Archief van
Categorie: Europa

Dag 12 – Niaux en Toulouse

Dag 12 – Niaux en Toulouse

Uitgeslapen werken we onszelf rond 8 uur het bed uit. Harro is duidelijk over de ergste snuffels heen, maar om dat te compenseren heeft Karin vandaag een off-day. Dat mag de pret niet drukken: inpakken en wegwezen hebben we besloten. Omdat de weersvoorspellingen heen en weer schieten tussen beroerd, redelijk en opnieuw beroerd, besluiten we het over een andere boeg te gooien, Vandaag scheuren we Carcassonne, Mirepoix en Montsegur (allemaal geplande stops, voor een bezoek of een of meerdere overnachtingen) voorbij. Via de snelweg rijden we in een keer naar Niaux!

We nemen een broodje mee in de auto en daarna rijden we twee uur flink door. Een snelle fotostop vanaf de snelweg bij Carcassonne en een kop koffie en door gaan we weer. Meer water en fris later en om half 2 zijn we in Niaux. Dit piepkleine dorpje ligt in Pyreneeen tussen prachtige bergen. In de verte, waar de bergen echt hoog worden, zien we sneeuw op de topppen: om ons heen is alles prachtig groen. Alleen al het landschap is erg de moeite van deze rit waard!
Maar, verscholen in deze bergen, liggen een aantal van de beroemdste grotten met pre-historische tekeningen. Waar beroemde grotten in de rest van het land (zoals die van Lascaux) steeds vaker gesloten worden voor het publiek, zijn de grotten hier nog (beperkt) toegankelijk. Officieel moet je – zeker buiten juli en augustus – reserveren, maar we wagen het er maar op.

We hebben mazzel, als we na een ritje over een spectaculair bergweggetje bij de enorme (door mensen gemaakte) grotingang komen, blijkt dat we zo mee kunnen met de tour van kwart voor 2. Helaas hebben we de Engelse tour net gemist (deze tour is in het Frans), maar omdat we vooral voor de beelden komen besluiten we gewoon mee te gaan. 10 minuten later vertrekt gidse Marion met ons (een Frans stel, een Duits stel en ons) naar  binnen. Ze vertelt de hele tour heel veel, maar praat rustig en geeft ons herhaaldelijk de gelegenheid om vragen te stellen, ook in het Engels als we dat willen. Maar we kunnen het tot onze aangename verrassing redelijk volgen en Marion is – net als wij – in haar nopjes.
De tocht blijkt echt geweldig! Als we twee beschermdeuren door zijn (om de temperatuur in de grot constant te houden) staan we in het pikdonker in een enorme gang, waar het 12 graden en vochtig is. De hele toch gaat over redelijk ‘gelijk’ terrein: we hoeven weinig te stijgen en dalen, al zorgen de hier en daar spekgladde stenen en honderden richels er wel voor dat het oppassen is geblazen. De meeste gangen zijn enorm en vrij hoog. Uiteindelijk lopen we ongeveer 800 a 900 meter de grot in naar de ‘salle noir’ (zwarte kamer). Onderweg hoeven we maar 3 keer door een smalle doorgang en maar 2 korte steile trappen op en af.

De eerste van deze smalle doorgangen – als we ongeveer een kwartier binnen zijn, na een uitgebreid verhaal van Marion – wordt de Duitser teveel. Zijn vrouw roept Marion: haar man heeft een accute aanval van claustrofobie. De man staat inderdaad zwaar te hijgen en wil duidelijk alleen nog maar naar buiten. Marion is verplicht ons allemaal mee terug te nemen als ze het stel naar buiten brengt. Daarna gaan we meteen weer naar binnen: het is nu bijna een privetour geworden!

We lopen nu de oorspronkelijke ingang voorbij – de enige natuurlijke doorgang die in dit 4.5 km lange grottenstelsel is gevonden – net als de resten van een onderzoek uit de jaren ’70 van de vorige eeuw – waaruit bleek dat het oorspronkelijke vloerniveau uit de tijd van de Cro Magnon mens die de schilderingen maakte, ongeveer een meter lager lag. Sindsdien hebben rivieren door de grotten gestroomd die lagen kalk hebben achtergelaten. We stoppen wel bij de volgende bijzonderheid: een serie lijnen en stippen uit de tijd van de schilderingen die als bewijs worden gezien dat er sprake was van een eigen cultuur en communicatie tussen de verschillende mensen uit die tijd: dezelfde stippen en strepen (een voorloper van het schrift?) zijn gevonden in alle grotten in Frankrijk en Spanje.
Daarna lopen we – langs een serie zalen die zijn afgesloten voor publiek – naar de ‘salle noir’. Het is een enorme, ronde zaal, wel 25 meter hoog, met een geweldige akoestiek. We laten onze lampen achter en Marion leidt ons langs de wanden. Zij naast de muur: wij achter een hek. Als haar lamp over de eerste schilderingen schijnt, stokt de adem in onze keel. Het is in een woord geweldig. We zien bizons in heel veel detail, stylistisch weergegeven paarden en kleine hertjes met gedetailleerde hoorntjes, allemaal in zwart. De kunstenaars maakten duidelijk gebruik van de rots: een rug blijkt een barst in de rots, een oog een deukje. De tekeningen staan over en door elkaar heen. We zien op vier plaatsen schilderingen en kijken onze ogen uit. Wat een prachtig gezicht en wat een bijzonder idee dat op deze plaats bijna 14 tot 15 duizen jaar geleden mensen kwamen, met toortsen en lampjes en deze tekeningen maakten!

Na 20 minuten moeten we verder: onze adem kan de tekeningen beschadigen en daarom mag elke groep maximaal 20 minuten in de zaal blijven en zijn er een beperkt aantal tours per dag. We lopen terug en bekijken onderweg nog een paar strepen en punten. Onderweg kijken we waar mogelijk ook onze ogen uit naar de grot zelf. Zo in het donker, met alleen een lampje krijgen we een beetje een idee hoe dat vroeger moet zjn geweest. Door de grot lopen wordt hiermee een belevenis op zich!

Uiteindelijk zijn we om half 4 bij de auto terug. We bedanken Marion uitgebreid en kopen nog een paar kaarten. We mochten binnen geen foto’s maken en willen toch graag een aandenken. Daarna rijden we een aantal dorpjes verderop naar een supermarkt, waar we een broodje, kaas en sap halen en op de parkeerplaats opeten. Na enig overleg besluiten we door te rijden naar Toulouse en daar een hotel te pakken. Het is maar een uurtje rijden en Harro manouvreert zich in de spits op een bewonderenswaardige manier door deze grote, drukke stad. We landen keurig in de parkeergarage naast het hotel dat we op het oog hebben. Helaas is dat vol, maar het hotel ernaast heeft voor een redelijke prijs een kamer vrij.
Nadat we – opnieuw via het gratis WiFi op de kamer – het eerste deel van de site hebben bijgewerkt, vertrekken we voor een klein rondje stad. Karin na het grotbezoek zo mogelijk nog dweiliger en we beperken ons dan ook tot een fotorondje om de bijzondere basiliek van de stad. Daarna drinken we wat en na een kort bezoek aan de plaatselijke MacD trekken we ons terug op onze hotelkamer. Daar schrijven we sterke verhalen over vandaag en smeden we snode plannen voor morgen.

Dag 13 – Toulouse naar Chinon

Dag 13 – Toulouse naar Chinon

De weerberichten in het zuiden beloven werkelijk niets goeds meer, dus het is tijd voor ons om onze biezen te pakken en verder naar het noorden te verkassen. Na lang wikken en wegen besluiten we richting de Loire vallei te rijden, met als reisdoel het dorpje Chinon.
We staan om half acht op, dwalen kort over een overdekte markt waar Harro snel een bakkie koffie drinkt en zitten om half negen in de auto. Karin voelt zich niet zo goed, de verkoudheid lijkt nu meer op een griepje, en ze is maar wat blij dat ze de hele dag in de auto mag zitten… De rit is zo’n 550 kilometer, en de verwachtte aankomsttijd is rond 3 uur.
Als we eenmaal de ring van Toulouse die helemaal vol staat achter ons hebben gelaten, schiet het lekker op. We pakken lekker de tolwegen, zeker niet goedkoop, maar wel heerlijk rustig. Onderweg stoppen we een paar keer voor wat eten en drinken en worden we getrakteerd op een paar korte buitjes. Hoe verder noordelijk we komen, hoe beter het weer wordt, dus het ziet er naar uit dat we de juiste keuze hebben gemaakt door naar het noorden te vertrekken.
 
Iets na drieen komen we aan op een keurige camping in Chinon, het weer laat het eindelijk weer eens toe om te gaan kamperen, dus daar maken we dankbaar gebruik van. Op de camping zoeken we snel een lekker rustige schaduwrijke plek op, want het is hier tegen de 30 graden. We staan vlak aan het water met een prachtig uitzicht op het kasteel van Chinon. Het water is de rivier de Vienne, normaliter een rustig stroompje waarop volop wordt gekanoed. De enorme hoeveelheid water heeft dit stroompje echter omgetoverd tot een grote bruine rivier, die behoorlijk buiten zijn oevers is getreden. Ook hier weinig activiteiten op het water dus.

Karin voelt zich nog steeds niet opperbest, dus we besluiten op de camping te eten. Harro gaat op zoek naar een supermarkt, en na een complete verkenning van het dorp weet ‘ie er dan ook een te vinden. Kaasjes, stokbrood, vooral veel fruit en voor de zekerheid een flesje wijn en we hebben weer een complete maaltijd. We eten terwijl we een boekje lezen en zelf vormen we ook een behoorlijke maaltijd voor de alom aanwezige muggen.
We zij ook een leuk spectakel voor onze buren. Schijnbaar doen we iets niet helemaal zoals de rest van de mensen verwacht…  De normale toegangsweg naar ons (door de eigenaar van de camping aangewezen!) stekkie is afgesloten met een lint, dus enig omrijden tussen de andere campingplekken is dan nodig. Zodra Harro terugkomt van de supermarkt wordt de weg richting onze campingplek geblokkeerd door een engels stel met een aantal enorme honden. Enig soepel stuurwerk verder is ook dit obstakel genomen, wat toch leidt tot enige afkeurende blikken. Onze Duitse buurman en bijbehorende buurvrouw (die natuurlijk keurig aan de ‘goede’ kant van het lintje staan) zijn ondertussen ook al een paar keer komen kijken of het wel allemaal goed gaat bij ons, wij staan immers aan de ‘foute’ kant van het lintje… Ondertussen hebben meer mensen besloten dat we toch wel een erg mooie stek hebben gevonden en wordt het langzamerhand een stuk drukker om ons heen.

Nadat we onze heerlijke maaltijd hebben verorbert, besluiten we nog kort het dorp in te lopen voor een kop koffie. Op een heerlijk zonnig terrasje drinken we een bakkie, en dan zijn we er wel klaar mee voor die dag. Terug naar de camping en na het bewonderen van de dierentuin die zich in onze tent heeft gevormd liggen we rond 10 uur in onze slaapzakken.

Dag 14 – Saumur

Dag 14 – Saumur

Karin had voor vandaag een dringend verzoek, of eigenlijk twee./ Het eerste is dat er geen wekker zou staan en het tweede dat we een kijkje gaan nemen bij de Ecole Nationale d’Equistration, de beste ruiterschool van Frankrijk waar de Cadre Noir traint en demonstraties geeft. Harro is ook de rotste niet, dus rond 9 uur rollen we lekker uitgeslapen onze slaapzak uit. Karin voelt zich al een stuk beter en na een douche en een klein ontbijtje kunnen we er helemaal tegenaan.

We rijden via een prachtige route naar Saumur, waar de rijschool zich bevindt. Onze bitching B (de TomTom) hebben we op ‘ snelste route’ staan en dat betekent per ongeluk een geweldige route langs het water en midden door de wijnvelden waar het Loiredal zo bekend om is. Ongeveer om elke hoek zien we een nieuw Chauteau en we genieten van het weer, dat – hoewel iets koeler dan gisteren – nog steeds prachtig is.
Na een kopje koffie onderweg op een terrasje aan het water dat er schattig uitziet en een paar fotostops, zijn we uiteindelijk rond half 12 net buiten Saumur bij de ruiterschool. Daar kunnen we een rondleiding krijgen langs de stallen, maar morgen blijkt er om half 11 een van de 4 x per maand georganiseerde rijdemonstraties te zijn! Karin reserveert meteen kaartjes en voor Harro weet wat er gebeurt heeft hij uit de pot betaalt voor 2 kaartjes. Karin is helemaal opgetogen: een dergelijke demonstratie is echt een traktatie. Harro haalt zijn schouders nog maar eens op en mompelt iets over rennende biefstuk…

Daarna rijden we terug naar Saumur en ineens weet Karin waarom Harro zo toegeeflijk is. Saumur Natuurlijk: daar staat ook het musee des blindes, zo ongeveer het grootste tankmuseum ter wereld! Harro gebruikt zijn puppie-ogen en Karin kan zichzelf wel voor het hoofd slaan. Het ging natuurlijk ook te makkelijk, die kaartjes! Ze zucht eens diep, mompelt iets over stomme stukken staal en manlijke domheid en haalt haar schouders op.
Anderhalf uur later hebben we werkelijk elke tank gezien die er op de wereld te vinden is, waaronder een paar heel bijzondere exemplaren. Zo staat er het bijna complete Duitse assortiment uit de Tweede Wereldoorlog en de meeste ervan kunnen nog rijden ook! Harro is in zijn nopjes en Karin heeft een hoop opgestoken over de domme stukken staal.

Tijd voor lunch, die we gebruiken op een klein terrasje in Saumur en daarna willen we wel eens iets meer ‘proeven’ (zowel figuurlijk als letterlijk) van dit beroemde wijngebied. We vinden in een foldertje in het Office de Tourisme een ‘cave’, een wijnboerderij, in de buurt van Saumur. Onze vriendin B leidt ons er zonder enige problemen naar toe en een mooie route en wat fotostops later staan we op de stoep van …(naam)… Het blijkt erg makkelijk en leuk zo’n bezoek! We vragen voorzichtig of we iets mogen proberen en krijgen meteen de lijst voor ons neus. Uiteindelijk proberen we 2 rose’s en 3 rode wijnen. Harro doet natuurlijk rustig aan (hij moet immers nog rijden) en drinkt bij elkaar niet meer dan 4 slokken, maar als we zouden willen kunnen we alleen al van het proeven op ons hoofd staan! Na het proeven gaan we met de lijst op stap en slaan voor een prikkie een aantal van de heerlijke wijnen in die we geproefd hebben. Zo’n wijnboer mogen ze ook bij ons om de hoek hebben!
 
Na deze uitspatingen rijden we via een opnieuw prachtige route terug naar de camping. Na een uurtje lezen wandelen we het dorpje in waar we op een terras genieten van het eten. Dit is zonder meer een vakantie waarin de innerlijke mens behoorlijk wordt verwend!

Dag 15 – Paarden, wijn en kastelen

Dag 15 – Paarden, wijn en kastelen

Vanochtend schieten we iets meer op dan gisteren: we moeten tussen half 10 en kwart voor 10 in Saumur zijn om de kaarten voor de demonstratie op te halen. We halen na het douchen met de auto een broodje in het dorp en rijden meteen door naar Saumur. De gisteren nog lege parkeerplaats bij de rijschool is ineens stampvol. Busladingen schoolkinderen en bejaarden, stapels individuele belangstellenden en een enorm hoeveelheid leden van het Legion d’Honneur, drager van de hoogste Franse erenmedaille verdringen zich om de ingang. Er blijken keurig twee kaarten op Karin’s naam klaar te liggen en we worden snel en netjes naar onze plaats begeleid. We zitten naast wat schoolkinderen te zitten die zich echter met de aanwezigheid van een stapel docenten in de buurt verrassend goed gedragen.

Klokslag half 11 begint de demonstratie. De spreekstalmeester heet de aanwezigen welkom. Er blijken ook twee hoge legerofficieren aanwezig en de tribunes zitten behoorlijk vol. De demonstratie is erg leuk opgebouwd. We zien in een uur alles voorbij komen: van paarden in training, waarvan de ruiters laten zien hoe ze getraind worden, via een aantal demonstraties en trainingen inclusief de beroemde sprongen van het Cadre Noir, tot een aantal echt geweldig uitgevoerde dressuurproeven van individuele paarden en ruiters. De uitsmijter is een proef van zeer hoog niveau waarin 6 van de beste ruiters van de school hun kunnen laten zien. De prachtige paarden weven zich schijnbaar moeiteloos in ingewikkelde patronen langs elkaar: het geheel ziet er prachtig uit. Karin geniet en zelfs Harro kan de kunsten wel waarderen.

Na exact een uur is het voorbij en vertrekken we opgetogen uit de enorme manege. Dat was een bijzonder genoegen! We vertrekken naar Saumur waar we wat drinken in hetzelfde cafe waar we gisteren hebben geluncht. De luidruchtige ober krijgt door dat we Nederlanders zijn en hint meteen op de voetbalwedstrijd van morgen. De rest van ons stopje daar heeft hij het constant over ‘monsieur/madame hollande’. We zijn blij dat we hier morgenavond niet zijn…

Na het drankje pikken we een broodje op en vertrekken naar de camping. Het weer is omgeslagen: het is ineens enorm bewolkt waar het vanochtend nog strakblauw was en de temperatuur is fors gedaald. Op de camping verkleden we ons in meer passende kleding en daarna rijden we door naar Langleais. De rit is prachtig, door de wijnvelden en door rollende heuvels, maar we zijn wat afgeleid door de donkere wolken die we tegemoet rijden.    
In het stadje aangekomen begint het inderdaad te regenen. We drinken wat op een overdekt terras en daarna veroveren we – zoals gepland – het kasteel van het gehucht! Dat is alle behalve klein: dit enorme gevaarte is gebouwd tussen …. en … en ziet er van buiten uit als een grimmig fort. Ophaalbrug, geschutsgangen van waaruit geschoten kan worden en kokende olie over de tegenstanders kan worden uitgegoten en weinig ramen. Het feit dat de grachten ontbreken en het gezicht dat het kasteel vanaf de binnenplaats laat zien, ondermijnen echter dit beeld. Het is duidelijk een laatste stuiptrekking van de tijd dat kastelen veilige burchten waren.

In het kasteel kunnen ongeveer 15 kamers bezichtigd worden en je kan over de geschutsgang lopen, op de toren. We zijn onder de indruk: het kasteeel is volledig gerestaureerd en ziet eruit zoals het er in de 15e / 16e eeuw uitgezien kan hebben. Er hangen als extra bonus bijzondere tapijten uit die tijd en er staan een aantal prachtige houten kisten, inclusief sloten. We nemen heerlijk de tijd voor ons bezoek: buiten regent het en er is uitgebreid, begrijpelijk Nederlands commentaar voorhanden.

Als we alles hebben bekeken en gefotografeerd, vertrekken we weer. Het is inmiddels weer droog en we zien zelfs weer wat blauwe lucht aankomen. We rijden terug naar Chinon, waar we de auto op de kletsnatte camping parkeren. Echt veel reden om hier te blijven hebben we ook niet. We besluiten nog een poging te doen wat wijn te proeven. In het dorp bezoeken we de Caves de …. Deze wijnboer heeft zijn wijnvoorraad, zijn winkel en zijn proefbalie in de ‘grotten’ die in de 15e eeuw onder het kasteel zijn uitgegraven. Het is er koud (we hebben medelijden met de blauwbekkende dame die er de hele dag moet staan: ze heeft een klein kacheltje als troost), maar we krijgen een warm welkom. Twee Engelse dames staan al te proeven en binnen no-time hebben we ook ons eerste glas te pakken. Harro kan deze keer ook mee doen en we nemen het ervan. We proeven 2 witte wijnen, 1 rose en 3 rode wijnen. We vinden een witte en een rode zo lekker dat we ook hier weer wat meenemen: maar goed dat we niet nog meer wijnboeren aandoen, of de auto zou echt door z’n wielen zakken!

Als we weggaan zijn we niet echt net zo giegelig als de Engelse dames (die overigens op fietsvakantie zijn en ook nog terug moeten trappen naar hun overnachtingsplek…), maar we hebben wel lol. In een kroegje in het dorp brengen we wat tijd door om stukken te typen voor de site en daarna is het dringend tijd om wat te eten. Dat doen we op een terrasje. Het eten is opnieuw uitstekend en na nog een drankje wandelen we terug naar de camping. Het weer is de laatste uren weer helemaal omgeslagen. Het is nu weer strakblauw en samen met de gedaalde temperatuur hebben we duidelijk een frisse nacht voor de boeg. We kruipen op de camping dan ook snel is wat laagjes slaapzak en lezen heerlijk ingepakt tot onze ogen echt dichtvallen.

Dag 16 – naar Boulogne

Dag 16 – naar Boulogne

We komen maar moeizaam uit bed vandaag: we hebben allebei erg lekker
geslapen, dus de neiging om de wekker nog even te negeren is behoorlijk
aanwezig. We weten tegelijk dat we nog behoorlijk wat moeten inpakken
en opruimen, dus uiteindelijk motiveren we elkaar toch maar op de ons
gebruikelijke ‘zachtzinnige’ manier om op te staan. Na een lekker warme
douche ruimen we onze zooi op en pakken alles is. Na alle vakantiedagen
is de auto ook toe aan een kleine reorganisatie: we moeten immers de
flessen wijn kwijt en bovendien hebben spullen de neiging om te
‘groeien’ als je op reis bent. Waar op dag 1 alles nog zo leuk in je
tas past, lijkt het op dag 16 wel of je ineens twee keer zoveel bij je
hebt!

Na een reorganisatie is het ergste leed weer geleden en vertrekken we –
met pijn in ons hart – uit Chinon. We vinden het een heerlijke plek en
we hadden nog wel wat meer willen ontdekken van de fascinerende
omgeving. Maar: Honfleur roept. We pakken – net zoals op andere
momenten deze vakantie als we willen opschieten – de tolwegen en vreten
kilometers. Onderweg houden we een kleine pauze, maar voor we het weten
zitten we al op de secundaire wegen naar Honfleur en het is pas
lunchtijd!
We zijn net aan ‘t overleggen of we inderdaad gaan stoppen in Honfleur
en zo ja voor hoe lang, als de vrachtwagen waar we achter rijden met
een enorme knal een klapband krijgt. We schrikken ons allebei een
hoedje en Harro trapt op de rem. De auto achter ons heeft gelukkig
voldoende ruimte over gelaten, dus alles gaat goed. De stukken rubber
spetteren in het rond en de vrachtwagen heeft gelukkig genoeg wielen om
op de weg te blijven en met rustig afremmen de berm op te zoeken. Harro
stapt uit en verwijdert het rubber van de weg en pas als we verder
rijden – ‘zo, dat was dat’ – slaan de bibbers toe. Nu zijn we in ieder
geval toe aan pauze!

In Honfleur overleggen we op de parkeerplaats wat we willen. Voor de
rust morgen is het wel lekker als we vandaag nog wat verder rijden en
Honfleur blijkt wel erg druk en toeristisch. We pakken de telefoon en
Harro reserveert – inmiddels keurig in het Frans – een kamer in een
hotelletje in Boulogne-sur-Mer, de nieuwe eindbestemming van vandaag.
Daarna gaan we op zoek naar een lunchgelegenheid. We vinden
uiteindelijk een broodjestent aan de haven, waar we op ons gemakje een
broodje eten en wat drinken. Daarna dwalen we nog wat door dit
schattige prentenbriefkaart-dorpje. Het is jammer dat zoveel mensen de
charme ervan heben ontdekt: er zijn wat busladingen losgelaten en om
ons heen horen we vooral Nederlands, Engels en Duits. Het haventje en
de kleine straatjes eromheen zijn wel erg lief, dus we vergeven het
iedereen dat ze hier ook willen zijn.

Na een pauze van anderhalf / twee uur rijden we door in de richting van
Boulogne. Dankzij TomTom en deze keer wat handig (ja echt)
manouvreer-acties van Harro staan we bijna 2 uur later keurig op de
eerste parkeerplaats na het hotel, op het laatste plekje. In het hotel
zegt een onmiskenbaar Britse stem ‘Hello’. Omdat we niemand zien, duurt
het even voor we door hebben dat de zwarte vogel in de enorme kooi
naast de balie ons gedag zegt! We moeten erg lachen en als dame achter
de balie verschijnt heeft ze meteen door waarom we zo’n lol hebben. Ze
zal het wel gewend zijn, met zo’n praatziek beest. Het klinkt wat
luguber als hij ook nog begint te lachen.

Onze kamer is keurig en vrolijk in geel en blauw, met een erg nette
badkamer. We zijn het fenomeen douchestang al bijna ontwend, net als
douchedeuren en prettig toiletpapier, dus dit is een genoegen! Na een
korte opfrissessie lopen we een rondje door de ‘lage’ stad. De oude
stad is helaas te ver weg om goed te bekijken en hoewel de haven leuk
is om te zien, is het verder – zeker zo met het sluiten van de winkels
– niet heel bijzonder.
We besluiten uiteindelijk om te eten bij het Tex-Mex-restaurant naast
het hotel. Er zijn daar een aantal grote televisieschermen en we
realiseren ons als we naar binnen lopen dat de wedstrijd
Nederland-Frankrijk vandaag wordt gespeeld. Ons Frans verbetert er
aanzienlijk van: wij Nederlanders? Welnee! Het eten is prima en de
cocktails smaken heerlijk, dus we nemen er de tijd voor. Het personeel
heeft het erg druk met voetbal kijken (zelfs bij het opnemen van de
bestelling gluurt de ober nog naar het scherm) dus daar worden we zeker
niet door verjaagd. Als het eerste doelpunt valt doen we een verstopte
‘high 5’ en we nemen er nog een borrel op. Uiteindelijk kijken we het
laatste deel van de hotelkamer en amuseren ons met sms-jes van en naar
het thuisfront. Na het 4-0 resultaat krijgen we het advies om het
nummerbord af te plakken en verder alleen nog maar Duits te praten!

We schrijven nog wat voor de site en dan vallen we echt om. Morgen langs de Cote d’ Opale en terug naar Nederland!

Dag 17 – Terug naar Nederland

Dag 17 – Terug naar Nederland

De wekker gaat op tijd, maar niet belachelijk vroeg en omdat we
gisteren zo netjes hebben gepakt, hebben we in no-time al onze spullen
te pakken en ingepakt. We stappen in de auto en dan is de eerste stap
de lastigste: Harro heeft een Decathlon gezien en wil daar nog even
naar binnen. Maar ja, die kan je niet op je TomTom invoeren, dus hoe
komen we daar. Uiteindelijk komen we op een ‘centre commercial’ waar we
goedkoop tanken, maar geen Decathlon zien. Helaas, dan maar direct de
geplande route langs de kust. En natuurlijk zien we na 1 kilometer op
die route een ander ‘centre commercial’ met Decathlon.

Harro brengt tevreden een half uurtje in de enorme winkel door, waarna
we onze tocht vervolgen. De kust wordt de ‘opaal-kust’ genoemd door het
eindeloze blauw-groen spel van wind, water en licht tussen Frankrijk en
Engeland. We hebben geluk vandaag, hoewel het weer niet bijzonder goed
is, is het wel helder en we kunnen Engeland zonder problemen zien
liggen.
De kust is prachtig en we rijden een heel relaxte kustroute door
allerlei mini-dorpjes. We drinken koffie in een barretje dat duidelijk
het centrum van deze wereldstad is. De plaatselijke dorpsgek zit aan de
bar, wat oude mannetjes in de hoek en reclameposters aan de muur voor
de jaarlijkse bingo. Het gevoel van Belgische kustplaatsen buiten het
seizoen dringt zich op: mooi om te stoppen, heerlijk rustig, maar je
wilt wel verder na die kop koffie!

We stoppen nog op een kiezelstrandje naast Kaap Gris Nez (Gijze Neus:
de kaap zalf is afgesloten omdat ze aan de parkeerplaats werken) en
bellen naar Nederland. Tico, de moeder van Karin, is jarig en we hebben
afgesproken daar vanavond heen te aan. Na wat last minute instructies
over hoe we moeten rijden stappen we weer in de auto en scheuren in een
keer door naar Belgie.
Daar is het weer beroerd: het regent behoorlijk en hoewel aan de kust
de zon er nog even bij komt, wordt het slechter naarmate we verder
rijden. Als het vervolgens ook niet lukt om een open ‘fietkot’ te
vinden in een van de dorpjes langs de snelweg (we zien er 3 maar ze
zijn allemaal dicht!) besluiten we dat Belgie vandaag maar stom is.
Geen plaats waar we willen zijn en we zetten de sokken erin. Via de
snelweg rijden we naar de tunnel onder de Westerschelde… en zowaar
aan de andere kant het zonnetje weer in!

De wereld ziet er een stuk vriendelijker uit en in no time zijn we bij
‘De Piet’. Op deze plek aan het Veerse Meer komen veel mensen om
watersporten te beoefenen. Wij willen op het eerste eilandje ernaast
zijn, waar de organisatoren van het jeugdzeilen van jachthaven
Colijnsplaat het jeugdweekend vieren, ter afsluiting van de cursus
jeugdzeilen 2008. Daar ligt ook De Nickel tussen: het zeilschip van
Karin’s ouders. En daar willen we heen. Na een telefoontje wordt dat
geregeld: we worden opgehaald door Jon, zijn dochter en zijn neef, met
de ….. Binnen een paar minuten staan we met onze zooi op het eiland,
waar we worden opgewacht door de hele familie. De zeilwedstrijdjes zijn
in volle gang en we worden links en rechts voorbij gerend door
‘indianen’, helemaal in het thema van het weekend. De totempaal op het
eiland hangt vol met zelfgemaakte tekeningen en hier en daar oefent
iemand met een lasso en een pijl en boog.
Nadat we iedereen hebben verzekerd van het feit dat we aardige
bleekneuzen zijn, ploffen we neer voor een hapje en een drankje en
overhandigen twee meegenomen flessen Franse wijn. Na de borrel is het
tijd voor de barbecue. Op een centrale bbq roostert iedereen zijn eigen
meegebrachte stukken vlees en vis. De families eten en drinken in
groepjes met onderlinge uitwisseling van de lekkere happen en dranken.
De sfeer is ontspannen, maar de kinderen zijn wat zenuwachtig. Het is
traditie dat Kees, de vader van Karin, na het eten ‘verdwijnt’ en de
kinderen hem proberen te vinden. Een paar meiden lopen nu al als
hondjes achter hem aan, om hem in het oog te houden.

Het wordt langzaam donker en in de bbq-ton wordt een vuur gemaakt.
Iedereen schuift aan met een borrel en de totempaal wordt omver gehaald
en aan het vuur gevoerd. Het wordt langzaam donker en ineens doet
iemand op een boot een stukje verderop een schijnwerper aan. De
kinderen zijn – ongepland – afgeleid en Kees grijpt zijn kans. Hij rent
er vandoor en is binnen een halve minuut uit het zicht. Twee minuten
later heeft een van de meiden door dat het niet klopt en na veel
geschreeuw wordt de achtervolging ingezet. De meiden en de jongens
zetten in twee aparte groepen de achtervolging in, waarbij de meiden
zich zonder angst de bossen instorten. De jongens, erg jong allemaal,
blijven lang staan ‘teuten’ maar gaan er uiteindelijk achteraan. Er
ontstaat een heksenketel van zeker een uur, waarbij Kees tussendoor
vrolijk even het kamp in en uit wandelt. Uiteindelijk ontsteekt hij
achter het groepje meiden dat als laatste het bos weer uitkomt een
handstakellicht (fel brandend noodsignaal) waardoor iedereen zich een
hoedje schrikt en Kees is ‘gevonden’.

Na deze toestand moeten de kids nodig naar bed en uiteindelijk blijft
een groepje volwassenen rond het kampvuur over dat bijna snikkend van
het lachen zit na te genieten. Na nog een borrel of twee is het ook
voor ons allemaal tukjestijd. Er rommelt een enorm onweer, dus we zijn
blij dat we ons (illegale) tentje op hebben gezet onder het opgespannen
zeil. Misschien hoeven we dan morgen geen kletsnatte tent in te pakken.
Midden in de nacht worden we inderdaad wakker van een enorme bui: het
waait, regent en onweert dat het een lieve lust is. We stellen tevreden
vast dat de tent staat als een huis en draaien ons nog maar eens om.

Dag 18 – naar Leiden

Dag 18 – naar Leiden

Deze laatste vakantiedag begint met een kuchje voor de tent. Als we
elkaar vragens hebben aangekeken en ‘eh, jaha?” hebben gezegd, blijkt
dat Kees voor de deur staat, met een kop koffie voor Harro en thee voor
Karin! Wat een luxe!

Na deze traktatie kleden we ons snel aan en inspecteren de tent. Die
blijkt inderdaad bijna helemaal droog te zijn gebleven. We besluiten
hem nog even te laten staan, tijdens het ontbijt. Daarna breekt Harro
de tent af en pakt de spullen in, terwijl Karin de zeilers helpt met
diploma’s schrijven voor de jonge zeilers.
Als dat is gebeurt is het ineens onverwacht snel tijd voor afscheid.
Jon kan ons nu nog even met de zodiac naar de kant brengen, maar moet
straks weg. We gooien dus samen met Willem en Meta de spullen in de
zodiac, zoenen iedereen gedag en springen zelf ook in de boot. Jon
brengt ons met zijn dochter snel naar de kant en we zwaaien ze uit.

Daarna rijden we achter Meta en Willem aan door het mooie Zeeuwse land
terug naar Leiden. Onderweg komen we nog een joekel van een bui tegen
en eten we een broodje in de buurt van Delft en dan is de vakantie echt
op. We zijn thuis.

En Zuid-Frankrijk? Daar gaan we zeker nog eens naar terug! De Haute
Provence vraagt om outdoor, de Pyreneeen vragen om meer grotbezoek en
Languedoc-Roussillon is nog bijna onontdekt. En natuurlijk hebben we
nog geen fractie van alle wijnen geproefd…. Gebaande paden, dat wel,
maar ons viel op dat het lijkt alsof dat land waar je kunt leven als
god (of godin) in juni soms helemaal van jezelf lijkt. Geen drommen
mensen en ruimte genoeg om alles te ontdekken. Een aanrader dus, voor
wie er nog niet is geweest!

Alta

Alta

Vandaag is het vrijdag. We vervolgen de reis via Hammersfest naar Alta.


Hammersfest is een van de 3 plaatsen in Noorwegen die zegt de noordelijkste stad van de wereld te zijn. Honningsvag waar we gisteren waren zegt dat ook, net als Tromsø waar we morgen naar toe gaan. Dit is een definitiekwestie. Want wanneer is een stad een stad? Volgens Hammerfest als je meer dan de 6.000 inwoners hebt (Honningsvag heeft er minder) en volgens Tromso als je groter bent dan Hammersfest. Kortom: een interessante discussie die voorlopig nog niet is beslecht. Om er zeker van te zijn dat we naast de zuidelijkste stad ter wereld (Ushuaia in Argentinie) ook de noordelijkste stad kunnen afvinken, bezoeken we ze voor de zekerheid alle drie:-). Onderweg ook nog over de noordelijkste hangbrug ter wereld heengereden, voor wat het waard is.


Het is hier trouwens behøørlijk fris, onder de 10 graden met een ijzig windje. Goed, genoeg voor vandaag. We gaan nu verder richting Alta dat bekend staat om zijn prehistorische rotsschilderingen.

Lofoten

Lofoten

Woensdag 3 juli. Een mooie rit naar de Lofoten, een andere eilandengroep voor de kust van Noorwegen, met heel wat foto- en andere tussenstops. Eerst een in de hoofdstad van de Lofoten, Svolvær. Dat stadje vonden wij niet zo: een grote bouwput met heel veel lelijke nieuwbouw en hoogbouw tussen alle schattige huisjes. Geen gezicht. De welstandscommissie heeft hier zitten slapen!


Daarna stuurde de Tomtom ons via een toeristische route naar Ã…, het zuidelijkste plaatsje op de Lofoten. Heel mooi gelegen op een uitloper van de rotsen in de zee. Onderweg door een paar schattige dorpjes gereden, waar de hoeveelheid stokvis het aantal huisjes oversteeg. De Lofoten zijn sowieso prachtig, het mooiste stukje Noorwegen tot nu toe. Het weer helpt enorm want dat is een stuk beter dan de afgelopen dagen: blauwe luchten en een zonnetje met temperaturen tussen de 15 en 20 graden (nog niet zo warm als in Nederland, maar toch!).


We verblijven nu in Nusfjord in een oude visloods die is omgebouwd tot een huisje. Als je de loods ingaat, kom je eerst in een soort van werkplaats waar allemaal netten hangen. Daardoor denk je in eerste instantie dat je verkeerd zit maar dat is dus niet zo. Als je even verder loopt zit er een deur met hangslot waarachter een leuk huisje zit. Verrassend! Nusfjord zelf is een heel klein vissersplaatsje dat bekend staat om zijn haventje en oude gebouwen (nu een soort openluchtmuseum) en is mooi gelegen in een fjord.

De ontmoeting met de kerstman

De ontmoeting met de kerstman

We trekken onze stoute schoenen aan en gaan op zoek naar de kerstman. Die woont in Santa Claus Village (SCV), precies op de poolcirkel. De Finnen zijn daar behoorlijk trots op. SCV stelt, als je de kerstman buiten beschouwing laat, niet zoveel voor: er zijn wat winkeltjes met de nodige souvenirs en kerstversieringen en dat is het wel zo’n beetje. Maar goed, gelukkig is er het kantoor van de kerstman. Daar kun je allerlei kerstman-attributen zien zoals zijn zevenmijlslaarzen en een machine waarmee hij de aarde langzamer kan laten draaien zodat hij genoeg tijd heeft om alle kadootjes te bezorgen.


Vervolgens mocht iedereen omstebeurt naar de kerstman om met hem op de foto te gaan en een praatje te maken. De kerstman heeft ons toevertrouwd dat hij fan is van Ajax (zo mogen wij het horen). Best een aardige man. Je hoeft niet bang voor hem te zijn. Karen vroeg zich nog af of hij dit werk in z’n eentje deed, waarop de kerstman de tegenvraag stelde of we naast hem nog iemand anders zagen. Het was dus de echte:-)!


Via de supermarkt terug naar huis. Ontdekt dat oversteken over zebrapaden levensgevaarlijk is: ze stoppen hier niet!


Rovaniemi zelf stelt niet veel voor en is zelfs ronduit lelijk. Er zijn weinig oude gebouwen omdat de Duitsers aan het eind van WOII op hun terugtocht alles kort en klein hebben geslagen. Niet alleen hier maar in heel Scandinavie. Zonde.

Helsinki

Helsinki

Dinsdag 8 juli. Helsinki is een leuke stad. We hebben vandaag een wandeling door de stad gemaakt. Veel gezien. Oa het parlementsgebouw, mooie kerken en pleinen, de haven en de Esplanada. De Esplanada is een grote winkelstraat waar naast de grote modemerken ook de grootste boekhandel van Europa zit met een mega-Engelse-boeken-afdeling. Meteen onze voorraad aangevuld. Ook heel veel winkels gezien die ons servies verkopen in tegenstelling tot Nederland waar je het bijna nergens ziet. Helaas is het te zwaar om mee terug te sjouwen, anders hadden we mooi even ons servies kunnen aanvullen.


Veel Jugendstil trouwens in Helsinki en Russische invloeden. Finland was tot 1917 onderdeel van Rusland en is pas daarna zelfstandig geworden, vandaar. Ook een bezoek gebracht aan het Ateneummuseum dat een redelijk uitgebreide collectie Finse schilderijen heeft van tot ca 1960. ‘s Middags met de tram door de stad gereden om wat meer te zien en de sfeer op te snuiven.


Woensdag 9 juli. Vanochtend met de boot naar Suomenlinna een eilandje vlak buiten de haven van  Helsinki. Suomenlinna is eigenlijk een soort fort met een dorpje erin, dat vroeger diende als verdediging van de stad. ‘s Middags naar het Sibeliuspark geweest waarin een monument staat ter ere van een Finse componist. Dat monument was toen het pas klaar was nogal omstreden. Sommige mensen vonden het op een orgel lijken en dus een belediging voor de componist. Anderen associeren het meer met een waterval oid. Hoe het ook zij: wij vinden het een mooi monument: allemaal stalen pijpen waar het licht heel mooi invalt. Het is namelijk mooi weer!! De zon schijnt en de lucht is blauw.


Zometeen gaan we met al onze spullen naar de haven waar we met de Viking Line (echt een enorme boot, we hebben hem vanochtend zien liggen) naar Stockholm varen. Spannend! Het schijnt een mooie route te zijn, langs allemaal eilandjes voor de kust. We zijn benieuwd!



 

Kopenhagen

Kopenhagen

Zaterdag zijn we met een supersnelle trein van Stockholm naar Kopenhagen gereisd. Hij ging af en toe zo snel dat je bijna niet naar buiten kon kijken. Heftig!


Kopenhagen is na Stockholm en Helsinki even wennen: het is hier veel drukker, zowel qua mensen als qua verkeer, terwijl de stad niet eens groter is dan Stockholm. Komt vast door de indeling ofzo.


Zondag, onze eerste dag in Kopenhagen, hebben we een wandeling gemaakt door de stad. Onder andere het parlement gezien (dan kom je er weer eens achter dat het Binnenhof toch wel heel erg mooi is, alleen het parlement in Boedapest komt daar wat ons betreft bij in de buurt, tot nu toe dan) en de paleistuinen. Via de haven naar het beeld van de zeemeermin gelopen. Daar was het een drukte van jewelste: allemaal toeristen die haar op de foto wilden zetten. Alex heeft zich fanatiek in de menigte gestort, met een paar mooie foto’s als resultaat. Met een pontje naar de andere kant van de haven gevaren. De wijk die daar ligt bestaat uit allemaal oude pakhuizen waarin nu allemaal huizen en appartementen zijn gekomen. Daardoor heeft de wijk een enorme boost gekregen en is ‘ie nu ontzettend populair.


Maandag hebben we een winkel- en designroute gelopen langs bekende en minder bekende Deense merken. Ook een bezoek gebracht aan het Danish Design Centre waar onder andere een tentoonstelling was van Deense houten meubelen (mooi!). Karen is ook nog naar een zeer hippe kapper geweest waar ze zich een ‘Danish Design’ kapsel heeft laten aanmeten. Achteraf bleek dat 700 Deense Kronen te kosten… We weten de wisselkoers niet precies, maar een ding is zeker: deze kapper is niet goedkoop…


Dinsdag zijn we met de trein naar Humlebaek gereden, waar Lousiana ligt, een museum voor moderne kunst. Het museum is prachtig gelegen, met een beeldentuin met uitzicht op zee. Bijna de hele dag in het museum doorgebracht. Wij vonden met name de beeldencollectie en de tuin geweldig. De schilderijen vonden we minder. Wel een paar verrassende potloodtekeningen van Picasso en Mondriaan gezien.


‘s Avonds terug in Kopenhagen rond 19:00 uur op de trein naar Den Haag gestapt waar we vanochtend rond 10:00 uur zijn aangekomen. Poezen opgehaald en naar huis! Mooie reis achter de rug. We zijn benieuwd naar de foto’s.

Verder noordwaarts

Verder noordwaarts

Bijna 10 uur geslapen! Lekker rustig aangedaan, broodjes gesmeerd, de boel opgepakt en op pad naar Saariselka, een wintersportplaatsje ongeveer 250 km ten noorden van Rovaniemi.


Het is heerlijk om hier te rijden. Er is bijna geen verkeer en bijna iedereen houdt zich aan de snelheid die hier niet erg hoog ligt: 80 tot 100 km per uur. Paar fotostops gemaakt bij mooie meertjes met rode houten huisjes en natuurlijk bij het beroemde waarschuwingsbord voor overstekende rendieren.


Na bijna 3 uur rijden maken we een wandeling in Nationaal Park Urho Kekkonen. Eerst een heel stuk bergop (zucht). In het begin was er geen mug te zien, maar nadat we een keer stil hadden gestaan om een informatiebord te lezen, wisten ze ons te vinden. En dan niet een mug of twee, nee, meteen een hele zwerm. Snel gedeet en muskietennetjes omgedaan. Daarmee waren we de muggen te slim af. Bovenop de berg een geweldig uitzicht over uitgestrekte bossen. De weg terug naar beneden ging door bossen en moerassen met wat open vlaktes. Daar hebben we onze eerste kudde rendieren gezien. Toen we een stukje verder liepen hoorden we wat aan de andere kant van het pad: daar stond een baby rendier dat zijn moeder zocht. Die moeder liep verderop bij de rest van de kudde. Wij meteen foto’s maken. Maar toen het baby rendier ons zag, schrok ‘ ie zo dat ‘ ie meteen moest plassen. Lief he? Ondertussen kwam moederrendier met de rest van de kudde er al aan om baby rendier te redden waarop wij besloten door te lopen. Eind goed al goed!


Inmiddels zijn we in ons hotel in Saariselka aangekomen en hebben we voor het eerst internet tot onze beschikking! Morgen wacht ons een lange rit. Dan rijden we in een keer door naar de Noordkaap.

Strandweer voor Noren

Strandweer voor Noren

Vandaag, donderdag 3 juli, zijn we via een hele mooie kustroute naar Henningsvær gereden. Henningsvær is een plaatsje dat over een aantal eilanden verspreid ligt. Als je door het plaatsje heen loopt, kun je dat goed zien. Onderweg stonden overal auto’s geparkeerd en zaten mensen te genieten van het mooie weer. Het was niet eens zo heel erg warm, zo’n graad of 18, maar wel zonnig. Hoe vaak zou het het hier zo’n weer zijn als mensen nu al massaal erop uit trekken?


Op de terugweg zijn we langs een paar witte zandstrandjes gereden. Tot onze verbazing waren daar allemaal Noren aan het zonnen, zwemmen en barbecuen. Alex heeft even gepootjebaad en vond het water niet warm, nog geen 10 graden, maar die gekke Noren duiken er gewoon in. We hebben een tijdje aan het strand gezeten om eea te aanschouwen en hebben ons prima vermaakt.


Morgen gaan we weer naar het vasteland. Dan trekken we zo langzaamaan via Zweden terug naar Finland.


PS: cool dat Karen de MDV voetbalpoule (net van Rens) gewonnen heeft!!

Tromsø

Tromsø

Als we dit schrijven, weten we inmiddelds dat Spanje het EK gewonnen heeft. De duitse vlaggen zijn overal van de campers verdwenen en de gezichten staan ee stuk minder vrolijk dan toen we op de Noordkaap waren en Duitsland won van Turkije.
Maar goed, dat terzijde.

Zaterdag 28 juni een lange rit van Alta naar Tromsø inclusief twee overtochten met een veerboot.
We zitten in een huisje op een camping in de buurt van Tromsø. Zondagochtend een wandeling gemaakt naar een uitkijkpunt op een berg tegenover de camping. Mooi uitzicht en, niet geheel onbelangrijk: mooi weer! Daar waren we aan toe! ´s Middags Tromsø in. We hebben een museum bezocht over Spitsbergen (ons volgende reisdoel;-)) en een beetje rondgelopen in het centrum waar niet zo heel erg veel te beleven was omdat op zondag alle winkels dicht zijn.

Even heel wat anders. Karen gaat er elke nacht wel een keertje uit omdat ze moet plassen. Nu is dat in Lapland erg bijzonder omdat je dan meteen een stukje van de midzomernachtzon meekrijgt. Elke nacht zijn er mensen op pad om daarvan te genieten. Alex slaapt daar al dagen doorheen, ondanks Karens enthousiaste verhalen (warme slaapzak, buiten is het koud, die zon komt nog wel een keer en by the way die is er overdag toch ook). Vannacht is het er dan eindelijk toch van gekomen en heeft ook Alex de midzomernachtzon gezien. Jaja. En die is anders dan de zon overdag: lager, warmer (want er is geen wind) en er zijn enorme schaduwe. Mooi!

Boottocht & culinaria

Boottocht & culinaria

De boottocht van Helsinki naar Stockholm was geweldig. Vooral het laatste stuk dat door smalle doorgangen en allemaal kleine eilandjes ging. Wat we minder vonden was het massale karakter van het geheel. Hoeveel mensen zouden er op zo’n boot gaan? Een stuk of duizend? En die willen allemaal tegelijk ontbijten. Dat gebeurt in een gigantische ruimte met verschillende buffetten. Een drama! Maar goed, dat is een half uur op een boottreis van 17 uur, dus dat valt wel mee.


Paul vroeg op het Forum wat we allemaal eten. Ik kan me herinneren dat hij niet echt een culinair hoogstaand beeld van Scandinavie had. Dat klopt. Wat wij veel gedaan hebben is zelf koken: gewoon een prutje maken met een Oosters of Italiaans tintje, eigenlijk net als thuis;-). We hebben ook geprofiteerd van de relatief goedkope gerookte zalm die ze hier verkopen: heerlijk!! En verder zijn we natuurlijk bij de MacDonalds, Kebab zaken met prima falafel en een lokale variant van de Pizzahut geweest. Dus Paul: helaas geen culinaire hoogstandjes deze reis! Behalve onze eigen kookkunsten en die mogen er ook best wezen.

De Noordkaap

De Noordkaap

Woensdag: op naar de Noordkaap! We stappen in de auto met een reis van ruim 7 uur voor de boeg. Onderweg maken we twee stops. Een in de Finse Sami hoofdstad: Inari. De Sami zijn de oorspronkelijke bewoners van Lapland die een nomadenbestaan leid(d)en. Inari staat bekend om zijn Sami museum waar je van alles kunt vinden over de Sami en hun gebruiken: hoe ze wonen, wat ze eten etc. De andere stop was in de Noorse Sami hoofdstad: Karasjok. Daar staat een oude kerk die de WOII heeft overleefd. Ook is er een heus Sami parlement, het eerste parlement ter wereld voor de oorspronkelijke bevolking van een gebied. In Zweden en Finland hebben ze er ook een. De drie parlementen werken regelmatig samen als het gaat om zaken gaat die alle Sami raken.


Hoe verder we Noorwegen in rijden, hoe slechter het weer wordt. Op een gegeven moment regende, hagelde en onweerde het tegelijkertijd en werd het donker. Zelfs de TomTom hield ermee op. Spannend!! Gelukkig sprak de route voor zich (rechtdoor)..


Ook het landschap werd steeds bergachtiger en ruiger. Het laatste stuk naar de Noordkaap ging langs een prachtige kustroute met uitzicht op een fjord, met hier en daar gekleurde huisjes en stokvis die hing te drogen. Precies wat je je bij Noorwegen voorstelt.


Een van de hoogtepunten was de tunnel naar het eiland waarop de Noordkaap ligt: bijna 7 km lang en 212 m diep!


We zitten in een echt Noors huisje met uitzicht op een baai, bergen en eeuwige sneeuw. Een super mooie plek! ‘s Avonds rond een uur of 21:30 zijn we naar de Noordkaap zelf gereden. Vanaf kun je tijdens de midzomernacht zien hoe de zon net niet in de zee zakt maar iets na 23:00 uur zijn laagste punt bereikt en dan weer opkomt. Onderweg dikke flarden mist. De parkeerplaats was afgeladen vol. Helaas werd het weer er niet beter op en hebben we helemaal niks kunnen zien. Rond middernacht waren we weer terug in ons huisje en het was nog steeds licht. Raar om mee te maken. Je bent niet echt moe, maar ook niet echt wakker. Het voelt een beetje alsof je de hele nacht hebt gefeest en ‘s ochtends als het licht is weer naar huis gaat.


Donderdag hebben we het rustig aan gedaan: een beetje rondgereden, het plaatsje Honningsvag bekeken, foto’s gemaakt, gewandeld, spelletjes gespeeld en gelezen. Het weer was ok, maar tegen de avond begon het te regenen, kwam de mist op en dat bleef zo. Die midzomernachtzon zien we hopelijk later tijdens de reis nog.

Vesterålen

Vesterålen

Maandag 30 juni. Reisdag naar de Vesterålen, een eilandengroep voor de kust van Noorwegen. Een schitterende route. Overal bloemenvelden met houten huisjes ertussen en mooie uitzichtjes op de fjorden en omliggende bergen. We verblijven in Sortland en we zitten in een mooi huisje met twee verdiepingen en voorzien van alle gemak (eigen douche en toilet). Dinsdag 1 juli. Op naar Andenes voor een walvissafari. We hopen de spermwhale te zien, de grootste walvis met tanden; mannetjes kunnen wel tot 20 meter lang worden en 70 ton (meer dan een volle vrachtauto) wegen. Helaas regent `t. We hopen dat het snel opklaart voordat we straks (3 uur) de boot opgaan. Spannend!


Het is een paar dagen na de walvissafari als we dit verslag intypen. We kunnen zeggen dat het een hele belevenis was. Na afloop van de safari hebben we een potvis gezien en zo’n 10 kotszakjes volgespuugd. De zee was behoorlijk heftig met golven van wel 1,5 meter hoog. Zelfs Alex, die normaal nooit ergens last van heeft, werd er zeeziek van.


De potvis, Sven heet hij, was heel bijzonder: ongeveer 17 meter lang, 45 ton zwaar en met een staart van ongeveer 4 meter breed. Potvissen eten ongeveer 1 ton vis per dag. Dat zijn of heel veel kleine visjes of een hele grote. Er zitten hier namelijk reuze inktvissen van wel 8 meter lang. Die slurpen de potvissen gewoon naar binnen alhoewel het af en toe wel een worsteling is met alle tentakels. Om de vis te kunnen vangen duiken de potvissen een a twee kilometer diep. Dat zorgt voor een enorme druk op hun lijf. Daardoor lijden veel potvissen op oudere leeftijd (ze worden net zo oud als mensen) aan artrose.


Op de plek waar wij geweest zijn, op circa een uur varen van Andenes, zitten trouwens alleen maar mannetjes. De vrouwtjes verblijven in de tropen waar het water warmer is (beter!). De mannetjes trekken naar het noorden, waar het water voedselrijker is, om daar zo veel mogelijk te eten en zo groot mogelijk te worden. Dit alles om de vrouwtjes die veel kleiner zijn bij terugkomst te imponeren. Zo leer je nog eens wat!

Lange reisdagen en… de noordelijkste IKEA

Lange reisdagen en… de noordelijkste IKEA

Vrijdag, zaterdag, zondag en maandag waren vooral reisdagen.
Eerst in ruim 6 uur van de Lofoten naar Storjord met een mooie bootovertocht. Storjord staat bekend om de orka’s die daar voorkomen, maar dat is helaas in een andere periode van het jaar. Dat was geen verrassing, dus gelukkig ook geen teleurstelling. Het gevolg was dat we een van de weinige toeristen waren en bijna het hele hotel voor ons zelf hadden: relaxed!

De tweede reisdag was er een van bijna 8 uur naar Zweden. Eigenlijk onmiddellijk toen we Zweden inreden veranderde het landschap: bijna geen bergen meer en heel veel bossen en meren. Ook mooi. Overnacht in Slagnas, een heel klein dorpje met een kleine kruidenierszaak die op zaterdag maar een paar uur open is. En natuurlijk niet toen wij er waren. Naar het eerstvolgende plaatsje 30 km verderop gereden en daar boodschappen gedaan bij een tankstation. Gelukkig hebben die hier aardig wat zodat we met enige creativiteit toch nog een maaltijd konden samenstellen.

Op zondag  zijn we in wederom 8 uur naar Rovaniemi in Finland gereden waar onze rondreis door Lapland twee weken geleden is begonnen. Onderweg hebben we twee tussenstops gemaakt. Een in Gammelstaden. Dat is een kerkdorp uit de Middeleeuwen. Een kerkdorp bestaat uit een kerk met allemaal kleine huisjes eromheen. Die huisjes waren bedoeld als slaapplaats voor mensen dievroeger meer dan een dag nodig hadden om bij de kerk te komen. Leuk om te zien!
De tweede stop was in Haparanda op de grens met Finland bij de noordelijkste IKEA ter wereld die gelukkig op zondag open is. Wij dus enthousiast naar binnen. En, wellicht niet echt verrassend, ze hebben er bijna hetzelfde als bij ons. Wel een paar nieuwe dingen gezien. Als we terug zijn in Nederland gaan we meteen in Delft kijken of ze die ook al hebben;-). Aan deze IKEA zit trouwens nog een verhaal vast. Toen die in Haparanda neergezet werd, was er verder helemaal niks. De IKEA werd echter zo’n succes (mensen komen er zelfs uit Moermansk naar toe volgens de reisgids) dat andere winkels zich hier ook gevestigd hebben. Booming Haparanda!
In Rovaniemi zaten we in hetzelfde hotel annex huisje als de vorige keer. Ook deze keer is Alex in onze prive-sauna geweest. Luxe!

Gisteren zijn we met de trein van Rovaniemi in circa 10 uur naar Helsinki gereisd. Een lange zit! Lekker naar buiten gekeken, boekjes gelezen etc.

De heenreis

De heenreis

Zondagochtend gaat om 05:30 uur de wekker. Vroeg!


Snel douchen, ontbijten en de laatste dingen inpakken. We rijden met de auto naar Mariahoeve en pakken daar de trein naar Schiphol. De eerste tram vanuit Ypenburg vertrekt pas om 08:00 uur…


Om 09:50 vertrekt onze vlucht naar London Heathrow. Onze transfer van terminal 5 naar terminal 1 verloopt voorspoedig. We verbazen ons telkens weer over de kruip door sluip door routes op luchthavens. Hier ook weer: via de meest vage gangetjes, trappen en wegwijzers beland je uiteindelijk waar je wezen moet.


Om 12:30 vliegen we door naar Helsinki, waar we landen om 17:30 uur, een uur later dan de Nederlandse tijd. Met bus 615 naar het centrum. Bagage in een kluisje, een beetje rondgeslenterd, een hapje gegeten en op het station gewacht op onze nachttrein naar Rovaniemi, de woonplaats van de kerstman.


Alhoewel treinen best redelijk slapen, worden we de volgende ochtend een beetje brak wakker. Om 10:40 komen we aan in Rovaniemi. Huurauto opgehaald (gratis upgrade naar een Ford Focus stationwagon -jaja-) en naar het hotel dat een huisje blijkt te zijn. We zitten vlakbij een stadion met enorme skischansen: indrukwekkend om te zien en ook een beetje raar zo midden in de zomer als het 20 graden is en de zon schijnt.

Stockholm

Stockholm

Donderdag 10 juli. Stockholm is met z’n 1,6 mln inwoners een echte wereldstad. Veel meer dan Helsinki dat zo’n half miljoen inwoners heeft en ook qua uitstraling en bezienswaardigheden minder te bieden heeft.


Op onze eerste dag in Stockholm hebben we een wandeling door het centrum gemaakt. Veel gezien waaronder de ‘standaardgebouwen’ zoals kerken, het kantoor van de premier (ons torentje is veel mooier), de koninklijke stallen (je kon de paarden ruiken) en een operagebouw. Wat leuk was was KungsträdgÃ¥rden (handig dat de toetsenborden hier aparte knoppen voor de ä, de ö en de Ã¥ hebben). Dat is een waterpartij/park-achtig iets middenin het centrum. Wij waren er rond lunchtijd en dat was supergezellig: er zaten allemaal mensen (een mix van zakenlui, toeristen en families met kinderen) te lunchen en te genieten van het mooie weer. Aan het einde van de middag hebben we een filmpje gepakt (Sex and the city en ook Alex vond het leuk). Toen we weer naar buiten kwamen was de stad behoorlijk nat en afgekoeld: goede timing, net een regenbui gemist!


Teruggelopen naar ons hotel via de plek waar Olof Palme in 1986 is vermoord toen hij onderweg was van de bioscoop naar huis. Op de plek van de aanslag zit een gedenksteen in de stoep. Even verderop op de begraafplaats is zijn graf. Indrukwekkend.


Vrijdag 11 juli. ‘s Ochtends hebben we een ander gedeelte van Stockholm bekeken: de oude stad (Gamla Stan). Het eiland waarop Gamla Stan ligt (Stockholm ligt verspreid over meerdere eilanden) is historisch erfgoed en herbergt herinneringen aan de 13de eeuw. Onder andere het parlement en de kerk gezien waar de leden van de koninklijke familie begraven worden. We hebben ook het Zweedse Noordeinde bezichtigd: veel mooi ingerichte vertrekken (oa waar de staatsbanketten worden gehouden en de ruimtes waar speciale gasten worden ontvangen) gezien en de koninklijke schatkamer met allerlei kronen, zwaarden en andere koninklijke attributen.


Ook de wisseling van de wacht gezien. Dat is een hele happening en helemaal vertoerist. Zo erg dat de wisseling van de wacht begint met een praatje van 10 minuten over het Koninklijk Paleis… Daar zaten we nou niet echt op te wachten. De wisseling van de wacht zelf neemt ook behoorlijk wat tijd in beslag en gaat gepaard met live marsmuziek. De militaire kapel die de muziek verzorgt speelt ook een paar andere stukken (op zich best aardig). Al met al duurt het geheel zo’n uur, heel wat meer dan in andere landen waar de wisseling van de wacht meestal in 5 tot 10 minuten bekeken is.


‘s Middags zijn we naar DjurgÃ¥rden geweest. Dat is een eilandje midden in Stockholm. Vroeger was het ‘t koninklijk jachtdomein, nu is het een park waar van alles te beleven is. Wij zijn naar Junibacken geweest, een klein pretpark waarin de hoofdpersonen uit de boeken van Astrid Lindgren en andere Zweedse schrijvers centraal staan. Leukste onderdeel van het park is een treinreis door allemaal boeken: denk aan de Gebroeders Leeuwenhart en Sonja de roversdochter. De treinreis eindigt in Villa Kakelbont, het huis van Pippi Langkous. Leuk om te zien!


Morgenochtend is onze laatste ochtend in Stockholm. Rond de middag vertrekt onze trein naar Kopenhagen en begint het laatste deel van onze reis.

Andalusie in de Lente

Andalusie in de Lente

We hebben er zin in: 10 dagen lang een prachtig gebied in Spanje bezoeken. Andalusie is een bekend gebied in Zuid-Spanje dat volgens de verhalen vooral in het voor- en najaar prachtig is. Het weer zou er heerlijk moeten zijn, de temperatuur aangenaam en alles staat in bloei. Dit is dan ook de tijd dat IEDEREEN Andalusie bezoekt, dus naar plaatselijke begrippen reizen we in het hoogseizoen.

We vliegen op Madrid en reizen achtereenvolgens naar Toledo, Sevilla, Jerez de la Frontera, Granada en Cordoba. De vluchten, onze auto en de hotelletjes hebben we geregeld, dus we zijn er helemaal klaar voor!

Vertrek

Vertrek

Hoewel er niets mis is met op tijd op
je bestemming zijn, heeft het toch op je eerste vakantiedag ook wel
wat om een beetje uit te kunnen slapen. We zijn allebei nog niet
helemaal klaar met slapen als de wekker gaat om half 9, maar het
voelt toch al stukken beter dan het ‘half 7’ van de weken ervoor!

We gooien onszelf na enig aandringen
het bed uit en na douchen, aankleden en ontbijten gooien we de
laatste spullen in de tas, ruimen het huis op, versturen de laatste
mailtjes en om kwart voor 11 staan we buiten. We vangen een bus en
daarna een trein en keurig op tijd checken we in. De dames achter de
balie (de een wordt ingewerkt door de ander) helpen ons gewillig aan
een plaatsje voorin het vliegtuig en vertellen ons alvast dat we niet
heel ver moeten lopen, straks in Frankfurt. Dat scheelt, want voor
iedereen die er nog nooit is geweest: je kunt je er helemaal verloren
lopen!

Het geluk lacht ons toe: keurig op tijd
vertrekken we vanaf Schiphol en 45 minuten en een kopje koffie later
landen we alweer. Dan blijkt dat we in hetzelfde vliegtuig verder
vliegen naar Madrid! We moeten er erg om lachen: we rennen het
vliegtuig uit en staan dan wat beduusd stil: … eh, vertrekt ons
volgende vliegtuig niet OOK van A34. Afijn, we strekken de benen wat
en voor we het weten zitten we alweer in de lucht. Ook deze vlucht
verloopt keurig en om kwart voor 6 landen we. Daarna gaat het
supersnel: binnen 45 minuten hebben we onze koffer EN onze auto en
rijden we richting Toledo.

Trotse (tijdelijke) eigenaren van een
Seat Leon zijn we, met airco. We zijn ook nog steeds de eigenaren van
SopSop (onze Tomtom, waarmee jullie op de Canada-reis al kennis
maakten). We hebben in het verleden wel eens lopen foeteren op
SopSop, maar daar beginnen we deze reis niet aan. Keurig loodst ons
technisch-wonder-in-zakformaat ons door het verwarrende wegennet
rondom de luchthaven. We zetten er lekker de sokken in en rond kwart
8 rijden we Toledo binnen. De oude stad ligt er schitterend bij: op
een heuvel, aan drie kanten omringd door de rivier die er omheen
stroomt en bijna goudkleurig in het avondlicht. We vinden het nu al
een goede keuze, deze stop. Helaas kent SopSop het officiele adres
van Hotel Maria Cristina niet, maar een telefoontje aan het hotel
levert een adres van de aangrenzende straat op en 5 minuten later
staan we voor de deur van dit 16e eeuwse klooster, dat naast de
stierenvechtersring ligt. We krijgen een prima kamer, met een meer
dan geweldig uitzicht op de oude stad (het hotel ligt op 5 minuten
lopen van de oude stadsmuren) en een erg leuke badkamer met
karakteristieke blauwe tegeltjes.

We dumpen onze spullen en lopen dan al
foto’s makend naar het oude centrum, waar we heerlijk een uurtje
doorheen dwalen. Toledo is vooral bekend om de prachtige oude stad
met allerlei mini-straatjes. We genieten er volop van, maar al snel
zijn we vooal op zoek naar een leuk terrasje met een vino en tapas!
Dat lukt: we ploffen aan het laatste vrije tafeltje van een leuk
terrasje waar alleen maar Spaans gesproken wordt en met een vino
tinto een enorme cerveza en een schaal met ham, worst en kaas
besluiten we dat het leven een feestje is. We proosten op het begin
van de vakantie en als we uiteindelijk om half 12 in ons bed liggen
zijn we binnen een paar minuten vertrokken, ondanks het toch wat
luidruchtige verkeer buiten.

Naar Sevilla

Naar Sevilla

Bij de meeste hotels die we deze week
geboekt hebben, zit het ontbijt niet bij de kamerprijs inbegrepen. En
dat is maar goed ook als je de prijzen ziet. Soms tot 20,= per
persoon (!) voor het ontbijtbuffet! Dan verzinnen we liever wat
anders! Vandaag wandelen we een paar minuten tot we net achter de
stadspoort een mini-marktje tegenkomen. We vinden er sapjes en een
verpakte sandwich, die we meenemen naar het koffietentje waar we net
voorbij kwamen. Tussen de Spanjaarden genieten we van een cafe con
leche (soort koffie verkeerd), in de zon, zonder jas. Daarna eten we
op een bankje ons (kleffe) broodje op. Tijd om te vertrekken.

Helaas heeft het hotel geen kamer op 1
mei. Dat is de enige nacht waarop we nog geen kamer hebben en
eigenlijk hebben we al besloten dat we nog een nachtje in Toledo
willen slapen. Dat wordt komende week even online zoeken. Voor nu
zwaaien we naar het leuke hotel als we wegrijden: op naar Sevilla!

Aanvankelijk is de route behoorlijk
saai. Veel industrie aan beide kanten en een niet heel inspirerend
landschap. Al snel wordt het echter mooier. Heuvelachtig, met hier en
daar een kudde schapen, een kasteeltje op een rotspunt,
(wind)molentjes en vooral heel, heel veel olijfbomen. Van de beloofde
wijnvelden rondom Valdepenas (ook in Nederland bekend van de wijn)
zien we niets, maar de enorme hoeveelheden olijfbomen blijven tot in
de buurt van Cordoba het landschap domineren. Af en toe zien we ook
El Toro: een enorme zwarte stier van hout, overeind gehouden door
steigers en palen, als een ongedecoreerde reclame van Osborne sherry.
Er schijnen er door heel Spanje ongeveer 100 te staan en op onze
route zien we er al 3. Onderweg houden we af en toe pauze en eten en
drinken een hapje. Het wordt steeds warmer, tot het uiteindelijk vlak
bij Sevilla boven de 30 graden is. We zijn blij met de airco in ons
auto’tje, dat overigens prima rijdt.

Uiteindelijk zijn we om half 5 bij ons
hotel: SopSop brengt ons keurig tot voor de deur van hotel Melia
Sevilla, een keurig en erg groot hotel aan de rand van het centrum
van Sevilla. Stom toevallig kunnen we de auto op ongeveer 100 m. van
het hotel gratis parkeren en tevreden nemen we onze tassen en ALLE
andere dingen mee, zodat de auto volledig leeg achterblijft. We
krijgen kamer 602, een geweldige kamer met een schitterend uitzicht
op Plaza Espana en een park. De kamer heeft alles dat je je maar
wensen kan, inclusief wireless internet tegen een bescheiden tarief.
We gooien onze spullen neer en na een korte verkenning besluiten we
toch dat we nog iets van de stad willen zien.

Binnen 15 minuten staan we voor de
wereldberoemde cathedraal van Sevilla. Vandaag gaan we nergens meer
in hebben we besloten (de cathedraal is bovendien al dicht), maar we
gaan wel lekker een beetje dwalen. Dat lukt in de Barrio de Santa
Cruz, de oude Juderia (joodse wijk) uitstekend! We maken onszelf al
een beetje lekker door buiten langs het Alcazar en de cathedraal te
lopen en duiken dan de wijk in. Die bestaat uit eindeloos veel kleine
straatjes, met winkeltjes en vooral heel veel tapas barretjes. Na een
paar minuten struikelen we op een pleintje bijna over een leeg
tafeltje op een terrasje, in de schaduw, met een fonteintje ervoor.
Tevreden ploffen we neer en bestellen een wijntje en een fles water.

Op die manier worden we al snel
vriendjes met Sevilla natuurlijk! Na een tijdje, als we bijgetankt
zijn, dwalen we verder, straatje in, straatje uit, pleintje over,
foto hier foto daar… Uiteindelijk landen we om ongeveer 7 uur in
een tapasbar, NET voor de grote massa. Het is een geweldge tent: er
hangen ruim 60 hammen aan het plafond en aan de bar is het moeilijk
kiezen uit alle tapas. We kiezen een glaasje Rioja, meer water en
natuurlijk wat tapas.

Na anderhalf uur scheuren we ons los,
om zeker 300 m verder te lopen voor we opnieuw neerploffen. Deze keer
op een terras waar het tijd is voor fris en meer tapas. Uiteindelijk
rollen we om 10 uur van het terras af en na een half uurtje lopen om
half 11 ons bed in. Zei er iemand iets over werk? We kunnen ons er
niets van herinneren!