Archief van
Categorie: Europa

van Alesund naar Kristiansund, 10 september 2018

van Alesund naar Kristiansund, 10 september 2018

Na een laatste uitstekende ontbijt (deze keer in een rustige ontbijtzaal: op deze maandagochtend zijn veel zakenlieden al aan het werk) checken we met enig pijn in ons hart uit. Dag Brosundet, je bent een fijn hotel! En dag Alesund, we hebben ons goed vermaakt hier! En we nemen een beetje van je mooie weer mee. Het zou regenen, maar tot zover is het hooguit bij vlagen flink bewolkt.
We rijden via de E 39 naar Furneset, waar we een boot naar Molde pakken. Het is een hop van een half uur; tijd genoeg om de vrij forse ferry te verkennen, die niet alleen keurige toiletten aan boord heeft, maar ook een heus restaurant en een ‘uitzichtslounge’ bovenin. Het is druk aan boord. Het is duidelijk dat dit voor veel mensen gewoon onderdeel is van de doorgaande route. Ze houden een pasje tegen een lezer; klaar! Wij betalen, keurig met pinpas, geen probleem. In Molde is er uitstekende koffie bij Fole Godt (zoiets als ‘feel good’). En er liggen ‘kanelsnurr’ naar ons te lonken, een soort gedraaide kaneelbroodjes. We gaan voor de bijl en nemen er drie mee voor onderweg. Oh en nog een kopje koffie, uiteraard in onze eigen beker. Dan rijden we door.

Vlak voorbij Molde slaan we af naar de 64, richting Bud. In Bud is het begin van de Atlanterhavsveien (de Atlantische weg), maar Bud zelf is ook interessant. We vinden er Egan Kystfort, een Duits kustfort gebouwd tussen ’40 en ’45, dat tegenwoordige is hersteld en ingericht als oorlogsmonument en museum. Het zou zelfs open moeten zijn zegt hun eigen website! Verwachtingsvol stuiteren we de auto uit… en vinden op de museumdeur een blij briefje met de tekst ‘tot in 2019’. Grrrr, ze moeten echt wat aan hun informatievoorziening doen, die Noren.

Jammer! Maar: lang blijven we niet grommerig: het is inmiddels redelijk mooi weer en we kunnen nog steeds over het fort heen klauteren. We zien meerdere soorten enorm afweergschut, gevechts- en uitkijkkoepels, luchtschachten… We moeten nog maar eens terug komen als het open is, want het is erg interessant.
We eten onze kanelsnurren. En die zijn heerlijk! Als om dat te onderstrepen breekt het zonnetje door. We kijken uit over Bud. Vooral het oude deel ziet er heel interessant uit en we besluiten nog even naar beneden te rijden, naar het oude haventjes / de oude werf. Rode houten huisjes, in keurige staat, staan rond de natuurlijke haven. In Bud werden vroeger ladingen vis verhandeld. Een deel daarvan ging Bergen. Bovenop een oud pakhuis (nu een restaurant) staan de houten rekken waarop de kabeljauw werd gedroogd. Karin stuitert als een blij ei fotograferend langs en tussen de verlaten huisjes. Terug bij de auto delen we de laatste kanelsnurr en drinken we een flesje leeg. Als we op het punt staan weg te gaan zegt Martijn ineens: kijk, daar! Tussen de huisjes, van de ene naar de andere kant van de haven zwemt een otter! We raken ‘m al snel kwijt, maar kunnen onze ogen niet geloven. Wat gaaf!

Na deze traktatie vervolgen we de weg, nu over de Atlanterhavsveien. Een deel van deze route bestaat al lang en leidt
langs pitoreske dorpjes, schitterende uitzichten en rollende weilanden langs de kust naar het deel van de weg dat pas
bestaat sinds eind jaren ’80 van de vorige eeuw! Dit meest beroemde stukje weg is 8,3 kilometer lang, verbindt de eilandjes en het vasteland via 8 bruggen met elkaar en wordt door sommige mensen het mooiste stukje snelweg ter wereld genoemd. Nou vinden we dàt wat teveel eer voor 8,3 kilometer, maar het is wel geweldig. In het stralende zonnetje rijden we de eerste brug op en staan bij het eerste uitzichtspuntje al weer stil voor een foto. En dan weer. En daarna weer! Het beroemdste stopje (ook als zo’n strak modern gebouw) heeft uitzicht op de meest beroemde brug, de Storseisundet, waar talloze autoreclames zijn gefilmd. We zijn niet verbaasd als de informatie over openings- en sluitingstijden weer eens niet klopt, maar deze keer werkt het in ons voordeel. De stop is open en we drinken er een uitstekende bak koffie voor we de 550 meter 360 graden route om de rots heen lopen. Wauw, wat een uitzicht!

Na deze stop rijden we in één keer door naar Kristiansund, via een ook al enorm imponerende architectonisch hoogstandje. De Atlanterhavstunnelen maakt indruk met bijna 6 kilometer lengte en 250 meter diepte! Als we er weer uit komen rijden we Kristiansund in. Ook hier is het water dichtbij: de stad is in verschillende delen om een natuurlijke haven heen gebouwd. We rijden via een enorm hoge brug naar Innlandet. Dit is het zuidelijke deel van de stad waar nog huizen te zien zijn uit de 18e eeuw. Die bleven gespaard in het bombardement en de brand die tijdens WO II het grootste deel van de rest van de stad in as legden. Op Innlandet vinden we ook Thon hotel Kristiansund. Het oude pakhuis is schitterend verbouwd, heeft een mooie eetzaal en terras aan het water èn een mooie kamer voor ons. Op de 3e verdieping en pal aan het water. We hebben een schitterend uitzicht over het water en met dit mooie weer besluiten we er toch nog even op uit te gaan.

We pakken een ferry… nouja een ferry’TJE van Sundbatene. Volgens het informatiebord het oudste OV-systeem ter wereld dat sinds de oprichting (in 1876) non stop in bedrijf is geweest. De kleine groen-gele bootjes vervoeren passagiers en fietsen en soms wat vracht in een loopje tussen de vier ‘eilanden’ van de stad. We betalen de vriendelijke kapitein die als de ferry even stilligt op het zondek wat informatie komt geven zodra ze doorheeft dat we het leuk vinden. Die Hurtigrutenboot? Komt hier elke dag en stopt een uur. Die blauwe catemaran? Vaart in 3,5 uur naar Trondheim! Die kerk, die is van na WO II.
Op stopje drie gaan we van boord en fotograferen we de standbeelden van de ‘flipfisk’ vrouw en ‘haring’ jongen, die de elkaar opvolgende belangrijkste (export)producten symbolyseren van Kristiansund. De vis dus, niet de mensen! Daarna drinken we een drankje in een tent aan de haven en als het iets bewolkter begint te worden (en het uitzicht minder leuk) vertrekken we naar Boteco. Een Braziliaans-Noors restaurant. Ja, het klinkt wonderlijk, amar de combi werkt uitstekend! We eten heerlijke visgerechten en tevreden over deze topdag wandelen we de 30 minuten (over de brug) naar ons hotel. Vroeg slaaaaaa….

Kristiansund en omgeving, 11 september 2018

Kristiansund en omgeving, 11 september 2018

Aaaargh! Als we de gordijnen opzij schuiven (we hoeven er nog niet uit, maar wat voor weer zou het zijn) staart een enorm oog ons aan! Wat is dit?! Het blijkt de Aida Vida, een enorm cruiseschip dat op dat moment enorm hard toetert… en dan nog een paar keer. Goedemorgen Kristiansund. Oh, is het nog wat vroeg? Sorry, u is nu wakker. Pffff, gelukt! Dat verder slapen zit er even niet meer in, maar genoeg hebben we al een hoop uren gehad. We lezen nog ene beetje en duiken dan onder de douche door. Vroeg ontbijten dan maar. En daar worden we heel vrolijk van, merken we al snel! Niet alleen schijnt de zon (het zou regenen, dus we zijn erg tevreden); er staat ook een ENORM ontbijt klaar. We weten niet of we ooit eerder zo veel keuzes hebben gezien en gehad.

We eten zo gezond en beperkt mogelijk, nemen er nog een bakkie koffie bij en stappen dan in de auto. Nu is het weer goed en er zijn wat stops in de omgeving die onze aandacht verdienen. Vanmiddag belooft het minder te worden en kunnen we kijken of er in Kristiansund nog wat te doen is. Nu eerst via de 70 en de 268 naar Kvalvik kystfort. Ook dit fort stamt uit WOII en werd deels gebouwd door Russische krijgsgevangenen die zo te lezen beroerd werden behandeld. Het is schitterend weer als we de auto parkeren en er is niemand! We stuiteren het pad op en vinden al snel een bordje over een mijnenveld en het pad (van boomstammetjes) dat er doorheen ligt. Het pad lonkt; gaan we dat doen? Natuurlijk wel en we wandelen door het zompige moerassige land en daarna klauteren we over de rotsen naar het hoogste punt. Hmm, beetje veel bomen, maar niet slecht. Een klein paadje laat in de modder hertensporen zien en halverwege denken we dat we iets horen snuiven. Dat zal de verbeelding van deze schitterende plek wel zijn en we klauteren verder tot we aan de andere kant op een uitzichtspunt stuiten. We kunnen er in! We kiezen voor één verdieping diep, maar zo te zien kunnen we flink wat lagen dieper. Dat gaat ons (en Karin’s knieën) wat te ver, maar het ziet er in het licht van de zaklampen op onze telefoons kaal maar goed onderhouden en schoon uit.

We klauteren er uit en als we naar het uitzichtspunt lopen aan de andere kant schieten er 20 meter lager op twee plekken beesten weg. De linker kunnen we goed zien: een hertje schiet met sierlijke sprongen 20 meter verder en staat dan stil naar ons te kijken. Als wij niets doen, begint ze te grazen. Het andere beest kunnen we niet zien: we zien flink wat planten bewegen en horen weer wat gesnuif. Een zwijntje misschien? We komen er helaas niet achter en genieten van het hertje.
Als ze is verdwenen lopen we zelf naar beneden en bekijken de rest van het fort. Afweergeschut, een munitieopslagplaats, enorme kanonnen, zeemijnen en zelfs een kleine onderzeeër. Het is overal prachtig groen en tussen het oorlogstuig vinden we wel 10 verschillende soorten paddenstoelen (die we fotograferen, maar verder eerbiedig met rust laten). Wat een mooie plek en een interessante stop! De borden geven in drie talen uitleg en als we zijn uitgekeken wandelen we (deze keer over het reguliere pad) naar de auto terug.

We rijden via de 70 naar het zuiden; lange tunnel, hoge brug en dan rechtsaf langs het fjord over de 279 naar de
Atlanterhavsveien. Via een interessant stopje, is het verhaal. Er zouden namelijk grafheuvels te zien zijn uit de Brons- en IJzertijd. We weten de plek te vinden, maar daar blijkt de weg afgezet! Helaas, geen stopje en dus in één keer door naar de nog steeds prachtige weg.
We rijden hem deze keer met maar één stopje, bij de koffie-tent. Ja, weer open-terijl-het-dicht-zou-moeten-zijn. We moeten er om lachen en profiteren er van. We eten er ook een lunch-wafel. Een lokale variant, in de vorm van een soort klavertje vijf, met crème fraiche en jam of suiker. Erg lekker en we nemen ons voor dat nog eens een keer te doen de komende dagen. Voor nu wandelen we de calorieën er weer af (nouja) met een wandeling om het uitzichtspunt heen en daarna rijden we in één keer naar de Kvernes stavkirke.

Uit ongeveer 1300 is dit één van de jongste staafkerken en hij staat pal naast een kerk uit de 19e eeuw. Toen die ‘nieuwe’ kerk klaar was wilden ze de oude afbreken, maar net voor dat dat gebeurde wisten ze een koper te vinden. Die verkocht de kerk uiteindelijk aan de staat en zo bleef dit juweeltje bewaard. En ‘juwelig’ is het. De kerk is niet alleen bijzonder door zijn leeftijd en door de bouwstijl waarbij de kerk ondersteund wordt door pilaren aan de buitenkant (daarvan zijn er nog maar twee of drie). De binnenkant van de kerk is volkomen versierd, door een bewaard gebleven restauratie uit de 17e eeuw. De muren zijn beschilderd, een houten kansel en altaar zijn bewaard gebleven en in een kleine zijkamer staan houten grafdeksels uit 1665 en 1677!
De kerk is overigens eigenlijk gesloten, ondanks dat de website zegt dat íe tot eind september open is (…), maar een
aardige dame die staat te tuinieren draait de deur voor ons open. We hebben het rijk voor ons alleen tot er 20 minuten later een groep binnenstroomt. Een enorm grote buslading Duitse bejaarden. We vluchten naar buiten waar we ons nog een tijdje vermaken met het identificeren (op een kaart) van allerlei grafheuvels. We vinden uiteindelijk alleen een steencirckel terug, aan de overkant van de weg. Het mag de pret niet drukken: al met al erg de moeite waard en met het prachtige uitzicht erbij de hele dag hebben we ons uitstekend vermaakt.

Inmiddels begint het flink bewolkt te worden en we rijden via de lange Atlanterhavstunnelen terug naar Kristiansund, waar we eerst maar eens anderhalf uur bijkomen met thee en een boek. Daarna kijken we elkaar aan. Willen we nog één ding? Zo ja, dan heeft Karin nog wel het perfecte stopje in gedachten. We pakken de auto naar Mellemvaerftet, een historische scheepswerf die tot de dag van vandaag in bedrijf is. Het is een soort openlucht museum waar ook wordt gewerkt aan prachtige houten zeilschepen. Als we aankomen houden de werklui er net mee op. Ze groeten vriendelijk en we bekijken in alle rust en een beginnende regenbui de werf. Helaas is veel informatie alleen in het Noors dus veel begrijpen we er niet van, maar het is het een leuk gezicht.
Als we èct nat dreigen te worden rijden we terug naar het hotel, waar we de auto wegzetten en drie minuten lopen naar Dodeladen, een restaurant/café dat is een pand uit halverwege de 18e eeuw is gevestigd. Het serveert eenvoudig maar lekker eten: vissoepeten we, gevolgd door een schnitzel. We gaan op tijd terug naar het hotel, waar we nog een koffie nemen en naar de regen staren die in de haven valt. Vroeg slapen!

Kristiansund naar Furuhaugli, 12 september 2018

Kristiansund naar Furuhaugli, 12 september 2018

Voorzichtig schuiven we het gordijn aan de kant… Géén enorm cruiseschip en ook (nog) geen regen. So far, so good! Na een opnieuw uitstekend ontbijt (we houden ons echt in: wat een keuze) checken we uit en starten onze route naar het zuidoosten. Het eerste stuk is bekend en we zijn blij dat we het gisteren al hebben gezien. De zon en blauwe lucht
verdwijnen en het begint eerst zachtjes en dan steeds harder te regenen. We rijden in één ruk door via de 70 tot de grens van Molde en pakken daar een tunnel naar het zuiden tot we een ferry tegenkomen. Die gaat elke 15 minuten dus binnen no time staan we aan boord voor een hopje van ongeveer 10 minuten. Onderweg stopt het met regenen. En tegen de tijd dat we in Aldasnes zijn zien we een regenboog. Kijk, dat is al beter!

We tanken, zoeken een kaartje (voor wat last minute route informatie) en een toilet op bij de tourist information en gaan daarna op zoek naar Sodahlhuset, een koffie- annex lunchtentje. Dat vinden we èn is open: altijd even spannend hebben we inmiddels gemerkt. Ze hebben koffie en bij een bakkie besluiten we wat de vervolgstappen zijn. We ontdekken dat de ‘Trollstigen’ of trol-ladder, een beroemde route de beg op/af met 11 haarspeldbochten, op maar 30 minuten rijden ligt. Dat is zo dichtbij dat we besluiten een uitstapje te maken. Het is weliswaar nog steeds geen briljant weer (het regent weer), dus we hebben geen idee of we wat gaan zien, maar we besluiten het er op te wagen.
En de gok pakt waanzinnig uit. Vanaf de 136 slaan we naar 3 kilometer af naar de 63, richting Geiranger en de beroemde Trollstigen. We we stoppen onderaan de berg waar de Stigfossen, één van de hoogste watervallen van Noorwegen ongeveer 240 meter naar beneden stuitert. De weg gaat er over heen en slingert dat helemaal naar boven. Het is heerlijk rustig en we rijden op ons gemakje naar boven. Er is tijd en ruimte zat om onderweg ook even te parkeren voor wat foto’s bij de waterval voor we verdergaan en hoewel het grijs is, miezert het alleen nog en lijkt de bewolking dunner te worden. Bovenaan parkeren we de auto. Eerst maar meer uitzicht en dan lunchen?

Jas aan, handschoenen aan, sjaal om (het is vijf graden!) lopen we over een hypermoderne looproute naar een al even hypermodern uitzichtspunt, of nouja, drie uitzichtspunten. Als we aan komen lopen breekt de zon door en trekt een enorme regenboog over de vallei die we in al haar schoonheid zien liggen… Alsof ze wisten dat we kwamen; wat een mazzel en wat een schitterend gezicht! We klikken ons helemaal gek en bekijken alle drie de uitzichtspuntjes op ons gemak. Ook op deze plek (‘één van de highlights van toeristisch Noorwegen, aldus verschillende gidsen) zijn nauwelijks mensen en iedereen straalt. Nouja, behalve die man zonder jas en die andere man in een korte broek. Die rillen vooral…
Terug bij het café gaat de deur niet open. We worden door de mensen die binnen zitten naar een zijdeur verwezen. Gesloten! zegt de man geïrriteerd als we binnen komen; dit is een privé groep. ‘Natuurlijk’, zegt Karin: ‘de website zei immers dat het open was!’ De man wil een gesprek beginnen, maar we draaien ons om en lopen weg: ja, ja, buiten het seizoen, maar pas dan je website aan! We hebben het heel even gehad met de informatie die nergens lijkt te kloppen! Martijn trekt een pakje sultana’s uit de kofferbak. Hier, even zorgen dat we weer vrolijk worden.

We besluiten terug te rijden naar Andalsnes, waar we bij Sodahlhuset een kleine lunch eten… en nog een bakkie koffie doen. Daarna rijden we opnieuw de drie kilometer over de 136, maar die blijven we nu volgen. En wauw, wat een route, Een enorme granieten rostmuur (één van dé uitdagingen ter wereld vor rotsklimmers), stijle rotswanden, waar door de regen overal water langs naar beneden loopt, meerdere watervallen, met nog meer water en een heel langzaam verbredend landschap, waar we langs brede snelstromende rivieren met smeltwater rijden tot we bij Dombas zijn.
Daar slaan we af naar de E6 en het lanschap verandert. Geen hoge stijle bergwanden meer, maar een steeds hoger landschap aan beide zijden, net prachtige herfstkleuren in groen, bruin, geel, oranje en rood. Bosjes en heide en hoger op de bergwanden alleen nog hele lage struiken en mos. Er liggen meerdere Nationale Parken in dit gebied, maar we komen voor hetpark dat ten noorden van de weg ligt, het Dovrefjell-Sunndalsfjella, in een gebied waar sinds 1974 een NP is. We rijden een kilometer of 15 door, tot we bij Furuhaugli komen, een slaapplaats met een campsite, hutjes èn sinds dit jaar vijf motelkamers. Daarvan hebben we er één gehuurd en dat blijkt een uitstekende keuze: heerlijke bedden, een comfortabele badkamer èn een klein keukentje en kleine woonkamer! En minstens zo belangrijk: excursies om een poging te doen de muskusossen van dichtbij te gaan bekijken!
We geven ons op voor de excursie van morgen en maken een kopje thee. We rommelen en lezen wat en trekken daarna een borrel open. ‘s Avonds eten we in het café één van de vier hoofdgerechten. Wild-gehakt voor Karin; rendierstoof voor Martijn. Een flinke maaktijd en na het eten maken we zelf koffie. Vroeg slapen: morgen op muskusos ‘jacht’!

Furuhaugli en muskusossen, 13 september 2018

Furuhaugli en muskusossen, 13 september 2018

Na een uitstekende nacht slaap en ditto ontbijt staan we om 9 uur klaar voor onze ‘expeditie’. We hebben flink getwijfeld over wat we aan zouden doen, maar uiteindelijk voor een extra laagje gekozen. Thermo-ondergoed, dikke fleece en dikke jas-met-fleece aan; muts en handschoenen mee… We zullen zien of het overdreven is. We hebben in ieder geval een kleine tour: de zwijgzame vader Knut en zijn onverstaanbare en nog zwijgzamere dochter zijn onze enige tourgenoten. Behalve Gids natuurlijk. Gids is jong (halverwege de 20) en zeer ervaren. Vorige jaar heeft hij weken lang de BBC rondgeleid en volgende week komt National Geographic vier weken langs. Hij verheugt zich erop. Gids is een waterval; als je hem een vraag stelt vertelt hij honderduit. Maar zijn naam…? Gids blijft Gids.

Hij geeft ons 20 minuten uitleg over de muskusos. Geherintroduceerd in de jaren ’20… en nog een keer na WO II (…) leven er nu ongeveer 320 beesten. Met lange haren en in de winter een laag wol die bijna net zo goed is als Alpaca-wol en aangroeit naarmate het kouder is.  Naast Canada, Alaska en Rusland de enige plek waar ze in het wild leven. En anders dan op die plekken hebben ze hier geen natuurlijke vijanden, waardoor je dichtbij kan komen. Niet té dichtbij: als de mannetjes het idee hebben dat je iets wilt afpakken (een vrouw, hun eten, een zoutsteen) dan vallen ze (uiteindelijk) aan. Maar dichtbij komen kan je. Vooral in deze tijd van het jaar, als ze door de paartijd vooral met elkaar bezig zijn. Wat je dan moet doen? Je moet het vooral vóór zijn zegt hij met een grijns.  And I will deal with it somehow. Tuurlijk. Geruststellend ook. We gaan.

We rijden een minuut of 20. Knut en Dochter kiezen voor hun eigen auto; wij rijden met Gids mee. Lekker rustig voor Martijn; dan hoeft hij even niet. Halverwege stops Gids en tuurt door een verrekijker naar de hoogste en inmiddels besneeuwde berg in de omgeving: Snohetta. Daarna rijden we naar een parkeerplaats, waar Karin nog een keer extra een struik opzoekt. Die zijn er wat weinig, in het park… Daarna gaan we op stap. Het is koud, een graad of 3, maar droog en er is weinig wind. Heel af en toe piept er een zonnetje door de grijze wolken heen.

De route begint pittig: we lopen een dik half uur omhoog, tegen de berg op. Over kleine stroompjes, tussen gele, groene en soms rode bomen, dan bosjes, dan struikjes, hei en mos in allerlei kleuren. Als we boven komen kunnen we enorme einden kijken en is Gids opgetogen. Kijk, zegt hij en geeft Karin als eerste de verrekijker. Daar, op links, in de verte, die hele kleine grijs/bruine puntjes. Soort harige rotsen? Dat zijn ze. En hij ziet vanaf hier nog wel drie andere groepen. Dit is een topdag! Als iedereen is bijgekomen wandelen we verder. Over smalle paadjes tussen de hei en het mos door, in een kaal landschap met bergen in de verte.

Als we nog een half uur hebben gelopen komen we over een heuvelrandje en hoepla, daar staan ze, op een paar honderd meter afstand! Nouja, er staat er één, de rest ligt. We hebben de wind in ons gezicht (gunstig) en Gids geeft ons wat instructies om te proberen dichterbij te komen. Bij elkaar blijven, langzaam lopen en doen wat hij zegt. We lopen dwars over de heidestruiken rustig dichterbij, naar de 8 liggende beesten. Als we op ongeveer 100 meter zijn stopt hij. We kijken onze ogen uit. De beesten zijn enorm! Ze hebben ons vrij snel in de gaten en de één na de ander staat rustig op en begint te grazen. We zien alleen maar vrouwtjes, tot de verbazing van Gids. Het komt voor, maar niet zo vaak.  We klikken plaatjes (ook Gids, die een imponerende telelens tevoorschijn tovert), kijken door verrekijkers en genieten. Na ene minuut of 20 beginnen de muskusossen langzaam verder weg te trekken en wij beginnen aardig te bevriezen. We staan flink op de wind en willen liever niet weten hoe het zou zijn met véél wind!

Gids neemt ons in een boog mee naar een andere groep. Hij laat ons flink werken, door dwars over de heide en flink door te lopen, waardoor we snel weer warm(er) worden. Voor we echt dichtbij kunnen komen wandelen de beesten er vandoor. Ze lijken echter in een soort vallei te verdwijnen en Gids vraagt ons even te wachten. Hij loopt iets verder, kijkt over de rand, wenkt ons en gaat op de grond zitten. We zoeken allebei een steen en ploffen naast hem neer. Lunch erbij, uitzicht op een stuk of 8 muskusossen, deze keer mèt man, besneeuwde bergen op de achtergrond en uit de wind. We genieten!

Als de lunch achter de kiezen is sneaken we samen met gids even heel dichtbij naar een moeder met jong die er rustig bij liggen. Geweldig, wat een gezicht! Kom zegt hij, als iedereen plaatjes heeft gemaakt, we laten ze met rust. We beginnen aan de terugweg. Maar Gids heeft duidelijk nog een plan, hij loopt al zoekend een stuk verder naar links dan we aankwamen. Als we over de rand van heuvel komen, snappen we waarom. Daar is groep nummer drie! Ze zijn heel dichtbij en Gids gidst ons handig om de volgende heuvel heen, zodat we keurig in positie zijn als de groep rustig voorbij komt wandelen, op een meter of 50 / 60 afstand. Geweldig, wat een bonus!

Dan is het op. We wandelen in een dik uur terug naar de auto. Onderweg zien we nog een sneeuwhoentje voorbij vliegen en staat er een groep muskusossen op een afstand naar ons te staren. Karin heeft het op het laatste stukwat zwaar: bergaf lopen is al geen feest met haar knieën en op de heenweg heeft ze zich verstapt, waardoor haar linkerkuit inmiddels zeer pijnlijk is. De laatste 15 minuten strompelt ze behoorlijk. Maar ze is heel tevreden: dit had ze vroeger helemaal niet gekund en het was bovendien de pijn wel waard!

Terug in ons ‘huisje’ maken we thee, gaat Karin met een been omhoog en praten we na over de mooie dag. Na een uurtje of twee bijkomen drinken we een borrel in het café en eten er daarna een prima hap eten. Tijdens het eten vliegt er buiten een uil voorbij en trekken regen en zon afwisselend over het groen, geel, bruin, rode landschap. Wat een prachtig land!

De luiken vallen snel dicht. We dromen van muskusossen. Eén muskusos. Twee muskusos. Drie muskuzzzzz….

Furuhaugli naar Trondheim, 14 september 2018

Furuhaugli naar Trondheim, 14 september 2018

Na een lange nacht slaap voelt Karin’s pootje al een heel stuk beter aan. Het is niet over, maar lopen is gelukkig weer een optie. We checken uit na het ontbijt en zeggen dat we hopen nog eens terug te kunnen komen. En dat menen we oprecht. Misschien voor een eland-safari in de zomer? Dag mooie plek.

Als we wegrijden praten we nog even na over de dag van gisteren. Na 20 minuten rijden we langs de plek waar we gisteren parkeerden. Nou, grapt Karin, nog een laatste blik vanaf hier dan? Als we de flauwe bocht volgen begint Martijn te lachen, nou, kijk daar, op links! We kunnen onze ogen niet geloven. Wel vijf muskusossen en alsof het zo bedoeld is, is er op rechts ene klein parkeerhaventje. Martijn parkeert de auto en we staan buiten een tijdje met dfe verrekijker te kijken naar de indrukwekkende beesten. Lang niet zo dichtbij als gisteren, maar zonder er meer dan vijf stappen voor te hoeven lopen.

Zeer tevreden vervolgen we onze weg via de prachtige route. De E 6 loopt langs de rivier en daalt af van de hoge vlakte die de kruising vormt van drie Nationale Parken. Ondanks waarschuwingsbordjes voor overstekende elanden zien we verder geen beesten (misschien maar goed ook: je wilt ze niet voor je auto!), maar de watervallen, snelstromende rivier en langzaam groener wordende bomen (we dalen af) zijn prachtig.

In Oppdal houden we een geplande pauze. Hier zit namelijk Bakeriet Spro, die pas bestaat sinds 2015, maar in 2016 meteen tot beste bakker van Noorwegen werd uitgeroepen. Als we binnenkomen ploffen we in een comfortabele stoel, bestelen aan de bar overheerlijke koffie en voor allebei een ‘kanelsnurr’ (jaaa, ze hebben ze op veel plekken)… en zijn voor altijd verpest! Zo lekker wordt een kanelsnurr vast nergens meer! De constante aanloop van klanten zegt ook genoeg. We kijken een tijdje mensen en als alles op is weerstaan we de neiging om nog 15 kanelsnurr mee te nemen en vervolgen onze route.

De weg is niet zo boeiend meer, maar het schiet op. Om kwart over 1 parkeren we de auto (na een rondje postduiven door afgezette, ‘verstopte’ en éénrichtingswegen) in een parkeergarage nèt buiten de singel. Of nouja, zo zal het niet heten, maar Trondheim heeft wel iets van Leiden. Een studentenstad met veel koffie- en eettentjes, veel water en veel oude gebouwen. Al zien die er hier wel wat anders uit natuurlijk.

Met onze zooi op de rug wandelen we naar het hotel en onze kamer is klaar voor ons. Vijfde etage, lekker rustig, vanavond staat er een eenvoudige (brood)maaltijd tussen 6 en 9 klaar; morgen is er vanaf half 8 ontbijt. Koffie en thee en water in de lobby en als er iets is dat ze voor ons kunnen doen, horen ze het graag. De kamer is stil en erg fijn en tevreden gooien we onze zooi neer. Nu eerst wat dwalen en eten.

Het weer zou vandaag niet best zijn, maar we hebben weer eens mazzel. Een klein zonnetje laat de stad van zijn beste kant zien. Aan het water vinden we Ravenkloa, de vismarkt annex een vis-café, waar we een heerlijke lunch vinden. Vissoep voor Martijn en een berg verse garnalen voor Karin. We eten onze vingers er bij op! Zeer tevreden wandelen we daarna naar buiten om de stad te verkennen. De ruïnes van de St. Olav’s kerk (in de kelder van de bieb). De gekleurde houten huisjes van Bakklandet (het oude deel van de stad). De houten brug uit 18-en-een-beetje (de oorspronkelijk was uit 16-iets). De buitenkant van de Nidaros domkerk (Nidaros is de oude naam van Trondheim), met waterspuwers in alle soorten en maten en beelden op de voorgevel van heiligen en apostelen. Alles op een rustig tempo (die kuit is nog niet genezen) en tussendoor drinken we koffie, in de zon. Als we een beetje klaar zijn vinden we op de terugweg naar het hotel nog de Var Frue Kirke (de Onze lieve Vrouwe kerk) waar binnen een koor aan het oefenen is. Ze moeten vanavond optreden, tijdens de cultuurnacht. Hmm, interessant. Straks misschien een rondje? Alleen als de  pootjes het aankunnen dan maar.

Nu eerst bijkomen in het hotel. Als we een beetje zijn bijgekomen is het kwart over 6 en doen we een poging om binnen te komen bij Bror (broer), een restaurant waar ze taco’s en burgers serveren. Punt. In allerlei varianten, dat wel en met allerlei bijgerechten. Helaas zijn we niet de enigen die het een leuk concept vinden. Het is stampvol binnen. Helaas, dat gaat over. We zoeken even op Internet en Karin vindt Rot Vin of brod (rode wijn en brood) een wijnbar op een paar minuten lopen.

Dat blijkt een schot in de roos. We hebben echte een heerlijke avond met hapjes en drankjes. Karin trakteert: voor al het rijden dat Martijn doet deze vakantie. We proosten op een tot zover geweldige vakantie. Na het eten wandelen we nog een klein rondje over het centrum van de cultuurnacht. Overal zijn winkels open, spelen bandjes op straat en in die winkels, zijn eet-stalletjes (inclusief een rijdende pizza-oven) en wandelen mensen. Hoewel de sfeer wel leuk is, is het vooral op binnenlocaties druk. Het is koud en winderig. We houden het zelf al snel voor gezien. De pootjes zijn op en wij eigenlijk ook een beetje. Tevreden ploffen we in bed. Tukkiestijd!

Trondheim, deel 1, 15 september 2018

Trondheim, deel 1, 15 september 2018

Karin wordt wakker omdat Martijn aan haar schudt. Ehm sorry, ik ga even hardlopen. Karin maakt een geluid dat het midden houdt tussen een knor en een grom, maakt een handbeweging die opgevat zou kunnen worden als een zwaai en draait zich om. Martijn kiest eieren voor zijn geld en verdwijnt. Ongeveer een uur later zijn we allebei gedoucht en wandelen we naar beneden naar het ontbijt. Martijn heeft 8 kilometer gelopen: de geplande route, plus een doodlopende straat heen en terug. Maar het was lekker lopen en tevreden lopen we de eetzaal binnen en staan verbijsterd stil. Wauw, we dachten dat Kristiansund het meest uitgebreide ontbijtbuffet ooit had, maar dit hotel (zelfde keten) gaat daar nog overheen!

Na een uitgebreid ontbijt wandelen we naar Jacobsen og Svart, wat de beste koffietent van Trondheim zou moeten zijn. Nou en afgaand op het bakkie dat we er oppikken zou dat wel eens waar kunnen zijn! Mjammie. De spetters en kou zijn meteen minder vervelend. Via Bakklandet, de oude wijk, wandelen we naar Nidaros Cathedral, waar we een combi-kaartje kopen voor drie bezienswaardigheden.

We beginnen met de kathedraal zelf. Gebouwd over de begraafplaats van Koning Olav (later: de heilige Olav) in de 11e eeuw, is er bijna 1000 jaar af en aan aan de kerk gebouwd. Hij werd twee keer deels en één keer grotendeels verwoest door brand, uitgebouwd, omgebouwd, herbouwd, gerestaureerd… De kerk werd uiteindelijk voor het laatst in 2001 (!) opgeleverd, volledig gerestaureerd. Maar nog steeds werken tientallen mensen aan het continue onderhoud van het enorme gebouw. Het oudste deel van de kerk dat tegenwoordig nog bestaat èn zichtbaar is, stamt uit de 12e eeuw. Het is al eeuwen een bedevaartsoord; na de route naar Santiago de Compostella is de route naar Nidaros één van de beroemdste pelgrimstochten in Europa.

De kerk is van binnen erg donker en tot Karin’s teleurstelling mag je er binnen niet fotograferen. Maar hij is prachtig: grote grijze steenbrokken verraden het oudste deel, de glas in lood ramen geven kleur aan de donkere muren en het altaar straalt in wit marmer en lijkt licht te geven. We wandelen een vlot rondje, bekijken een informatiefilmpje en sluiten dan aan bij de start van een Engelstalige tour. Gegeven door Magne, de man die ons ook met een nogal zalvende stem welkom heette, dus we zijn aanvankelijk een beetje kriebelig van hem.

Maar hij blijkt fenomenaal te kunnen vertellen en vertelt ons in 45 minuten die voorbij vliegen over de markeringen van de steenwerkers uit de 12e eeuw (zodat de opzichter de stenen kon tellen en aan de hand daarvan kon uitbetalen). Over de kruisjes in de vloer die de begraafplaatsen markeren van aartsbisschoppen en per ongeluk één koning (hij lag ineens binnen de muren toen de kerk werd vergroot). Over de blauwgekleurde glas-in-loodramen in de ene muur en de warm-geel gekleurde ramen in de andere muur. De voorstelling van de hel was in Noorwegen een stijfbevroren land, in plaats van een brandend inferno: de blauwige kleuren verwijzen dus naar de verhalen waarin het kwaad een rol speelt! En over het feit dat de kerk niet recht is… en niemand weer waarom!

Magne krijgt een welverdiend applaus als hij klaar is. Dat was interessant! We lopen zelf nog een rondje en vinden in een hoekje de toegang tot de grafkelder. Alle doden zijn in de 17e eeuw uit de kerk gehaald. Er lagen er zoveel dat de stank niet te harden was en tijdens een mis de toen nog houten vloer het begaf en de gelovigen tussen hun voorouders belandden! Genoeg, riep de koning en op St. Olav na (die ze overigens kwijt zijn sinds de 16e eeuw) en twee andere rijke stinkerds, werd iedereen buiten de kerk herbegraven. In de grafkelder liggen nu allerlei restjes van deksels van grafkisten. De oudste bevatten nog runen en stammen uit de 11e eeuw. Een deel ziet er bijna kinderlijk uit en de teksten zijn soms hartverscheurend en soms hilarisch. ‘Deze kist is geschonken door X, bekend van A, B en C en duidelijk een goed man, in de hoop dat onze lieve heer dit gebaar in gedachten houdt als X zelf omvalt. Oh en nu ligt Y er.’

Als we weer bovengronds komen in het half 12! Eerst maar eens een kop koffie in het café buiten de kathedraal. En daarna de kroonjuwelen. Die liggen in een deel van het oude aartsbisschoppelijk paleis. Het meisje waarschut ons. Ehm, de juwelen zelf liggen achter een gesloten deur. Je kan niet zo dichtbij meer komen, tegenwoordig. Ah, zegt Karin, nadat die van Zweden zijn verdwenen (zie nieuws van juli 2018, toen de Zweedse kroonjuwelen werden gestolen) besloten jullie dat jullie de kroonjuwelen liever zelf wilden houden. Het meisje lacht: ja, inderdaad. Snappen we; we kijken wel door een hekje. Eigenlijk zijn de kroonjuwelen niet zo heel erg boeiend. Interessanter is de tentoonstelling over de rol van de koningin in de Middeleeuwen. Met voorwerpen en via de verhalen van vier vrouwen wordt het verhaal verteld. Vooral cultureel en sociaal hadden ze veel invloed en één koningin werd zelfs voor regentes voor het leven benoemd toen na het overlijden van haar man en (volwassen) zoon uitstekend in staat bleek het land te regeren. Erg boeiend.

En na deze tentoonstelling duiken we onder in (de rest van het) aartsbisschoppelijk paleis. Hier staan allerlei originele beelden van de kathedraal (die te beschadigd of kwetsbaar waren om te blijven staan), er zijn allerlei voorwerpen die zijn gevonden tentoongesteld en er is een interessante film over de restauratie van de kathedraal. Het meest bijzondere onderdeel is de vondst van een originele werkplaats waar munten werden geslagen. Er liggen drie lagen ‘vloer’ op elkaar, die meerdere honderden jaren terug gaan, tot ongeveer 1300! De rest van de tentoonstelling is er omheen gebouwd en het geheel wordt constant nat gehouden, omdat ze denken dat het de beste manier is om het hout en de tegels te bewaren. Maar zeker weten doen ze het niet!

Na dit geheel zijn we een beetje op. Ons hoofd zit vol met informatie en we hebben trek! Het is inmiddels 2 uur en dringend tijd voor een late lunch. We wandelen naar Bror. Rustig: Karin’s pootje gedraagt zich al wat beter dan gisteren, maar het gaat nog wel even duren voor het echt over is zo te voelen. Bror heeft inderdaad voor lunch wel plek, of nouja, iets meer plek. We vinden één klein tafeltje en genieten van een burger, nacho’s met guacemole en frietjes met truffelmayo. Inderdaad: niet echt een evenwichtig menu, maar we hebben allebei in in ‘vette bek’ en we genieten er van!

De rest van de middag gaat voorbij met een beetje winkelen (Martijn vindt een leuke trui, Karin vergaapt zich van een afstandje aan allerlei design-spul), het bijwerken van de website, een bakkie drinken, wat lezen… Uiteindelijk schuiven we in het restaurant aan bij het ‘complimentary dinner’. Elke avond tussen 6 en 9 staat er een warme hap, brood, kazen, vleeswaren, wafels… De tomatensoep en broodmaaltijd smaakt prima en we houden het na de enorme lunch zeer bescheiden. En na nog een paar rondjes thee vallen we om.

Trondheim en omgeving deel 2, 16 september 2018

Trondheim en omgeving deel 2, 16 september 2018

Het is zondagochtend, kwart over 10 en Karin maakt een foto van een huisje met daarop de tekst ‘Hell – Gods-Expedition’. We hopen niet dat we er iemand mee beledigen, maar wij vinden het absoluut hilarisch. Dit Noorse stationnetje (om het af te maken ook nog het einde van de lijn; we liggen dubbel) is ongetwijfeld het meest gefotografeerde station(netje) van Noorwegen. In het Noorwegen betekent Hell zoiets als ‘succesvol’, ‘met goed gevolg’ en het andere deel van de tekst slaat op de goederen-expeditie. Maar ja, die tekst op één bordje terwijl we al de hele vakantie veel Engels spreken vinden we een giller. We maken er via de chat allerlei flauwe grappen over.

We zijn vanochtend vertrokken uit Trondheim om te profiteren van het onverwacht geweldige weer. Het is stralend zonnig en we zijn op ongeveer 30 kilometer van de stad in piepklein Hell. De luchthaven van Trondheim ligt aan de overkant van het water, maar Hell Airport ging ze duidelijk net te ver: die heet Vaernes, Trondheim Aiport. Jammer! Na de stop bij het stationnetje rijden we een paar kilometer verder naar een plek waar rotstekeningen te vinden zouden moeten zijn. De route is leuk en de wandeling van 10 minuten het bos in ook, maar behalve een soort ‘eend’ waarvan we vermoeden dat die heel nieuw is, vinden we niets. Hmm, bummer: er waren ons rendieren beloofd. We zijn blijkbaar niet op de goede plek.

Nieuwe poging dan. We rijden nog dik 15 kilometer door landinwaarts en daar vinden we de Leirdall Rock Carving Site. Een heel klein bordje verwijst er naar en via een nog kleiner paadje rijden we naar een informatiehokje. Kijk nou er worden zelfs tours gegeven! … In het siezoen ja, uiteraard. Maar we kunnen er ook zonder tour gratis een kijkje nemen dus dat doen we. En het is echt indrukwekkend. Tegen de helling liggen vier rots’plakkaten’ waar allerlei verschillende carvings te zien zijn. Het meeste zien we ‘voetstapjes’: twee voetjes naast elkaar, met halverwege elke zool een riem waarvan bekend is dat die vroeger de schoen aan de voet hield. Maar naast de voetstapjes zien we geometrische figuren, mensen, paarden (sommige met ruiter) en boten. Een deel van de uitgehakte vormen heeft een kleurtje gekregen om ze beter te kunnen zien. We zijn onder de indruk van dit bewijs van bewoning zo’n 6.000 (!) jaar geleden. Eigen;ijk best gek dat het volkomen onbekend is en maar zo bescheiden wordt toegelicht.

We klikken ons suf, maken gebruik van het (keurige) toilet, drinken een flesje meegebracht drinken leeg en stappen weer in de auto. Dat was een prima uitstapje! Terug in Trondheim rijden we naar ‘Ladekaia’, een tip van Ingvild. Karin heeft haar leren kennen toen ze een paar weken geleden vrijwilliger was bij We are Leiden, een initiatief om nieuwkomers welkom te heten in de stad. Ze werd gekoppeld aan de Noorse Ingvild die eind van de middag graag wat tips gaf over ‘haar’ (studenten)stad Trondheim. Ladekaia is een café-met-lunchopties en ligt pal aan zee, naast een oud laad-haventje (vandaar de naam). We zijn er meteen verrukt van en drinken een heerlijke bak koffie met een pistachesnur (weer eens wat anders dan de kanelsnur; die zijn toch van Bakkeriet Spro het lekkerst). Daarna wandelen we een stukje in de omgeving, maar we worden een beetje geïrriteerd van de drukte. Heel Trondheim lijkt zich hier verzameld te hebben en daar hebben we even geen zin in. Dus na een half uurtje wandelen houden we het voor gezien.

Terug in de stad en na een plaspauze vinden we om 14 uur een heel rustige plek: de havenrondvaart! Ondanks dat de Tourist Information ons verzekerde dat er geen boottochtjes meer zouden zijn (het is namelijk buiten… juist), blijken ze er tot half september in de weekenden gewoon te zijn. Wij vinden dat, samen met één Amerikaans koppel, een briljant plan en krijgen dus een bijna-privé rondvaart! We zitten achterin de boot, anderhalf uur heerlijk in de zon en vermaken ons met het bekijken van de stad, de haven(s) èn Munkholmen (het eilandje voor de kust) vanaf het water. Het commentaar is live, interessant en gezien het publiek volledig in het Engels.

Als we om kwart voor 4 van boord rollen verrassen we de gids met de fooi. Die had hij duidelijk niet meer verwacht en nee het is helemaal niet erg dat die in euro’s in plaats van Noorse kronen is (die hebben we op wat muntjes na niet meer). Hij straalt. Wij ook. Oh en we zijn nu toch wat blauw aangelopen; het laatste kwartiertje zaten we precies op de wind. Opwarmen is dus wel een plan. maar ja, waar doe je dat op zondag in Trondheim. De receptioniste weet uitkomst: ze verwijst ons naar een leuke èn open wijnbar. Daar drinken we een heerlijk wijntje, luisteren we naar de cd van een leuke Noorse band (Martijn vraagt en krijgt de naam van de serveerster, die er meteen een praatje aan vast knoopt: het is haar favoriete band) en warmen we op.

Als we warm zijn gaan we eten bij Amber, een Aziatisch restaurant. Peking Duck handrolls en Gyoza zijn heerlijk maar de sushi en Thaise wok zijn … ok. Nee, de sushi in Alesund was een stuk beter. Geen drama, alleen jammer. Ondanks dat was het weer een heerlijke dag. Morgen beginnen we officieel aan de route richting Nederland (al hebben we nog een hele week te gaan!) en moeten we vooral ver rijden, maar Tot zover is Noorwegen alleen maar geweldig!

Trondheim naar Hamar, 17 september 2018

Trondheim naar Hamar, 17 september 2018

Met een kop koffie van Jacobsen og Svart rijden we om 8 uur Trondheim uit. Dag leuke stad! Het eerste deel van de route is hetzelfde als op de heenweg. We rijden in anderhalf, twee uur  tijd terug naar Oppdal. Onderweg wordt de route weer steeds mooier. En in Oppdal wacht Bakeriet Spro! We maken dankbaar gebruik van het feit dat we er weer langs komen. We drinken er koffie, maken gebruik van het toilet en nemen lunch mee. Natuurlijk: kanelsnurren! Tevreden stappen we weer in de auto.

We rijden terug naar iets voorbij de parkeerplaats van waaruit we gingen wandelen met Gids en muskusossen zagen. Deze keer staan ze er niet, maar het landschap is nog steeds fenomenaal. Bruin, groen, geel, oranje, rood: bosjes, hei en mos in alle kleurschakeringen stralen ons tegemoet. Niet alleen een kanelsnur, maar ook nog dit uitzicht. Het is maar een half uurtje langer rijden naar Hamar op deze manier en we vinden het nu al de moeite waard!

Op de kruising slaan we af naar links, naar de 29 en daarna (verderop) naar de 27. Het is één van de 18 Nationale Toeristische Routes van Noorwegen, waarvan we er al twee hebben gereden. En deze derde is ook weer enorm de moeite waard. Met uitzicht op een bergketen, met een deel dat nog ruiger en kaler is dan de weg tussen Dombas en Oppdal, met bossen, slingerwegen, veldjes… èn een eland! Het was onze stiekeme wens om nog een eland te zien en we hadden de moed eigenlijk al opgegeven. Maar Martijn (die al op eerdere reizen heeft bewezen waanzinnig beesten te kunnen spotten) kijkt tijdens het rijden opzij, remt, keert om en zegt: ik denk een eland, wat denk jij? Een verrekijker biedt uitkomst: ja, dat denkt Karin ook. Wauw, wat gaaf! Ze heeft ons duidelijk in de gaten, maar als we verder niets doen (we kijken vanuit de auto en een open raampje, om haar niet te laten schrikken) negeert ze ons na een minuut of twee en kunnen we een minuut of 10 van haar genieten. Dan besluiten we toch maar verder te rijden. Met het raam dicht klinkt er tweestemmig ‘YES’ en een highfive door de auto. Wat gaaf! Deze ‘omrij-route’ is zojuist definitief de moeite waard geworden!

Lunchen doen we op het hoogste punt van de route. Het is er maar een paar graden boven 0 en het is grotendeels bewolkt, maar met het schitterende uitzicht op de omringende heuvels en bergen, hei en meertjes, een flesje drinken èn een kanelsnur is één van de mooiste lunchplekjes van de vakantie. Als we verder rijden galmt de stilte nog na in onze oren.

In Hamar krijgen we een uitstekende kamer in het Clarion hotel. We gooien snel onze spullen in de kamer en daarna gaan we nog een rondje lopen. Het is maandagmiddag en (allemaal tegelijk) ‘out of season’ dus het is er wat verlaten, maar met een zonnetje erbij is het uitzicht op het meer prima. De winkelstraat heeft een mooie design-winkel en er ligt een houten Viking-bootje in de haven. Kortom: niet heel bijzonder, maar prima voor een stop-over. Helemaal als Martijn er een uitstekend rondje kan hollen, Karin het verslag bijwerkt en we daarna een uitstekende maaltijd van het hotel krijgen. We hebben eerder in de hotels gegeten waar we verbleven, maar Clarion tilt het naar een nieuw niveau. Soep, een warme maaltijd (vis, aardappel en groente), drie heerlijke salades (maïs en bonen, Griekse en bulgur met garnalen) en brood met beleg. We eten met veel genoegen in de eetzaal en nemen nog een paar kopjes thee toe, terwijl we bijkletsen over de reis. Morgen nog een lange dag rijden en dan krijgen we een heel nieuw deel van onze vakantie!

Hamar naar Domsten (Zweden), 18 september 2018

Hamar naar Domsten (Zweden), 18 september 2018

Als we rond 8 uur wegrijden uit Hamar hebben we niet de illusie dat we er nog terugkomen voor een langer bezoek, maar als tussenstop zijn het stadje en meer in het bijzonder het hotel uitstekend! Dus wie weet: dag Hamar, tot de volgende tussenstop?

De route is minder boeiend dan alle eerdere routes in de vakantie. Het is zwaar bewolkt en regent af en toe een beetje. Het is koud, een graad of 8. De bergen worden lager en het land wordt vlakker. Het wordt onderweg steeds drukker en als we z’n 100 km boven Oslo zijn rijden we ineens op een echte snelweg en mogen we 110 rijden! We houden regelmatig een kleine stop, maar ook het weer moedigt ons niet echt aan om te genieten van de route. We maken onze laatste Noorse Kronen op bij koffie bij een Mc Café om warm te worden. We hebben het gevoel dat ons geluk een beetje op is tot…

we de grens over rijden! Wauw, binnen een paar kilometer zijn alle wolken weg en rijden we in stralend weer door Zweden! Het landschap is eerder vriendelijk dan majestueus: we rijden door rollende heuvels en we zien binnen een paar uur wel vijf hertjes in de weilanden en op de akkers langs de weg. Het wordt binnen een uur rijden ook 21 graden! Als we stoppen in de loop van de middag halen we een ijsje dat we in ons t-shirt opeten. We worden er weer helemaal vrolijk van.

Het blijft wel een lange dag rijden en we zijn blij als we langs Helsingborg rijden en via een kleine weg Domsten binnenrijden. Dit kleine dorpje kent zo’n 600 inwoners en vier ervan kennen we persoonlijk. Vlak aan zee  stoppen we bij een ruim huis met een schitterend uitzicht. Hier is het, zegt Karin en als de auto is geparkeerd lopen we via de tuin naar het terras. Halloooo roept Karin door de open keukendeur en ‘hallooooo’ roept Naomi! Naomi en Karin kennen elkaar al sinds de Middelbare school. Jongste dochter Maya komt uit de badkamer stuiteren en een uurtje later komt oudste dochter Fenna terug van een zwembadbezoek, vlak nadat Koen thuis is gekomen.

We drinken samen thee in de tuin, eten gezamenlijk en de avond gaat voorbij met kletsen, lang nadat de meiden naar bed zijn. Het is heerlijk om ze te zien en we voelen ons meteen thuis zo vlak aan zee, in dit kleine dropje. Zee tevreden rollen we eind van de avond ons bedje in.

Domsten en Viken, 20 september 2018

Domsten en Viken, 20 september 2018

Na een uitstekende nacht slaap zijn Fenna en Maya inmiddels naar school en Koen is naar zijn werk. We ontbijten met Naomi en daarna besluiten we met z’n drieën te profiteren van het mooie weer. Het is net als gisteren stralend en we wandelen (in een t-shirt!) langs de kust van Domsten naar Viken.

Het wandelpad loopt vlak langs zee en op een kwartiertje lopen van Domsten vinden we een plekje langs de kust waar regelmatig zeehonden liggen te zonnen op een rij stenen die net boven zee uitsteken. Met Denemarken op de achtergrond op maar een paar kilometer afstand is het een mooie plek, zeker zo in het zonnetje. Dat vinden de zeehonden ook. We tellen er, door de verrekijker die er staat opgesteld 83! Een nieuw record.

Viken ligt op ongeveer 4 kilometer van Domsten en als we bij Viken zijn, hebben we het warm en hebben we dorst. We wandelen naar de ‘konditori’ waar we koffie, thee, water en een heerlijke kanel… tja het is geen snur, maar laten we het wel zo noemen, bestellen. We drinken en eten het op in de tuin. Vooral de kanel’snur’ zijn heerlijk. We vertellen elkaar dat we dat echt hebben verdiend.

Na de koffie is het tijd om Viken te verkennen. Het is een heel klein dorpje met een beperkt aantal ‘claims to fame’. Een visserijmuseum (gesloten, want… juist). Een houten model (naar Nederlands model). Een begraafplaatsje. Een verwijzing naar wetenschapper Linnaeus (al wordt niet helemaal duidelijk wat hij hier deed en hoe lang). En we vinden een museumhuis, dat Naomi ook nog niet kent. Het huis is pas met de Kerstmarkt weer open (Naomi schrijft het op), maar de tuin mogen we nu ook in. We dwalen er door heen en snoepen stiekem van de frambozen die we er vinden. Naast de bezienswaardigheden is Viken gewoon een heel schattig plaatsje, met (volgens Naomi heel dure) schattige huisjes die grotendeels van steen, maar deels ook van hout zijn gebouwd. Het is kleurrijk en ziet er geweldig uit in het zonnetje. We kunnen ons wel voorstellen dat het in de donkere wintermaanden extra belangrijk is, die kleur.

Als we zijn uitgekeken wandelen we terug naar huis. Daar lunchen we met het brood dat we van de ‘konditori’ hebben meegenomen. Het is heerlijk en we lusten wel wat na die stevige wandeling. Als we zijn uitgekeken lummelen we een uurtje en daarna gaat Martijn hardlopen en blijven Naomi en Karin kletsen. Als Martijn terugkomt blijkt hij betrokken te zijn geweest bij een massaslachting… Op zijn lijf plakken tientallen vliegjes die hij heeft ‘opgelopen’ (pun inteded) door dwars door een wolk vliegjes te rennen! Al sputterend verdwijnt hij naar de badkamer: het was een lekkere loop, maar grlpfff, die vliegjes!

Als Fenna en Maya thuis zijn, het huiswerk af is, Koen thuis is en iedereen zover is, eten we een heerlijke stoofschotel die Naomi heeft gemaakt. We kletsen, we lachen een hoop en het is heerlijk om heel even mee te draaien in de fijne gezin. Tevreden gaan we op tijd naar bed.

Domsten en Helsingborg, 21 september 2018

Domsten en Helsingborg, 21 september 2018

Onze laatste dag Zweden en vandaag lijkt het weer ons een beetje in de steek te laten. Het is bewolkt en er dreigt wat regen, maar de temperatuur is prima. Na het ontbijt vertrekken we met Naomi naar Helsingborg. Martijn parkeert aan het begin van de boulevard en vertrekt voor een wandeling in de heuvels. Naomi en Karin wandelen over de boulevard en vinden bij de haven een uitstekende koffietent. Daar kwekken ze een dikke anderhalf uur; een belangrijke reden voor Martijn om de rust van de heuvels op te zoeken. 😉

Na een laatste stukje lopen naar het station staat daar Martijn, stipt volgens plan en met z’n drieën rijden we naar de grootste supermarkt die we ooit hebben gezien. Naomi doet weekboodschappen en Martijn neust tevreden door allerlei schappen om te kijken wat er zoal te krijgen is. Karin duwt het winkelwagentje en volgt. De supermarkt is zoals gezegd gigantisch. Om een indruk te geven: 50 vierkante meter crackers in stellingen, 26 soorten vetvrije melk, 14 soorten haloumi (!)…  We kijken onze ogen uit.

Terug in Domsten gaat de rest van de dag voorbij met lunch, kletsen, wat lezen… Rond 17 uur zijn de dames thuis en komt ook Koen uit zijn werk. Naomi vertrekt. Ze heeft een maandelijks etentje met andere Nederlandse dames die in de buurt wonen. Fenna en Maya nestelen zich op ‘donderdag-tosti-avond’ met tosti’s voor de buis; Koen maakt een heerlijke butter-chicken met rijst maaltijd en als de meiden naar bed zijn vermaken we ons met een avond kletsen en tips over Istanbul geven, waar Koen binnenkort naar toe gaat.

Laat wordt het niet; morgen gaan we naar huis en we gaan vroeg!

naar Leiden, 22 september 2018

naar Leiden, 22 september 2018

Om 6 uur rijdt Koen met onze eigen Cloudy McD (de bijnaam van Martijn’s auto) de straat uit; Tijn in de bijrijdersstoel, Karin op de achterbank. Het begint licht te worden en het eerste stuk is het erg rustig. Na een half uurtje begint het drukker te worden. Als we na een uur op de brug van Malmö naar Kopenhagen rijden (met vette korting, dankzij het abonnement van Koen en Naomi), komt de zon op. Er is voor vandaag dramatisch weer voorspeld, maar daar is hier, op dit moment, nog niets van te merken!

Keurig volgens plan zetten we om 7:15 uur Koen af op de luchthaven. ‘Wie er het eerst in Nederland is’ grapt hij bij het weglopen. Flauw hoor, dat gaat hij natuurlijk makkelijk winnen! Toch hebben we goede hoop dat wij vandaag ook thuis kunnen komen. Het hoeft niet persé, maar als we voor de lunch Hamburg voorbij zijn, is het haalbaar.

Het eerste stuk gaat super-soepel. De weg is rustig, het is mooi weer en het schiet lekker op. Zo erg dat we in Rodby een boot eerder hebben dan gepland. We kunnen er bijna meteen oprijden en stipt om 9:15 uur vertrekt de ferry naar Puttgarden. Met een kop koffie waaien we uit. Het begint al harder te waaien en de zon begint zich af en toe te verstoppen.

Aan de overkant rijden we de Duitse snelweg op en richting Lübeck. Het begint fors drukker te worden en de 1 maakt zijn naam waar als een snelweg waar (al jaren) op heel veel plekken aan wordt gewerkt. Er zijn eerst wat kleinere files en dan wat grotere. Het is inmiddels bewolkt en begint nog harder te waaien. We houden pauze en rijden weer verder. Het is door de sterke windvlagen en de drukte vermoeiend rijden voor Martijn. Bij Hamburg is het erg vol, maar het lukt om vóór de lunch Hamburg voorbij te komen. Vlak voor Bremen lunchen we. Inmiddels hebben we de eerste stevige bui al op ons dak gehad.

We checken de route en er blijkt voorbij Bremen een vrachtwagen omgevallen. Dat geeft ons het laatste duwtje om te besluiten om vlak na Bremen via de 28 naar het noorden af te buigen en via die kant (Oldenburg, Winschoten, Groningen) Nederland binnen te rijden. Het lijkt ver om, maar dat valt enorm mee en het grote voordeel is dat we dan het grootste deel van de spits in de Randstad van Nederland mislopen.

Helaas is het nog steeds een heel eind rijden en met de windvlagen, drukte en regenbuien valt het niet mee. Toch genieten we ook van de prachtige wolkenluchten en de zon die daar bij vlagen tussendoor piept. Met de nodige kortere en langere stops zijn we uiteindelijk om 6 uur in Lelystad. Daar draaien we van de weg af. We hebben honger, de Randstad staat nog dicht en er komt een joekel van een bui aan. We parkeren de auto en vluchten bij de eerste druppels de McDonalds in.

Na een uur is de situatie volledig verandert. We hebben gegeten, koffie gedronken, de bui is over getrokken en de route is vrij. En zomaar, ineens, is het kwart over 8 en zijn we thuis…. Met een heel diepe, tevreden, vermoeide en een beetje sippe zucht duiken we ons eigen bedje in. Dag Noorwegen en Zweden, jullie waren echt geweldig. Dag Koen, Naomi, Fenna en Maya, tot snel! En hall huis, daar zijn we weer.

Rondreis Polen 2019 door Renske en Karin

Rondreis Polen 2019 door Renske en Karin

Polen. We waren er allebei al eerder, op een gezamenlijk uitstapje naar Krakau. En dat smaakte naar meer. Dus een bestemming was snel gevonden toen we het hadden over samen reizen. Meer Polen! Een divers land: hoge bergen in het zuiden, laagvlaktes met weilanden en oerbos in het centrale deel van het land én een kustlijn van 440 km in het noorden. Ook de steden, zoals als Gdansk, Wroclaw, Krakau en Warschau hebben ieder hun eigen charme. We sluiten aan bij een reis van Djoser. Wil je vast een idee krijgen van wat we gaan doen? Neem dan een kijkje bij de reisbeschrijving. En voor de rest: lees je mee?
Naar Warzsawa / Warschau / Warsaw (11 mei 2019)

Naar Warzsawa / Warschau / Warsaw (11 mei 2019)

Er is er één jarig hoera, hoera… In de rij om de KLM-vlucht van 9 uur 45 naar Warschau te boarden belt Karin haar zus Meta. Ze is jarig en Karin vindt het erg ongezellig dat ze dat niet kan mee-vieren. Tegelijk gaan we (Renske en Karin) wel iets heel leuk doen, dus het is een beetje dubbel gevoel. Zingen door de telefoon dan maar en daarna gaan we aan boord. Na een laatste appje aan Martijn (dank je wel voor het wegbrengen!) en  met een half uurtje vertraging (iets met een nieuw systeem voor de luchtverkeersleiders, een heuse revolutie, sneert de captain) vertrekken we dan toch. De vlucht is oncomfortabel. We zitten goed, op de achterste rij, maar we hebben flink wat turbulentie en de rij mensen die naast ons staat te dringen voor het toilet is ook minder. Afijn, om kwart voor 12 landen we dan toch in Warschau. Hallo Polen!

Nadat we onze bagage hebben opgevist vinden we met enig zoeken Sonya, de reisbegeleider van Djoser, en de rest van de groep. Veel alleen-reizenden, twee stellen. Met 18 mensen niet een idioot grote groep (al zit de reis vol) en we hebben een gigantische bus, met veel ruimte, ontdekken we als Sonya de bus heeft gevonden. Het goede nieuws is dat we deze bus de hele reis houden. En de chauffeur ook: een man die ons rustig en veilig naar Hotel Metropol brengt. Ondertussen doet Sonya het intro-praatje. Ze valt in voor een zieke collega en sorry, ze is nog nooit in Polen geweest. Maar ze zal haar stinkende best doen en om te compenseren dat ze weinig over de stad kan vertellen, heeft ze voor vanmiddag een gratis stadswandeling geregeld. Dat klinkt geweldig: we hebben wel behoefte aan een intro. Warschau is in ons hoofd toch een beetje het saaie, grijze zusje van Krakau en tegelijk weten we wel dat we de stad daarmee tekort doen.

In het hotel horen we dat we nog heel even moeten wachten op de kamer. We gebruiken de tijd om te pinnen (400 Zloty per persoon, iets minder dan 100 euro) en in het minimarktje om de hoek een broodje te halen en op te eten. Als we de sleutel krijgen om kwart voor 2 zijn we blij dat we dat zo snel en efficiënt hebben gedaan: we krijgen iets minder dan 20 minuten om alles te regelen voor de gids er is en we geacht worden beneden te verzamelen.

De kamer is keurig schoon en functioneel+ (dat wil zeggen: functioneel èn van wat extra gemakken voorzien) maar wel wat lawaaiig met gigantische en drukke weg er voor met veel auto’s, bussen, trams… We zijn nu al blij met onze oordoppen! We gooien onze tassen neer, rennen door een mini-ompak-ritueel heen en keurig op tijd ontmoeten we beneden in de hal gids Jan. Hij is vriendelijk, enthousiast en kan boeiend vertellen. Hij zal ons meenemen naar de oude stad van Warschau. Aan het eind van de oorlog volledig platgebombardeerd, maar zo goed gerestaureerd dat de stad tegenwoordig de wereld-erfgoed-status heeft!

De wandeling is  boeiend en Warschau is heel veel kleurrijker dan we hadden verwacht. Jan neemt ons mee langs het enorme Paleis van Cultuur en Wetenschap (een cadeautje van de communisten aan Warschau) dat ‘s avonds indrukwekkend verlicht schijnt te worden. We komen langs een monument voor de opstand van Warschau tegen de Duitsers, in een poging ze in ’44 de stad uit te gooien vóór de Russen de stad bevrijden en (zo is de angst van de mensen uit Warschau) het stokje van de heerschappij overnemen van de Duitsers. De opstand mislukt (de Russen wachten rustig af, de Amerikanen en Britten durven de Russen niet tegen het hoofd te stoten en wachten ook af en de Duitsers verslaan de Polen). De opstand is de directe aanleiding voor het platbombarderen van de stad. Verder gaan we, via het geboortehuis van Chopin en een kerk waar zijn hart ligt begraven (letterlijk: de rest ligt in Parijs) en de Nowy Swiat (Nieuwe Wereld), een straat met enorme huizen die in het weekend autovrij wordt gemaakt.

Tijd voor koffie en een taartje! Karin grapt dat ze wel moet: haar zus is jarig, dus ja…! De rest van de groep heeft geen goed excuus nodig: de taartjes zien er heerlijk uit en verdwijnen in een oogwenk van de borden.

Verder gaan we: over het Pilsudskie Plein. Genoemd naar een grote held uit de geschiedenis van Polen en de locatie waar Jan Pawel uit Polen (betekent bekend als Paus Johannes Paulus II) in ’89 predikte en door zijn steun aan ‘Solidarnosc’ (solidariteit) het begin van het einde van het Communisme inluidde. Op het plein ook het graf van de onbekende soldaat met een eeuwige vlam.

Verderop vinden we het centrale plein met de pilaar van Koning Zigmund. Een Zweed; wonderlijk genoeg zijn de koningen van Zweden een nogal internationaal gezelschap. Jan vertelt dat het komt omdat ze werden gekozen! Zigmund heeft er een pilaar aan over gehouden, vooral omdat hij van Warschau de hoofdstad maakte. Het Paleis ligt ook aan het plein en het vormt het begin van de oude stad. Een geweldig gezicht, vooral in het stralende eind-van-de-middag licht. Het is heerlijk weer en met een graadje of 18 een stuk warmer dan in Nederland. We genieten er van, net als van de laatste twee stops: de oudste kerk van de stad èn het marktplein, met schitterende huizen er om heen èn een beeld van een zeemeermin. Ze is de beschermheilige van de stad, sinds ze (Sawa) trouwde met een lokale edelman (Warz).

Hier neemt Jan afscheid en iedereen begint spontaan te applaudisseren. Het blijkt inmiddels half 6 en we hebben ons geen minuut verveeld!  We zijn wel dringend toe aan pauze. Terwijl de groep staat te overleggen poetsen we de plaat: vanavond gaan we lekker samen eten. Onze eerste keuze heeft geen pek, maar bij Przy Zamku (geen idee hoe je dat uitspreekt) vinden we pierogi (Poolse dumplings, die we delen), kwartel (Renske) en forel (Karin) en een honingwijntje (een lokale specialiteit). Kopje koffie toe, terwijl we vanaf het terras (buiten eten, heerlijk!) een processie volgen waarbij een hele stoet een Maria-beeld volgt.

Het is nog even lopen naar het hotel, maar we vinden het na al het geslenter erg lekker om even de benen te strekken. Zeer tevreden komen we op onze kamer doen. Dat slapen gaat wel lukken!

Warschau, volle dag (12 mei 2019)

Warschau, volle dag (12 mei 2019)

Hoewel Karin nog steeds wel wat meer uurtjes zou willen slapen en we allebei de kamer wel èrg rumoerig vinden, zijn we zeer tevreden als we om 8 uur aan het ontbijt zitten. Het is veel beter weer dan voorspeld, het ontbijt is uitstekend en we hebben de hele dag voor onszelf. Tijd voor Het Plan, Deel 1. Dat wil zeggen: een wandeling van de Saxon Tuinen. Dit eerste openbare park van Warschau is tegenwoordig heel wat kleiner dan vroeger, maar voorzien van veel vogeltjes, veel groen en een hele rits allegorische beelden. Dat wil zeggen dat ze iets symboliseren en in dit geval zijn dat de seizoenen en verschillende kunsten en wetenschappen. We vermaken ons met het proberen te raden wat een beeld voorstelt voor we de Poolse vertalen.

Via een enorme fontein komen we opnieuw bij het monument voor de onbekende soldaat en van daar uit lopen we richting de oude stad. Vlak er voor drinken we koffie en dan gaan we Deel II van Het Plan uitvoeren. Tijd voor een paleis. Warschau blijkt allerlei super-interessante musea te hebben en we komen in deze ene dag tijd te kort. Veel tijd ook en de keuzes doen een beetje pijn. Het paleis en de museum van de opstand eindigden op een gedeelde eerste plek en aangezien het paleis dichter bij het park is… Het paleis dus. Ook van dit gebouw stond nauwelijks iets overeind aan het einde van WO II. De restauratie duurde tot de jaren ’80 van de vorige eeuw. Niet alleen was het duur, maar de communisten vonden die symbolen van het Koninkrijk maar niets! Gelukkig is het toch gerestaureerd en hoe. Het is echt indrukwekkend!

In de kelder vinden we, in een poging de gewelven te bekijken, een rozen-tentoonstelling! Niet gepland, wel grappig en we bekijken en besnuffelen rozen in alle kleuren van de regenboog. Sommige rozen ZIJN zelfs regenboogkleurig! We kijken onze ogen uit en ontvluchten daarna de massa door het paleis zelf in te gaan. Opulent is het woord dat Renske voor het paleis gebruik en dat is nogal van toepassing. Glimmend goud, tig soorten hout, eindeloos veel marmer, zijde, zilver… We klikken plaatjes en vermaken ons met de verhalen. Als  we alle zalen hebben gezien, vinden we op de begane grond nog twee Rembrandt’s. En dan is het dringend tijd voor lunch.

Daar gunnen we onszelf niet veel tijd voor: we willen eigenlijk ook Deel III van Het Plan nog uitvoeren en dat is aansluiten bij de gratis wandeling door de oude stad. We kiezen voor een salade in het wat chique café van het museum. Het personeel is nog wat … communistisch in de service, maar de salade is heerlijk, betaalbaar en past precies in de 45 minuten die we hebben. Met één minuut speling komen we na een toiletstop een wandeling in ganzenpas bij het verzamelpunt aan. Hoepla, gered.

De groep blijkt enorm, maar de gidse is goed te verstaan, vertelt boeiend en maakt wat ons betreft het verhaal over Warschau compleet. Ze vertelt over de (tegenwoordig goedmoedige) concurrentie met voormalige hoofdstad Krakau. Ze neemt ons mee langs de oude muren en de markt, een uitzichtspunt over de rivier de Wisla en naar het monument voor het getto van Warschau: een sober stukje muur en een streep op de grond. In het getto werden 350.000 Joden bij elkaar gezet (één derde van de bevolking van Warschau), waarvan 2/3 binnen een jaar was afgevoerd en vermoord in vernietigingskamp Treblinka, 80 kilometer verderop. De rest werd uitgemoord na een opstand in het getto. Ze vertelt ook over het Pools verzet: één van de grootste en best georganiseerde verzetsbewegingen van Europa. Om niet te heftig te eindigen bewaart ze de muziek van en een verhaal over Chopin tot het laatst.

En daarna zijn we op. Na een fooi is het tijd voor zitten en drank. Nou, dat heeft The Alchemist, een geweldige tent met (zo blijkt) heerlijke cocktails. En een dak! Ja, je lacht, maar dat is toch best handig als het weer volledig omslaat en er een enorme stortbui overtrekt. Gelukkig is die over als we terug naar het hotel willen. Vanavond eten we met de groep en keurig om half 7 staan we in de lobby. Bijna iedereen anders is er ook: alleen Jan en Arie en Elly gaan niet mee.

Het is een ideale manier om alle namen te kennen (Hannie blijkt alle namen al te kennen en helpt ons op weg) en we hebben een erg gezellige avond. Het eten smaakt uitstekend en zeer tevreden lopen we rond 9 uur terug naar het hotel. Door de spetters en de kou (het is afgekoeld tot 9 graden) en met uitzicht op het Paleis van Cultuur en Wetenschap dat in regenboogkleuren wordt verlicht. Afijn. Onze hotelkamer is nog steeds niet bepaald stil te noemen (oh wat een zaligheid, die oordopjes!), maar het was een prima dag. En morgen gaan we de stad uit!

Uitersten onderweg (van Warschau naar Bialowieza, 13 mei 2019)

Uitersten onderweg (van Warschau naar Bialowieza, 13 mei 2019)

Het is half 8 als we, hier en daar nog wat slaperig, allemaal in de bus zitten. Door een regenachtig en koud Warschau rijden we naar het noordoosten. Vanmiddag gaan we wandelen in het oerbos van Bialowieza, maar als we zo eens naar buiten kijken neemt de zin daarin eerder af dan toe! Het is 9 graden en af en toe stopt het met zachtjes regenen… om flink te plenzen. We zullen zien: eerst maar eens de route.

Polen is groen, merken we al snel, en staat in dit seizoen in bloei. De route voert ons al snel de stad uit en we zien eerst steeds meer akkers en daarna steeds meer bos. Onderweg spotten we reeën, Karin denkt zwijntjes te zien (ze zijn te ver weg om het zeker te weten) en er zijn enorm veel ooievaars. Henk weet te vertellen dat Polen ná Litouwen de hoogste ‘ooievaardichtheid’ heeft en we genieten van de vele volgels die over de weilanden wandelen, voorbij vliegen of op hun nesten zitten. Het land is vlak en we kunnen ver kijken.

Rond 10 uur, als we inmiddels op een toch wel heel klein weggetje zitten, pakt Sonya de microfoon om te zeggen dat ze een stop heeft ingelast. We zijn vlakbij Treblinka, het concentratie- en vernietigingskamp waar bijna een miljoen mensen zijn vermoord. Er is niet veel meer te zien, waarschuwt ze, maar ze wil ons de mogelijkheid geven om even rond te kijken. Daar zijn we heel blij mee. Treblinka is natuurlijk niet ‘leuk’, maar we vinden het fijn dat we even stil kunnen staan op de plek waar zoveel inwoners van onder andere Warschau aan hun eind zijn gekomen.

Na een snelle toiletstop kiezen we voor een kort bezoek aan het herdenkingsmonument. Midden in het bos, op een grote open plek, waar de barakken, gaskamers en crematieovens stonden, staan honderden puntige grijze stenen, sommigen met een plaatsnaam er op en heel af en toe één met een naam van een persoon. Tientallen kleine kiezels zijn neergelegd op de stenen, in herdenking aan de vele, vele mensen die zijn omgekomen. Een wit lint met honderden namen om de hele site heen symboliseert het prikkelderaad. Betonnen ‘bielzen’ laten zien waar het spoor liep. Op het station werden destijds plaatsnamen en niet-bestaande dienstregelingen geplakt. De gevangenen werd verteld dat ze later verder zouden gaan. Het voorkwam opstand. Treblinka was echter de laatste stop: maar heel, heel weinig mensen hebben het kamp overleefd.

Op de site lopen drie busladingen Israelische soldaten. Rondom het monument bereiden ze een herdenkingsdienst voor. Het meisje dat begint te zingen om de microfoon te testen bevriest ons in onze rondwandeling. Haar stem is prachtig: we krijgen kippenvel en zijn niet de enigen die tranen in onze ogen krijgen. Het miezert zachtjes: de hemel huilt mee…

Iedereen is stil, terug in de bus. Pfff, tijd voor koffie. Die moet nog even wachten. In dit deel van Polen is het aantal handige stop-plekken voor busladingen toeristen die geen Pools spreken beperkt. Uiteindelijk stoppen we bij een tankstation. Het enkele koffie-automaatje draait overuren en het toilet is drukbezet. Terug in de bus knagen we onze meegebrachte lunch op: een voorverpakte sandwich die we vanochtend in het minimarktje hebben gekocht. Marek rijdt ondertussen rustig en geconcentreerd door. Het wordt droger en het landschap wordt groener. Er zijn nogs teeds akkers tussen de stukken bos en het aantal vogels en reeën neemt toe. En wat doet die koe daar eigenlijk zo in zijn eentje op het veld? Een koe, nee wacht eens even, is dat een… jamwel: een eland! Helemaal opgetogen geven we elkaar een high five: dat gaat lekker zo met het wild spotten! Het laatste stuk zien we vooral bomen en via piepklein Bialowieza (met veel houten huisjes, deels keurig, deels vervallen en leegstaand) komen we rond kwart voor 2 komen aan bij hotel Bialowieski, dat aan de rand van het dorp ligt.

Daar krijgen we een uitstekende kamer. En een stille kamer: een absolute verademing na de herrie van Warschau. Met het raam open, horen we alleen maar vogeltjes en zien we daar nu een streepje zon op het balkon?! Nouja, veel is het niet en het blijft koud, maar het is al wel beter dan de regen van vanochtend. Als we om half 3 in de bus zitten, hebben we een laagje extra bij ons en beginnen we voorzichtig weer een beetje zin te krijgen in de wandeling. We rijden een klein stukje, naar de plek waar we onze gids ontmoeten en te voet op stap gaan. We krijgen er twee en de groep splitst zich in twee kleinere groepen. Onze gidse, Maria, is een wat oudere, struise dame die barst van de kennis, maar niet persé handig is in de interactie. Ze stuift er vandoor, stopt en terwijl de helft van ons groepje buiten behoorafstand is begint ze te praten. In een hoog tempo komen de namen van planten, bloemen of bomen in het Latijn, Engels, Duits en verrassend vaak Nederlands voorbij, in een willekeurige volgorde. Daarna ratelt ze op hogere snelheid dan Karin kan praten een serie feitjes er uit en verder gaan we weer, terwijl in een aantal gevallen de laatste van de groep net aan komt lopen. Ze herkent vogels op hun zang, weet van elke boom die is gevallen wanneer en waarom dat was en kent elke plant in het bos bij naam, maar mensen? Lastig…

De route voert ons door een paleistuin, via het open veld, naar het laatste stuk oerbos van Europa. Dit stuk bos wordt niet en is nog nooit door mensen gemanaged. In de vorige eeuwen ging dat vooral goed omdat het stuk bos het jachtgebied van de koning was. De enige interactie bestaat tegenwoordig uit het wegzagen van bomen die over het pad vallen. Het bos bestaat daardoor uit gigantische bomen, sommige bijna vijfhonderd jaar oud. De bosvloer is relatief kaal: er dringt te weinig zonlicht op door. Alleen op plekken waar een boom is omgevallen ontstaat een wedloop naar het nieuwe plekje licht dat ontstaat. Maria blijft feitjes spuien en na een grote wandeling door het oerbos zegt ze bij het hek in het Engels “Nou, de andere gidse komt zo, you wait” en daarna gaat ze er vandoor. We blijven wat verbouwereerd achter en ook de andere gidse, die vijf minuten later aankomt, kan haar verbazing niet verstoppen. We lopen met de hele groep samen terug richting de bus.

In totaal duurt de wandeling 3 uur en het is prachtig, maar als we terug zijn, zijn we door en door koud. We hebben enorm veel laagjes aangedaan en nog zijn we verkleumd. We gebruiken de drie kwartier die we krijgen tussen aankomst in het hotel en gezamenlijk diner voor een broodnodige warme douche. Bij het eten (Renske a la carte, Karin buffet en we eten allebei uitstekend) nemen we allebei een wijntje om op te warmen. En tegen de tijd dat we in bed liggen is het gelukt. Wat een volle dag van uitersten. En morgen nog zo’n dag! We kijken er naar uit! Hoewel… voorlopig bekijken we eerst de binnenkant van onze ogen. Weltruzzzz

Van synagoge tot Hitlerbunker (14 mei 2019)

Van synagoge tot Hitlerbunker (14 mei 2019)

Vandaag mogen we iets later aantreden. Om half 9 zitten we in de bus, na een strooptocht langs een enorm uitgebreid ontbijtbuffet. Het is koud maar droog en het eerste deel van de route is hetzelfde als gisteren: door het bos en dan langs de akkers, hier en daar afgewisseld met velden knalgeel koolzaad. De zon schijnt toch, grapt Beatrijs. En inderdaad de gele velden lijken wel licht te geven. De akkers zijn nog kaal en op één ervan zien we… een hond…? Hij is wel erg groot en loopt gestrekt. Zou het dan toch…? Nee, vast niet, maar we blijven lang kijken naar het snel kleiner wordende vlekje. Eigenlijk leek het wel…

De route gaat verder en al snel rijden we over onbekende wegen. Een stukje snelweg. En weer over een kleine weg. Het duurt een flinke tijd en als Karin denkt dat ze nu toch echt een toiletstop nodig heeft, kondigt Sonya gelukkig aan dat we over 10 minuten in Tykocin zijn, een klein, traditioneel dorpje met als belangrijkste bezienswaardigheden een synagoge en een kerk. Vooral de synagoge klinkt erg interessant, maar eerst een toilet graag. Chauffeur Marek stopt, maar we blijken naast een standbeeld te staan. De groep druppelt de bus uit om een foto te maken. Karin rent bijna naar Sonya en Marek. Waar is het dichtstbijzijnde toilet?! In de bus! zegt Marek, ga maar gauw! Enorm opgelucht gaat Karin op het kleine maar schone toiletje. Wat fijn dat die er voor noodgevallen is! Met een brede grijnst voegt Karin zich weer bij Renske: zo, nu kan ik Tykocin aan.

Als iedereen weer in de bus is, rijdt Marek nog een paar minuten door en parkeert de bus op het centrale plein. We krijgen een uur om even rond te kijken. Hmmm, dan laten we de koffie voor nu even zitten, want we hebben wel enorm zin om de synagoge te bekijken. We kopen een kaartje in het kleine museum aan de overkant, slaan dat vervolgens over en met het kaartje mogen we de synagoge in. Gebouwd in 1642 rond de centrale gebedsruimte. In het midden een verhoogde studie- en gebedsruimte, aan de oostelijke wal de Torah Ark; de plek waar de Torah wordt bewaard. Torah is een Hebreeuws woord en betekent leer, instructie of wet. De Torah is het eerste en belangrijkste deel van de joodse bijbel (de Tenach) en bestaat uit de vijf boeken van Mozes. Aan de muren van de centrale hal zijn schilderingen aangebracht: vooral Hebreeuwse gebeden. Het geheel is nauwgezet gerestaureerd en enorm interessant om een keer te bekijken.

Voor de koffie blijft helaas te weinig tijd over, maar na een laatste toiletbezoekje gaan we toch zeer tevreden de bus weer in. Tijd voor opnieuw een lang stuk rijden en een zoektocht naar een lunch. Sonya heeft maar weinig hulp meegekregen en het is flink zoeken en bellen voor ze uiteindelijk een hotel vindt dat een betaalbare lunch voor ons kan organiseren op z’n korte termijn. Ze geeft telefonisch de bestellingen door en hoewel we erg laat eten en de ranja bij het eten voor wat hilariteit zorgt, is het uitstekend èn nel. Tijdens het eten zit Karin naast Henk die tussen neus en lippen door vertelt… dat hij vanochtend een wolf heeft gezien! Dus toch,s roept Karin en haalt zich daarmee de jaloezie van meerdere groepsgenoten op de hals. We vergelijken informatie en Henk is er zeker van dat het een wolf is geweest. De bouw, de loop, ja hoor, dat was een wolf, zegt onze natuurliefhebber en beestjes-kenner heel stellig. We besluiten dat hij gelijk heeft. Wat gaaf! Hannie geeft opdracht om volgende keer hard te gillen als we iets zien: zij wil ook wel een wolf zien. We beloven het braaf.

We zitten na ongeveer 45 minuten weer in de bus en dat is nodig, want in plaats van om 3 uur zullen we nu rond half 5 pas bij onze volgende stop zijn. Sonya stelt ons gerust: Wolfsschanze is tot 8 uur open vandaag, dus we kunnen ons bezoek keurig volgens planning afronden. De route is lang en we zien aan Marek dat hij behoorlijk is gesloopt als we er aankomen. Gelukkig hebben we het aan zijn rijstijl niet kunnen merken. Het is een uitstekende chauffeur en we zitten zeer ontspannen in de bus. Bijna iedereen doet tussendoor ook af en toe een tukje. Vertrouwen alom, maar wel wat stijve spieren als we eenmaal aankomen in het voormalige bunkerhoofdkwartier van Adolf Hitler. Sonya heeft geld opgehaald en regelt de kaartjes en daarna krijgen we een uur en een kwartier de tijd.

Dat blijkt voor ons de ideale hoeveelheid tijd: genoeg om alles te zien, maar niet zo lang dat we al klappertandend nog langer buiten moeten blijven. Het is droog, maar met een graad of 8 worden we opnieuw behoorlijk op de proef gesteld. Afijn, de Wolfsschanze dus. Het complex bestond uit een groep bunkers en versterkte barakken voor Hilter, andere nazi-kopstukken en hun gasten. Het stond middenin het bos (hetzelfde bos dat de site nu langzaam overneemt) en was operationeel tussen ’41 en ’44.

De site is misschien nog wel het meest bekend door de (mislukte) aanslag op Hitler op 20 juni ’44, onder leiding van kolonel Claus von Stauffenberg. Veel bunkers zijn zwaar beschadigd; de Duitsers achtten de site te waardevol om voor de Sovjets in bruikbare toestand achter te laten. De metersdikke muren zijn opengereten en grote gaten en uitstekend staaldraad geven het een sinister uiterlijk. En tegelijk… we juichen de vogels (en de vele nestkastjes), de vleermuizen en de bomen en planten toe die alles overnemen. Veel bunkers zijn bedekt met een laag mos en met groene planten. De ‘Führerbunker’ (de bunker van Hitler) lijkt wel in tweeën gespleten en wordt overwoekerd langzaam geclaimed door de natuur. Het is een surrealistische gedachte dat dit ooit een aantal jaar, het centrum was van de macht in Europa. Het is een indrukwekkende site en we schieten veel plaatjes. En daarna gaan we de bus weer in. Tijd voor het laatste stuk.

Hotel Mazuria zorgt voor een eenvoudige kamer, met een geweldig uitzicht over één van de vele meeren die dit gebied rijk is. Vandaag is het uitzicht dus vooral grijs en het voordeel van de kou is dat we het niet erg  vinden dat we verder niet zo veel mee krijgen van dit prachtige gebied. We frissen ons snel even op en besluiten dan meteen te gaan eten. En dat is nog een heel avontuur… We zitten als eerste en krijgen al snel gezelschap van Marta en Pieter en later van Hillbrand. Erg gezellige maar voor de ober is zelfs deze hoeveelheid mensen al een uitdaging. In een mengeling van Duits, Pools en wat Engels communiceren we met elkaar en krijgen we over het voetlicht wat we willen hebben. Maar dan moet de rest van ons gezelschap nog… Als Hillbrand aanschuift hebben wij ons eten al. Hij heeft al snel door dat de arme ober alles steeds ingewikkelder gaat vinden wijst op Karin’s bord. Wat zij heeft graag, ja een glas rode wijn erbij is ook fijn. Dat wordt de reden dat hij uiteindelijk ook nog relatief snel eten krijgt. De rest van onze groep die binnendruppelt vanaf kwart over 7 heeft uiteindelijk in een enkel geval pas na half 10 eten!

We zijn blij dat iedereen er ontspannen en gezellig onder blijft. De arme ober heeft zo ongeveer een melt-down aan het einde van de avond als zijn kassa ook nog kuren krijgt en we proberen met een briefje van 200 zloty (zo’n 50 euro) te betalen. Renske stapt haastig over op een pinpas en we maken ons uit de voeten om de ober en onze groepsgenoten wat lucht te geven. Hopelijk helpt het en hopelijk leert het hotel er iets van! Wij gaan naar onze kamer en snel slapen: morgen gaan we er weer vroeg vandoor! Op een heerlijk stille kamer vallen we in slaap.

Bergen Bakstenen (via Mariënburg naar Gdansk, 15 mei 2019)

Bergen Bakstenen (via Mariënburg naar Gdansk, 15 mei 2019)

Het ontbijt verloopt een stuk sneller dan het diner van gisteravond en keurig op tijd zit iedereen weer in de bus. Henk is zo’n beetje de enige die nog iets van het gebied èn de plaatselijke fauna heeft gezien. Hij heeft vanochtend vóór het ontbijt al 8 kilometer gelopen en bevers gezien! We zijn een tikkie jaloers, maar wij lagen nog gewoon op één oor toen Henk er op uit trok, dus het is vooral ‘loon naar werken’. Wij krijgen onderweg kraanvogels cadeau (zowel in een weiland als overvliegend) en dat is toch ook geen slechte bonus!

Onze eerste stop is Olsztyn. Dit kleine, pittoreske stadje kreeg als in de 14e eeuw stadsrechten en heeft een grote stadspoort, een kasteel en een mooie kerk. Het ziet er meteen erg leuk uit en dat zal ook wel liggen aan het zonnetje dat we cadeau krijgen. Het is met 10 graden nog steeds niet warm, maar het voelt een heel stuk minder naar dan in de grijzigheid en /of regen! We krijgen er anderhalf uur van Sonya en dat betekent dat we in ieder geval genoeg tijd hebben voor een lekkere kop koffie bij House Café. Een vrolijk gekleurd café met de sfeer van een uitnodigende huiskamer, waar we ook Jan tegen komen.

Als we ons bakkie op hebben willen we nog wel iets van het stadje zien. We kiezen voor de kerk. Katholiek ‘natuurlijk’ maar met een bescheiden hoeveelheid ‘frummels’. We komen er Jan Pawel II (Johannes Paulus de IIe) natuurlijk weer tegen. De andere meest opvallende verschijning is verder een moedeloos zittend Jezus-beeld. In een lendendoek, met zijn hoofd in een hand leunend en een blik alsof hij het heeft opgegeven. We vinden het een vreemd gezicht: dit lijkt ons niet de beste manier om de gelovigen te inspireren! Verder wordt er hard gewerkt aan de kerk en als we het geheel hebben bekeken vluchten we voor de herrie. Onderweg naar het kasteel komen we een beeld van Copernicus tegen. Hij woonde hier een aantal jaar en hielp zijn stadgenoten zich te verdedigen tegen de Teutoonse ridders. Zijn neus, handen en heliocentrisch model (waarbij niet de aarde, maar de zon het middelpunt van ons zonnestelsel is) glimmen van de vele aanrakingen. Het kasteel stamt uit de 14e eeuw en hoewel het er aardig uitziet, besteden we er maar weinig tijd aan. Die is op en we gaan bovendien naar een veel indrukwekkender kasteel. Mariënburg of Malbork!

Dit oudste en grootste bakstenen kasteel van Europa ligt zo’n 50 kilometer ten zuidoosten van Gdansk en is in 1274 gesticht door de Duitse of Teutoonse Orde. De orde vestigde zich na terugkeer uit het Heilige Land in Venetië, maar vroeg aan de Paus toestemming om God’s woord te gaan brengen bij de heidenen in Pruissen. Goedschiks of kwaadschiks: het was een vechtende orde, die niet schroomde hard en bloederig te strffen of te ‘motiveren’. Het leek de Paus een uitstekend plan (we kunnen ons zomaar voorstellen dat hij ook geen trek had in een horde werkelozen ridders in zijn achtertuin) en Malbork / Mariënburg werd gebouwd. En het is echt gigántisch groot! Als we na een supersnelle lunch bij de McDonald’s de eerste poort door zijn, staan we met open monden te kijken naar de burcht die er achter ligt. Met recht een kasteel in een kasteel. De ‘binnen-burcht’ bestaat dan weer uit drie delen, waarvan we er twee bekijken: de middelste en de hoogste burcht. En we komen ondanks dat we 3,5 uur hebben en hele stukken overslaan, tijd èn ogen tekort!

De zalen zijn op wat kleinere ruimtes na leeg, maar met een geweldige audioguide (die oppikt waar je bent, daarover begint te praten en je vervolgens vertelt waar je dan heen moet) en prachtige gerestaureerde zalen is er genoeg te zien. Van ophaalbrug en grafkapel tot keuken en feestzaal. En van een klein duiveltje die je met zijn baard en zijn staart de weg wees naar de toiletten tot gigantische kapel. Versierde deuren en muren, een waterput, klinkertjes en kanonskogels, hout en heel veel bakstenen. We weten ons maar met moeite los te rukken en doordat we daarna een complete Koreaanse tourgroep voor ons hebben bij de toiletten èn de uitgang wat lastig te vinden is (da’s dan weer een nadeel van de audioguide, dat je niet kunt aangeven waar je heen wilt en er zijn nauwelijks borden) komen we een paar minuten te laat bij de bus. Sorry! Door de stromende regen ook nog, want waar het in Olsztyn nog best lekker was, is daar nu geen sprake meer van. Sonya stelt wat teleurgesteld vast dat ze het ons niet zal aandoen om hier de groepsfoto te maken. Iedereen lacht opgelucht terwijl de regen tegen de bus slaat. Tijd om naar Gdansk te gaan.

Daar komen we rond half 6, behoorlijk gaar, aan. We trekken ons terug op de kamer en besluiten samen te gaan eten. We willen eigenlijk een dag iets anders dan Pools en Karin heeft 350 meter verderop een Italiaan gevonden, Cantina La Trattoria. Na een beetje rommelen en opfrissen en even bijkletsen met Martijn, gaan we daar een hapje eten. Het regent nog steeds, maar de korte wandeling blijkt de regendruppels waard. Lekkere bruschetta, een uitstekende pizza, een prima karafje rode huiswijn en een kop koffie toe zorgen ervoor dat we weer helemaal bij komen. Dat was weer een erg volle en een erg leuke dag. We zijn wel blij dat we in Gdanks twee nachten blijven, want het tempo van deze reis ligt hoog. We zijn wel toe aan heel even ons eigen schema bepalen. En we zullen morgen ongetwijfeld opnieuw constateren dat we hier te kort zijn. Maar voor nu wandelen we door de regen naar het hotel en vallen we in een diepe, diepe slaap.

Gdansk: stad van ‘solidarnosz’ (16 mei 2019)

Gdansk: stad van ‘solidarnosz’ (16 mei 2019)

Vooral Renske heeft als een blok geslapen en omdat we ‘pas’ rond kwart over 9 weg willen, zitten we heel ontspannen rond 8 uur aan het ontbijt. Dat is weer eens prima: Djoser heeft oook hotel Impresja goed uitgekozen. Het is helaas wel een hotel dat wat verder uit het centrum ligt, dus om kwart over 9 wandelen we naar de tram die een stukje verderop voorbijkomt. Het is door allerlei werkzaamheden even zoeken, maar een vriendelijke kerel die aan de weg bezig is roept ons in het Engels toe waar we moeten zijn. Aha, ónder de weg door naar de tram! Er komt er net één aan als we bovengronds komen en het kopen van een kaartje bij de chauffeur gaat soepel. We krijgen zelfs wisselgeld, ondanks dat allerlei mensen ons hadden verteld dat dat nooit gebeurt! Zeer tevreden boemelen we een aantal haltes mee, tot we bij het station komen. Daar hoppen we er uit.

Tegenover het station staat een monument voor de kindertransporten. Aanvankelijk denken we dat het gaat om kinderen die naar de kampen zijn vervoerd, maar het zijn juist de kinderen die zonder hun ouders, in de maanden voor de oorlog, in ’39 op transport zijn gezet naar Engeland. Veel kinderen hebben daardoor de oorlog overleefd. Hoeveel daarvan hun ouders hebben terug gezien weten we niet… We maken een paar plaatjes en wandelen dan naar het startpunt van de Free Walking Tour van Walkative! dezelfde club die we in Warschau troffen. Ook Sonya blijkt mee te gaan. Als tourist hoor, roept ze, al is ze ook tijdens de wandeling druk aan het werk op haar telefoon.
De wandeling duurt 2,5 uur en ook nu zijn we erg blij met onze gids. Hij is goed te verstaan, geeft ons een berg informatie en heeft een droog gevoel voor humor. Hij gaat in grote sprongen door de geschiedenis en vertelt over het ontstaan van de stad en de eerste keer dat die wordt genoemd in historische teksten in de 10e eeuw. De naam Gdansk betekent volgens sommigen ‘tegenover Denemarken’. Volgens anderen is het een oud woord voor moeras. De gids constateert droogjes dat hij er voor kiest de minder deprimerende verklaring aan te houden. Het weer geeft hem in ieder geval gelijk. Hoewel het koud is, er veel plassen liggen van vannacht en er véél regen is voorspeld, is het droog en bij vlagen zowaar zonnig. Gids neemt ons mee langs de gouden poort, door de hoofdstraat van de stad, langs een door Van Opbergen (ja, een Nederlandse architect) ontworpen gebouw (dat inderdaad zou in Amsterdam had kunnen staan), door het straatje dat bekend is van het Jopenbier (Haarlem wordt genoemd!) en naar de Mariakerk. Binnen laat hij ons een eeuwenoud Mariabeeld zien en – nog veel gaver – een astronomische klok. Doordat de maker ervan door de stad blind werd gemaakt toen bij verteld dat hij in een andere stand een nog grotere wilde maken, vernielde hij als wraak het uurwerk twee jaar na oplevering. Vervolgens kon èn durfde men het 500 jaar niet te repareren. Pas eind vorige eeuw begon iemand aan een poging en twee jaar geleden (!) werd het laatste deel ervan gerepareerd en wel opgeleverd.

De rest van de route zien we het stadhuis, de markt, de groene poort (dat dienst moest doen als slaapplaats voor de koning, maar waarin hij nooit sliep omdat hij het te min vond), de haven, het geboortehuis van filosoof Schoppenhauer en de kraan. Deze poort annex kraan uit 1444 heeft een meachinisme waarmee vier man, lopend als in een hamster-rad, 2 ton vracht kunnen optillen! Helaas wordt het tegenwoordig niet meer voor gedaan: de bestuurders van Gdansk zijn bang dat het teveel op slavenarbeid lijkt… De laatste stop op de route is bij het oude postkantoor van De Vrije Stad Danzig. Tussen de beide wereldoorlogen was Danzig een quasi-zelfstandige stadstaat. Het postkantoor onderhield de contacten met Pruissen en andere landen. De binnenvallende Duitsers wilden deze belangrijke communicatiepost snel in handen krijgen. Toen de oorlog in september ’39 uitbrak was het dan ook één van de eerste doelwitten. De mannen die verrassend succesvol weerstand boden, werden tegen de muur gezet en dood geschoten. Kleine zilveren plaatjes op de muur, met vinder- en handafdrukken, herinneren aan deze misdaad.
Bij dit laatste deprimerende verhaal is het weer heel toepasselijk omgeslagen. Ook nu huilt de hemel mee met het verhaal. Tijd voor lunch. We bedanken de gids met een fooi, nemen afscheid van Sonya en vertrekken wat bedrukt naar Mandu, een Pierogarnia.

Dat wil zeggen: een restaurant dat alleen maar pierogi, de lokale dumplings verkoopt. De reclamekreet ‘keep calm & eat pierogi’ zorgt alweer voor de eerste glimlach en binnen is het onmogelijk triest te blijven. We eten verrukkelijke pierogi en delen daarna een toetje. We nemen er even de tijd voor, want we hebben ons alweer redelijk versleten gelopen en we willen nog een stukje vanmiddag. Bovendien wachten we rustig even tot de regenbui grotendeels overgetrokken is. De rest van de middag gaat op aan het Centrum voor Solidariteit, tegen de oude scheepswerven van Gdansk aan, waar Lech Walesa en een aantal anderen in 1980 begonnen aan een staking die het begin van het einde voor het Communistische regime inluidde.

Het enorme centrum, bekleed met roestbruine staalplaten als een schip, herbergt een museum over onstaaan, groei en resultaten van de ‘Solidarnosc’ beweging. Van de aanleiding van de staking (Anna Walentynowicz, één van de kraandrijvers, werd een paar maanden voor haar pensioen ontslagen) en de eerste successen van de staking, via de periode vóór de staking inclusief stil-makende herinneringen van mensen die ondervraagt en gemarteld werden), naar de groei van de beweging, gevoed door Johannes Paulus II (daar is hij weer, Jan Pawel) en steeds slechter wordende omstandigheden en de Martial Law die na anderhalf jaar werd afgekondigd en alle hoop de bodem in sloeg tot en met het blijvende verzet en de (soms moeizame, pijnlijke) weg naar de democratie.

We zijn volkomen gesloopt als we er doorheen zijn en gaan eerst maar eens koffie drinken in het café van het centrum. daar treffen we Hillbrand, die na twee musea ook behoorlijk gaar is en waarbij ‘de feitjes ook uit zijn oren druipen’. Na een rustig bakkie gaat hij terug naar het hotel en wij wandelen terug naar het centrum. Daar proberen we een Frans restaurant dat vol zit en daarna een Sushi-tent waar plek is. Onder het genot van een berg sushi en een jasmijnthee praten we na. Ook ons hoofd zit vol. Tijd voor een laatste tram-actie en een nacht diep slapen. Dan kunnen we er morgen weer tegenaan!

Van Gdansk, via Torun naar Poznan (17 mei 2019)

Van Gdansk, via Torun naar Poznan (17 mei 2019)

Nou, net zo diep slapen als gisteren is niet gelukt, maar na een toch heel verdienstelijke nacht zitten we om 7 uur aan het ontbijt en 8 uur in de bus, die even verderop staat (een nare afgesloten smalle weg maakt het Marek wel heel lastig deze keer). Sonya zegt, onder de indruk, dat ze oprecht nog nooit zo’n nette groep als die van ons heeft meegemaakt. Echt niet. Er is altijd uitloop. En bij ons is een hele minuut uitloop al een uitzondering. Wauw. Karin is stiekem blij dat de toilet-vertraging van gisteren alweer vergeten lijkt. Henk en Michel helpen Marek uitparkeren en dan gaan we op pad.

Om te beginnen naar Westerplatte. Dat ligt op een schiereiland, net ten noordoosten van Gdansk. Een triest aanblik, deze ochtend, want het regent natuurlijk weer eens. Gelukkig brengt een familie zwijntjes wat vrolijkheid! Moeder-zwijn en wel zes jongen (waaronder een lichtgrijze met zwarte vlekken) rent haastig voor de bus langs en rechts van de bus het kreupelhout in. Wauw, wat gaaf! Dat hadden we niet verwacht, dat ze zo dicht bij de stad ook zouden zijn!
Maar goed, Westerplatte dus. Er staat een monument op deze plek, er zijn restjes te zien van bunkers en een serie informatieborden vertelt het verhaal van de start van de Tweede Wereldoorlog op 1 september 1939.

Een kleine groep Polen hield tegen alle verwachtingen in een week stand tegen een enorme Duitse overmacht. Nadat de Duitsers alsnog hadden gewonnen, wilden ze eerst niet geloven dat er geen ondergrondse tunnels en verdedigingswerken waren. Vier Polen kwamen om bij de gevechten, tegen meer dan 50 Duitsers. Onverwachte aantallen en we bekijken het monument en de de informatieborden geïnteresseerd, ondanks de regen. Dan nog een snelle stop op een Dixie (de normale toiletten zijn dicht en gaan niet open, wordt ons verzekerd… tot we er twee minuten voor vertrek langslopen en ze open staan…) en we gaan op stap. Dag Gdansk, we hadden nog wel twee dagen langer willen blijven, maar dat moet een andere keer. Het is half 10 en 2,5 uur later zijn we na een korte toiletstop, in Torun.

Het oude middeleeuwse centrum van voormalige Hanzenstad Torun staat op de Werelderfgoedlijst. Het stadje ligt aan de Wisla en achter de deels nog in tact zijnde muren ligt een uitstekend geconserveerd en gerestaureerd stadje. Copernicus werd hier in 1473 geboren en heeft er een standbeeld en een museum. En tegenwoordig is de stad ook bekend vanwege de ‘pierniki’ of peperkoek. De lekkernij heeft zelfs twee musea en wordt op eindeloos veel plekken verkocht. Genoeg redenen voor een bezoek dus en we zijn blij dat het in de reis is opgenomen. Na een introductie van Sonya trekken we er zelf op uit. we hebben tot 3 uur de tijd voor onze verkenning.

Aangezien het nu 12 uur is, beginnen we met een lunch. Bij de Bread House, een café nèt buiten de muren waar ze heerlijk vers brood hebben, belegde bagels en een uitstekende bak koffie. Als het ‘zwembad’ leeg is (de grote cappuccino is ook echt een gróte cappuccino) gaan we op pad. Het is iets warmer dan de afgelopen dagen en voorlopig is het droog. En we gebruiken de tijd vooral met dwalen. Door de poort(en), langs de muren, over de kinderkopjes van de kleurrijke straten. De huizen zijn grotendeels keurig gerestaureerd, in allerlei pastelkleurtjes en met meer of minder barokke krullen en frutsels. Er tussen staan huizen die wel een opknapbeurt kunnen gebruiken, maar daardoor soms interessanter zijn. Of fotogenieker: seringen tegen een gevel waar geen raam meer in zit bijvoorbeeld. We kijken, we dwalen. Het oude stadhuis, een klooster, de fundamenten van een kerk en een glimmend gewreven beeldje van een ezel. Die staat op de plek waar vroeger wachters die zich misdroegen op een houten ezel werden gehesen, met een stalen rand bovenop. Met gewichten aan hun voeten. Auw, jammert een meisje dat er op gezet wordt voor een foto. Ook deze ezel heeft een richel. En na een laatste blik in een kerk en een toiletstop (deze keer met een groep Italianen voor Karin’s neus, tot haar grote ergernis) zijn we als de klok 3 slaat bij Copernicus terug.

We moeten even lopen naar de bus, die net buiten het door schoolklassen onder de voet gelopen centrum staat te wachten. Onderweg begint het te regenen. Eerst wat druppels, dan wat harder en als we allemaal in de bus zitten en Marek weg rijdt, hóóst het ineens! Pfoe, dat was geen verkeerde timing. Marek zet de ruitenwissers op vol vermogen en we vervolgen onze weg naar Poznan. En als het droog wordt, trekt het open… en is het ineens bijna zomer! De zon straalt aan de steeds blauwer wordende lucht en de temperatuur loopt op tot 23 graden! Wauw, vergeten zijn de regen en de kou: hallo zon, fijn dat je er weer bent!

Met een korte toiletstop komen we rond half 7 aan in het Don Prestige hotel in Poznan. Ook al zo’n interessant stadje en we gaan er nauwelijks iets van meekrijgen. Morgen vertrekken we weer om 9 uur zegt Sonya. We nemen ons voor Poznan als een bonus te beschouwen en nadat we onze zooi in onze ‘balzaal’ hebben gegooid, gaan we er vandoor. We zitten op een minuut of 5 lopen van het centrale plein en als we daar aankomen vallen onze monden tegelijk open. Wauw… Het stadhuis licht op in het avondlicht en ook de kleurrijke huizen aan het plein worden letterlijk in het zonnetje gezet. De oude markt, zoals hij officieel heet, werd aangelegd in 1253 en is de op twee na grootste van Polen. Alleen Wroclaw en Krakau hebben grotere pleinen en die gaan we allebei nog zien. We wandelen met open mond een rondje en ploffen dan op het terras van een tapas-tent. We bekijken de kaart wat aarzelend… Nee, vandaag willen we toch wat anders. We verexcuseren ons bij de serveerster en gaan op zoek naar een optie die beter bij onze trek past.

We komen uit bij Lavenda, waar we nog net een terras-tafeltje kunnen en mogen inpikken. Dat blijkt een heel gelukkige keuze. We eten en drinken heerlijk en zitten lekker te beppen. Ok, als we klaar zijn met eten hebben we het inmiddels wel echt koud, dus na een kopje koffie gaan we er vandoor. Maar we hebben buiten gegeten! Heel tevreden maken we al fotograferend een bonusrondje over het enorme plein en via wat steegjes (de ene met een jezuïtenklooster de ander met een kroeg met dj’s achter het raam) wandelen we terug naar ons hotel. Tijd om te tukken.

Middagje Wroclaw (18 mei 2019)

Middagje Wroclaw (18 mei 2019)

Het is een uurtje of 3 rijden naar Wroclaw (iedereen struikelt zich in de bus naar de juiste uitspraak, die ongeveer klinkt als ‘Vrotswav’) en Karin dut in de bus nog even verder. Het was geen beste nacht met een bed dat ongelooflijk veel herrie maakte. Gelukkig heeft Renske er niet zoveel van meegekregen, maar ook bij haar gaan af en toe de luiken toe. De bedoeling is om rond 12 uur / half 1 bij het hotel aan te komen. Dat mislukt. Dat wil zeggen; het is 10 voor half 1 als we er voor de eerst keer langs rijden en bijna 1 uur als we uiteindelijk achter het hotel op een parkeerplaats staan. Marek is tegen die tijd enorm gestressed en foetert zachtjes op alle reden voor de vertraging: weg dicht, werkzaamheden, eenrichtingsverkeer en dan OOK nog auto’s op ‘zijn’ (bus)parkeerplaats. We laten hem maar even: hij wil zo snel mogelijk naar zijn hotel en bijkomen.

Sonya neemt ons mee naar Hotel Europejski. Gebouwd rond 1880 ademt het de sfeer van ‘voorbije dagen’. We staan wat stuiterend in de rij om te horen of we al een kamer hebben. En zowaar. We ‘rennen’ naar boven, gooien onze tassen af, graaien haastig de sultana-voor-noodgevallen en een snelle jelle mee en stuiteren weer naar beneden. Daar wachten we nog een paar minuten op Sonya die gezegd heeft dat ze ook naar de free walking tour van Walkative (zie ook Warschau en Gdansk) wil. Helaas, ze komt niet opdagen. Jan sluit wel aan en we besluiten toch maar te gaan lopen. De tour start om half twee, maar dan wel twintig minuten lopen verderop. En we hebben nu nog precies twintig minuten. Dat wordt doorlopen dus! Om half 2 staan we wat hijgend op het centrale plein en 30 seconden later haakt Sonya aan. Ok, check, we kunnen.

Wroclaw (in het Duits heet deze voor een deel van haar geschiedenis Duitse stad Breslau) wordt rond het jaar 1000 voor het eerst genoemd in documenten en was een belangrijke handelsstad aan de Oder. Met grote hoeveelheid water en bruggen wordt de stad ook wel het Venetië van Polen genoemd. Vandaag ligt de stad er, in het zonnetje en de prima temperatuur, stralend bij. Ook deze Poolse stad heeft een bewogen verleden: in de loop van de geschiedenis is de stad achtereenvolgens Pools, Tjechië, onderdeel van het Pruisische Rijk, Duits en weer Pools geweest. De gids van Walkative neemt ons mee en vertelt ons in behapbare brokken over de geschiedenis en de bezienswaardigheden. Het platgebombardeerde en weer opgebouwde stadsplein (het op één na grootste van Polen), maakt indruk, net als schitterende kathedraal.

En naast deze enorme gebouwen vallen vooral op… een horde dwergen! Kleine bronzen beeldjes, een centimeter of 25 / 30, zijn op de gekste plekken in de stad te vinden. Er zijn er inmiddels meer dan 300 en ze vormen een eerbetoon aan de studentenpopulatie van de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw. Die streden met dwergenacties tegen het communisme. Effectief, vertelt de gids, want de communistische leiders zagen er vrij belachelijk uit als ze probeerden een in een dwergenpak gehesen student op te pakken voor het scanderen van de kreet ‘vrijheid aan de dwergen!’.

We genieten van de wandeling en nadat we onze gids hebben bedankt met een fooi en een hand, bekijken we de kathedraal. Heerlijk koel: we zijn inmiddels wat verhit geraakt door de wandeling in het zonnetje. Samen met Jan en even later Sonya strijken we neer op een terras waar we bijkomen met wat drinken en kletsen. Daarna vertrekt Jan naar het hotel, gaat Sonya in haar eentje aan de wandel en dwalen wij nog een rondje voor we op zoek gaan naar een restaurant.

We komen terecht bij Konspira, een geweldige tent. Ze grijpen terug op de geschiedenis en laten met een menu kaart met verhalen, tekeningen en foto’s, een nagemaakte (lege!) winkel en zelfs een heuse jeep op het terras zien hoe het leven in de PRL (Polish People’s Republic, de naam van Polen onder het communistisch regime) er uit zag. Ook de hele menukaart is geïnspireerd op eten uit die tijd, maar dan gelukkig met heerlijk verse ingrediënten en voldoende kruiden. We zitten op het terras, lezen alle verhalen, drinken een borrel (een sliwowika, een sterke pruimenbrandy, voor Karin) en eten verrukkelijk en veel te veel. We vertellen onszelf dat dat is om alle in de wandeling kwijtgeraakte calorieën aan te vullen.

Als we zijn uitgegeten wandelen we via het enorme plein terug naar het hotel. Daar duiken we tevreden ons mandje in. Een nacht goed slapen, dat gaat er wel weer in. Weltrusten!

Auschwitz (19 mei 2019)

Auschwitz (19 mei 2019)

Zo laat op de ochtend hebben we nog nooit in de bus gezeten. Het is half 11 als we wegrijden. Het weer is prima: stralend zonnig en lekker warm.  Vanochtend hebben we een beetje uitgeslapen, wat extra geld gepind, een blokje om gelopen met Chris en verder niet zoveel. We gaan vandaag uiteindelijk naar Krakau, maar onze eerste stop is Auschwitz. In de bus vermaakt Sonya ons met een quiz met vragen over Polen. Nog best lastig! En dan komen we (na een haastige lunch- en toiletstop) in Auschwitz.

WAARSCHUWING: het volgende stuk tekst gaat over de afschuwelijke dingen die mensen andere mensen aandeden in Auschwitz en over de soms gruwelijke getuigenissen daarvan. Het is geen fraai verhaal en overslaan is aan te raden als je hier geen behoefte aan hebt.

Dit concentratie- en vernietigingskamp ligt ongeveer 55 kilometer ten westen van Krakau. Het werd ingericht in 1940 en op 27 januari 1947 bevrijd door de Sovjets. Het kwam bestond in hoofdzaak uit drie delen: Auschwitz 1, Auschwitz 2-Brikenau en Auschwitz 3-Monowitz. Van 1940 tot 1942 deed het dienst als gevangen- en concentratiekamp. Veel gevangen in dit kamp kwamen om door mishandeling, honger, kou of werden afgeschoten door de SS’ers of de kapo’s, degenen die overzicht hielden op de gevangen. Toen in de zomer van 1941 werd besloten tot het vermoorden van alle Joden, begon Auschwitz ook de functie van vernietigingskamp te krijgen, waar Joden en anderen stelselmatig werden vergast en verbrand.

We bezoeken de eerste twee kampen, in die volgorde, met een gidse. Als we er aan komen zien we de lucht steeds verder betrekken. We kijken bedenkelijk omhoog. Deze vakantie zeggen we steeds half grappend tegen elkaar dat  het regent en koud is als we een plek bezoeken die sterk met de oorlog te maken heeft. En in Auschwitz zouden we dan wel de moeder aller buien op ons hoofd moeten krijgen… En inderdaad: de hemel schreeuwt het uit in dit geval.

We halen het nèt, droog binnen komen op de plek waar we door een controlepoortje moeten en een koptelefoon krijgen om de gidse beter te volgen. Als we binnen staan barst er echt een gigantische bui los. De wind steekt op en daarna volgen stortregen, onweer en hagel. Het komt echt met bakken uit de lucht en wat bedremmeld zegt een aantal groepsleden dat ze niets bij zich hebben… Als het niet minder lijkt te worden stelt de gidse voor een korte film (20 minuten) te kijken. Dan moeten we 6 zloty extra betalen p.p. maar het zijn originele filmbeelden van de bevrijding van Auschwitz. Voor ze is uitgepraat is iedereen om. Niets eens vanwege de regen, maar dit klinkt als iets dat we zeker willen zien.

Het is het eerste deel van een tijdelijke bezoek aan de hel. We zeggen later tegen elkaar dat we ons niets, maar dan ook niets kunnen voorstellen bij wat de kampbewaarders hebben gedacht. Hoe kan een mens een ander mens dit aandoen? Karin verzucht dat ze iedere keer weer verbijsterd is door het oneindige vermogen van de mens tot goed èn kwaad. De filmbeelden laten vooral de overlevenden zien, maar ook de slachtoffers. Kuilen vol met lijken. En in de stenen barakken in Auschwitz 1 zien we, als het inmiddels weer droog is, tentoonstellingen die maken dat Karin tegen haar tranen vecht. Kamers vol met schoenen (‘nog geen 5 procent van alle schoenen van alle mensen die  hier zijn omgekomen’, zegt de gidse). Een vitrine met restanten van brillen. Een kamer vol met gebruiksvoorwerpen zoals potten, pannen en borden. En vitrines vol met menselijk haar: afgesneden om te gebruiken. We zijn letterlijk misselijk als we buiten komen.

We lopen langs barakken omringd door prikkeldraadmuren en dreigende bordjes met doodshoofden. De barakken waren kaal. In één is een tentoonstelling over de selectie die werd toegepast als de nieuwe gevangen aankwamen. Geschikt voor werk? Dan werden ze gevangen gezet en aan het werk gezet. Niet geschikt voor werk, bijvoorbeeld omdat ze te jong, te oud, te zwak of te ziek waren? Dan volgende binnen een paar uur de gaskamer. De gaskamers in ovens in dit deel van het kamp zijn de kleinste en oudste: toen de toevoer van mensen te groot werd, werd Birkenau gebouwd. De ruimte en de ovens zien er onschuldig uit, maar we kunnen bijna geen lucht krijgen als we denken aan wat zich hier heeft afgespeeld.

Met een arm om elkaars schouders en volkomen murv lopen we na dik 2 uur van het terrein af. Even plassen. Wat water drinken. En in de bus naar Auschwitz II, Auschwitz-Birkenau. Het is een stukje lopen van de parkeerplaats, via een smalle weg en langs de rails waar vroeger mensen op werden aangevoerd, naar het kamp. De poort staat er en de rails lopen er onderdoor en eindigen in het niets. Het is inmiddels weer stralend zonnig en warm, wat iets volkomen onwerkelijks geeft aan het gigantische terrein, waar op het dieptepunt meer dan 90.000 mensen tegelijk gevangen zaten.

Een groot deel van het terrein ligt in puin; de Duitsers probeerden hun sporen uit te wissen toen ze de oorlog dreigden te verliezen. De gaskamers en ovens zijn opgeblazen en liggen in puin. Veel stenen barakken liggen in puin. Van de oorspronkelijke houten barakken is niets over. De stenen barakken die nog staan zijn in de meeste gevallen niet toegankelijk. Ze werden niet gebouwd op het bewaren voor de eeuwigheid en worden nu gestut en stuk voor stuk gerestaureerd. Een deel van de houten barakken is weer opgebouwd. Een enorm monument vertelt in 12 talen in een paar regels over de misdaden die zich hier hebben afgespeeld. In totaal werden 1,3 miljoen mensen afgevoerd naar Auschwitz, waarvan 1,1 miljoen mensen om kwamen. De overgrote meerderheid daarvan was Joods.

De meest afschuwelijke ruimte komt als laatste. Het doodsbarak in het vrouwenkamp. Hier werden vrouwen in geschoven, tot er 700 bij elkaar zaten, zonder eten, zonder drinken. En als er genoeg waren, werden degenen die nog niet gestorven waren, afgevoerd naar de gaskamers en de ovens. Boos, verdrietig, misselijk en in de war komen we als laatsten het terrein af. Het is inmiddels 8 uur en achter ons sluit het terrein. We rollen de bus in en rijden in stilte naar Krakau.

Daar komen we rond half 10 aan. We checken in en als we zijn opgefrist lopen we gezamenlijk naar een restaurant dat Sonya op dit late uur nog heeft weten te regelen. Uitstekende pizza en pasta en een lekker glas wijn. Hilbrand proost: ‘toch maar op het leven’. Proost.

Krakau inclusief Wieliczka Zoutmijn (20 mei 2019)

Krakau inclusief Wieliczka Zoutmijn (20 mei 2019)

Sonya heeft heel verstandig het programma een beetje aangepast, waardoor we om kwart voor 9 in plaats van kwart voor 8 in de bus zitten. Nog steeds hebben we te weinig uur kunnen slapen, maar het is in ieder geval beter zo! En ondanks dat het druk is, meteen weer een excursie, hebben we ook wel behoefte aan wat afleiding. Auschwitz zal de hele dag nog door onze hoofden spelen en in veel gesprekken voorbij komen. Het is goed om daarnaast met iets anders bezig te zijn en we laten ons dus graag informeren over de Wieliczka zoutmijn.

De mijn ligt op ongeveer 15 kilometer ten zuidoosten van het centrum van Krakau. Al in 1044 wordt in documenten melding gemaakt van de zoutwinning in deze mijn en pas in de jaren ’90 van de vorige eeuw stopte de commerciële zoutwinning. De mijn, met wereld erfgoed status, kent 300 kilometer (!) aan gangen en gaat meer dan 300 meter diep. Als toerist kom je ongeveer tot 135 meter diepte en leg je maar 2 kilometer af  (of 3,5 als je het bonus deel ook doet). En je bent zeker niet de enige, ontdekken we al snel.

Het is stampdruk beneden. En bijzonder. De bezienswaardigheden zijn eigenlijk vooral de door de mijnwerkers uitgesneden beelden en taferelen. Het grootste uitgesneden deel is een heuse kapel. Er waren er meer, maar door een overstroming zijn er nog maar twee over. De grootste zelfs met kroonluchters van zout! En een beeld van? Natuurlijk: Jan Pawel II (paus Johannes Paulus II)!

Het is een bijzonder geheel. We krijgen ondergronds over van alles uitleg. Maar als we boven staan, weten we nog niets over het winnen van het zout! Er zijn toiletten onder grond (op twee plaatsen). Er is een restaurant. Een filmzaal. Er zijn uiteraard souvenirwinkeltjes. Er is een ruimte die je kan afhuren voor feesten en partijen. Er is een soort welness-centrum. En je gaat met de lift weer naar boven. Een hele kleine lift, waarin we met acht mensen tegen elkaar aan gepropt in een klein hokje staan, met onder ons nóg een verdieping met 8 mensen! Knipperend komen we weer boven. Het is inmiddels 1 uur.

Om kwart voor 2 zetten we een groot deel van de groep af bij Wawel, het kasteel in het zuiden van het centrum. Ze gaan er rechtstreeks op uit. Wij kiezen er voor om met de bus mee te gaan naar vlakbij het hotel. Als we uitstappen rollen we zo een vooraf uitgekozen lunchtent in. Het is 2 uur en dringend tijd voor lunch. Die is er uitstekend: samosa’s voor Karin, kaas-bollen voor Renske (en die zijn veel lekkerder dan ze klinken), salade en heerlijke lassies (yoghurt-fruit drankjes). We komen helemaal bij.

En de rest van de middag: doen we vooral wat we elkaar en onszelf hebben beloofd. Zo min mogelijk. We rommelen op onze hotelkamer wat spullen heen en weer, wandelen naar het centrum en drinken koffie op het grootste plein van Polen, met uitzicht op de Mariakerk. Daar klinkt op het hele uur de Hejnal (spreek uit: hee-nouw): een kort trompetstuk dat vroeger het openen en sluiten van de stadspoorten aankondigde. Het wordt elk uur live gespeeld vanaf de toren: we zien een hand-met-trompet zwaaien als hij klaar is en voor het stuk klinkt van de drie andere hoeken van de hoogste toren van de kerk.

We bekijken het plein (een beetje), wandelen naar de St. Franciscus kerk en omdat het prachtig weer is en de deur open staat wandelen we naar binnen. Oh wauw, ineens weten we het weer. Dit hebben we inderdaad eerder gezien. Schitterende glas-in-lood ramen en art nouveau-achtige schilderingen van de Poolse kunstenaar Stanislaw Wyspianzki. Hij beschilderde het geheel in 1895, maar het ziet er nog steeds modern uit. Vooral de ramen lijken er gisteren ingezet en gloeien in de zon.

Als we bijna zijn uitgekeken en gefotografeerd begint er een mis en haasten we ons de kerk uit. Al dwalend komen we terecht bij Movida, een cocktailbar, waar we een uitstekend drankje drinken. En daarna dreutelen we naar de Moo Moo Steak en Burger Club, waar we nog anderhalf uur een tafeltje voor ons hebben. Dat blijkt genoeg voor een heerlijk stuk vlees en een lekker wijntje èn een kopje koffie toe. Ondertussen kletsen we elkaar natuurlijk gezellig de oren van het hoofd. En als we ‘s avonds door een sfeervol verlicht Krakau via de Florian Gate en de Barbican (verdedigingswerken) naar ons hotel dwalen, zijn we het er over eens. Dit was nodig, even een paar uur niks. Morgen zijn we wel weer toerist. Voor nu gaan we op tijd naar bed.

Meer Krakau (21 mei 2019)

Meer Krakau (21 mei 2019)

Helaas begint voor Renske de dag vandaag wat minder ontspannen: ze voelt zich niet heel lekker en hoeveel het geen drama is, spreken we af dat we per activiteit even bekijken wat er haalbaar is. Renske belooft dat ze aan de bel zal trekken als het niet gaat en na een rustig ontbijtje gaan we op stap. We stappen stevig door naar het centrale plein. Daar zien we allerlei kleuren paraplu’s (blauw, wit, gestreept), maar niet de knalgele van Walkative. Als Karin nog eens goed op de website kijkt, blijkt dat we bij de Barbican moeten zijn! Oeps… Gelukkig is het maar een paar minuten lopen en met zeker 30 seconden speling sluiten we aan bij de gratis walking tour door het oude centrum van Krakau.

De stad is oud; al 1400 jaar geleden (dus vóór Polen bestond) was er een stad en 965 jaar geleden wordt de stad voor het eerste genoemd als een belangrijk handelscentrum. Na een inval van de Mongolen (de kleinzoons van Genghis Kahn) in de 13e eeuw, die het centrum platbranden, worden in 1257 de muren gebouwd. 3,8 kilometer lang, met 74 wachttorens en 4 meter hoger dan het laatste nog staande stukje muur (200 meter) nu is. Dat laatste komt omdat het centrum door afval en restjes zo’n 4 tot 5 meter hoger ligt dan in de vroege middeleeuwen! De muren zijn uiteindelijk in 1817 gesloopt. Het stadsbestuur wilde stadsvernieuwing. Dankzij het protest van één van man en zijn ijzersteker argument bleef een noordelijk stukje muur staan. Hij zei dat als die muur ook gesloopt zou worden, de snijdende noordelijke winden in de winter de rokken en jurken van de dames zouden opwaaien. En dat zou wel heel onzedelijke taferelen opleveren! De noordelijke muur bleef en is tot vandaag het enige stukje muur dat er nog staat.

De gids neemt ons mee door de stad. En net als de voorgaande keren is het super-interessant. Het plein, de Mariakerk, de Adalbert-kerk (klein en met een originele ‘kelder’ hopen we die komend weekend nog te bezoeken), de St. Franciscus-kerk, de universiteit en het kasteel met een echte vuurspuwende draak (elke vijf minuten komt er vuur uit zijn bek): ze komen allemaal voorbij.

En bij elke bezienswaardigheid hoort een legende. Zoals de twee broers die de torens van de Mariakerk bouwden. De oudere vermoorde de jongere met een messteek en bouwde zijn torn daarna hoger. En de Hejnal, die elk uur klinkt en abrupt wordt afgebroken ter ere van de trompetter die waarschuwde voor de komst van de Mongoolse invasie en dat met een pijl door zijn keel moest bekopen. En behalve de legende, vertelt de gids ook het meest waarschijnlijke  echte verhaal. Zoals de ene toren die hoger moest dan de andere, omdat er soldaten in werden gehuisvest die de omgeving in de gaten hielden. En het muziekstuk dat het openen en sluiten van de poorten aankondigde en dat nu elk uur wordt gespeeld nadat een groep studenten een Amerikaanse schrijver de legende wijsmaakte. Hij schreef het in een boek dat populair werd en toen alle toeristen eer naar vroegen, werd de Hejnal vanaf dat moment elk uur gespeeld. Door twee brandweerlieden, die 24 uur achter elkaar dienst hebben en behalve het live spelen van de muziek, niets te doen hebben in die 24 uur. Nadat 3 x 2 andere brandweerlieden hun dienst hebben gedraaid moeten ze weer opnieuw. meer dan 200 treden omhoog, elke 24 uur 2 x 25 seconden dienst en dan meer meer dan 200 treden naar beneden. De oudste trompetter is 80…

We genieten van de rondleiding, geven een dikke fooi en maken daarna gebruik van de tip voor een lunchplek. We landen bij Lajkonik, een bakkerij waar ze uitstekende koffie en heerlijke brood-specialiteiten blijken te hebben. Zoals bagels, een blijkbaar van oorsprong Poolse lekkernij. We genieten ervan en besluiten daarna nog een beetje op stap te gaan. Het weer is na een rustige ochtend snel minder aan het worden en als we de heuvel van Wawel weer hebben beklommen, begint het te regenen. Eerst zachtjes, maar we zijn blij als we de kathedraal hebben bereikt, want het begint stevig te regenen.

We bekijken kathedraal en gaan daarna kijken of we kaartjes kunnen krijgen voor de State Rooms en / of Royal Appartments van het kasteel. Als we een bewaker vragen waar we die kunnen halen antwoordt hij met ‘te laat’. Ehm, pardon? We blijken voor vandaag te laat, maar als we herhalen dat we graag willen weten waar we moeten zijn, wijst hij ons nors de weg. Karin bedankt allervriendelijkst en wacht… lijkt zijn gezicht nu te barsten in een lachje…? Dat zullen we ons wel verbeeld hebben. Bij het informatiecentrum staan we wat te mutsen als Chris en Hilbrand voor Karins neus beginnen te wapperen ‘oehoe, iemand thuis’. Oh pardon, we hebben net ook al over wat andere groepsgenoten heen gekeken die liepen te zwaaien. Tijd voor wat drinken.

Na een kopje thee gaan Chris en Hilbrand de Staterooms in en geeft Renske aan dat het wel genoeg is geweest voor vandaag. We wandelen via een reservering voor zaterdag (bij restaurant Pergamin, waar we graag willen eten) en een supermarkt (bananen, kaakjes, wat drinken) naar het hotel. Daar duikt Renske haar mandje in. Karin typt wat aan het verslag en gaan ‘s avonds gezellig met Sonya wat eten.  Ook zij maakt het niet laat en het wordt ‘s avonds al snel stil in kamer 8. Tijd voor een lange nacht slaap en morgen naar Zakopane.

Door de regen naar Zakopane (22 mei 2019)

Door de regen naar Zakopane (22 mei 2019)

He, dat is beter. Renske voelt zich al weer een heel stuk beter en we hebben allebei flink wat uren geslapen. Gisteren onderweg naar het hotel zijn we werkelijk kletsnat geregend en we zijn blij verrast dat onze broeken en schoenen na één nacht verwarming weer droog zijn. Vannacht heeft het ook gehoosd en de ellende lijkt nog niet voorbij. Hoewel het droog is als we op weg gaan naar de bus, heeft bijna elke groepsgenoot één of meer waarschuwings-smsjes gekregen waarin in het Engels wordt gewaarschuwd voor noodweer. Wat een timing: waar we in Bialowieza de kou moesten trotseren maar het in ieder geval droog was, lijken we dat geluk nu niet te hebben. Het wordt maximaal 11 graden en er is een 100% kans op regen afgegeven… Erg jammer voor een regio die in de winter dienst doet als skigebied en in het late voorjaar en de zomer bekend staat als schitterend wandelgebied.

Niets aan te doen. Zo vrolijk mogelijk gaan we op stap en aanvankelijk is het zelfs droog. Het landschap wordt snel bergachtiger en in de verte zien we het Tatra-gebergte in beeld komen. Er ligt nog sneeuw! In de bergweiden grazen schaapskuddes, een aantal keer vergezeld van een herder en hond. De weg kronkelt en zo hier n daar is er een zonnestraaltje.

We rijden naar een plek zo ongeveer tegen de Slowaakse grens aan (onze telefoons heten ons welkom in Slowakije) en daar gaan we lunchen terwijl de eerste enorme bui losbarst. Dit is geen miezer of zachtjes regenen meer: het hoost. We besluiten ter plekke dat we nu definitief afzien van de geplande activiteit. Vlotvaren. Twee uur lang op een open bakkie, met twee lokale mannen die met stokken het ‘vlot’ op koers houden terwijl de stroom zorgt voor de voortbeweging. Het schijnt schitterend te zijn, het landschap, maar we hebben geen behoefte aan kletsnat en / of ijskoud worden en bedanken. We zijn niet de enigen, maar als de lunch op is (een interessante ‘toasted sandwich’ voor Renske met ondefinieerbaar maar lekker beleg en pierogi voor Karin), is het droog en uiteindelijk willen 7 mensen toch wel graag vlotvaren. We zwaaien ze uit en gaan dan met Marek mee met de bus.

Hij zet ons een dikke drie kwartier later af en we wandelen naar de plek waar de vlotten aan land komen. De koffie is er niet te drinken, maar we kletsen wat met Jan en Hilbrand en kijken ondertussen met een angstig oog naar de enorme zwarte wolken die er aan komen. De groep haalt het BIJNA om redelijk droog over te komen. Ze hebben wat spetters gehad, maar het was prachtig onderweg. En op het allerlaatste moment krijgen ze, echt op de laatste 200 meter, de dreigende bui vol over zich heen. In de stromende regen komen ze aan land.

We gaan gauw naar de bus om op te warmen en Sonya trekt een fles Bison Grass Vodka open en schenkt iedereen een bodempje in. We proosten in het Pools (‘na zdrovje’) en de wodka zorgt als snel voor rode konen en soezelen in de bus. De laatste anderhalf uur gaan rustig voorbij, terwijl de ene na de andere bui over trekt.

Zakopane is duidelijk een luxere wintersportplaats. Het doet een beetje Duits of Oostenrijks aan en heeft een flink aantal restaurants. Als we zijn ingecheckt gaan we samen op zoek naar een restaurant en bij Italiaan Christina  vinden we echt verrukkelijke pasta en pizza en een heerlijk wijntje. Rozig vertrekken we naar het hotel. Door de regen natuurlijk en we zijn blij als we er zijn. Vandaag hoeft er niks meer en morgen ook niet! Tijd voor een tukje.