderdag voorbij met restjes werk, ICT4FREE, tas pakken, huis opruimen, brunchen etc. etc. Uiteindelijk zitten we “lichtelijk buiten adem” om half 2 in de auto. Karst brengt ons naar Schiphol, zodat we met de auto kunnen.

 

We checken in (altijd een leuk spelletje: zien we al groepsleden?!) en drinken nog een bakkie met Karst. De vlucht naar Londen is kort, maar erg mooi. We zien Texel en boven Londen the Tower Bridge en the Milennium Wheel. De overstap is relaxed: we blijven in hetzelfde gebouw en kijken met een snackie vliegtuigen in de ondergaande zon.

 

Daarna inchecken bij gate 8 waar een enome rij mensen klaar staat om zich met ons in de Boeing 747-400 te proppen. De stoelen zijn wat krapjes, maar we hebben een eigen “flight entertainment centre” in het schermpje in de stoel voor ons. Het eten is laat, half 11, maar lekker en na een filmpje (Ocean’s 13) vallen we in slaap.

Zaterdag 20 oktober 2007 – Swasiland

Zaterdag 20 oktober 2007 – Swasiland

De dag begint opnieuw vroeg (no rest for the animal-spotting kind) en
om 6 uur zitten we in de bus terug naar Ndlovu Camp. Daar begint om
half 7 een game walk. Een wandeling door het gedeelte van het
parkt waar onder andere olifanten en neushoorns zitten! Onze gids
Johannes is “gewapend” met een stok en walkie talkie, waarmee hij (heel
zachtjes) in verbinding staat met de andere gidsen. We mogen alleen
zachtjes praten, moeten in een rijtje achter elkaar lopen en als we hem
op iets willen wijzen moeten we met onze vingers knippen. Na deze
uitleg zetten we de eerste stappen buiten het hek van ons kamp, op zoek
naar Groot Wild!

Het is spannend, om zo, zonder bescherming van de auto, door het park
te lopen. We zijn super-alert en als we dan ook nog van het pad
afwijken om echt op zoek te gaan naar neushoorns, stijgt het adrenaline
niveau naar recordhoogtes. Na 10 minuten en een impala op afstand is
het raak: een neushoorn, met jong! We bevriezen, tot onze gids de wind
gecontroleerd heeft en ons daarna meeneemt tot op wel 15 meter van deze
anderhalve ton wegende beesten! Het is magnefiek! Ze merkt ons wel op
en we moeten op ons hurken zitten tot ze weer rustig is, maar dan
begint de gids uitleg te geven en kunnen we uitgebreid foto’s maken. Ze
verdwijnt rustig grazend tussen de bosjes. Hoera, wat een ervaring!

De rest van de tocht zien we nog een broedende vrouwtjestruisvogel, 2
gnoe’s, blauwsijsjes, gieren, nog een neushoorn met jong, deze keer van nog geen 10 meter, en een skopsuiltje. Als we aan de
terugtocht beginnen, horen we ineens – op een paar honderd meter
afstand – het getrompetter van een olifant De gids zegt onmiddellijk
dat hij denkt dat de andere helft van de groep is aangevallen door een
olifant! Dat blijkt later ook zo te zijn: de olifant had een jong dat
de gids te laat zag, waardoor ze te dichtbij kwamen. Hij reageert
gelukkig goed: met een gegooide stok leidt hij de aandacht van het
beest naar zichzelf en kan de groep onder begeleiding van Kobus
wegrennen.

Als wij op de plek van de aanval komen zien we alle sporen, maar
(gelukkig) geen olifanten. We bekijken iets verderop nog wel uitgebreid
wat hardwerkende mestkevers. Als we daarvan weglopen knipt Eddy ineens
heftig met zijn vingers: een mannetjesolifant, op een meter of 25
afstand. Hij staat stil, oren breeduit, slurf op de grond onze kant op,
klaar om aan te vallen. We bevriezen en heel langzaam lopen we daarna
achteruit. Gelukkig gaat alles goed: de olifant wordt rustig en we
weten nog wat plaatjes te maken… van grote afstand.


Zonder verdere avonturen komen we terug in het kamp, waar we bij het
ontbijt de verhalen van de geschrokken groepsgenoten horen.Na het eten
wachten we tot onze kamers klaar zijn en daarna liggen we een uurtje op
bed te lezen. Om 13 uur is er lunch en de rest van de middag zitten we
met een boekje, een verrekijker en  een fototoestel bij de
waterplaats. Aan het einde van de middag, als de rest van de groep net
weg is om zich op te knappen, krijgen we onze toegift. We hebben dan al
weer allerlei beesten gezien, maar nu zien we 4 volwassen olifanten en
2 jongen in het zonlicht bij het water komen drinken. Ze zijn er maar
15 minuten, maar we genieten steeds weer van deze schitterende kolossen!

We sluiten de dag af met een gamedrive. De bedoeling is om eerst even
door het grote deel van het kamp te rijden waar olifanten en neushoorns
voorkomen, om vervolgens zo snel mogelijk op zoek te gaan naar leeuwen.
Het begint al verwarrend, als we in de auto komen bij 2 Fransen met hun
kinderen (die gelukkig muisstil zijn) en een half uur later dan gepland
vertrekken. We zien op de hele gamedrive geen leeuwen (hoewel wel
olifanten, heeeeel erg dichtbij) en na anderhalf uur horen we ineens
dat we terug moeten om te eten. De andere groep gaat nog wel even terug
want de chauffeur moet een hek openmaken voor iemand anders. Wij staan
eerst 10 minuten stil, dan worden wij terug gebracht en gaat de
chauffeur met de Fransen snel terug. Als onze groepsgenoten na 20 
minuten ook aankomen, blijken ze leeuwen te hebben gezien!

We
zijn wat geirriteerd over al het “gedoe” al zijn we erg blij dat zij
wel leeuwen hebben gezien. Als het eten vervolgens nog een uur op zich
laat wchten ivm een dansvoorstelling voor een andere groep en Kobus
aankondigt dat we de volgende dag een ander programma hebben omdat hij
de rugby-finale (Zuid-Afrika tegen Engeland) die avond niet kan zien en
morgen de herhaling hoopt te halen, zijn we even klaar met vandaag. We
eten in stilte en vertrekken vroeg naar bed, na een rommelig einde van
een verder zo gave dag.

Vrijdag 5 oktober – Kaapstad

Vrijdag 5 oktober – Kaapstad

De nacht is kort en we slapen wat onrustig. Rond half 6 zijn we allebei wakker. Het uitzicht is prachtig, over de rode zandduinen van Namibie. Na een snel ontbijt zijn we rond kwart voor 8 boven Kaapstad, waar we een prachtig uitzicht hebben op de Tafelberg en Robbeneiland.

Na de landing maken we kennis met de (lekker kleine) groep, bestaande uit Cees en Wilma, Cees en Anneke, Sietse en Janneke, Jan en Trijnie en Eddy en Esther.

We worden  bovendien opgewacht door reisleider Kobus de Jonge, een echte “Boer” en afstammeling van de oorspronkelijke Nederlandse immigranten. Hij heeft zijn eigen tourcompany en valt in voor de onverwacht uitgevallen Baobab-reisleider. Kobus praat “Nederkaans” met ons, zijn eigen mengeling van Afrikaans en Nederlands en meteen in het eerste praatje moeten we erg lachen om elkaars taalgebruik. Hij gebruikt woorden als “prikkelpoppie”(mooi meisje), “scootrekenaar” (laptop) en “snaaksigkeit” (achterbaksheid).

Hij neemt ons, omdat het weer geweldig is en er voor morgen regen op het programma staat, meteen mee naar de Tafelberg. Met het kabelbaantje waarvan elke cabine ronddraait gaan we omhoog. Het is heerlijk fris boven en het uitzicht is adembenemend. We kijken over de hele baai uit en genieten.

Na een uurtje boven brengt Kobus ons naar het Waterfront, waar we de tijd doorbrengen met lunch en een beetje winkelen, zodat we uiteindelijk rond half 3 inchecken in hotel Tulip Inn.

 

We hebben een simpele, maar lekker rustige kamer op de 6e verdieping, waar we douchen en een uurtje slapen. Daarna besluiten we dat het eigenlijk zonde is om niet nog even te genieten van het weer en trekken we samen de stad in. We lopen naar de Compagnietuinen, rond 1650 aangelegd door Jan van Riebeeck, de stichter van het huidige Kaapstad. Oorspronkelijk werd hier fruit en groente verbouwd voor de zeelieden: later werd het een siertuin. Het is lekker weer, de tuinen zijn mooi en overal rennen eekhoorntjes rond. Na nog een beetje dwalen in de omgeving gaan we als de winkels sluiten naar het hotel terug.

 

‘s Avonds eten we bij een erg gezellig wild-restaurant: Martijn eet carpaccio van kudu, struisvogel, kokodil en springbok, gevolgd door een pittige goulash. Karin eet camembert, gevolgd door springbok. Rond half 10 worden we opgehaald door Kobus; terug in het hotel zijn we binnen een paar minuten onder zeil!

Zaterdag 6 oktober – Franschhoek en Botanische Tuinen

Zaterdag 6 oktober – Franschhoek en Botanische Tuinen

Het ontbijt blijkt zowaar erg luxe: we kunnen eieren door een kok
laten “bewerken” en verder kiezen uit vers fruit, broodjes, thee,
koffie, etc. Na een stevige hap zitten we keurig om 8 uur beneden, in
de verwachting dat we naar de Kaap gaan. Kobus heeft echter anders
besloten. Het weer wordt morgen nog slechter dan vandaag en
belangrijker: morgen is het zondag en kunnen we geen wijn gaan proeven.
Daarom geeft hij ons een half uurtje “geschiedenisles” over Zuid-Afrika
en neemt ons daarna mee voor een korte stadsrondrit en een bezoekje aan
de Compagnietuinen. We zijn blij dat we gisteren plaatjes hebben
geschoten want het is grijs vandaag en af en toe valt er een spatje
regen.

Vervolgens is het wijntijd. We rijden naar wijnhuis Fairview,
in de buurt van Franschhoek, waar we voor het ongelooflijke bedrag van
15 Rand (ongeveer 1,50 euro) een keuze kunnen maken uit bijna 30 wijnen
en allerlei kaassoorten. Het is nog wat vroeg voor een echte
slemppartij, maar we genieten wel van achtereenvolgens een
sauvignon blanc, een Goats do Roam rosé en vervolgens nog 4 rode
wijnen, waarvan met name de Goatfather (een speciale blend van het
huis) en een Mourvedre echt heel erg lekker zijn. Ook de kazen zijn om
je vingers bij op te eten: vooral de camembert en een Bley,
een zachte kaas die een beetje lijkt op een kruising tussen brie
en een port salut, zijn heerlijk.

Kobus haalt ons na ongeveer 2 uur weer op. Hij heeft in de
tussentijd geld op de bank gezet. We hebben hem allemaal een vast
bedrag gegeven, waarvan hij deze reis alle fooien en entrees betaald.
Als we extra dingen doen betalen we het zelf of betalen we hem
extra: als we ergens niet aan mee doen, krijgen we het geld terug. Om
te zorgen dat we geen van allen met een te groot bedrag rondlopen, zet
hij alles op een speciale rekening, waar hij telkens kleine beetjes van
afhaalt.

We maken een lunchstop in Franschhoek, genoemd naar de vele Fransen
die hier kwamen en onder andere de kunst van het wijn maken
verbeterden. Tot die tijd stond Zuid-Afrikaanse wijn te boek als bocht,
maar vooral de Fransen hebben het gemaakt tot wat het nu is. Koken
kunnen de Fransen ook en Franschhoek staat vooral bekend om de vele
restaurantjes en eetgelegenheden: iets voor elke smaak en elke
portemonnee. We kiezen een broodjeszaak uit, waar we elk een enorme
sandwich eten. Het valt ons, net als gisteren, op dat het eten van
uitstekende kwaliteit is, dat de porties enorm zijn en alles erg
goed te betalen is. Dat wordt lijnen als we terug komen…

Na het eten maken we nog even een rondje: we bekijken het
kleine kerkje en dwalen wat langs de winkeltjes. Daarna is het
weer tijd voor de bus. Het weer is inmiddels behoorlijk verslechterd.
De temperatuur is flink gezakt en het regent. Daarmee beperken we
het geplande bezoek aan Stellenbosch tot een bezoekje aan “Ome Sam se
Winkel”, een winkel die sinds 1904 van alles en nog wat verkoopt. Erg
leuk : het staat er stampvol onzin en het gebouw zelf is
oorspronkelijk. Daarna rijden we terug naar Kaapstad waar we 2 1/2 uur
doorbrengen in de Kirstenbosch Botanische Tuinen. Deze enorme
tuinen beslaan een terrein van 36 hectare en bevatten (bijna)
alle inheemse planten, struiken en bomen van Zuid-Afrika. Erg mooi en
de vele kleurige vogeltjes maken het helemaal af!

Daarna zijn we wel een beetje klaar met alles. Na een half uurtje
opknappen in de hotelkamer, brengt Kobus ons naar de Waterfront, waar
we samen met groepsgenoten Anneke en Cees eten bij een Grieks
visrestaurant. Martijn een platvisje en Karin een pul (!) grote
garnalen en allebei yoghurt met nootjes en honing toe. Het is erg
gezellig en het eten lekker, dus de tijd vliegt. Uiteindelijk zijn we
rond 10 uur – opnieuw dankzij Kobus, die we nu al 1 van de meest
servicegerichte reisleiders ever vinden – terug in het hotel. We slapen
net zo snel als gisteren!

Zondag 7 oktober 2007 – Kaap

Zondag 7 oktober 2007 – Kaap

Bij het opstaan is het koud en regenachtig. Met een graad of 10 – later
13 – is het uitzonderlijk koud en nat voor de tijd van het jaar. We
besluiten ons er weinig van aan te trekken, maar nemen wel een extra
trui mee. We vertrekken na het ontbijt vroeg naar Valsbaai, zo genoemd
omdat de eerste Europeanen dachten dat ze in de baai van Kaapstad waren
geland. Iin feite keken ze op de achterkant van de Tafelberg in plaats
van op de voorkant.

Op weg ernaar toe stoppen we langs de weg, met uitzicht op zee en
er blijken walvissen vlak bij de kust te zijn, de Southern Right Whale
(Zuidkapers)! Ze komen daar om te baren: er is veel voedsel en ze
hebben er bescherming tegen haaien. Het is een machtig gezicht al zegt
Kobus dat we ze van nog veel dichterbij gaan zien. We rijden door naar
Boulders Beach bij Simon’s Stad waar we een kolonie van Zuidafrikaanse
pinguins vanaf vlonders kunnen bekijken. Een geweldig gezicht: we
kunnen dichtbij komen en ze scharrelen onbekommerd rond; de kleintjes
pluizig in de rui.

Daarna rijden we door naar Kaap de Goede Hoop, waar het hard waait,
maar niet regent. De zon breekt zelfs even door. We worden
gefotografeerd bij HET bord en daarna rijden we door naar De Kaappunt,
feitelijk het meest Zuidwestelijke puntje van het continent. We nemen
een soort kabelbaantje omhoog en Martijn klimt dan nog hoger naar de
vuurtoren. Hij ziet walvissen vlak onder de kust en maakt prachtige
plaatjes. Karin is jaloers en blij dat ze er al wat heeft gezien. We
lunchen in het restaurant (opnieuw veel, lekker en goed te betalen) en
als we naar  buiten komen blijken er twee walvissen onder de kust
net onder het restaurant te zwemmen. Karin is helemaal opgetogen: wat
een traktatie en dat zonder te klimmen! Op de weg terug zien we bavianen: grote, kleintjes en 1 zonder arm en
poot aan de linkerkant. Zo vlak naast de weg als ze zitten, zijn we
niet verbaasd!

In het hotel werken we de site bij en om 18 uur stappen we in het busje
naar Signal Hill, om daar de zonsondergang te fotograferen. Hoewel we
wat mooie plaatjes van de zon door een regenbui krijgen, missen we door
de grote hoeveelheid wolken en regen de echte ondergang. We moeten we
erg lachen om een bus vol Japanse toeristen die binnen 10 minuten uit
en weer in de bus is, alle 45!

Samen met Eddy, Esther, Anneke en Cees eten we bij de Mexicaan.
Margharita (Karin) en Long Island Icetea (Martijn) erbij en we zijn
helemaal blij. We duiken vroeg ons mandje in: morgen vertrekken we uit
Kaapstad!

Maandag 8 oktober 2007 – naar Oudtshoorn

Maandag 8 oktober 2007 – naar Oudtshoorn

Vandaag vertrekken we uit Kaapstad. Via kustplaatsen vol “aftreders”
(gepensioneerden) rijden we langs het water. We stoppen vlak bij
Hermanus, waar we opnieuw Zuidkapers vlak bij de kust zien! Ze zijn met
het blote oog al goed waar te nemen en we maken veel plaatjes van deze
prachtige beesten.

In Hermanus drinken we koffie, waarna we op zoek gaan naar “wild”.
We zien schattige Klipdassies (rock hyraxes), die heel stil blijven
zitten, ook als we heel dichtbij komen. We horen dat Klipdassies de
naaste levende verwant van de olifant zijn! Daarna worden onze ogen
onverbiddelijk getrokken door de machtige walvissen, die hier tot op 50
meter van de kust komen. We maken foto’s uiteraard, onder andere van de
Zuidkaper die tot halverwege het water uitkomt. Als Kobus ons vertelt
dat de boottocht niet doorgaat omdat de golven te hoog zijn, vinden we
het niet eens erg. Wat een traktatie!


Via de Tuinroute rijden we naar Stellendam. Golvende velden, prachtige
bloemen, rietbokken in de weilanden… het is jammer dat het opnieuw
grijs en regenachtig is vandaag, maar verder genieten we!

De lunch in Stellendam is traditioneel, in een oude Drosty, een
grote boerderij waar de plaatselijke regent woonde. We genieten van
vers brood (Roosterkoek) met heerlijk zachte kaas (Karin) en een quiche
(Martijn) en kijken nog snel even wat rond. De rest van de route is
prachtig. Onderweg zien we veel vogels: een orange breasted sunbird,
een jackhalsvogel, een steppenarend, blauwe kraanvogels, een
geelbekvalk, felgekleurde wevervogels en zelfs een heilige ibis. In het
donker komen we uiteindelijk in Oudtshoorn aan. We delen een werkelijk
enorme cabin met Esther en Eddy en na een korte opfris sessie en een
uurtje in heerlijke stilte lezen, eten we bij Jemima. Dat blijkt
terecht bekend te staan als een van de beste restaurants van
Zuid-Afrika. We eten venison en – hoe kan het hier ook anders –
struisvogel (“volstruis”). ’s Avonds vallen we bekaf in ons bed!

Dinsdag 9 oktober 2007 – van Oudtshoorn naar Tsitsikamma

Dinsdag 9 oktober 2007 – van Oudtshoorn naar Tsitsikamma

Vroeg op, want ook vandaag hebben we een vol, maar leuk, programma. We
worden ondertussen wat moe van het koude, natte weer. Iedereen loopt in
dikke truien en een aantal mensen heeft zelfs extra spullen gekocht.
Kobus is verbijsterd: het hoort hier 35 graden te zijn en Oudtshoorn
heeft normaal de meeste zonuren per jaar.

We rijden als eerste naar een struisvogelfarm, waar we in een leuke
rondleiding veel leren over deze gekke beesten. Deze echte saharavogel
komt inmiddels in grote aantallen voor rondom Oudtshoorn. Zo’n 500.000
exemplaren worden gefokt voor hun huid, veren en vlees. We ontmoeten
Bertha, een 6-jarige struis die we mogen voeren, en twee paartjes: Adam
en Eva (al 30 jaar bij elkaar) en Bonny en Clyde (al 6 jaar bij elkaar)
die allemaal kleintjes (van zichzelf en anderen) opvoeden. De kleintjes
zijn om op te vreten (nee, niet letterlijk)! We kunnen “helaas” niet op
een struis zitten (het is te nat), maar we mogen ze wel voeren, wat een
“volstruismassage” oplevert. Plaatjes volgen…

Na de struisvogels zijn de Kango grotten aan de buurt, grotten met
een gangenstelsel van  ongeveer 5,5 kilometer. De grotten staan
bekend als een van de mooiste druipsteengrotten ter wereld en we zijn
inderdaad erg onder de indruk. We zien enorme stalagtieten en
stalagmieten, die tussen de 50.000 en 1,5 miljoen jaar oud zijn. De
Afrikaans sprekende gids vertelt honderduit en is blij met een kleine
groep van 12: normaal heeft hij groepen tot wel 100 man groot! De
grotten zijn een aanslag op Karin’s knieen, maar erg de moeite waard:
onderweg naar buiten zien we nog een kleine vleermuis.

Na het bezoek rijden we naar Knysna (lees: Nijsna), waar we lunchen in
cafe Mario en daarna op de boot naar Featherbed Nature Reserve. De gids
kletst alles ongeinteresseerd aan elkaar en vindt zichzelf fantastisch.
We proberen hem te negeren (wij vinden hem minder fantastisch) en
genieten van het feit dat het even droog is. Op het eiland gaat
iedereen met een kar naar boven en loopt daarna naar beneden naar de
kust, waar het water bulderend op de rotsen slaat. Wilma en Karin gaan
met de kar mee terug en bekijken blauwe duikers (mini-hertjes) in een
afzetting. Op de boot terug breekt de zon door en zien we vissen in het
water, wat helemaal helpt om de ongelooooooflijk leuke gids uit te
bannen. In de auto begint het weer te storten en dat blijft de rest van
de dag zo. We arriveren in de stromende regen in de prachtige Storms
River Lodge. We krijgen een geweldige kamer: op de 1e verdieping, met
ramen aan alle kanten.

Om half 8 staat het eten voor ons klaar: zelf gekookt en het smaakt
prima. We blijven nog even kletsen en Martijn speelt een spelletje
schaak met Cees (dat hij door meer geluk dan wijsheid ook nog wint).
Als we om kwart over 10 in bed belanden slaat de regen met enorme
herrie op het dak. We vallen tevreden in slaap, maar vragen ons wel af
of het deze vakantie nog wat wordt, met dat weer…

Woensdag 10 oktober 2007 – Tsitsikamma

Woensdag 10 oktober 2007 – Tsitsikamma

Het voordeel van op tijd slapen is dat je op tijd wakker wordt, maar 6
uur vinden we wel erg vroeg. Uiteindelijk staan we rond kwart over 7 op
en om 8 uur zitten we aan het ontbijt. Vers fruit, yoghurt, cornflakes,
brood, ei: je kunt het zo gek niet bedenken! Uiteindelijk vertrekken we
heel relaxed om 9 uur. In de auto regent het natuurlijk weer en we zien
de komende dag wat somber in. Het uitzicht aan het water, aan de
monding van Storms Rivier, maakt veel goed. De golven slaan tot vele
meters hoog en we staan met open mond een tijdje te kijken. Daarna
vertrekt iedereen – met uitzondering van Karin – voor een wandeling van
2 uur. Dat blijkt echter snel over: na 3 kwartier is iedereen weer
terug. Het pad bleek afgezet. Door de vele regen is een deel
weggeslagen.


Na een kop koffie proberen we het opnieuw: deze keer allemaal. De
route beloofd deze keer “very easy” na een “short climb uphill”. Afijn,
dat blijkt nogal tegen te vallen. De wandeling is prachtig, maar het is
erg gibberig en enorm steil. Uiteindelijk komen we bij een deel waar de
brug is weggeslagen en we via een smalle rand, die door de vele regen
onder bijna 10 cm snelstromend water staat, een riviertje moeten
oversteken. Het resulteert in een echt teambuilding gevoel en
hilarische foto’s en filmpjes. Wat nat en modderig zitten we weer bij
Kobus in de bus, die ons naar Storms Rivier rijdt waar we in een
geweldig restaurantje lunchen. De zon is inmiddels doorgebroken en we
genieten van de warmte.

Daarna hebben we eigenlijk niets meer op het programma, maar Kobus
rijdt ons naar de hoogste bungy ter wereld, waar we toekijken hoe
iemand zich aan een bungy van meer dan 200 m naar beneden gooit.
Vervolgens
kiezen we ervoor om naar Tenikwa, een wild cats sanctuary te gaan. Dat
blijkt een gouden greep: we krijgen een klein filmpje en daarna een
uitgebreide rondleiding, waarbij we in de hokken mogen komen van 2
cerval, 2 caracal, 2 babycheeta’s, en een zwartvoetkatje, het kleinste
wilde katje ter wereld. Het is een unieke ervaring, waar we allebei
enorm van genieten. Deze katten worden hier opgevangen en opgevoed, om
waar mogelijk weer in het wild uitgezet te worden, waarbij de katten
die we zien achterblijven om bezoekers te laten zien hoe mooi en
bijzonder deze beesten zijn. We maken in de lage zon prachtige foto’s
en mogen zelfs de cervals aaien!

Helemaal tevreden stapppen we weer in de bus, waarna Kobus ons
terugrijdt – via de prachtige oude weg – naar onze lodge. We krijgen
een “springbokje”, een typisch Zuidafrikaans drankje met mint en
amarula. We hoeven er gelukkig geen rare spongen bij uit te halen.
Laten we het houden op heel eh… bijzonder. 🙂 Het eten is weer
uitstekend en daarna werken we op de laptop van Kobus de site bij. Wat
een luxe deze man: we hebben zelden zo’n goede reisleider gehad!

Donderdag 11 oktober – naar Graaff-Reinet

Donderdag 11 oktober – naar Graaff-Reinet

Als we opstaan blijkt de wereld ineens veel vriendelijker: er is zon!
Alles is blauw en met een uitstekend humeur rekenen we de drankjes af.
Als we vertrekken stoppen we al na 5 minuten bij een tankstation: Kobus
moet tanken. Als we wat ronddwalen valt ons oog op een krant… het
heeft gesneeuwd bij Graaff Reinet! Aangezien dat onze reisbestemming
is, is iedereen ontsteld. Er wordt een hoop gegiegeld: het zal toch
niet waar zijn dat we straks in de sneeuw lopen?! Lacherig gaan we op
pad.

We rijden door het nog steeds droge landschap van de Kleine
Karoo naar Jeffrey’s Bay: de beste plaats om te surfen in Zuid-Afrika.
Vandaag merken we er weinig van: het water is vriendelijk en we
fotograferen schelpen op het strand. Ook zien we kleine schelpjes waar
nog beesten inzitten, die vreemde kronkelsporen in het zand trekken en
zich razendsnel ingraven als je te dichtbij komt. Na deze koffiestop
rijden we dor Port Elizabeth, een belangrijke havenstad, genoemd naar
de vrouw van de gouverneur way-back-when. Het landschap wordt daarna zo
mogelijk nog droger als we de Grote Karoo (wat betekent “plaats van
dorst”) inrijden.

De lunch blijkt een traktatie: we stoppen bij
een Cheetah Breeding Farm midden in het land. Voor we gaan eten mogen
we de beesten bekijken. We zien eerst (vanaf een loopplank) 4 jonge
cheetah’s. Broers, die bij elkaar blijven omdat er een erg sterke band
is tussen cheetah mannetjes uit hetzelfde nest. Daarna zien we een
echte baby-cheetah. Hij zit in een hok en we mogen hem niet aanraken
(ze zijn erg vatbaar voor ziektes), maar hij is echt om op te vreten!
Als we uitgefotografeerd zijn bezoeken we twee volwassen cheetahs. Deze
“filmsterren” zijn ooit getraind voor een film en we mogen in kleine
groepjes naar binnen om ze te aaien. Het is een geweldig gevoel: een
grote kat aaien die dan ook nog begint te spinnen! Karin gaat twee keer
omdat sommige mensen niet willen of durven en ze raakt niet uitgeaaid!
Tot slot wandelen we een omheind weitje in waar we enthousiast begroet
worden door 2 kleine geitjes… en 2 leeuwtjes! Ze moeten even wakker
worden dus er wordt wat gegromd aanvankelijk, maar daarna kunnen we ze
aanraken. Karin heeft een close encounter met een leeuwtje dat haar
hand begint te likken! Meenemen dan maar, die twee knuffels…? 😉

Bij
de lunch blijken twee heren niet helemaal in orde. De rest geniet van
van tosti’s en daarna rijden we verder, eindeloos verder door dit
wilde, droge, indrukwekkende land. We voelen ons mieren en genieten van
de bijzondere schoonheid van die enorme vlakte, waar verdwaald een
boerderij staat.

Na een korte stop in een plaatsje waar we niet kunnen tanken omdat
de stroom er af ligt (zoals in bijna elk dorp 2 uur er dag, omdat er
niet genoeg stroom is voor heel Zuid-Afrika nu de vraag zo hard
groeit), halen we gelukkig Graaff-Reinet. Dit stadje, met 200
monumentale panden (dutch gables), musea en een prachtige kerk, is de
moeite van een stop meer dan waard. We slapen in Obesa, waar we een
appartementje hebben. Als we binnenkomen, blijken we ook een gast te
hebben. Een sprinkhaan van ongelogen 12 cm. zit aan de binnenkant van
het gordijn. Buurman Eddy rent zonder dat we iets hoeven zeggen naar
binnen en plukt hem van de stof af. Het is een indrukwekkend beest,
maar we zien ‘m liever buiten dan binnen!

Na een sessie
opfrissen en een spelletje Yathzee, eten we ‘s avonds uitgebreid en
ontzettend lekker bij een restaurant in het stadje. We hebben allebei
de grootste en lekkerste struisvogelbiefstuk die je je kan voorstellen.
Een wijntje erbij en een toetje achteraf en dan kunen we geen pap meer
zeggen! Tukkiestijd!

Vrijdag 12 oktober 2007 – Township / Graaff-Reinet

Vrijdag 12 oktober 2007 – Township / Graaff-Reinet

Na een heerlijk nachie tukken en gelukkig geen nieuwe indringers,
krijgen we om 8 uur ontbijt op de kamer! We zetten de waszak buiten en
maken ons op voor een leuke, volle dag. Om 9 uur worden we opgehaald
door Patrick, die ons naar gids Nico in de township van Graaff Reinet
brengt. Feitelijk is dit een dorp op zich en een van de oudste van
Zuid-Afrika. Nico vertelt over alles wat we zien en we wandelen met hem
van het oude gedeelte, waar we vooral oude, vervallen huizen van
golfplaten en plastic zien, naar het veel nieuwere deel, waar
regeringshuisjes staan van steen.

Halverwege de tocht stoppen we
bij een peuterspeelzaal, waar kinderen tussen de 3 en 4 1/2 talen leren
(Afrikaans, Engels en Xosha, hun eigen taal) en in algemene zin kennis
maken met het samenwerken en spelen met andere kinderen. De kids worden
bij elkaar geroepen en op een groot, groen kleed gepland, waar ze
liedjes voor ons zingen en ons tussendoor nieuwsgierig aangapen. We
doen iets terug door Vader Jacob en Hoofd-Schouders-Knie-en-Teen voor
ze te zingen. Vooral dat laatste is een groot suces. We laten een
donatie achter. Het schooltje ziet er keurig uit en we ondersteunen het
doel van harte!
Behalve deze stop, drinken we ook thee bij
Elizabeth. Deze oma heeft eigenhandig haar kleindochter opgevoed, toen
haar docher moest werken. Ze vertelt in lastig te volgen maar
gepassioneerd Afrikaans over haar leven en alles dat ze heeft
meegemaakt. We maken een beetje kennis met haar en voelen ons welkom.
Ze zwaait ons uit als we wegrijden, aan het einde van deze tour.

Na
een opfrissessie, drinken we een kopje thee op een veranda van een
winkeltje. Daar moeten we erg lachen om de commotie die ontstaat als
een verkeersagent (!) achteruit in een andere auto parkeert. Wat je het
goede voorbeeld geven noemt… Daarna bekijken we de kerk en wat
straten met de prachtige witgeschilderde huizen. We hebben vandaag
opnieuw een zonnige, warme dag en we leven helemaal op na al die regen.
Na de algemene dwaal-sessie bekijken we nog het Graaff-Reinet Huis, een
huis dat vroeger bewoond werd door de dominee en zijn familie en
ingericht is als museum uit die tijd (begin 19e eeuw).

Dan is
het tijd voor luieren en als we daar zo’n beetje genoeg van hebben is
het tijd voor een excursie naar The Vally of Desolation. Een gids neemt
ons mee naar dit nationale park, waar we langzaam de bergen in rijden.
Hij geeft ons veel uitleg over alle planten en dieren. We zien 5
Kudu-mannetjes en later zelfs 3 bergzebra’s. Van deze bijzondere soort,
die wat verschilt in kleur, tekening en een bepaalde huidflap van de
oveirge zebrasoorten, zijn er nog maar zo’n 1800 over. Ze zijn erg ver
weg (stipjes op de foto), maar erg gaaf dat we ze zien! Na deze stop
rijden we snel door naar een uitzichtspunt waar we de Karoo overzien en
Graaf Reinet. Dan moeten we echt door naar het punt waar we de
zonsondergang kunnen zien. Het is prachtig, alles wordt roze, oranje en
grijs en we blijven ademloos ongeveer 15 minuten nadat de zon weg is
kijken, hoe de wolken rood worden.

We eten laat, in een matig
restaurant. De was is terug als we op onze kamer aankomen en na nog een
laatste handwasje voor een vetvlek van het steakhouse, duiken we
tevreden ons bed in.

Zaterdag 13 oktober 2007 – naar Roma

Zaterdag 13 oktober 2007 – naar Roma

Na het ontbijt en afrekenen beginnen we aan een lang reisdag. Dwars
door de Karoo, met af en toe een plas- en koffiestop (onder andere in
een vreselijk tuttig Engels landhuis), lunchen we vlak bij de grens met
Lesotho. De grensformaliteiten zijn wat verwarrend, maar alles gaat
redelijk snel. Stempel om Zuid-Afrika uit te gaan en daarna een
formulier en een stempel om Lesotho in te komen.
Het landschap
verandert direct. Lesotho wordt wel The Kingdom in the Sky genoemd. Het
ligt bijna geheel boven de 1000 m. en na het grensdorpje zien we meteen
de prachtige rotspartijen. Het land is zelfstandig: het heeft een eigen
vlag (blauw, wit, groen, met de traditionele muts van de mannen in het
witte veld) en een eigen munt. Het is ook arm. Veel mensen zijn met een
eigen groententuin en wat vee, zelfvoorzienend. De werkeloosheid is
hoog. Vee betekent hier nog rijkdom en een paard is het belangrijkst
vervoermiddel. Wat misschien nog wel het meest indrukwekkendste en
tegelijk gruwelijkste cijfer is, is het feit dat 40 tot 50% van de
mensen besmet is met HIV. Een hele generatie sterft uit… we worden er
stil van.

Terwijl we onze ogen uitkijken, rijdt Kobus ons naar
The Trading Post bij Roma, een complex gerund door Ms Jennifer. We
komen terecht in een kamer in The White House. We beginnen met een
kopje thee om bij te komen en daarna kijken we wat rond in de prachtige
tuin. We ontmoeten ook de bewaker met iets wat nog het meest lijkt op
een olifantsgeweer, maar we vragen ons serieus af of hij er mee kan
schieten (wij zien geen magazijn…).

Uitgeput door de rit
genieten we nog van een heerlijke maaltijd en daarna is het op. Terwijl
een enorme donderbui langzaam overtrekt, vallen we in slaap. Moe!

Zondag 14 oktober 2007 – Roma

Zondag 14 oktober 2007 – Roma

We zijn belachelijk vroeg wakker en besluiten ons eerst nog maar
eens om te draaien. Als we uiteindelijk om kwart over 7 opstaan is
het stralend weer. Helder blauw, zonnig en ook op dit tijdstip al
heerlijk van temperatuur. We merken wel dat we hoog zitten (boven de
2000 m.): de lucht is fris en “knispert” bijna en van inspanningen zijn
we sneller buiten adem dan anders.

Na het ontbijt krijgen we gezelschap van onze gids, die ons meeneemt
het dorp in. We beginnen met een bezoek aan een “winkeltje” tegenover
het complex. We leren dat we winkeltjes kunnen herkennen aan de kleur
vlag (van plastic of stof) die buiten hangt: geel of wit voor drank,
groen voor groente en rood voor vlees. De eigenaresse van dit winkeltje
verkoopt maisbier. Het is nog wat vroeg, dus we houden het bij een
nipje. Het is verrassend lekker: hoewel het erg fruitig ruikt,
smaakt het naar Lager! We proeven er ook mais + bonen, de nationale
kost van Lesotho. Het volgende huis wordt bewoont door een dame van 78
(een unicum in dit land), die nog steeds zelf haar huisje onderhoudt.
Het ziet er keurig uit en trots laat ze ons haar rondavel zien, het
ronde huisje met rieten dak, dat hier bij elk huizencomplex staat en
speciaal is bedoeld voor de grootmoeder van de familie. De
dame kookt in haar huisje: de rook ontsnapt door de ramen zonder
glas. Het dak is dicht en het ruikt er heftig naar verbrand hout
en petroleum.

Het 3e huisje wordt bewoond door een dame die ons maispap (een soort
dikke griesmeel) laat proeven en 2 soorten groenten. Een soort erg
zoute andijvie en een soort pompoen-gelei, erg fris en lekker.
Inmiddels worden we op de voet gevold door een hele zwerm kinderen die
bij voorkeur op de foto willen (alleen of met elkaar) en hard moeten
lachen van pret als we ze het resultaat laten zien. Na het bezoek aan
deze huizen trekken we te voet een stukje de rostsen op, waar de gidsen
ons voetsporen van de Lesothosaurus en zijn grote (onbekende) broertje
laten zien! Deze dino leefde ongeveer 200 miljoen jaar geleden en de
voetsporen zijn versteend bewaard gebeleven. Later blijken er meer te
liggen, onder de rots. De geleerden hebben de heuvel echter weer
bedekt, om sporen te bewaren voor de volgende generaties. We vinden het
helemaal te gek om te bedenken dat hier zo lang geleden beesten hebben
gelopen: echt heel bijzonder om te zien!

Hierna begint door een misverstandje met de gids alsnog het zware
gedeelte van de wandeling dat we eigenlijk wilden overslaan. We lopen
verder over de bergrand en trekken over de rotsen het eigenlijke Roma
in, waar we de kerk en de (splinternieuwe) universiteit zien. Daarna
lopen we terug naar The Trading Post, waar met name Karin uitgeput in
een stoel valt. We hebben gelukkig twee uur om onze knieen tot rust te
laten komen en te genieten van een “braai”, een echte barbeque, waarbij
we getrakteerd worden op “boerewors”. Inderdaad een soort
mega-saucijzenworst. Met salades, brood en zoute koekjes erbij is het
allemaal erg lekker.

Daarna is het gedaan met de rust. Om 14 uur staan er vier
Lesotho-ponies voor ons klaar! Eddy, Esther en wij hebben besloten dat
we graag met de traditionele manier van reizen kennis willen maken. De
ponies zijn eigenlijk meer een soort tengere paardjes. IJzersterk en
met een enorm uithoudingsvermogen. We trekken 2 uur door de nabij
gelegen vallei en het is in 1 woord geweldig. Martijn en Esther hebben
geen ervaring, maar houden zich uitstekend. Eddy en Karin genieten van
de vrijheid van het zelf rijden (Eddy pas vanaf halverwege, dan laat
zijn gids de teugels pas los) en draven zodra dat kan. Niets
super-georganiseerd: zelf rijden, met 4 gidsen te voet en 1 extra te
paard erbij. Heerlijk. We genieten op een nieuwe manier van de
uitgestrektheid en de stilte en hoewel onze billen het wel zat vinden
na 2 uur, genieten we van elke minuut!

Als we terugkomen springen we eerst onder de douche en wassen we
onze broeken uit (die wel heel erg naar stal ruiken) en daarna schuiven
we aan bij de traditionele dansen die de schoolkinderen voor ons
uitvoeren. Het is wat rommelig en er wordt druk doorheen gepraat, maar
het is erg ontspannen en de jongens en meisjes doen (gescheiden, in
heel ander soort dansen) erg hun best. Na 1 1/2 uur zijn we er echter
wel klaar mee… Als we opstaan (dan maar onbeleefd), stoppen ze acuut.
Zo accuut, dat we ons afvragen of ze soms zaten te wachten op dat
seintje! We geven ze een dikke fooi en ze komen ons allemaal een hand
geven.

Uitendelijk eten we om 19 uur. Als we daar bijna mee klaar zijn, zet
Kobus een muziekje op dat wel heel aanstekelijk werkt. Hij vertelt dat
hij gemerkt heeft dat met name de zwarte bevolking daarop altijd uit
zijn dak gaat. Op dat moment kom Matabo (een van de personeelsleden
binnen) en begint accuut te swingen. We moeten allemaal erg lachen en
moedigen haar enthousiast aan. Uiteindelijk staat binnen een paar
minuten bijna iedereen te swingen. 10 minuten later rollen we giegelend
naar onze kamer. Daar krijgen we, op veler verzoek, sterrenkunde van
gepassioneerd sterrenkundige Cees, die ons sterrenbeelden en
sterrenwolken aanwijst en veel vertelt. We sluiten de dag af met een
paar vallende sterren! Onze wens? Heeft betrekking op deze
ongelooflijke dag… 

Maandag 15 oktober 2007 – naar Winterton

Maandag 15 oktober 2007 – naar Winterton

Het is weer vroeg dag, want we hebben een lange weg te gaan vandaag.
De rit begint – na een afscheid van Roma en The Trading Post, waar we
wat ons betreft te kort waren – met een stukje Lesotho. We rijden
naar een noordelijke grenspost in de buurt van hoofdstad Maseru,
waar we nog sneller dan op de heenweg de grens over zijn. Dan gaan we –
na een plasstop – door het Golden Gate National Park. Dat is in 1 woord
geweldig. Enorme rotsformaties, waar we gelukkig ook even langs mogen
lopen, en geweldige vergezichten.

De weg kronkelt zich door de rotsige bergen. We stoppen bij een
vergezicht, waarbij Kobus zegt dat hij in de verte zebra’s ziet. Hoe
hij het doet weten we niet exact: wij zien wel stipjes, maar wat het
dan zijn? De verrekijker geeft uitsluitsel: het zijn inderdaad zebra’s.
Als we weer verder rijden hebben we een echt gelukje: een kudde
zebra’s, met jongen, staat links en rechts vlak bij de weg. We klikken
ons natuurlijk suf, terwijl Kobus uitleg geeft. Als we verder rijden
zien we tussen de koeien bokjes liggen!

De rest van de rit zien we helaas vooral veel rook. Omdat het in de
winter (juli, augustus) te droog was en het risico op oncontroleerbare
branden te groot, fakkelen veel boeren nu de velden af. De volgende
uitzichtspunten gaan een beetje de mist (of eigenlijk rook) in.

Aan het einde van een lange dag rijden zijn we in Winterton, in
hotel/restaurant the Bridge. Ondanks de sombere voorspellingen zijn de
kamers prima en het eten is er lekker. Helaas duurt het wel uren voor
we het krijgen, dus de (lekkere!) wijn valt wat harder dan gepland. Het
is wel vreselijk gezellig, en als het eten komt genieten we er extra
van. We gaan vroeg slapen.

Dinsdag 16 oktober 2007 – Drakensbergen

Dinsdag 16 oktober 2007 – Drakensbergen

Na het ontbijt (opnieuw wat rommelig en er wordt hier vooral in
Engelse stijl ontbeten, dus met eieren, spek, tomaat…) laten we de
was achter in een waszak op de kamer. Daarna komt gids Steve ons
gezelschap houden. Kobus staat klaar om ons uit te zwaaien, maar dan
blijkt dat onze vriend geen eigen vervoer heeft. Kobus brengt ons dus
weg naar de voet van de Drankensbereg, de bergwand, die door de Zulu’s
“muur van speren” wordt genoemd. Deze bergen hielden destijds de opmars
van Zululeider Shaka tegen en vormde een eche uitdaging voor de Boeren
op hun Trek naar het Oosten.

Steven neemt ons mee de heuvels op. We zien heel veel bloemen en
veel vogels, waaronder een hele rietbos vol met wevervogels die druk
aan nieuwe nestjes bouwen. Het is een hele klim en Karin heeft er wat
moeite mee, maar uiteindelijk staan we voor de resten van een grot. De
grot zelf is opgeblazen in een poging de San of Bosjesmannen te
verdrijven. Op de wand zijn met natuurlijke verfstoffen afbeeldingen
van verschillende beesten gemaakt. De verf is in de rots getrokken en
daarom na al die tijd nog zichtbaar. Eén van de schilderingen is door
geleerden gedateerd (het is wettelijk verboden om ze op enige manier te
beschadigen, maar bij die afbeelding zat al een schilfer los) als
ongeveer 3.500 jaar oud. De kleuren zijn prachig, een diep soort oker
en wit. Voor de San was dit geen kunst, maar vormde de tekeningen een
onderdeel van hun geloofsbeleving en magie.

Na deze stop neemt Steve ons nog mee naar een stuk bos waar de bomen
volledig bedekt zijn met mos. Het is een schitterend gezicht. Daarna
lopen we terug en als we na 3 uur eindelijk bij de bus zijn is Karin
klaar met de wereld. Het was erg de moeite waard, maar de rest van de
middag doen we niets spannends meer. We lunchen, kopen iets lekkers bij
de Spar en de rest van de middag lezen we en spelen Yathzee. We eten
opnieuw heerlijk en zowaar iets sneller dan gisteren. Na het een gaan
we met Cees en Wilma nog even de kroeg in. Erg gezellig en we maken het
zowaar laat: 10 uur! 🙂 Daarna ons mandje in, want morgen moeten we
weer ver rijden.

Woensdag 17 oktober 2007 – naar St. Lucia

Woensdag 17 oktober 2007 – naar St. Lucia

We krijgen het tempo aardig te pakken, zo ‘s ochtends vroeg. De hele
groep is een half uur eerder dan gepland klaar, dus we vertrekken al
rond kwart over 8. We zijn nog geen 10 minuten onderweg, als we langs
de weg giraffen zien staan. We kunnen veilig de bus uit, dus we
genieten van een vrij grote groep van de langnekken langs de weg.
Iedereen is opgewonden: het beestendeel van de reis is begonnen!

Daarna rijden we door naar Durban, waar we een bezoek brengen
aan het Tala-museum. Behalve een museum met onder andere veel
informatie over de mijnbouw in deze streek, is er ook een memorial voor
alle gevallenen van de verschillende oorlogen die in deze streek hebben
gewoed. Boer tegen Brit, Zulu tegen Brit, Boer tegen Zulu: ze zeggen
dat de aarde hier rood is van het bloed, niet van mineralen… We
bekijken anderhalf uur lang de verschillende gebouwen. Langs de paden
staan de Jakaranda’s (bomen) paars in bloei: een schitterend gezicht.

Omdat de volgende lunchgelegenheid 3 uur verder is, lunchen we
aansluitend. Daarna rijden we verder en verder. Door de bergen, over
afwisselend best aardige en vrij beroerde wegen. De rit is lang en voor
de eerste keer zijn we het aan het einde van de middag, als we in St.
Lucia komen, ook echt een beetje zat. De broeierige hitte en het feit
dat de tussen 1 en 5 maar een paar benen-strek-stops hebben gehad,
zullen de oorzaak wel zijn.

We komen terecht in een behoorlijk groot appartement, redelijk dicht
bij het water. Als we de omgeving verkennen, zien we eerst een hele
troep bruingestreepe mangoesten, een soort kruising tussen een wezel en
een stokstaartje. Karin is wat aarzelend over het pad naar het water.
We zien nauwelijks iets en er zitten hier nijlpaarden. Ook het bord
vertelt ons dat er nijlpaarden en krokodillen zitten en dat doorlopen
op eigen risico is… We lopen toch acher de rest aan, maar echt rustig
voelen we ons niet. Als we teruglopen horen we het geluid van iets dat
zich het best laat omschrijven als een verkouden zeehond: een laag
geknor. We proberen de rest te overtuigen van het feit dat er een
nijlpaard dichtbij zit, maar er wordt vooral wat lacherig gedaan. We
lopen vooral snel door: dat was erg dichtbij. Gelukkig zien we niets.

In ons appartement hebben we ook huisdieren: op de buitenmuren zien
we kleine gekko’s en als Martijn het douchegordijn open trekt, wordt
hij verrast door een prachtig rood-zwart gestreepte duizendpoot.
Aangezien die gifig zijn (al weten we niet precies hoe erg en of mensen
daar ook last van hebben) brengen we hem met het nodige respect naar
buiten. Daarna pakken we allebei een snelle douche voor we met de hele
groep gaan eten bij een Grieks restaurant in de hoofdstraat. Die
blijken heerlijke garnalen te hebben: Karin eet voor een tienje een
halve kilo grote garnalen (queen prawns)! Gelukkig voor Martijn is ook
het vlees goed.

Na een opnieuw gezellige maaltijd overleggen we samen over de
plannen voor morgen. De boottocht, op zoek naar krokodillen en
nijlpaarden staat gepland, maar de rest van de dag hebben we vrij. En
niets doen met zoveel beesten in de buurt zou zonde zijn! We hopen
daarom nog een extra excursie te boeken via Kobus. In een eindelijk
beetje verduisterde kamer (echt donkere gordijnen kennen ze hier niet,
wat en bijdrage levert aan ons vroege opstaan elke dag) vallen we in
slaap.