Archief van
Categorie: Afrika

Dag 6. Oranjerivier – Fish River-canyon

Dag 6. Oranjerivier – Fish River-canyon

Bij het opstaan blijkt het bier toch wat ongewenste effecten te hebben…..we slapen verder in de safaritruck. We rijden vandaag naar een camp site bij de Fish River Canyon. Om 5 uur vertrekken we om daadwerkelijk een kijkje bij die canyon te nemen. Stel je de Franse Ardeche voor maar dan veel dieper, langer en droger. Het is dan ook na de Grand Canyon de allergrootste ter wereld. De hiking trail die erdoorheen is beroemd en veeleisend: je doet er 5 dagen over en zonder medische keuring kom je er niet in. In de zomer is het helemaal verboden terrein, zwaar wandelen bij 55 graden vonden de deskundigen niet zo’n goed idee. Wij kijken van bovenaf over de canyon uit, dit is een prachtig gezicht. We lopen naar een ander uitzichtpunt waar andere prachtige plaatjes worden geschoten. Onderweg komen we nog een paar schattige eekhoorns tegen.

Ondertussen komt er een stevige onweersbui op ons af. Omdat we kilometers ver kunnen kijken, zien we precies wat er gebeurt en zorgen we dat we tijdens de daadwerkelijke regenbui onder een afdak staan. Het is slechts een uitloper dus een kwartier later lopen we droog naar de truck voor de terugtocht naar de camp site.

Daar aangekomen haalt de regenbui ons snel in. Nadat het droog is geworden, onstaat er een prachtige wolkenlucht/zonsondergang. Iedereen stormt met fotospullen naar een braakliggend terrein en maakt veel plaatjes. Vervolgens wordt het donker en is er in de verte weer onweer. Nu gaan de fotografen pas echt los: de kunst is om uit de hand dan wel met lange sluitertijden de bliksem er mooi op te krijgen. We verklappen nog niets, maar zijn erg benieuwd naar het effect van de foto’s op groot scherm…

Dag 7. Fish River-canyon – Sossusvlei

Dag 7. Fish River-canyon – Sossusvlei

Vandaag bedraagt de reisafstand 500 kilometer dus om 5.15 gaat de wekker. Onderweg zien we steeds meer dieren: springbokken, eekhoorns, struisvogels, kudu’s, etcetera. Het landschap wordt steeds droger. Na een paar uur stopt de truck opeens. Dit keer niet omdat er een paar mooie beesten te zien zijn, we hebben panne. Gelukkig blijkt onze reisleider ook nog handig met provesorische reparaties, na een kwartiertje is het kapotte onderdeel vervangen en rijden we gewoon weer verder.

Als we op de camp site aankomen blijkt het er heet en droog. We parkeren bij een grote boom met een muurtje in de vorm van een grote cirkel er omheen. We doen een wedstrijdje “wie heeft het een schaduwrijk plekje” en dan blijkt dat iedereen met zijn tent in de cirkel past. Daarna blijkt dat het stromend water op de camping het zojuist begeven heeft. De vraag wanneer het gerepareerd wordt, wordt beantwoord met “maybe tomorrow”. We houden de stemming erin: er is een barretje en in een veld verderop wordt een toilet met min of meer stromend water ontdekt.

Om 5 uur vertrekken we naar de duin Elim om de zonsondergang te bekijken. Na een pittige tocht naar boven hebben we een prachtig uitzicht. Als we terugkomen, is er alweer heerlijk voor ons gekookt. We vergaderen over wat we de volgende dag gaan doen. Deze camp site ligt weliswaar heel gunstig, maar is niet comfortabel met veel voorkomende zandstormen een met gebrek aan water. We besluiten de volgende middag naar een camp site 90 kilometer verderop te vertrekken. Als we gaan slapen, bergen we alles goed op om te voorkomen dat de hyena’s en jakhalzen zich tegoed zullen doen aan onze schoenzolen of een ander lekker hapje.

Dag 8. Sossusvlei (Namib-Naukluft nationaal park)

Dag 8. Sossusvlei (Namib-Naukluft nationaal park)

Vandaag beginnen we met een ‘kleine’ wandeltocht: Op het programma staat het bekijken van de zonsopgang op Dune 45. Slechts 150 meter hoog een eitje om even voor het ontbijt te beklimmen.

Om half zes gaat de poort open en op verzoek van Theodor staan wij om 10 voor half zes vooraan in de rij met overlanders en 4×4’s. We scheuren zodra de slagboom open gaat richting de duin die op zo’n 45 kilometer afstand van het kamp ligt. Door de ondertussen redelijk beruchte stuurkunsten van onze chauff staan wij ruim als eerste aan de voet van duin 45 en kijken op tegen een toch redelijk steile kam. Vol goede moed beginnen we aan de tocht. Harro voorop die zich na een metertje of 50 toch langzaam afvraagt wat er zo aan het piepen is, wat weer 5 meter verder zijn eigen ademhaling blijkt te zijn. Voorop lopen en een spoor trekken door het mulle zand is loeizwaar in een soort estafette waarbij we de voorste persoon blijven afwisselen staan we ruim voor zonsopgang op de duin. Achter ons zien we rijen toeristen het door ons zo mooi gebaande pad opklimmen.

We genieten van het prachtige uitzicht en de camera’s blijven weer eens klikken. Naar beneden lopen op zo’n duin is andere koek: met enorme sprongen en half rennend staan we binnen enkele minuten weer beneden aan de berg. Je zou er bijna weer voor omhoog lopen…

Beneden staat het ontbijt klaar en ook onze gids  voor de hierop volgende wandeling. Hij brengt ons met zijn ‘bakkie’ (een pickup-truck) nog 4 kilometer verder de woestijn in en in de daarop volgende tocht verteld hij ons fantastische verhalen over het leven in de woestijn en het leven van de bosjesman. Hij vangt halverwege nog even een hagedis die hij daarna aan zijn oor hangt en laat ons de sporen van allerlei beesten zien. Een zeer indrukwekkende tour!

De temperatuur is ondertussen redelijk opgeklommen en we vertrekken dan ook snel richting onze nieuwe camping in Solitaire. Daar vinden we een aantal heerlijke dingen: Een zwembad en volgens diverse bronnen (inclusief de alom bekende reisgidsen) de beste appeltaart van Afrika. De appeltaart komt in nogal grote stukken en het verhaal over de beste appeltaart blijkt niet gelogen.

In de avond genieten we van gegrilde Kudu en een glaasje wijn.

Dag 9. Sossusvlei – Swakopmund

Dag 9. Sossusvlei – Swakopmund

We rijden om een uur of zeven na een kort ontbijt in de richting van Swakopmund, een soort Duitse enclave in het midden van Namibie. Na diverse foto stops onderweg waar we genieten van prachtige uitzichten maken we een korte stop in Walvisbaai, waar we langs de zee flamingo’s zien (en natuurlijk weer fotograferen).

30 minuten later staan we bij ons hostel in Swakopmund. Dit stadje is een beetje de adventure sport capital van Afrika en heeft een nogal Duits sfeertje, wat weer een overblijfsel is van het koloniale tijdperk. We besluiten te upgraden naar een tweepersoonskamer. Een medewerker van de adventure sports organisaties doet een presentatie over de door hun aangeboden activiteiten. We schrijven ons in voor wat activiteiten en vertrekken de stad in voor Koffie en Internet.

Morgen hebben we hier nog een hele dag, dus we hebben wat tijd. Eveline besluit te gaan quad biken en Harro gaat eerst sandboarden en daarna uit een vliegtuig te stappen… Wordt een lekker dagje dus !

Dag 10. Swakopmund

Dag 10. Swakopmund

Dag 10 staat bol van de activiteiten: Harro begint ‘s ochtends vroeg als enige van de groep met een partijtje sandboarden. Om half 10 staat het busje voor de deur en word hij naar een van de hoogste zandduinen in de buurt van Swakopmund gebracht. Hier staat al een redelijke groep te wachten en we beginnen met het aantrekken van onze snowboots: een aanrader als het lekker warm is. Sandboarden is inderdaad gewoon snowboarden op het zand met een paar kleine verschillen: Het is wat stroever dan sneeuw en (veel erger) je moet zelf de berg opwandelen… 70 meter door het zand struinen met een snowboard op je nek is niet echt lekker maar het went snel. Na het smeren van de nodige hoeveelheid boenwas op het board suizen de eerste mensen al naar beneden. Het is even wennen maar binnen no -time scheurt ook Harro over het zand heen. Na 3 pogingen wordt het ook tijd voor het nodige spring werk – makkelijker in het zand dan in de sneeuw, valt namelijk een stuk zachter…

Na een paar uur is het dan tijd voor een iets andere activiteit: we suizen nu op ons buik gelegen op een triplex bordje de duinen af: snelheden van boven de 70 kilometer per uur zijn vrij normaal, remmen en sturen is hopeloos. Met een speedgun wordt je snelheid gemeten en de uiteindelijke winnaar klokt 76 km/uur.

Ondertussen is Eef ook aan haar activiteit gestart: Quad biken. Met een groep van 5 mensen scheuren zij twee uur lang door de zandduinen. Eef vermaakt zich prima en bijna iedereen komt met een verbrande rechterhand terug: Daar zit namelijk ook het gas…

In de middag is het dan tijd voor een laatste activiteit. Samen met een ander lid van de groep gaat Harro een tandem sky-dive maken. Een aantal mensen besluit mee te gaan naar het vliegveld om te komen kijken en foto’s te komen maken. Het is redelijk druk dus na een lange wachttijd is het dan eindelijk zo ver. We vertrekken met het vliegtuigje richting Walvisbaai en hebben een prachtig uitzicht over de duinen beneden. Nog geen 15 minuten later zitten we op 10000 voet, zijn we aangehaakt en klaar voor de sprong: 30 seconden vrije val en  daarna nog 5 minuten aan de parachute bungelend en we staan alweer beneden. Onderweg mag er ook zelf gestuurd worden en dat moet je je natuurlijk geen 2 keer laten zeggen. Na 2 minuten als een bezetene rondjes te hebben gedraaid begin je dan toch een beetje raar gevoel te krijgen en de laatste 3 minuten zijn dan ook wat rustiger… De crew beneden klikt zich helemaal suf, bij elkaar worden er meer dan 400 foto’s geschoten.

We besluiten in het dorp te gaan eten bij een restaurant met de naam ‘de Kelder’. Hier genieten we van steaks, vis en van Boboti. Voordat we gaan eten hebben we nog een klein intermezzo: Het gezeul, het vallen en het op snowboards en triplex plankjes naar beneden scheuren is namelijk s’ochtends keurig netjes vastgelegd op video: ‘s avonds krijgt iedereen in een kroeg in het dorp de DVD uitgereikt, die natuurlijk eerst onder genot van een biertje op groot scherm wordt vertoond.

‘s Avonds drinken we nog een biertje in de kroeg van ons hostel en op verzoek wordt hier nog een keer de video van het sandboarden vertoond. Al met al een heerlijke actieve dag.

 

Dag 11. Swakopmund – Cape Cross – Twijfelfontijn

Dag 11. Swakopmund – Cape Cross – Twijfelfontijn

Vandaag staat er weer een redelijke reisdag op het programma. We rijden van Swakopmund naar Twijfelfontijn, iets meer dan 600 kilometer. We starten erg vroeg om op tijd op de camping te zijn.
Vandaag ook de eerste zieken, achteraf blijkt het voeren van rauwe vis en het aaien van zeehonden in combinatie met een broodje niet zo’n goeie keuze. In totaal 8 mensen voelen zich wat minder, dus we hebben een gezellige rit met de nodige tussenstops.
Een geplande tussenstop brengt ons bij een grote zeehonden kolonie bij Cape Cross. We zien enorme aantallen zeehonden, vechtende mannetjes en we ruiken ze ook… een bijna verstikkende lucht komt ons tegemoet zodra we de truck uitklimmen. We schieten snel wat foto’s en gaan weer op weg.
In de middag komen we aan in Twijfelfontijn. Voordat we hier onze tentjes weer opzetten gaan we nog een aantal rotstekeningen bekijken. Diverse gravures van olifanten, giraffes en een aantal minder duidelijke beesten staan hier in de rotsen gegraveerd. We lopen verder langs een oud vulkanisch gebied waar zogenaamde orgelpijpen zijn gevormd door het magma wat door de aardkorst omhoog is geperst.
Onze truck chauffeur en reisgids is zo alert op beesten dat hij zelfs een schorpioen die onder de banden dreigt te komen nog weet te spotten. Zoals gewoonlijk weer snel wat foto’s en dan is het tijd voor de camping, diner en een biertje.

Dag 12. Twijfelfontijn – Etosha nationaal park

Dag 12. Twijfelfontijn – Etosha nationaal park

Vandaag is het tijd voor onze eerste dag in het National Park van Etosha. In totaal zullen we daar drie nachten blijven om de nodige beestenbende te bekijken.
We rijden weer redelijk op tijd weg uit Twijfelfontijn en stoppen onderweg voor wat boodschappen en wat dokter bezoekjes. Bij een aantal mensen gaat het nog niet helemaal lekker en die worden dan ook op een dieet van loperamide en antibiotica gezet. Wij doen zelf snel wat snack inkopen om de dag door te komen.
In het begin van de middag komen we aan bij de gate van Etosha en rijden door naar de eerste camping. Dat is trouwens heel wat meer dan je verwacht in een National Park. Bungalows, een restaurant, zwembad en zelfs internet mogelijkheden zijn te vinden in het enorme complex. Daarnaast hebben alle campings in Etosha een erg leuke feature: Ze beschikken over een watergat waar bijna de hele dag door beesten te zien zijn die je rustig vanaf een bankje kan zien en fotograferen. ‘s Nachts worden de watergaten keurig netjes verlicht zodat je ook dan mooie dingen kunt zien.
Na de lunch en wat relaxen is het tijd voor de eerste game drive. We zien olifanten, giraffes, zwarte neushoorns, jakhalzen, hyena’s, springbokken, spiesbokken, wildebeesten hartebeesten, gnoes en veel vogels. Kortom, behalve de katachtigen zien we bij de eerste drive zo’n beetje alles.
Als we terugkomen gaan we snel naar het watergat om te kijken of er nog meer moois te zien is en ook hier worden we weer getrakteerd op prachtige plaatjes, waarbij op een moment 9 zwarte neushoorns besluiten een slokje water te komen halen.
We sluiten de avond af met een biertje in de bar.

Dag 13. Etosha NP

Dag 13. Etosha NP

In de nacht begint het heftig te onweren, iets wat de komende dagen nog wel even door zal blijven gaan. Gelukkig is het ‘s ochtends prima weer en starten we om half zeven met een game drive. Later die dag zullen we doorrijden naar de tweede camping.
Naast de ‘gebruikelijke’ dieren zijn er een aantal hoogtepunten op deze gamedrive. We zien een grote uil redelijk dichtbij zitten en een aantal giraffes blijft enigzins verbaasd erg dicht bij de truck staan.
De rit naar de 2e camping is weer een game drive op zich en ook nu zien we weer allerlei beesten en wederom een aantal giraffes die de truck niet heel eng lijken te vinden. Overal klikken weer de camera’s om ook dit weer vast te leggen.
De tweede camping doet qua luxe niet veel onder voor de eerste camping, en ook hier is er weer een waterhole. Jammer is alleen dat het zodra de tenten staan het alweer begint te rommelen en de rest van de dag blijft regenen. Niet veel te zien dus. Gelukkig is dit wel de eerste camping waar we toevallig onder een afdak kunnen zitten eten en daar maken we dan ook dankbaar gebruik van.

Dag 14. Etosha NP

Dag 14. Etosha NP

Het heeft de hele nacht door geregend en ook ‘s ochtends als we de tenten inpakken is het niet echt droog te noemen. Her en der zijn er ook wat tenten lek of hebben er spullen tegen de wandem aangelegen, dus al met al is het een aardig waterballet. Als alle zeiknatte spullen in de truck liggen gaan we op weg naar camping nummer drie.
Op de drive naar de camping zien we pas hoe hard het heeft geregend: overal liggen plassen water en zelfs de enorme vlakte (Etosha=grote witte vlakte) die rond deze tijd van het jaar gortdroog hoort te zijn heeft her en der water. Door de regen en alle natte ellende zien we weinig op deze drive. Wel zien we wat schildpadden en de redelijk zeldzame bat-eared fox.
De game drive s’avonds is wat vruchtbaarder: We zien wrattenzwijnen en op het laatste moment toch eindelijk de leeuw waar iedereen op zat te hopen. De waarschijnlijk nu meeste gefotografeerde leeuw ter wereld trekt zich duidelijk geen barst aan van het geklik en blijft rustig liggen en draait zich af en toe om. Mooie plaatjes in ieder geval.
‘s Avonds na het eten duiken we met een paar mensen de bar in om ons tegoed te doen aan bier en Amarula. Redelijk op tijd duiken we onze intussen opgedroogde tenten in: De volgende dag staat er een rit van 650 kilometer op het programma.

Dag 15. Etosha NP – Divindu

Dag 15. Etosha NP – Divindu

We beginnen de dag vroeg: na het opruimen van de tenten willen we nog een snelle gamedrive doen voordat we aan de lange tocht naar Divindu starten. We zien nog spelende jakhalzen vlak bij de bus, twee bat-eared vossen en een zeldzame mongoose.
Met een aantal korte toilet stops en een snelle lunch onderweg rijden we tot ruim in de middag door. Gelukkig zijn het allemaal asfalt wegen zodat de rit nog enigzins comfortabel verloopt.
Iets na drieen zijn we dan eindelijk op de camping. Hier bestaat de mogelijkheid om een tocht op de rivier te doen met een vrij grote boot waar 10 man op kunnen. Een aantal mensen hebben een ‘upgrade’ genomen en zij slapen in hutten in plaats van tenten en zijn dan ook de eersten die de tocht doen terwijl wij onze tenten opzetten. Wij wachten rustig onze beurt af onder het genot van een koel drankje in de bar. De temperatuur blijft trouwens oplopen en we zitten vandaag met 35+ graden.
Na een uurtje is het onze beurt en vertrekken we eerst richting een aantal kleine watervallen. Doordat we vrij laat zijn gaan varen hebben we prachtig licht en we fotograferen ons zoals gewoonlijk weer helemaal suf.
Een eind verder zien we de eerste hippo’s: Een groep van meer dan 10 ligt rustig midden in de rivier. Met de boot kunnen we redelijk dichtbij komen om deze logge beesten beter te kunnen bekijken. Als afsluiter worden we nog getrakteerd op wat kleine krokodillen: een mooi en  heerlijk verfrissend tripje.
Onze kok, Andor, heeft die avond een erg smakelijke traditionele Afrikaanse maaltijd bereid, waarbij een dikke pap van maismeel wordt gebruikt om vlees en groente te eten.
Aangezien ook deze camping weer beschikt over een bar besluiten we daar de avond maar af te sluiten. Voor het eerst dik ingesmeerd met Deet en met lang mouwen en broekspijpen genieten we van het uitzicht en koude biertjes. Op weg naar ons bed letten we maar niet op de bordjes waarop gewaarschuwd wordt voor overstekende nijlpaarden en krokodillen…

Dag 16. Divindu – Maun

Dag 16. Divindu – Maun

Door een klein wildpark rijden we naar de grens met Botswana. Terwijl de douaneformaliteiten worden afgehandeld hebben we lol met een groep Duitsers die in een stuk of 12 identieke campers met naambordjes hun safari-avontuur beleven. We joelen ze allemaal enthousiast na.

Aan het begin van de middag arriveren we op de camp site bij Maun. Dit is onze uitvalsbasis voor de Okavangodelta en we zullen hier voor en na ons verblijf in de delta kamperen. Harro heeft een sportieve middag in het zwembad en op het volleybalveld van de camp site. Eveline shopt in Maun. Het is een stadje van tegenstellingen: armoedige hutjes, Europees aandoende supermarkten en toeristenvoorzieningen zijn vlak bij elkaar te vinden. Daar tussendoor lopen overal loslopende ezels.

Op de camping is een bar zoals je die over de hele wereld vindt in ski en backpackers oorden: lekkere muziek, uitgebreiden drankenkast en een gezellige sfeer. Tot laat in de avond (zeker half 11) observeren we de plaatselijke drankrituelen en nemen er zelf ook één.

Dag 17. Okavangodelta

Dag 17. Okavangodelta

Vandaag begint wat misschien wel ons spannendste avontuur van deze reis wordt: 3 dagen en 2 nachten kamperen op een onbewoond eiland in de Okavangodelta!
We worden opgehaald door een open truck. We nemen alleen een kleine rugzak, slaapmatjes en slaapzak mee. In een uur rijden we naar het mokoro station. Onderweg zien we struisvogels, die er erg grappig uit blijken te zien als ze gaan rennen.

Aangekomen bij het mokoro station krijgen we al gauw een bootje en een poler toegewezen. Behendig vouwt hij onze slaapmatjes tot comfortabele zetels en verdeelt hij de bagage zodanig over de mokoro dat de kans op nattigheid minimaal is. Als iedereen is geinstalleerd, begint de tocht naar ons onbewoonde eiland. In 1,5 uur glijden we door het riet naar de plaats van bestemming. Het is heel relaxed om zo achterover leunend de natuur te bekijken en de 12 mokoro’s varend in en lange rij maken een mooi plaatje. Onderweg wordt af en toe gestopt om water uit de lekke exemplaren te scheppen of verloren bagage uit het water te vissen.

Op het eiland zetten we onze tentjes op en krijgen instructies. Het toilet is een gat in de grond, zonder begeleiding gaan zwemmen of wandelen buiten het kamp is niet toegestaan. De polers die ons naar het eiland hebben gebracht blijven ook kamperen. Hun leven bestaat grotendeels uit het kamperen in de delta. Ze blijven overigens in contact met het thuisfront: ondanks dat wij denken aan het einde van de wereld te zijn beland, is hier gewoon telefoon ontvangst!

‘s Middags wordt het erg warm en wij doen de schaduwdans: elk half uur zoeken we met ons klapstoeltje een nieuw schaduwplekje. Gelukkig hebben we een boek en speelkaarten meegenomen. Harro krijgt een spoedcursus polen en vaart naar het “zwembad”: een open plek in het riet waar de krokodillen, nijlpaarden en slangen normaal gesproken niet komen. Terwijl hij erheen vaart klinkt het gebrul van een nijlpaard toch wel erg dichtbij. Harro blijkt al een heel aardig snelheid te kunnen halen.

Om 5 uur starten we een game walk: een wandeling met als doel natuur te bekijken en wild te spotten. We worden in 3 groepen opgesplitst en 3 van de polers ontpoppen zich tot gids. Ons groepje van 7 wordt gegidst door West, de leider van de hele expeditie. Na 5 minuten lopen gebaart hij ons zachtjes te zijn: op een meter of 50 afstand op het volgende eiland zien we een olifant! West concludeert uit zijn lichaamstaal dat de olifant op ons gefocust is, dus het plan om over te varen gaat niet door. Wij vinden de game walk nu toch al zeer geslaagd. De olifant loopt heen en weer en lijkt af en toe op ons af te komen. Hij blijft echter op zijn eiland en wij observeren en fotograferen hem uitgebreid. Na een tijdje lopen we verder over ons eigen eiland en zien van een afstandje nijlpaarden, we beklimmen een termietenhoop en fotograferen de mooie zonsondergang.

Bij terugkomst in het kamp blijkt dat Andor ook in deze omstandigheden een lekkere maaltijd in elkaar weet te zetten. Zittend bij het kampvuur laten we het ons goed smaken.

Dag 18. Okavangodelta

Dag 18. Okavangodelta

‘s Ochtends rond een uur of 4 horen we het gebrul van een nijlpaard…heel dichtbij! Later horen we dat het geen droom was maar dat het nijlpaard vlak langs het kamp is gewandeld. Eng en fascinerend tegelijk.

Al vroeg staan we op voor een game walk. We wandelen een paar uur en zien hyena’s, antilopes en de zeldzame rode lechwe. Dan komt het spektakelstuk van de ochtend: heel in de verte zien we stipjes, het is een kudde van 300-400 buffels. We lopen er een stuk naar toe en steken zelfs met de schoenen in de hand het ondiepe water over. We komen zo dichtbij dat ook de mensen zonder gelaserde ogen de buffels goed kunnen zien. Toch blijven we op een veilige afstand. Een groep reisgenoten vlucht rond hetzelfde tijdstip een boom in omdat de buffels hun kant op lijken te komen. Gelukkig komen zij ook heelhuids terug. Het pannekoekenontbijt gaat er vervolgens wel in.

De rest van de ochtend brengen we door met heel veel spelletjes pesten en 2 zwembadsessies. Die zijn ook wel nodig om het niet al te warm te krijgen. Harro steelt de show door zich met behulp van een reisgenoot te laten lanceren en vervolgens een snoekduik te maken.

Om 5 uur is het tijd voor een sunset cruise. Twee aan twee stappen we in een mokoro en laten ons lui rondvaren. We glijden door het ruisende riet en zien verschillende waterbloemen. Op de eilanden waar we langskomen zien we af en toe een olifant. Einddoel is het meertje waar de nijlpaarden zich verzamelen. Van een meter of 30 afstand zien we hoe ze lekker lui in de zon liggen. Verbeelden we het ons nou of komen ze steeds dichterbij?

Na het eten vormen de polers een koor. Het lijkt wel of in Afrika iedereen is geboren met passie en talent voor zingen. Het maakt niet uit wie je bent en of je een mooie stem hebt, zingen zul je. Als het koor uitgezongen is, proberen ze ons op gang te brengen met “”Van voor naar achter, van links naar rechts….”. Er worden enkele dappere pogingen gedaan.

Okavango Delta

Okavango Delta

Via de Caprivistrip in Namibie naar een camping vlakbij de Okavango Delta gereden. de Caprivistrip hebben de Duitsers in de koloniale tijd bij Namibie onderhandeld. Ze wilden een spoorlijn aanleggen om hun kolonien aan de ene kant van Afrika met die aan de andere kant te verbinden. Zover is het nooit gekomen want de Duitsers verloren hun kolonien. De strip is nu gewoon de strip.


Voordat we de Delta ingingen, hebben we een nacht in het zogeheten basiskamp doorgebracht. Dat kamp is alleen met een jeep te bereiken. Onze truck bleef achter in een dorpje. Met een wacht ervoor.


Vanaf het basiskamp met mototboten de Delta in tot het punt waarop de boten niet verder konden. Overgestapt op mokoro’s. Mokoro’s zijn een soort kano’s (vroeger van boomstam, nu van kunststof) voor twee personen die door zogeheten poolers met grote stokken worden voortbewogen. Alleen de hoogstnoodzakelijke bagage mocht mee in een dagrugzakje. De tenten en kookspullen werden in een speciale vrachtmokoro vervoerd.


Een prachtige tocht door de Delta gemaakt. Dwars door dicht riet. Na anderhalf uur kwamen we aan in het bushkamp, een afgelegen onbewoon eiland. Geen elektriciteit en sanitaire voorzieningen. Plassen en poepen doen we in een gat in de grond.


Op het strand sporen van nijlpaarden en olifanten gevonden. Wisten jullie dat de poep van deze dieren erg op elkaar lijkt? Wij hebben ondertussen geleerd wat het verschil is. Olifanten poepen op een hoop, nijlpaarden sproeien, al zwaaiend met hun staartje, hun poep. We hebben dat live mogen aanschouwen. Grappig om te zien!


Twee mooie wandelingen op eilanden in de buurt gemaakt. Een van de poolers ging mee als gids. Hij heeft van alles over planten (tegen muggen), bomen (van het binnenste van de Baobob kun je touw maken) en dieren verteld (zie het voorgaande). Erg interessant.


Koken doen we trouwens al de hele tijd op het kampvuur, tenzij er een barbecue is. Debra, onze kok, maakt de lekkerste dingen. Zo hebben we al lasagne van het kampvuur, allerlei curry’s, pasta’s, brood en ook appeltaart gegeten.


‘s Nachts aardvarkens en nijlpaarden op bezoek gehad. We hoorden ze rond de tenten scharrelen. Collectief onze plas opgehouden tot de volgende ochtend.


Het koelt ‘s nachts trouwens brhoorlijk af. Een fleece is geen overbodige luxe. Voordat we naar Namibie gaan, gaan we mutsen en handschoenen aanschaffen. Die gaan we nodig hebbem. In Kaapstad sneeuwt het, hebben we gehoord…

The Vic Falls

The Vic Falls

Op de terugweg zijn we nog even bij de Victoria Falls geweest. Echt enorm!! Ruim 1,7 km breed en 100 m hoog. Door de vele regen van de afgelopen maanden was er enorm veel water. Je kon de bodem niet zien en ook de watervallen waren maar gedeeltelijk zichtbaar. Dat zorgde voor behoorlijk wat spektakel op de wandelpaden rond de Falls: overal vormden zich stroompjes en het leek alsof je midden in een tropische regenbui stond. Gelukkig hadden we regenponchos mee, dus de schade bleef beperkt. Erg leuk en indrukwekkend!


‘s Avonds met de groep een sunsetcruise over de rivier gemaakt. Prachtige zonsondergang, olifanten, krokodillen en nijlpaarden gezien. Apen hadden we al gezien: kleintjes op de camping en bavianen bij de grensovergang.


De volgende ochtend een helikoptervlucht over de Zambezi en de Vic Falls gemaakt. Geweldig om te doen. We hadden een mooi uitzicht op de rivier, de eilandjes daarin, de rand van de waterval, het naar beneden vallende water en vervolgens hoe de rivier verder slingert.

Himba’s en cheetah’s

Himba’s en cheetah’s

Zondag 27 mei stond in het teken van Himba’s en cheetah’s.


‘s Ochtends een bezoek gebracht aan een Himbadorp. Himba’s wonen eigenlijk alleen in het noordwesten van Namibie, maar omdat het erg lastig is om daar te komen, hebben ze ook wat zuidelijker een dorp gesticht. Daar kunnen toeristen tegen betaling een bezoek aan brengen.


Het Himbadorp is net een openluchtmuseum maar dan met permanente bewoning. In dit geval door 3 mannen, 19 vrouwen en 42 kinderen. De Himba’s vormen een matriarchale samenleving, de vrouwen hebben er voor het zeggen. De mannen hebben eigenlijk maar een taak: kinderen maken.


Het was een beetje vreemd om daar te zijn omdat je weet dat het niet authentiek is. Desondanks is het wel indrukwekkend om te zien hoe echte traditionele Himba’s leven (met bijzondere haardracht, kleding, hutjes etc).


Vervolgens door naar de cheetahfarm. Daar leven 3 tamme cheetah’s die je kunt aaien en 19 wat wildere exemplaren. Die wildere cheetah’s leven in een klein reservaat en je kunt zien hoe ze gevoerd worden. Best heftig: ze hebben allemaal honger en willen allemaal tegelijk eten, dus je kunt je wel voorstellen hoe dat gaat.  

Ratelgat

Ratelgat

De volgende stop van de reis is Ratelgat. Ratelgat ligt in het westen van Zuid-Afrika, ergens halverwege de grens met Namibie en Kaapstad. De precieze locatie is onbekend want Ratelgat staat niet op de kaart en ook in de reisgidsen komt het niet voor. Het was dan ook lang zoeken voordat we eindelijk de plaats van bestemming bereikten.
Het was de bedoeling dat we in Ratelgat zouden overnachten in authentieke Afrikaanse hutjes van riet. Maar wat we aantroffen, stelde weinig voor. Het dorp zag eruit alsof het al een tijdje niet meer bewoond werd. De hutjes zaten vol gaten, er was geen water en de keuken was een grote puinhoop. Dus besloten we ergens anders te gaan overnachten. Maar niet voordat alles uitgebreid was gefotografeerd en gefilmd door een ondertussen behoorlijk melige groep.
We belandden uiteindelijk op een camping in Vanrhynsdorp, 40 km verderop. Omdat we geen zin hadden de tent op te zetten, mede omdat er een grote regenbui op komst was, hebben we overnacht in huisjes. Luxe!

‘s Avonds was de afscheidsbraai van Boepie, de traineechauffeur. Boepie heet eigenlijk Willem, maar wordt net als zijn vader en grootvader Boepie genoemd vanwege zijn bolle buik. Na zijn afscheidsspeech in het Afrikaans (zijn Engels is nog niet zo best) hebben we hem in het Nederlands toegezongen op de melodie van ” Daar heb je Flipper”. Dat viel erg in de smaak. En dus hebben we het lied de volgende dag nog maar een keer gezongen toen Boepie werd opgehaald door zijn moeder. Zij vond het ook leuk.

Laatste dag

Laatste dag

Vanavond om 8 uur vliegen we terug naar Nederland. Reisleidster Noor vliegt vanmiddag al. Zij gaat dan terug naar Zimbabwe waar ze woont. Na het ontbijt hebben we haar met de hele groep uitgezwaaid.
Daarna nog even de stad in. Paar winkels uit de Lonely Planet bezocht, lekker geluncht en nu zitten we voor het laatst het reisverslag bij te werken. De Tafelberg hebben we helaas niet meer gezien, behalve heel even toen we terugkwamen van de Kaaptour.
Mooie reis geweest, maar ook goed om weer naar huis te gaan naar de poezen!

Parachute springen

Parachute springen

Terwijl Alex ziek in bed lag, ben ik met 5 andere mensen van de groep gaan parachutespringen. Aan een tandem uiteraard. Een hele bijzondere ervaring!

Van te voren best wel spannend, maar het uit het vliegtuig springen op een hoogte van 10.000 ft vond ik absoluut niet eng. De vrije val was super heftig. Heel raar: je hebt niet echt het idee dat je valt maar meer alsof je in een ventilator zit. Toen de parachute op 5000 ft openging, kon je echt van het uitzicht genieten. Je hoorde alleen wapperen van de parachute en verder niks. Mooie zandduinen gezien en Walvisbaai en Swakopmund zien liggen. Alles bij elkaar duurde het ruim drie kwartier: korte instructie, 20 minuten scenic flight naar de springplek en een kwartier springen. Cool.

‘s Avonds uit eten geweest met de groep. Alex verwend met een kopje kippensoep. Vandaag 30 mei voelt hij zich gelukkig al weer een stuk beter. Zo veel beter zelfs dat hij vanmiddag ook gaat parachutespringen. Ik ga mee om een en ander op foto en film vast te leggen. Wordt vervolgd…

Helaas! Geen parachutesprong voor Alex. Toen we op het vliegveld waren, werd het mistig. Zo mistig dat het vliegveld gesloten zou worden en het vliegtuig niet meer zou kunnen landen. Nog een tweede poging gedaan de volgende ochtend, maar ook toen zat het weer niet mee.

In Swakopmund hebben we trouwens gelunchd in een heuse Konditorei. Swakopmund is heel erg Duits, volgens de Lonely Planet zelfs “Duitser dan Duitsland zelf”. Blanke mensen spreken je ook in het Duits aan. Erg vreemd om mee te maken als je middenin Afrika zit.

Naar Botswana

Naar Botswana

Om van Zambia in Botswana te komen, moet je met een pontje de rivier over. Aan de ene kant van de rivier is de grens van Zambia, aan de andere kant die van Botswana. Bij de eerste grensovergang was het een puinhoop: overal stonden vrachtwagens uit Botswana op de juiste papieren te wachtten om Zambia in te komen. Die vrachtwagens blokkeerden de afrit van de pontjes waardoor die niet goed konden lossen. De chaos werd versterkt doordat iedereen (auto’s, vrachtwagens etc) probeerde voor te dringen. Eindeloos duurde het. Op een gegeven moment hebben we met de groep een aantal auto’s geblokkeerd zodat onze truck de boot op kon. Wij snel erachteraan. Eenmaal aan de overkant ging het allemaal erg soepel.


Dat was mooi want om 16:00 uur zou onze gamecruise beginnen. Tijdens de gamecruise heel veel dieren gezien. Omdat we met een klein bootje waren, konden we overal redelijk dichtbij komen. Een kudde olifanten gezien, nijlpaarden, krokodillen, impala’s, kudu’s, sabel antilopes, zogeheten bunded mongoose en visarenden.


In het donker onze tenten opgezet. Donker wordt het hier al vroeg: rond een uur of 6 gaat de zon onder en dat gaat heel erg snel.

Moordspel

Moordspel

Even een tussendoortje. Wat we al bijna de hele reis doen, is een moordspel spelen.
Iedereen krijgt een briefje met de naam van iemand van de groep en een woord dat hij die persoon moet zien te ontlokken. Je begrijpt het al, het gaat daarbij niet om de meest alledaagse woorden. Voorbeelden zijn cementmolen, boormachine, koning en uitdaging.
Als het is gelukt om iemand het bewuste woord te laten zeggen, is die persoon dood en ligt hij uit het spel. De ‘moordenaar’ krijgt het briefje van zijn slachtoffer en zo gaat het verder totdat er een iemand overblijft. Die heeft dan gewonnen.
Om het spel te kunnen spelen, worden er allerlei complotten gesmeed. Hoe kun je het anders over boormachines hebben als je op reis bent in Afrika?
Heel erg leuk om te doen. We zijn inmiddels met het derde spel bezig (Karen heeft het tweede spel gewonnen!) en er zijn nog twee spelers over. Wij zitten daar niet bij.

Dorpswandeling

Dorpswandeling

Vanuit de Okavango Delta naar Rundu gereden (24 mei 2007). We zitten op een camping aan de Okavangorivier, aan de overkant van de rivier ligt Angola.


De volgende ochtend met een gids een wandeling door een paar dorpjes in de buurt gemaakt. Een mooie kans om het dorpsleven van dichtbij mee te maken en te zien hoe mensen in het noordoosten van Namibie leven: in kleine hutjes van hout en klei met rieten daken. Vaak staan er een paar hutjes bijelkaar met een afscheiding eromheen, in het midden is een vuurplaats: dat is dan een dorpje. Meestal leven families daar bij elkaar. Heel veel foto’s gemaakt! Ook een schooltje bezocht. Het was vakantie dus er was helemaal niemand, maar vanwege ons bezoek hadden ze toch een paar kinderen opgetrommeld om liedjes voor ons te zingen. Toen ze klaar waren, vroegen ze of wij ook een liedje voor hen wilden zingen. Tuurlijk! Met z’n allen “hoofd, schouders, knie en teen” gezongen. Dat was een groot succes, vooral toen bleek dat dit liedje ook in de lokale taal bestaat.


Als aandenken een olifantje gekocht dat door leerlingen van de school is gemaakt. Van de opbrengst van zo’n olifantje (30 Namibische dollars = ruim 3 euro) kan een kindje hier een jaar naar school.

Petrified Forest en Twijfelfontein

Petrified Forest en Twijfelfontein

Het is gelukkig weer wat warmer. Het koudefront waarvan we de afgelopen dagen en met name nachten last hadden, is voorbij. Karens sokken kunnen ‘s nachts weer uitblijven.


Op maandag 29 mei via het Petrified Forest naar Twijfelfontein gereden. Het Petrified Forest is niet echt een bos maar meer een gebied waar veel versteende boomstammen uit de ijstijd zijn gevonden. Onderweg daarnaar toe allemaal bordjes langs de kant van de weg gezien van “wannabe petrified forests”. Van mensen die een paar stukjes versteend hout in hun achtertuin hebben liggen die je kunt bekijken.


Ook een bijzondere plant gezien die wel 2000 jaar oud kan worden. Hij heeft twee bladeren die ongeveer 1 cm per jaar groeien. Deze plant wordt dan ook de “twee blaar kan nie dood nie” plant genoemd.  


Bij Twijfelfontein mooie rotsschilderingen van de bosjesmannen gezien en de bron van de twijfelfontein. Toen die bron ontdekt werd door een Duitse boer dacht hij dat dit wel eens een vruchtbaar gebied zou kunnen zijn, maar dat viel tegen. Het water stond de ene keer wat hoger dan de andere keer maar was nooit echt genoeg om er wat mee te kunnen doen.


Gekampeerd aan de voet van de Brandberg, het hoogste punt van Namibie (2573 m). Die berg deed ons erg denken aan Ayers Rock in Australie: hij doemt ineens op in het verder vlakke landschap en als de opkomende zon erop schijnt is hij prachtig rood.


Het landschap is de laatste dagen sowieso weer erg veranderd: van savanneachtig geel naar rotsachtig rood. En nu gaan we meer een woestijn in. 

Kaapstad

Kaapstad

Maandag 4 juni: we zijn aan het begin van de middag in Kaapstad aangekomen. We logeren in een luxe villa vlak aan zee, een geweldige locatie. Vanmiddag doen we het rustig aan: de omgeving van het hotel verkennen, internetten en nog wat kadootjes kopen.
Het weer is slecht. Het is niet warm, het regent zo nu en dan en er hangt een dikke laag bewolking. De Tafelberg hebben we dus nog niet gezien (er ligt een tafelkleed overheen;-). Hopen dat het weer de komende dagen nog wat beter wordt…

Naar Zambia (de heenweg)

Naar Zambia (de heenweg)

Woensdag 16 mei aan het einde van de ochtend vertrokken naar Schiphol. Bij het inchecken meteen al de eerste mensen van de groep ontmoet: twee zusjes uit Enschede en een jong stel uit Noord-Limburg. Leuke mensen zo op het eerste gezicht. 


De reis ging voorspoedig. Wel lang in de rij gestaan in verband met allerlei securitygedoe in London, waar we moesten overstappen. Maar goed, dat schept een band. Lekker zeuren met de rest van de groep, waarmee we inmiddels ook hadden kennisgemaakt. Allemaal jonge mensen. Alex is de nestor 😉 van de groep, maar gelukkig nog niet degene met het minste haar.


Rond 06:00 uur ‘s ochtends de volgende dag aangekomen in Lusaka, de hoofdstad van Zambia. Daar hebben we in de langste rij ooit gestaan. Het duurde maar liefst 5 kwartier voordat we door de paspoortcontrole waren. Bagage opgehaald en naar buiten. Kennisgemaakt met de reisleiding (reisleidster Noor, chauffeur, reservechauffeur en kok) en toen de bus ingeladen.


Die bus is bijzonder. Het is een enorme truck met een busachtige opbouw. Best hoog. Gelukkig ook erg comfortabel met veel beenruimte.


Na een mooie rit door Zuid-West Zambia kwamen we rond een uur of 17:00 bij onze camping in Livingstone bij de Victoria Falls aan. Tentjes opgezet, ons opgefrist en lekker gegeten met uitzicht op de Zambezirivier. Veel info van Noor gehad en meteen al de eerste excursies geboekt. Daarna vroeg naar bed. Zo’n reis hakt erin.