Archief van
Categorie: Afrika

Donderdag 18 oktober 2007 – St. Lucia Estuary

Donderdag 18 oktober 2007 – St. Lucia Estuary

Het is even zoeken naar de ontbijtzaal, maar dat is – zoals tot op
heden elke dag in deze reis – uitstekend en uitgebreid. Daarna pikken
we onze spullen op en worden we door Kobus afgezet bij de boot. We
vragen hem om voor 8 van ons een walvistocht te regelen voor vanmiddag
(herkansing) en als dat niet lukt willen we graag een gamedrive langs
een park waar we verder niet komen.

Vervolgens begin de boottocht… die meteen bijna in het water valt
door de regen en wind die bijna tegelijk komen aanzetten. Gelukkig
kunnen we ook de andere kant op, zodat we redelijk droog genieten van
dit bijzondere landschap. Het water is zout: het water is feitelijk een
stelsel van zee-armen en maar 2 meter diep. Door droogte de afgelopen
jaren is het waterpeil behoorlijk gezakt, dus de locals zijn
wel blij met alle regen dit jaar. Gelukkig heeft het ook geen invloed
op het aantal beesten. We zien ijsvogels, verschillende reigersoorten,
wevervogels, een visarend, wolnek ooievaars, een Knysna Loerie en
een onbekende vogel die we nog moeten determineren. En – hoera! –
de krokodillen en nijlpaarden ontbreken niet. We kunnen ongelooflijk
dichtbij komen en zien in totaal 3 verschillende familiegroepen. Er
zijn veel kleintjes, die iedere keer maar een paar seconden boven zijn,
om te ademen. Het is een erg leuke tocht, van ongeveer anderhalf uur.

Daarna horen we van Kobus dat onze beide tochtjes helaas niet door
gaan: de walvistochten zijn gecancelled en de safari (ons alternatief)
zit vol. Gelukkig heeft hij een alternatief bedacht. Voor 100 Rand de
man (een tientje) neemt hij ons vanaf 13 uur de hele middag mee. Wat
een superreisleider die man! We werken de site bij en gaan daarna nog
even shoppen. Vanaf 13 uur hopelijk meer beesten!

Na een simpele lunch van broodjes en een sapje van de Spar, dat we
met uitzicht op verschillende ijsvogeltjes opeten, staan we om 13 uur
klaar voor een tocht met Kobus. Hij neemt ons mee naar het natuurpark
dat rondom Cape Vidal tegen de kust aan ligt. Het is het park waar hij
– vlak bij het water – elke 2 jaar een paar weken met zijn familie
vakantie viert, dus hij kent het op zijn duimpje.
Het is een heerlijke tocht. We zien veel hertensoorten, zoals de
Waterbok, Impala’s en Kudu. Ook de gnoes en een kleine kudde buffels
zijn van de partij en niet te vergeten veel roofvogels en aapjes. Op
één van de stops laat het blauwaapje ons in detail zien hoe hij aan
zijn naam komt: het beest zou fel-blauwe-ballen aapje moeten heten! 🙂

We rijden rustig door het natuurgebied naar de kust waar we pootje
baden in het water van de Indische Oceaan aan een strand dat zich
kilometers ver uitstrekt, zo ver het oog kan kijken. De zon is
inmiddels doorgebroken en hoewel het niet heel warm is (het waait
enorm) worden we er helemaal vrolijk van! De stop is vlak bij de
huisjes waar Kobus altijd verblijft en er zitten veel aapjes (volgens
Kobus DE reden om hier altijd je ra,men dicht te houden anders gappen
de apen je huis leeg en maken ze alles stuk dat ze in hun handen
krijgen) en een aantal bijna tamme hertjes.

De tocht duurt de hele middag en Kobus leert ons van alles over de
bomen, planten, vogels en andere beesten die we tegen komen. We zijn
bang dat we minder leuk worden voor de gids van morgen (op de “echte”
gamedraive in een jeep), maar het is ontzettend leuk en leerzaam. Kobus
leidt in zijn vrije tijd soms andere gidsen op en heeft een
ongelooflijke kennis van de natuur waar we enorm van genieten.

Aan het einde van de dag eten we bij een klein visrestaurantje.
Kobus brengt ons weg maar eet niet mee. Het tentje ziet er niet uit,
maar blijkt ook prima garnalen te verkopen. Eddy, Esther en Karin delen
samen twee kilo (!) grote garnalen en Martijn doet zich te goed aan een
mixschotel van kip-met-braaikruiden en stukjes rumpsteak. Als we er
zitten begint het enorm te stortregenen. Omdat het zo dichtbij is
hebben we geen jas meegenomen en als de regen tegen het einde van de
maaltijd geen tekenen vertoont van afnemen beginnen we al te
onderhandelen wie er nat gaat worden en hoe nat (1 naar huis voor een
plu? samen nat?). We zijn er nog niet uit als Kobus opduikt: hij kan
“zijn mensen” toch niet nat laten worden… We hebben de neiging om hem
ter plekke om zijn nek te vallen en hebben hem bij deze uitgeroepen tot
Reisleider 1 Klas!

Vrijdag 19 oktober 2007 – naar Swasiland

Vrijdag 19 oktober 2007 – naar Swasiland

Na een goeie nacht slaap gaat de wekker te vroeg: er staat een
gamedrive op het programma en dieren zij nu eenmaal het meest actief ‘s
ochtends vroeg. We zitten daarom al om 6 uur in de jeep bij gids
Pieter, nadat we de jarige Trijnie hebben gefeliciteerd. Pieter neemt ons om te beginnen mee voor het uur rijden naar de
gate van het Hluhluwe National Park (spreek uit Slusluwe, en dan alsof
je lispelt). Dat valt niet mee: een uur over de snelweg in de open
jeep: het is koud, winderig en spettert af en toe.

De eerste beesten (na een plasstop)  zijn daarom een traktatie. Er
staat een giraffe midden op de weg, op een meter of 2 van de jeep! Als
we verder rijden zien we daarna witte neushoorns! Door het natte,
vochtige weer komen ze dicht bij de weg, waar ze zich normaal in de
struiken en bosjes tegen de zon beschermen. We zien er veel de hele
ochtend in allerlei poses en uiteindelijk zelfs grazend op een meter of
5 van de jeep! Het is ondanks het weer een geweldige tocht. We zien
bavianen, impala’s, nyala’s, buffels, zebra’s, bosbokken en
witruggieren, een tawny eagle, parelhoentjes, een korhaan en een
geelbekvalk. Tussendoor ontbijten we met broodjes, fruit, yoghurt en
(lekker warme!) thee en koffie bij een picknickplaats met een
onuitsprekelijke naam: siwasamakhosikasi, wat letterlijk “plaats van de
vrouwen” betekent. De San (bosjesmannen) brachten hier hun vrouwen
naartoe toen ze aangevallen werden dor de Zulu en Boeren en verdrevcen
van hun land. Uiteindelijk zijn er op deze richel veel mensen
omgekomen. Nu is alleen nog een prachtige uitzicht over, over een op
het moment drooggevallen rivier.

Kobus vangt ons om 11 uur bij de gate van het park op, waarna we
beginnen aan de rit naar Swasiland. Al na een uurtje zijn we bij de
grens, waar we zonder al te veel poespas een stempel in ons paspoort
krijgen: opnieuw Zuid-Afrika uit en deze keer Swasiland is. Ook dit
land is klein, maar veel minder arm dan Lesotho. De wegen zijn ondanks
Kobus’ sombere voorspellingen eigenlijk prima. We luchen bij een
nagebouwde Zulukraal, waar we behalve uitleg over de vreemde,
dopvormmige huidjes, veel wevervogels zien. Er zitten ook reusachtige
spinnen, die Karin vakkundige weet te ontwijken. De lunch is lekker
(wraps) en we zingen voor Trijnie en overhandigen haar de flessen
Amarula en Pepermint-drank. Ze heeft bij het vorige springbokje (het
drankje) zo genoten dat ze er giegelig van werd, dus we vonden het wel
toepasselijk. Ze is er blij mee en belooft ons een drankje, later deze
reis.


Na de lunch rijden we langs
eindeloze velden suikerriet naar het Hlane (spreek uit Slane, opnieuw
met een lispel, wat “wildernis” betekent) Royal National Park, het
voormalige jachtgebied van de Koning. Als we bijna bij ons kamp zijn
stopt Kobus met piepende remmen. Achter het hek, dat het park van de
weg scheidt staat een leeuwin. We kunnen haar aanvankelijk nauwelijks
zien, maar als we langszaam verder rijden blijft ze de bus (die
parallel aan het hek loopt) volgen.

Kobus stopt iets verder opnieuw en vraagt ons of we misschien een foto
willen maken…? We moeten dan we precies doen wat hij zegt en ALS we
dichtbij zijn en de leeuwin aanvalt moeten we meteen stil blijven
staan. We mogen ons in geen geval omdraaien en wegrennen, ook niet als
ze om een of andere onvoorziene reden door het hek mocht komen. Met ons
hart in de keel volgen de mannen uit de bus en Karin, Kobus naar het
hek. Als we dichterbij komen duikt de leeuwin in elkaar en verdwijnt
daardoor bijna achter een struik. We maken een paar prachtige plaatjes
en weten eigenlijk al meteen dat ze gaat aanvallen: al die ogen op haar
gericht, een zwiepende staart, naar achter liggende oren…
Als ze uiteindelijk aanvalt is het adembenemend: ze schiet met een
ongelooflijke snelheid vooruit en onwillekerige doen  we een stap
achteruit. Het hek is vergeten: zo voelt het om een potentiele prooi te
zijn van dit magnefieke beest! Kobus commandeert meteen: STAAN! Het
kost ongelooflijk veel wilskracht, maar we staan stil, na maar 1 stap
achteruit te hebben gedaan.

Ze stopt op centimeters van het hek, duidelijk in verwarring. Als ze
wegloopt doen we snel een paar stappen achteruit. Ze keert zich om en
valt weer aan. Opnieuw bevriezen we en deze keer blijven we daarna
achteruit lopen. Ze blijft ons nastaren met zwiepende staart. Kobus
vertelt later dat als we niet waren blijven staan, ze zichzelf tegen
het hek gegooid zou hebben: ze was op jacht en dat is altijd menes bij
een leeuw(in)…

Met adrenaline tot in onze haarpunten stappen we weer de bus in.
Nog
geen 5 minuten later zijn we bij Ndlovu Camp, een prachtig bushcamp,
zonder electriciteit, met rondavels om in te slapen en een waterplaats,
waar op het moment dat we aankomen neushoorns staan! Er is een hekje
(drie draden, waarvan 2 onder stroom) tussen ons en de beesten, maar
het stelt eigenlijk niet veel voor. We stellen ons zo voor dat een
pissige neushoorn er dwars doorheen rent! En de grootste neushoorn
lijkt redelijk pissig. Ze voert een paar keer schijnaanvallen uit en
onze groep wordt stiller en loopt rustig wat achteruit om haar ruimte
te geven. De net aangekomen groep Russen vindt het echter prachtig en
staat luidkeels roepend en lachend tegen het hek om zich voor het beest
te laten fotograferen. De situatie blijft ongeveer 10 minuten erg
spannend: het beest voert een aantal schijnaanvallen uit, tot Kobus met
wat goed toegepaste herrie het beest op afstand weet te krijgen en de
groep verdwijnt. Dan keert de rust terug en kunnen we genieten van alle
andere beesten die komen drinken: olifanten met jongen, nijlpaarden, krokodillen, waterbokken èn
impala’s!

De rest van de middag brengen we aan de waterhole door en daarna
drinken we een borrel op Trijnie’s verjaardag. We eten lekker buiten en
Kobus heeft taart geregeld. Daarna moeten we helaas voor deze nacht
verkassen naar het Bhubesi kamp. Er blijkt een overboeking en wij zijn
de klos. Het Bhubesikamp ligt een half uur rijden verderop en we delen
een groot, wat onpersoonlijk apartement met Eddy en Esther. We vallen
uitgeteld in slaap: wat een dag.

Zondag 21 oktober 2007 – door het Kruger

Zondag 21 oktober 2007 – door het Kruger

We slapen heerlijk in onze rondavel en al is de douche een uitdaging
(we rennen heen en weer tussen de drie straaltjes), de wereld ziet er
al een stuk zonniger uit na een goede nacht slaap. Als we op weg naar
het ontbijt gaan komen we Kobus tegen, die van oor tot oor grijnst:
Zuid-Afrika heeft gewonnen en hij is in een opperbest humeur.

Bij
het ontbijt kondigt hij aan dat zijn vrouw de wedstrijd heeft opgenomen
en wij vandaag lekker de hele dag door het Kruger Park gaan rijden. Dat
valt in erg goede aarde en we pakken na het ontbijt snel onze spullen.
Na ongeveer een uur Swasiland zijn we alweer door het landje heen (het
heeft een oppervlakte van ongeveer de helf van Nederland) en deze keer
breken we echt het snelheidsrecord grenspassage: de dames van de douane
kijken niet eens of ze wel het goede paspoort hebben, maar zetten
blindelings een stempel!

Na nog even verder rijden komen we bij
de Crocodile Bridge het Kruger Park binnen. Kobus betaalt de entree en
al na een half uur rijden hebben we door wat een enorm, wijds,
uitgestrekt park dit is. Een deel van de paden is verhard en de
restzijn “stofpaden” (onvergarde wegen). Auto’s mogen hier alleen op de
paden rijden: op eraf gaan staat een boete. De tijden waarop de gates
openen en sluiten zijn ook erg strikt: ook hier staat op te laat komen
een boete.

In dit misschien wel bekendste safaripark van de
wereld zien we soms wel een kwartier geen enkel beest en daarna ineens
alles. Zebra’s, giraffen en gnoe’s zoeken vaak elkaars gezelschap op,
omdat er veiligheid in grote aantallen schuilt: meer oren, neuzen en
ogen om roofdieren te spotten en m inder kans dat jij de ongelukkige
bent als er toch één zin in lunch heeft. We zien olifanten van erg
dichtbij, kudu’s en natuurlijk impala (daarvan lopen er in dit park
zo’n kwart miljoen…). Als we staan te turen naar een roofvogel, spot
Esther een katachtige. We zien inderdaad een glimps van iets dat
waarschijnlijk een luipaard of cheetah is langs de rivier schieten,
maar het gaat eigenlijk te snel om echt goed te kunnen zien wat het is.
Toch feliciteren we ons: misschien hebben we de Big Five nu gezien…?

Na
een late lunch tussen brutale neushoornvogels en glansstaal spreeuwen,
zien we gieren, visarenden en een prachtige bruidspand, een
felgekleurde vogel die vooral in vlucht op een vliegend juweel lijkt.
We komen die dag oren en ogen tekort en Kobus doet zijn uiterste best
om de bus zo te draaien dat iedereen in de bus een kans krijgt om alles
te zien en foto’s of filmopnamen te maken. Hij legt veel uit en we
leren een hoop bij.

Aan het einde van de dag zijn we op tijd bij
de gate, waarna we net buiten het park stoppen om foto’s te maken van
de zon die onder gaat achter de Drakensbergen. Daarna blijkt het nog
een uur rijden in de groeiende duisternis naar Panzi Bushcamp, een
bushcamp in het grotere Guernsy Private Parc. In het stikdonker en
volkomen door elkaar geschut door het laatste half uur rijden op
beroerde onverharde wegen komen we aan bij het camp. Over een wiebelige
houten brug verbinden houten wandelpaden de uit riet en bamboe
opgetrokken huisjes met elkaar en de grotere (open) bar- en eetzaal. De
huisjes zijn geweldig: twee keurige bedden, electriciteit, ventilator,
klamboes en een badkamertje met wc, wastafel en douche met warm water.
Je kijkt zo door het bamboe heen, naar buiten en de hertachtigen,
zwijntjes en giraffes komen soms tot bij de huisjes horen we van John,
Bev en hun zoon Glenn. de eigenaren van Panzi. Ze stellen ons ook voor
aan Sally, de hond, die meteen aan Karin verknocht raakt en niet
uitgespeeld raakt.

We zijn behoorlijk moe, dus zijn blij dat we
snel kunnen eten. Het eten is geweldig, Bev en de twee kokinnen koken
uitzondelrijk goed en met veel verse groente. We genieten en gaan
daarna snel slapen. Op de achtergrond horen we leeuwen brullen en
knorren de nijilpaarden. Bushcamp indeed…

Maandag 22 oktober 2007 – Uitzichtendag

Maandag 22 oktober 2007 – Uitzichtendag

Na een prima onbijt om acht uur, stappen we om 9 uur in de bus voor een
rondrit in de omgeving (Mpumalanga) met veel uitzichten. Na een
‘kleine’ rit van 2 uur komen rijden we de bergen in voor het eerste
uitzicht op de Three Rondavels. Een grote berg met 3 kleine bergjes
ernaast die de 3 vrouwen van een locale chief voorstellen. Het uitzicht
is groots en wijds en we genieten er goed van. Hier is ook een grote
snuffelmarkt en Karin leeft zicht uit op alle mooie souvenirs.

Vervolgens
rijden we door naar Graskop, een kleine, erg toeristische plaats, voor
een lunch in een pannenkoeken restaurant waarbij we een heerlijke
pannenkoek eten met Biltong en eentje met Kip Cashew. Helaas duurt de
lunch wat langer: vier reisgenoten krijgen hun lunch maar niet en 
Kobus heeft een lekke band (‘papband’) die hij eerst moet laten
repareren. We dwalen wat door het dorp en uiteindelijk vertrekken we
pas laat.

Eenmaal in een bus rijden we om 2 uur door naar het
volgende uitzichtspunt, de Lisbon Falls. Het zijn een aantal grote
watervallen die in een schilderachtig landschap naar beneden storten.
Door de regens van de afgelopen dagen stort er genoeg water naar
beneden voor een paar prachtige foto’s. Ook hier zijn er weer veel
eksterplaatsen voor het bemachtigen van souvenirs. We kunnen de
verleiding maar moeilijk weerstaan en we horen al groepsgenoeten
verzuchten dat ze een nieuwe tas moeten aanschaffen voor alle schatten!

Via
Gods Window, een uitzicht van een hele hoge berg, gaan we naar de
George Kloof met een reusachtige pilaar die in het niets staat. Het is
allemaal erg groots en wijds en lekker groen.

Omdat het ‘s
ochtends allemaal wat langer duurde dan gepland gaan we om 5 uur snel
richt huis, waar we uiteindelijk om 6 uur aankomen. We zijn allemaal
moe en gaar van weer een hele dag in de bus. Het is wel de moeite
waard, maar je wordt er wat wat gaar van.

Gelukkig hebben de
dames van het kamp weer een perfecte maaltijd klaargemaakt: gegrilde
kip met rijst en groenten. Het eten wordt door iedereen dan ook snel en
met smaak opgegeten. Na een kopje koffie en drankje gaan we dan weer
snel slapen, want morgen gaat we wekker om half 5!

Dinsdag 23 oktober 2007 – Kruger

Dinsdag 23 oktober 2007 – Kruger

Veel te vroeg gaat we wekker, omdat we om 5 uur opgehaald worden door
Wittold, onze gids voor vandaag. De reden hiervoor is dat het nog een
uurtje rijden is naar de ingang van het Kruger. Om 6 uur gaat het park
open en de beesten staan natuurlijk ook vroeg op. Gelukkig zijn ook de
mensen van het kamp wakker en krijgen we koffie en een ontbijtpakketje
mee. Het weer ziet er prima uit, onbewolkt en het is nu al warmer aan
het worden.

Om iets over zes gaan we via Orpen Gate het park
binnen en we maken ons op voor een lange dag hobbelen, zweten en het
maken van veel, heel veel foto’s. Wittold is een beetje vreemd, maar
weet wel erg veel van alles en geeft ons veel uitleg en achtergrond
informatie bij de beesten die we zien. We merken wel dat wij door Kobus
al erg goed zijn ingelicht, want veel van de informatie die hij geeft
wisten we al, maar hier en daar pikken we toch weer wat extra dingen op.
Als
eerste komen we langs een olifant die een stukje van de weg staat.
Wittold stopt netjes en kijkt achterom om te kijken of we de foto’s
genomen hebben, maar niemand maakt er een. We zijn redelijk verwend
door de vorige dagen en vinden dat het van veel dichterbij kan! We
genieten natuurlijk wel: het is niet zo dat we elke dag olifanten zien!

De
zon begint nu redelijk zijn best te doen en al snel is het warm. De
truien gaan uit en we worden wat slaperig door de hitte (27 graden en
het is pas 9 uur…) en het gehobbel. Het afgelopen half uur hebben we
ook erg weinig beesten meer gezien en twijfelen dan ook over wat de
rest van de dag gaat worden. We hebben inmiddels ontbeten en ook dat
helpt mee aan de slaperigheid.

Net als we allemaal beginnen te
denken dat het niet meer gaat gebeuren ziet Martijn vlak naast de jeep
een luipaard staan! We stoppen met piepende banden, maar gelukkig trekt
de luipaard zich er niets van aan en blijft rustig doorlopen. We maken
fantastische plaatjes en zijn allemaak in een keer weer wakker, dit
belooft alsnog een erg goede dag te worden. Wittold verteld ook dat hij
niet vaak een luipaard ziet en al helemaal niet op deze manier. Normaal
liggen ze ergens in een boom te slapen op dit tijdstip en hij is dan
zelf ook heel erg blij met deze luipaard. Als de luipaard doorgelopen
is, gaan ook wij weer verder. We nemen het ‘stilte gebod’ even niet in
acht en feliciteren elkaar met de prachtige plaatjes.

Via een
klein museumpje dat in een voorbeeld van een oud guesthouse zit, met
een paar botten en uitleg over een dame die veel voor het Kruger gedaan
heeft (Orpen, waar de gate naar genoemd is) en een rookpauze gaan we
weer opzoek naar de volgende beesten.

We zien veel bokken,
vogels en buffels. Om 12 uur vragen we toch maar om een plaspauze, want
dat gehobbel doet geen wonderen! Eigenlijk wilde Wittold nog 2 uur
doorrijden en dan pas stoppen voor een lunchpauze, maar dit wordt door
de gehele groep afgekeurd. We gaan dan ook naar een dichterbij gelegen
lunchgelegenheid met toiletten. Een uurtje luchen en benenstrekken is
erg lekker.

Weer opgefrist gaan we de jeep in, Het is nu rond de
35 graden en we zijn blij dat de open jeep wel een dak heeft anders
werden we toch wat geroosterd. Al snel horen we van een tegenligger dat
er leeuwen gespot zijn een klein stukje verder. We rijden er snel heen
en worden beloond met 2 mannetjes leeuwen dit lekker in de schaduw
liggen te luieren. Een klein stukje verder komen we ook nog een troep
van  vrouwtjes tegen die compleet uitgeteld in het gras liggen. Ze
leveren niet echt interessante plaatjes op, maar we hebben nu wel 4 van
de big 5 gezien, we moeten alleen nog een neushoorn en dat moet toch
niet zo moeilijk zijn. Er zijn er ongeveer 5000 hier.

Via vele
kleine stofpaden slingeren we door het park en we zien veel impala’s,
giraffen, zebra’s maar geen neushoorns. Uiteindelijk moeten we toch
weer richting Orpen Gate, omdat de regels heel streng zijn voor wat
betreft openings en sluitingstijden. Omdat de maximumsnelheid officieel
30 is en het park reusachtig groot (ongeveer even groot als Nederland),
moet je wel op tijd met de terugreis beginnen.

Een paar
kilometer voor de gate spotten we eindelijk in de verte een drietal
neushoorns en daarmee is de Big Five in One Day een feit! Onze gids,
Wittold, verteld dat hij in de afgelopen drie en een half jaar, maar
twee keer een Big Five in One Day heeft gezien en pas acht keer een
luipaard. We mogen ons dan ook erg gelukkig prijzen en dat doen we dan
ook maar. Wat aanvankelijk een warme, saaie en stoffige dag leek werd
dan ook een hele warme, hobbelige en zeer mooie dag.

Thuis in
Panzi staat we weer een geweldige maaltijd klaar, dit maal een Venison
Stew, een stoofpot van Impala met groeten en geroosterde aardappelen.
Allemaal heerlijk! Compleet uitgeput gaan we weer vroeg slapen omdat we
morgen weer om 6 uur een game-drive hebben geboekt.

Woensdag 24 oktober 2007 – Thorny Bush en Panzi

Woensdag 24 oktober 2007 – Thorny Bush en Panzi

Oorspronkelijk was voor vandaag een game-walk gepland, maar we
besluiten om deze te skippen en toch maar voor een extra game-drive te
gaan, dezekeer op 20 minuten rijden van ons bushcamp in een privepark.
Dus de wekker gaat weer om kwart voor 5 en om half zes worden we
door Glenn (manager van ons kamp) naar weggebracht. Samen met Cees en
Wilma ontmoeten we Johan
en Rob, onze gids / chauffeur en tracker van vanochtend. In een grote
open jeep (zonder dak) gaan we met een groep van 15 man het Thorny Bush
Park in voor een speciale Big Five drive. Na 5 meter gereden te hebben
legt Johan dan ook uit dat hij impala’s erg mooi vind, maar hier dus niet voor gaat stoppen.

Het
grote voordeel van dit park is dat alle soorten hier voorkomen en dat
ze gewend zijn aan de jeeps. Ze worden niet opgejaagd door toeristen en
zijn dus een stuk makkelijker en dichter te benaderen. Ze zijn absoluut
wild en uitstappen is dan ook geen goed plan!
We rijden over
stoffige paden, want echte wegen zijn hier gelukkig niet en zien al
snel Kudu’s, impala’s, Nyala’s en wrattenzwijntjes. Aangezien ze niet
tot de Big Five behoren, rijden we redelijk snel weer door.

Al
snel krijgen we 2 mannetjes leeuwen te zien die lekker in het zonnetje
liggen te luieren. Johan laat snel zien hoe dichtbij je kan komen met
de jeep. Op 2 meter afstand stopt hij de jeep en begint rustig met zijn
verhaal. De leeuwen houden je wel goed in de gaten, maar reageren er
niet echt verder op. Er ligt er een voor en een achter de jeep.
Fantastische foto’s en een hele belevenis om zo verschrikkelijk
dichtbij te staan. Een klein stukje verder komen we ook nog een groep
vrouwtjes met een mannetje tegen. Ook hier kunnen we weer heel dichtbij
komen.

Na veel foto’s gaan we door en komen al snel een kudde
van 80 buffels tegen die op weg zijn naar een drinkplaats. Johan
parkeert de jeep ongeveer midden in (5 meter afstand ofzo) en we vragen
ons wel degelijk af of dit nu wel zo slim is. Buffels zijn redelijk
agressief. Maar blijkbaar weet Johan feilloos wat hij doet en de
buffels gaan dan ook rustig door naar de drinkplaats. Het is erg leuk
om zo’n grote groep van dichtbij te zien.

We vervolgen de weg,
ach weg is een groot woord, en komen bij 2 witte neushoorns die nog
niet echt gewend zijn aan de auto’s. Ze rennen snel een eindje verder
en wij gaan hun een stukje achterna. Ze moeten toch een keer wennen aan
het geluid van de jeeps. Echt dichtbij laten ze ons echter niet komen,
dus gaan we verder op zoek naar andere beesten.

We stoppen
ergens bij een grote termietenheuvel voor een koffie- en plaspauze.
Dames achter de termietenheuvel en de heren tegen een boom. Toch wel
vreemd plassen zo zonder hekken en zo…

Eigenlijk is de tijd
veel te snel om (half 10), maar Johan is niet blij. We hebben nog geen
olifanten gezien en een Big Five drive met maar 3 van 5 is niet wat hij
wil! De tracker (Rob) die voorop de jeep zit spot wel poep en
pootafdrukken en we gaan er dan ook achteraan. Olifanten lopen
natuulijk niet netjes op de paden en al snel verlaten we dan ook het
pad voor een stuk rijden door het ‘bos’. Het park heet Thorny Bush en
al heel snel begrijpen we waarom dit zo heet: alleen maar bosjes met
struiken met heel veel scherpe doornen. De rit wordt een geslinger en
geduik onder takken door, maar we zitten nog steeds op het spoor van de
olifant. Een van de bomen rukt de pet van Karin af, maar gelukkig is
Rob niet te beroerd om deze even op te halen. Na een rit van 15 minuten
door de doornen zien we dan uiteindelijk alsnog een olifant. Petje af
voor Rob en Johan, wat kunnen deze mannen spoorzoeken en rijden in een
jeep! Glenn komt ons weer ophalen en om half 11 zijn we terug in het
kamp voor het ontbijt wat weer keurig voor ons staat te wachten.

De
rest van de middag doen we erg rustig aan en lezen wat, douchen, doen
een spelletje Yathzee. Om 4 uur gaat de rest van de groep op een
sunset-drive, maar wij blijven achter en borrelen gezellig met Kobus en
Glen tot half 8 als ze weer terug zijn. Het was erg gaaf: ze hebben een
cheetah gezien en een glimps van een cervetkat. We zijn blij voor ze:
wat een toetje!

De kikkers in het
zwembad houden en kwaakconcert, de duizendpoten lopen weer rond en ook
de termieten zijn actief. Volgens Glenn en Kobus is dit een duidelijk
teken van aankomende regen. We hopen dat de geplande braai droog blijft. Dat lukt en bij een heerlijke braai bedanken we Kobus
alvast voor de vakantie, omdat we niet verwachten dat we in Jo’burg nog
zo’n gezellige avond zullen krijgen. Karin houd een speech en ook Kobus
bedankt ons voor ‘de beste groep die hij zich maar kan wensen’.

De
lucht betrekt nu behoorlijk en er valt ook een enkele spat regen. De
beesten hadden in ieder geval gelijk. Wederom een goede dag en eigenlijk
willen we morgen nog niet weg hier!

Donderdag 25 oktober 2007 – naar Johannesburg

Donderdag 25 oktober 2007 – naar Johannesburg

Aan vandaag maken we niet teveel woorden vuil: het is vooral erg ver
rijden. Na een kort afscheid van Panzi (we willen niet weg!) en haar
inwoners (inclusief een aai voor hond Sally) stappen we in de bus. We
rijden om te beginnen dezelfde route als op de uitzichtendag en stoppen
deze keer wèl bij de enorme Baoab die langs de kant van de weg staat.
We schatten dat er heel wat mensen voor nodig zijn om die te omhelzen!

Daarna rijden we door de bergen verder en al snel komen we in één van
de bergpassen in de mist terecht. Daarna begint het nare weer. Het is
regenachtig, de temperatuur is flink gezakt en het uitzicht wordt snel
minder. We rijden – met een saaie stop bij een fast-food restaurant –
in één keer door naare Pretoria, dat helemaal paars blijkt te zijn van
de Jacaranda’s! Kobus rijdt ons door de stad naar het
Voortrekkermonument. Opgezet in de jaren 30 herdenkt dit monument de
Trek van de Boeren. We hebben er zo hier en daar onze bedenkingen bij,
maar tegelijk is dit voor tenminste één groep bewoners van dit
bijzondere land een herinnering van één van de belangrijkste
gebeurtenissen uit de geschiedenis.

Na Pretoria rijden we naar Johanneburg, waar we in de file terecht
komen. We zitten een redelijk eind buiten het echte centrum van de
stad, in Randburg Towers, maar lekker dichtbij een soort winkelcentrum
/ shopping area die erg lijkt op de Waterfront van Kaapstad. Na
aankomst gooien we gauw onze spullen op de kamer en trekken we er
lekker samen op uit. We eten we uitgebreid bij een visrestauranr, waar
we aan het staartje van de maaltijd onverwacht en uitgebreid
getrakteerd worden op een show door 2 buikdanseressen! Daarna lopen we
terug en ploffen bekaf in bed. Nog maar één dagje…

Vrijdag 26 oktober 2007 – Soweto en naar huis

Vrijdag 26 oktober 2007 – Soweto en naar huis

De dag begint beroerd: na een goede nacht slaap en een goed (maar
duur!) ontbijt heeft de regen nog steeds geen tekenen van ophouden
vertoont. Als we om half 10 beneden staan, voor onze geplande tocht
naar Soweto, blijkt Kobus te hebben gebeld. Hij staat in de file en is
(te) laat. Rustig wachten we op zijn komst. Met Eddy en Esther (die
samen in de stad naar wat musea gaan) is inmiddels afgesproken dat we
het liefst een uurtje eerder weg willen (gezien onze ervaring met files
van de dag ervoor). We zullen bericht achterlaten bij de receptie.

Kobus komt uiteindelijk, zwaar gefrustreerd, 3 kwartier te laat binnen.
We verzekeren hem ervan dat het niet erg is (hij kan er tenslotte niets
aan doen) en bespreken meteen dat we vanmiddag om half 4 weggaan.
Daarna vertrekken we naar Soweto.

De rest van de dag staan we eigenlijk vooral in de file. De stad is een
puinhoop: het regent (voor het eerst in weken en nog flink ook) zodat
er overal ongelukken gebeuren op de weg. Bovendien is er een enorme
stroomstoring waardoor een deel van de stoplichten niet werkt. Tot
overmaat van ramp worden de Bokkies (de rugbyploeg van Zuid-Afrika die
kampioen werd toen wij in Swasiland waren) vandaag gehuldig met een
ereronde door de stad en een bezoek aan de president èn een gebouw op
ongeveer een kilometer van het hotel. We plagen Kobus, die de hele reis
heeft geroepen dat het verkeer in Johannesburg en Pretoria zo goed was,
met de ellende.

We doen er dik een uur over om in Soweto te komen. Daar krijgen we van
Kobus een rondrit van ongeveer 2 uur door deze bijzondere “stad” van 4
miljoen inwoners, 5000 scholen en een half miljoen taxi’s. We zien
olifantshuisjes (zo genoemd door het halfronde dak), die worden bewoond
door 3 gezinnen, en chickentown, het armste onderdeel van Soweto, waar
vooral illegalen uit Mozambique wonen. Deze mensen hebben niets: geen
water (behalve een vervuild stroompje), geen electriciteit, geen
sanitair, niets.
We zien de plaats waar de opstand van de zwarte studenten begon in de
jaren 70 en bezoeken het museum dat staat naast de plek waar Hector
Pietersen werd doorgeschoten. De foto van zijn lichaam dat door de stad
werd gedragen door een medestudent, ging de hele wereld over en vormde
het begin van de boycot van Zuid-Afrika. Het museum is indrukwekkend en
heftig: de apartheid wordt bijna voelbaar en we kunnen ons nauwelijks
voorstellen hoe het geweest moet zijn om te wonen in een land waar
onderscheid op basis van huidskleur is vastgelegd in de wet. Stil komen
we naar buiten.
We zien ook een ziekenhuis, van 8.500 bedden met een omtrek van 5
kilometer (!) waar onder andere geweldige oogspecialisten werken. We
rijden langs public phones, gevestigd in een minihuisje van golfplaten.
We zien borden waarop staat hoe duur het is om een huis te laten maken
(1700 Rand – ongeveer 170 euro – voor een 1 kamer woning van
golfplaat). We zien beesten die te koop zijn, om te slachten voor een
begrafenis of bruiloft. Kortom: we komen ogen tekort.


Na ongeveer 2 uur doen we er deze keer méér dan een uur over om terug
te komen in Johannesburg en inmiddels hebben we eigenlijk alleen nog
tijd voor het halen van een broodje in de supermarkt en een
afhaalkoffie bij de koffiebar. Dan moeten we naar het hotel en pakken
we de tassen. Eddy en Esther hebben gelukkig een leuke dag gehad en in
de bus naar de luchthaven wisselen we verhalen uit. Daar hebben we de
tijd voor: uiteindelijk doen we bijna 2 uur over de tocht van 30
kilometer.

Op de luchthaven nemen we afscheid van Kobus en dat is niet leuk!
Kobus, ook op deze plaats nogmaals heel, heel erg bedankt voor een
bijzondere en mooie reis.We hebben erg genoten van je kennis en
enthousiasme. Je weet goed hoe je “jouw mensen” moet “bederf” en ook
dat vonden we heerlijk. Dank je wel en we hopen dat we in de
gelegenheid zijn om je nog eens terug te zien! We raden je in ieder
geval van harte aan, aan iedereen die ook Zuid-Afrika wil bezoeken en
een goede, enthousiaste gids zoekt!

De rest van de dag is zo mogelijk nog meer wachten: inchecken, laatste
souvenirtje shoppen, koffie drinken en eindelijk inchecken. De stoelen
lijken deze keer iets beter, dus ook Martijn  zit goed. Als we in
de lucht zijn kijken we Die Hard 4 en eten. Na een wijntje doen we
pogingen om te slapen.

Zaterdag 27 oktober 2007 – thuis!

Zaterdag 27 oktober 2007 – thuis!

Het is tegen half 6 (Zuid-Afrika en Nederlandse tijd) als Karin haar
ogen open doet. Martijn blijkt de hele nacht nauwelijks een oog dicht te
hebben gedaan. Redelijk brak weten we een matig ontbijt weg te werken
(we zijn KLAAR met die Engelse ontbijtjes) en daarna wachten we tot we
rond 20 over 7 landen.

De overstap verloopt bijzonder soepel, al moeten we deze keer wel naar
een ander gebouw. Gebouw door, controle door, met een bus, trappen op…
Afijn, en dan drinken we koffie en wachten we op de vervolgvlucht naar
Nederland. Die vertrekt èn landt keurig op tijd. In de lucht is er tijd
voor één kopje koffie en eén broodje.

Nederland is grijs en nog net even iets kouder dan Zuid-Afrika (maar:
geen files vandaag!).
Gelukkig hebben we de koffers snel en dan nemen we afscheid van de
groep. We hopen dat iedereen een goede thuisreis had. En ook op deze
plek: Eddy, Esther, Wilma, Cees, Anneke, Cees, Sietse, Janneke, Jan en
Trijnie heel erg bedankt voor jullie bijdrage aan deze fantastische
reis!

Harro en Eveline halen ons gelukkig op en al in de auto kletsen we
honderduit over het land, de mensen, de beesten, het eten en alle
andere facetten die ons te binnen schieten. Zuid-Afrika wordt met recht
de regenboognatie genoemd: alle kleuren hebben we gezien en van elke
kleur hebben we genoten. Tegelijk hebben we nog maar een fractie
geleerd over dit complexe land en veel te weinig gezien naar ons zin.
Wat ons betreft daarom:

“Ons het genietet en ons gaat terug”

Rondje Seychellen

Rondje Seychellen

Op dit kaartje kan je goed zien welke eilanden we aandoen: eerst naar La Digue, dan naar Praslin en we eindigen op het grootste eiland Mahé!

Citaat Lonely Planet (2004): “Among the 115 coral islands that make up the Seychelles are some of the most idyllic island getaways in the Indian Ocean, or indeed the world. Here you will find the […] tropical paradise that appears in […] glossy travel brochures. But however seductive the images, they simply can’t compete with the real-life dazzling beaches and crystal-clear waters of Praslin and La Digue […]. There are more shades of blue and green in the Seychelles than it is possible to imagine.”

Nog één nachtje slapen en dan is het zover! Dan gaan we naar de Seychellen. Onze rugzakken zijn gepakt, de katten zijn naar het pension (wij op vakantie, zij op poezenkamp) dus we zijn er klaar voor!

Victoria

Victoria

Gisteren (maandag) naar het laatste eiland van deze reis vertrokken: Mahe. Gelukkig kon onze vlucht, die eerst om 7 uur ‘s ochtends zou gaan, worden verzet naar iets later in de ochtend. We konden het dus rustig aan doen.


Tegen de middag kwamen we aan in ons hotel. Weer een mooie kamer (of eigenlijk twee) en een mega badkamer. Ter vergelijking: onze eigen badkamer past hier vier keer in. Hij heeft dan ook 2 douches en een familiebad. Echt enorm. Dit is overigens niet standaard bij elke hotelkamer zo hoor. We hebben de suite omdat de andere kamers allemaal bezet waren toen we -een beetje laat- deze reis boekten..


Wat inkopen gedaan en daarna gerelaxed en gesnorkeld in de zee bij ons hotel: veel vissen! ‘s Avonds een hele mooie zonsondergang gezien. Vanaf het strand konden we de zon zien zakken in de zee. Ons hotel heet niet voor niets ” Sunset Beach”. 


Vanochtend (dinsdag) met de bus naar Victoria, de hoofdstad van de Seychellen. Volgens de Lonely Planet is Victoria met 20.000 inwoners een van de kleinste hoofdsteden ter wereld. Wij zijn vorig jaar langs een kleinere gereden: Belmopan, de hoofdstad van Belize. Volgens Alex is dat met 5.000 inwoners misschien wel de allerkleinste hoofdstad ter wereld. Belmopan is pas in de jaren ’70/’80 de hoofdstad van Belize geworden. Belize City, de oude hoofdstad van Belize, is toen zwaar getroffen door een orkaan waarna men besloot de hoofdstad meer naar het binnenland te verplaatsen (dit als aanvulling op ons reisverslag van vorig jaar ;-)).


Victoria is niet zo bijzonder. Meer dan een provinciestadje is het eigenlijk niet. Veel winkeltjes, veel verkeer, een markt (die is wel leuk) en een paar oude Creoolse huizen. En een replica van een klokkentoren uit Londen die daar is geplaatst toen de Seychellen in 1903 een Britse kroonkolonie werden.


Geluncht in de Botanische tuin. Veel mooie bomen, bloemen en planten. Ook fruitvleermuizen gezien. Terug naar het hotel via een toeristische route: niet dwars over het eiland heen, wat het kortste is, maar helemaal langs de noord-oost kust van Mahe gereden. Een mooie rit!

Een pittige klim en de black paradise flycatcher

Een pittige klim en de black paradise flycatcher

Woensdagochtend stond in het teken van de black paradise flycatcher, een vogel die alleen op La Digue voorkomt en tot voor kort met uitsterven werd bedreigd. Momenteel gaat het dankzij een beschermingsprogramme een stuk beter met het vogeltje: er zijn nu 150 paartjes op het eiland. De vogel is in principe overal te vinden. De kans dat je hem treft is echter het grootst in Natuurreservaat Veuve. Wij dus daar naar toe… Helaas hebben we er geen gezien. Waarschijnlijk waren we te laat op de dag. Wel vliegende vossen, heel veel hagedisjes en enorme spinnen gezien. Deze zogeheten palmspiders staan bekend om hun mega webben van soms wel meer dan 1,5 meter doorsnee. Ze eten gelukkig alleen maar insecten en zijn volstrekt ongevaarlijk voor mensen. Dat maakt ze niet minder eng…


‘s Middags een pittige tocht op de fiets gemaakt naar een paar strandjes aan de zuidkant van het eiland. Omdat daar weinig bescherming was tegen de zon, zijn we uiteindelijk op een ander strandje aan de noordkant van het eiland beland. Het eiland is ongeveer vier bij vier kilometer groot, dus dat is allemaal prima te befietsen.

Anse Lazio

Anse Lazio

Internetten op de Seychellen is geen makkie. Op La Digue was er geen internetcafe te bekennen. Dat is op zich niet verwonderlijk als je bedenkt dat er ook geen televisie enzo is. Op Praslin zitten we in een hotel met internetverbinding maar die doet het vaker niet dan wel. Regelmatig proberen dus en gebruik maken van de mogelijkheden die zich voordoen.


Vandaag met het openbaar vervoer naar Anse Lazio aan de noord-west kust geweest. Volgens de Lonely Planet is dat het mooiste strand van Praslin. Heerlijk gerelaxed en gesnorkeld. Behoorlijk wat vissen gezien waaronder een soort pijlstaartrog.


‘s Middags hadden we een missie. Een collega van Karen is vorig jaar op de Seychellen getrouwd. Het huisje waar hij en zijn vrouw toen verbleven, ligt vlakbij ons hotel. Wij dus op zoek. Verschillende huisjes gefotografeerd die het zouden kunnen zijn. We zijn benieuwd of het goede huisje erbij zit!

Pittige wandeling

Pittige wandeling

Woensdagochtend met de bus naar Beau Vallon, een klein plaatsje ten zuiden van ons hotel. Vanaf daar een wandeling naar Anse Major gemaakt. Anse Major is een strandje dat in een Nationaal Park van de Seychellen ligt, ongeveer 5 kilometer ten zuiden van Beau Vallon. Eerst hebben we een stuk over het strand gelopen, daarna door dorpjes, bossen en bergen met steeds weer andere uitzichten over de Indische Oceaan en nabijgelegen eilanden.


We verliezen liters water (het is warm en vochtig) en komen doorweekt aan op het strandje waar verder helemaal niemand is. Tijd voor een opfrisduik. Na de lunch naar de dichtstbijzijnde busstop gelopen. Onderweg naar het hotel hebben we in Beau Vallon een duikexcursie geboekt voor de volgende dag.

Naar de Seychellen

Naar de Seychellen

Zondag 28 oktober: we reizen vanaf Amsterdam via Parijs naar de Seychellen. Het inchecken op Schiphol ging goed, maar op de luchthaven van Parijs, Charles de Gaulle, is het een chaos. Het Air France personeel staakt. Even vrezen we voor onze vlucht, maar die is gelukkig in tegenstelling tot heel veel andere vluchten niet geannuleerd.


De vlcuht naar de Seychellen gaat voorspoedig. De films die ze draaien zijn niet te volgen, maar het lukt ons zo waar een paar uurtjes te slapen. Dat is mooi meegenomen.


Na ruim 9 uur vliegen komen we maandagochtend 29 oktober aan op Mahe, het hoofdeiland van de Seychellen. Het regent en is enorm warm. Even wennen dus! Na alle douaneformaliteiten (stempel!) stappen we over op een klein vliegtuigje dat ons naar Praslin brengt. Het detectiepoortje waar we doorheen moeten blijft afgaan, maar daar doen ze niet moeilijk over. Terroristen kennen ze hier niet, is onze conclusie.


Op Praslin pakken we de boot naar La Digue, het eiland waar onze reis begint. We worden met een ossenkar naar ons appartement gebracht. De chauffeur (“My name is Richard, but you may call me Richie or Bob (Marley)” ) weet veel over het eiland te vertellen. Er wonen hier ongeveer 3000 mensen waarvan 65% op de een of andere manier familie van elkaar is.


We verblijven in Fleur de Lys: 4 appartementjes met bed & breakfast. Mooie tuin met allemaal gekleurde vogeltjes en een poezenfamilie, die Karen fanatiek bijvoert met de overblijfselen van het ontbijt.

Luxe!

Luxe!

Donderdagochtend met ossenkar, boot en bus naar ons volgende hotel op Praslin. Hotel Paradise Sun is prachtig gelegen aan de Indische Oceaan. We hebben een hele mooie kamer met een grote inloopkast (veel te groot voor de inhoud van onze rugzakken), een ruime badkamer en een slaapkamer. En dat allemaal uitgevoerd in donker hout waardoor het een enorme luxe uitstraalt. 


‘s Middags inkopen gedaan en gerelaxed aan het strand. ‘s Avonds de eerste kennismaking met ons all-in buffet. Gelukkig was het allemaal erg beschaafd: geen grote schranspartijen en harde muziek! Veel keuze, dus we genieten.

Aquarium

Aquarium

Donderdagochtend gaan we op duikexcursie. Voor Alex is dit zijn tweede introductieduik (de eerste was een paar jaar geleden in Australie) en voor Karen is dit haar zeventiende duik na pakweg 6 jaar. Even wennen weer.


Alex is er met een privé instructeur op uitgegaan. Karen is meegedoken met een groepje PADI open water duikers. Onder begeleiding van Fransman Sylvain: geen probleem, aldus Sylvian, met duiken is het net zo als met fietsen: dat verleer je nooit. En dat bleek te kloppen alhoewel het best spannend was om na al die tijd met een hele uitrusting het water in te springen.


Super veel vissen gezien en best ook wat kleurig koraal. Alsof je in een aquarium zit (zo heette de duiklocatie dan ook).


De rest van de dag hebben we niet veel gedaan. Nog even genoten van het mooie weer en alvast onze spullen ingepakt. Morgen gaan we weer naar huis.

Op excursie naar Aride

Op excursie naar Aride

Op onze laatste dag op Praslin hebben we een excursie gedaan naar Aride, een eiland ongeveer tien km van Praslin. Aride is een beschermd gebied en staat bekend om de vele vogels die er leven. In het broedseizoen (nu niet) nestelen er miljoenen vogels op het eiland.


Met een klein speedbootje en gids Jimmy er naar toe in gezelschap van twee Franse families, een Italiaanse familie (er zijn hier opvallend veel Italianen) en een Duits echtpaar. Op het eiland hebben we onder begeleiding van een lokale gids een wandeling naar een hoger gelegen uitkijkpunt gemaakt. Onderweg vertelde hij van alles over het leven op Aride (meestal vrijwilligers die er een paar maanden blijven om vogels te tellen enzo), de planten en bomen die er groeien en de dieren die er leven. Veel “giant millipedes” (reuze duizendpoten) gezien, grote torren en natuurlijk heel veel vogels. Verschillende soorten meeuwen, onder andere met hele lange staarten, en fregatvogels. Ook een aantal babyvogels gezien: erg fluffy en erg lief! Het uitzicht vanaf het uitkijkpunt was spectaculair: je kon de vogels op ooghoogte zien vliegen!


Na de lunch (barbecue) gesnorkeld (in het Duits “snorchlen”) en toen weer terug naar Praslin. Een geweldige dag.


Morgenochtend vliegen we naar Mahe.

Een lange reis

Een lange reis

Gisterenochtend ging de wekker erg vroeg: om 04:45 uur. Na een eenvoudig ontbijt en de laatste dingen te hebben ingepakt werden we tegen zessen opgehaald om naar de luchthaven te worden gebracht.


Daar begon de eerste ellende (nee, geen stress, we zijn nog met vakantie). Onze vlucht had ruim een uur vertraging. Even na elven vertrokken we pas. Gelukkig hadden we een ruime overstap in Parijs, dus dat zorgde niet voor al te veel problemen. Ook geen last gehad van de storm. Vanochtend hoorden we dat een ander KLM vliegtuig bij de landing in de problemen was gekomen. Wat minder prettig was, was dat onze bagage nog in Parijs bleek te staan. Daar kwamen we op Schiphol achter. Bijna 2 uur in de rij gestaan om een formulier in te vullen (de servicebalie draaide overuren omdat veel mensen door vertragingen aansluitende vluchten hadden gemist). Met de laatste trein naar Den Haag. Met 20 euro van de KLM voor een taxi. Trams rijden er om 01:30 uur niet meer.


Onze bagage is nog onderweg. Wij kijken alvast terug op een hele mooie reis. De hotels op La Digue (Fleur de Lys) en Praslin (Paradise Sun) raden we iedereen aan. Over ons laatste hotel op Mahé (Sunset Beach) zijn we minder enthousiast (met name als gevolg van het restaurant dat niet zo geweldig is). Foto’s volgen.

Anse Source d’Argent

Anse Source d’Argent

De dinsdag begon goed: met een ontbijt op de veranda van ons appartementje. Vers fruit, mangosap, koffie, pannenkoekjes, toast, jam en eieren voor de liefhebber (Alex dus).


Daarna erop uit met de fiets. De fiets is HET vervoermiddel van La Digue. Iedereen heeft er een. Grappig detail is dat er op elke fiets een boodschappenmandje (zoals wij bij de Albert Heijn gebruiken) op de bagagedrager is gemonteerd. Dat mandje wordt overal voor gebruikt: niet alleen voor boodschappen, maar ook om kinderen in te vervoeren. Erg handig! Zouden ze ook in Nederland moeten doen.


Bijna de hele dag op een van de bekendste strandjes van de Seychellen geweest: Anse Source d’ Argent. Dit strandje staat bekend om zijn rotsen, die door de zee hele mooie vormen hebben gekregen. Samen met wit strand en palmbomen een echt paradijs. Onderweg daar naar toe nog een korte stop gemaakt bij een reuze schildpaddenkolonie die in gevangenschap leeft.


Tijdens het snorkelen zeekomkommers en een paar hele mooie vissen gezien. Op een gegeven moment kwamen we te dichtbij, waarop een school zwart-witte visjes de aanval op ons opende. Alex werd een paar keer (heel zachtjes maar hoor) gebeten in zijn benen. Toen zijn we maar ergens anders heen gegaan.


‘s Middags inkopen gedaan in de plaatselijke supermarkt. Daar is bijna niks te krijgen. Enige verse groente naast een hele berg groene tomaten en niet al te frisse uien, was een enorme lading paksoi. Waarschijnlijk net door een schip als nieuwe voorraad binnen gebracht zodat het hele eiland daar mee vooruit kan. Wij dus ook aan de paksoi. Daarnaast nog wat groenten in blik (best lekker), brood en drinken ingeslagen.

Coco de Mer

Coco de Mer

Na een heerlijk ontbijt vertrokken we op vrijdagochtend naar een bushalte in de buurt van het hotel om naar Vallee de Mai te gaan. Nog voordat we bij de bushalte waren, stopte er een auto naast ons die ons een lift aanbood. Even twijfelden we, maar de man was zo vriendelijk en bijna beledigd dat we liever met de bus wilden dan met zijn auto, dat we toch maar in stapten. Daar komt natuurlijk bij dat de Seychellen goed bekend staan als het gaat om veiligheid: criminaliteit komt hier niet of nauwelijks voor.


Vallee de Mai staat bekend om de Coco de Mer, een kokospalm die alleen maar op Praslin en Curieuse, een ander eiland van de Seychellen, voorkomt. Met name de noot van deze palm is bijzonder. De Lonely Planet (2004) zegt daar het volgende over: “The Coco de Mer Palm […] produces a famously erotic nut […]. Only female trees produce the […] nut which can weigh over 30 kg. The male tree possesses a […] fallic flower stem a meter or more long, adding to the Coco de Mer’s steamy reputation.” Na het zien van de Coco de Mer kunnen we dat geheel beamen.  


We hebben een wandeling van ongeveer 2 uur door het park gemaakt. De bomen zijn echt enorm. Moeilijk voor te stellen als je er niet geweest bent. Tevergeefs naar de black parrot gezocht (alhoewel Karen hem waarschijnlijk heeft zien vliegen…), net als de black paradise flycatcher een vogel die alleen hier voorkomt.


Met de lokale bus terug naar het hotel. Dat was een avontuur op zich. Steile, bochtige weggetjes en een scheurende chauffeur in een overvolle bus waarvan de deur niet dichtkan. De rest van de middag lekker relaxen. De Seychellen bevallen ons wel!

Voorbereidingen

Voorbereidingen

Uganda werd ooit door Sir Winston Churchill ‘de parel van Afrika’ genoemd. Het land in Oost Afrika roept echter bij veel Nederlanders beelden op van Idi Amin, de dictator uit de jaren ’70, van Joseph Kony en zijn Lords Resistance Army in de jaren ’90 maar ook de eerste jaren van dit milennium en van de rellen rondom presidentsverkiezingen. ALS het al beelden oproept, want erg bekend is het land bij ons niet. En dat is jammer, want het land is groener, rustiger en kleiner dan Kenia en Tanzania en al enkele jaren niet alleen rustig, maar ook een safaribestemming in opkomst. We zijn dus razend benieuwd naar dit bijzondere Afrikaanse land. Samen met Habari Travel reizen we in september drie weken door het land, van noord naar zuid. We gaan op zoek naar boomklimmende leeuwen, ‘schoebill storks’, chimpansees en gorilla’s! Hieronder vindt je plaatjes van de route: boven de basisroute en daaronder de verlenging naar Kidepo NP die we hebben bijgeboekt.

De route

Reisprogramma

30-aug    aankomst in Entebbe
31-aug    naar Kitgum
1-sep    naar Kidepo Valley NP
2-sep    in Kidepo Valley NP
3-sep    naar Kitgum
4-sep    naar Murchison Falls NP
5-sep    in Murchison Falls NP
6-sep    naar Hoima
7-sep    naar Kibale Forest NP
8-sep    in Kibale Forest NP
9-sep    naar Queen Elizabeth NP
10-sep    in Queen Elizabeth NP
11-sep    in Queen / Ishasha sector
12-sep    naar Lake Bunyonyi
13-sep    in Lake Bunyonyi
14-sep    naar Kisoro
15-sep    in Kisoro – gorilla trekking
16-sep    in Kisoro
17-sep    in Kisoro
18-sep    naar Lake Mburo NP
19-sep    naar Entebbe
20-sep    vertrek
21-sep    “home sweet home”

 

Donderdag 1-09 – van Kitgum naar Kidepo NP

Donderdag 1-09 – van Kitgum naar Kidepo NP

Uitslapen vanochtend! We hoeven pas om kwart over 7 aan het ontbijt te zitten en dan is zelfs de koude douche niet zo erg (al zijn we erg jaloers op onze reisgenoten die een heerlijk warme douche bleken te hebben). Om 8 uur zitten we in de auto en vertrekken we richting het noorden. De wegen zijn gelukkig een stuk beter dan gisteren, ondanks de regen en Norbert zit uitgerust weer achter het stuur.

Na een paar uur rijden door het iets ruiger wordende landschap, waarin de sporen van het Lord’s Resistance Army van Kony duidelijk zichtbaar zijn aan de uitgebrande en vervallen huizen, stoppen we bij een klein dorpje. Bijna alle huizen zijn van leem, rond, met een rieten dak. Esther gaat op zoek naar een man die Engels spreekt, om te vragen of we even mogen rondkijken. Dat Engels is voor ons, maar ook voor haarzelf! In Uganda worden zo’n 36 (stam)talen gesproken en hoewel haar taal (van de Bantu) de meest voorkomende is en als handelstaal wordt gebruikt, is de enige andere taal waarop mensen elkaar kunnen vinden het Engels. Ze hebben Swahili geprobeerd te introduceren, maar als voorkeurstaal van Idi Amin, is dat nooit echt aangeslagen…
We vinden een schoolmeester die prima Engels spreekt en van hem mogen we in zijn huis kijken. Het is een ronde, lemen woning, die vooral als keuken wordt gebruikt. Deze familie heeft een aparte slaapruimte: een luxe! Er ligt een maalsteen, er is een houtgestookte kachel en er hangen een soort schalen aan touwtjes om spullen van de grond te kunnen bewaren. Het is er verrassend koel. De man vertelt dat de muren van het huis zo’n 20 tot 25 jaar meegaan, maar het dak moet na een jaar of vijf vervangen worden. Buiten het huis laat hij ons twee slaaphutten zien (een voor de meisjes en een voor de jongens) en een stal-hut, met varkentjes achter een dikke deur. Verder zijn er een aantal voorraad… tja, manden? Grote gevlochten manden, die op pootjes staan en afgedekt worden door hun eigen rieten dakje. Er wordt graan in bewaard, dat op deze manier tot zo’n twee jaar goed blijft. Best knap, gezien de regenseizoenen!

Als we uitgekeken zijn en alle schattige kindjes hebben uitgezwaaid gaan we de auto weer in. We rijden verder en het uitzicht wordt adembenemend. Prachtig groen, bergachtig en met schitterende uitzichten over de dalen. Het weer is nog steeds  prima; de zon schijnt tussen de wolken door en de temperatuur is ‘uiteraard’ prima en naarmate de dag vordert aan de hoge kant. We rijden dwars door de bergen en rond 1 uur zijn we bij de gate van Kidepo Valley NP, het meest noordelijke park van Uganda, aan de grens met zowel Sudan als Kenia. Het is een schitterend gezicht en doet denken aan de Serengeti: een lage, heuvelachtige vlakte met bomen en struiken.

Langzaam rijden we naar het kamp en we zien meteen buffels! Na de neushoorn nummer 2 van de Big Five. Er scheren gieren over en een Oribi (een heel klein hertje) schiet de weg over. Wat een welkom. We rijden naar een kamp, waar we een gids (met geweer) oppikken. Terwijl we staan te wachten rennen de Patas aapjes tussen de banda’s door (en langs ons, volkomen verdiept in hun gestoei), vliegt een prachtige mees voorbij, met een staart van wel 20 centimeter en zien we een stukje verderop meer buffels en een paar African Ground Hornbills, enorme vogels met een reusachtige snavel.
Met gids rijden we naar onze kampeerplek. Het is een kamp bovenop een heuveltje met twee vaste hutten voor het koken, veel ruimte voor de tenten, maar vooral een prachtig uitzicht over de vlakte. We zetten de tenten op (loodzwaar, een Zilvermeeuw is een eitje) en richting ze in. Om half vier staan we klaar voor een game-drive en gaan snel weg, camera’s in de aanslag.

Kidepo is enorm en nu het regenseizoen ook hier is begonnen, wordt het park doorkruisd door waterstroompjes. Met als gevolg: enorm hoog gras. Staand in de jeep (met het dak omhoog) kan je er soms nog maar net overheen kijken. Het is al snel duidelijk: wie voor de leeuwen komt, moet in een ander seizoen komen. Die gaan we niet zien deze dagen: het gras is simpelweg te hoog. Maar niet getreurd: Kidepo heeft genoeg ander leuks. Meer buffels bijvoorbeeld, maar ook kuddes waterbokken, krokodillen (een zeldzaamheid dat we die zien, volgens de gids), sierlijke rothschild-giraffen (die er prachtig bijstaan in het mooie middaglicht, tegen een dreigende onweerslucht), patas en vervet aapjes, kites (een soort roofvogel, die prachtig staat te bidden en zich prima laat fotograferen) en hartebeesten. De gieren scheren over ons hoofd. Veel andere dieren blijven buiten beeld, al doen onze gids en Norbert hun uiterste best om meer te zien te krijgen. We rijden alle rotsen langs (zoals de ‘kopjes’ in Zuid-Afrika, maar hoger) maar de katachtigen blijven buiten beeld. Uiteindelijk komen we rond 7 uur aan op de campsite, als het net donker is. We trekken meer aan (tegen de muggen en een lagere temperatuur), gebruiken deet (voor Karin nog niet genoeg: die krijgt alsnog een stuk of 10 muggenbeten, dwars door twee lagen kleding heen!) en gaan aan tafel. Esther heeft zich uitgesloofd: er is rijst, opgebakken groenten, stoofvlees, boontjes, ugali (een soort dik behangplaksel, niet heel smaakvol, maar een hit bij onze chauff en gids), zoete aardappelen en yams, met watermeloen toe. Met een glaasje helaas wat zoete rode wijn erbij voelen we ons ondanks de muggen en vliegen, de koning te rijk. Na het eten nemen we nog een glaasje naast het kampvuur. En dan is het op. We rollen de tent in en na een tijdje vallen we in slaap, terwijl we in het keukenhutje de spullen om horen vallen als de hyena’s of jakhalzen even komen kijken of er nog wat lekkers tussen zit (en nee, dat is er niet: alles ligt in de jeep). Oordopjes houden herrie buiten en geven rust, ook als het ‘s nachts enorm begint te plenzen.

Vrijdag 2-09 – Kidepo Valley NP

Vrijdag 2-09 – Kidepo Valley NP

Het valt mee: half 7 worden we in de jeep verwacht en aangezien we koekjes en bananen meekrijgen (en pakjes drinken) en er geen sanitair is anders dan twee hokjes met hurk-wc’s boven enorm diepe gaten in de grond, zijn we inderdaad om half zeven klaar. Let’s go!

We verwachten niet veel van vandaag. Het is kletsnat overal. Op sommige plekken rijden we letterlijk door een soort riviertje dat zich in plaats van de weg heeft gevormd. Het is modderig en we zijn blij dat Norbert zo’n uitstekende chauffeur is. We komen tot onze verrassing en opluchting dan ook nergens vast te zitten, al glibberen we soms alle kanten op.
Maar ondanks onze lage verwachtingen blijkt dat we niet alleen een prima chauffeur, maar ook een prima gids hebben. We zien waterbokken op een paar meter van de auto, een gestreepte jakhals, opnieuw veel buffels (in onze ogen een enorme kudde, maar de gids vertelt dat de grootste kudde meer dan 1000 dieren telt), verschillende roofvogels, opnieuw vervet en patas aapjes en uiteindelijk stopt onze gids, pakt een verrekijker en zegt, yes elephants! Wat wij voor rotsen hielden blijken met modder besmeurde olifanten! Ze zijn ver weg, maar we kunnen ze met verrekijker en telelens goed zien. Een hele groep. Nummer drie van de Big Five, al zitten met name het luipaard en de leeuw er niet in. Maar we zijn blij, zeker als de gids even later ook nog een paar zebra’s tevoorschijn weet te toveren. Als ze in het hoge gras verdwijnen, zien we alleen nog de oortjes! Een heleboel vogels (o.a. twee soorten hoentjes, een hamerkop, een kite, twee soorten gieren en een onbekende, maar grote roofvogel) en veel kilometer later, zijn we om half 11 terug in het kamp! Het enorme ontbijt smaakt heerlijk: pannenkoeken, brood, veel beleg, eieren (whichever way you like them) en verse ananas, met thee en koffie natuurlijk. We eten met uitzicht over de vlakte waar een kudde buffels voorbij trekt… het leven is naar…

Na de lunch… pardon, het late ontbijt, is het tijd voor relaxen. We hebben de tijd en pakken er een tablet bij om het verslag alvast bij te kunnen houden. Ook een boek en vooral het fantastische uitzicht trekken de aandacht. In de loop van de middag trekt er een enorm onweer voorbij, waarvan we gelukkig alleen het spectaculaire uitzicht, de herrie en de heerlijke frisse wind meekrijgen. Het koelt wat af en er zijn wat minder vliegen. De hoeveelheid water die verderop valt heeft wel een heftig effect op het park: stroompjes die we vanochtend nog konden oversteken blijken nu uit de kluiten gewassen rivieren die niet meer over te steken zijn, zelfs niet door de trekker die water zou moeten komen brengen. Ook de kip voor het avondeten kunnen we niet afhalen, wat vooral Esther erg jammer vindt.

Om half 4 zijn we er weer helemaal klaar voor: met bananen, koekjes en pakjes drinken op voorraad (we hebben de lunch overgeslagen, uit angst voor explosies) vertrekken we voor een tweede gamedrive. Ondanks Esther’s sombere voorspellingen blijft het droog en onze gids en Norbert gaan er (ondanks dat sommige wegen in riviertjes zijn veranderd) helemaal voor. En wat onmogelijk leek, blijkt te lukken: we zien een leeuwin! Weliswaar redelijk ver weg, bovenop een rots, maar nummer vier van de BF (Big Five) is een feit. We zijn weer helemaal blij. De gids heeft inmiddels goed door dat met name Martijn vogels helemaal leuk vindt, dus we stoppen ook wat vaker voor de fladderaars. Het hoogtepunt is een dode buffel, waaraan een enorme groep gieren (drie soorten) zit te knagen. De gids slaat er iedere keer zijn vogelgids op na en laat ons de plaatjes zien. Behalve van de beesten (ook nu weer buffels, waterbokken en in de verte hartebeesten) blijven we ook genieten van het uitzicht. Het park is prachtig en we genieten met volle teugen. Ok, vergeleken met bijvoorbeeld Kenia of Zuid-Afrika moet je wat meer geduld hebben voor je wat ziet, maar de absolute bonus is dat je per gamedrive gemiddeld 1 andere auto tegenkomt… voor zeker 2 minuten!

Als het donker wordt, rond half 7, rijden we het kamp binnen. We kunnen bijna meteen aan tafel en krijgen een soort groentecurry, rijst, aardappelen met matoke (banaan) en pindakaas… sorry, pindasaus die volkomen bestaat uit pindakaas. Deze keer helpen de heren na het eten met de afwas en strijken Ivon en Karin bij het vuur neer, waar we genieten van de warmte, het gebrek aan muggen en de prachtige sterrenhemel. We nemen er allemaal nog een wijntje bij en rond half 10 duiken we ons mandje in. Morgen weer op tijd op!

Maandag 29-08 – naar Brussel

Maandag 29-08 – naar Brussel

 

Tja, het is even rijden naar Brussel, maar het scheelde zoveel geld dat we het toch de moeite waard vonden om te vliegen vanaf Brussel, via Kigali (alleen een stop-over, we hoeven er niet uit) naar Entebbe. Nu, maandag 29 augustus, hebben we daarom alle tijd. We pakken alles in onze uitpuilende tassen, ruimen het huis op en maken het vakantie-klaar en lunchen zelfs nog gezellig met Harro die thuis is voor de klussers die hem en Eveline een mooie badkamer komen bezorgen. Rond vier uur stappen we (met ‘zooi’) in de auto en rijden we, eigenlijk verrassend snel, naar Brussel.

Het Golden Tulip Hotel dat vlak bij de luchthaven ligt wordt opgeschrikt door onze komst. Veel zakenlieden in pak lijken volkomen verrast door onze wandelschoenen en rugzakken. Maar zij gaan dan ook niet naar Uganda! We checken in, krijgen een prima kamer, die bovendien nadat een monteur het storende geluid heeft verholpen heerlijk stil is. We eten in het te dure, maar wel goede restaurant van het hotel en storten op de kamer in het zalige bed. Slaaaaapen, want morgen moeten we weer vroeg op.