Archief van
Categorie: Afrika

Zaterdag 3-09 – van Kidepo NP naar Kitgum

Zaterdag 3-09 – van Kidepo NP naar Kitgum

Esther heeft haast vanochtend. Zij en Norbert zijn bang dat de wegen onbegaanbaar zijn na alle regenval, dus we worden verzocht alle zooi ingepakt te hebben. De tentzooi mag gelukkig na het ontbijt, maar als we om half 7 op de laatste gamedrive gaan, zit alles in de tassen. Het is vanacht gelukkig droog gebleven en hoewel het erg bewolkt is en de bewolking erg laag hangt, is het ook nu droog. En op deze laatste gamedrive krijgen we een toetje: een leeuwin met twee welpjes (maand of 7 oud). Alweer ver weg, maar niet minder schattig. We genieten en ook de olifanten die we daarna zien (overigens bijna verstopt in het hoge gras) mogen op veel enthousiasme rekenen.

Behalve de beesten krijgen we ook een tour door een bijzondere, tegen de rotsen gebouwde ‘lodge’. Deze ruine blijkt een voormalig buitenhuis van Idi Amin en is, nu het is gekocht door een rijke Ugandees, weer in aanbouw. Het complex telt zo’n 300 (!) kamers en zit via ingenieuze trappetjes aan elkaar. We hebben een wat gemixed gevoel: fijn, die werkgelegenheid, maar wat een raar idee dat dit gebouw van die vreselijke man was en hoe denken ze in hemelsnaam al die kamers vol te krijgen?!

Terug in het kamp krijgen we van Esther opnieuw een zalig ontbijt (Karin is nu al verslaafd aan die pannenkoeken) en daarna ruimen we in recordtempo alles op, met veel hulp van de gids en vooral Norbert en Esther. Om 10 uur rijden we weg, brengen de gids weg en vertrekken daarna richting Kitgum. En hoewel de wegen vooral de eerste anderhalf uur zorgen voor een stevige ‘ African massage’, zijn we in drie en een half uur in Kitgum. Daar zorgt Esther dat we kamers met warm water krijgen! Maar voor we dat gaan gebruiken (‘wassen’ bestond de laatste dagen uit tanden en gezicht poetsen) werken we eerst de site bij in een keurige Internetruimte in het centrum van Kitgum!

Dinsdag 30-08 – naar Uganda

Dinsdag 30-08 – naar Uganda

Brussel Airport is vlak bij, dus we kunnen het ons veroorloven om pas om kwart over 8 naar de Quick Parking te gaan rijden. Daar is zoals beloofd alles in no-time geregeld: we laten de auto achter, betalen en worden meteen weggebracht, in een eigen shuttle. Vijf minuten later kunnen we onze bagage wegbrengen. Na een rustig ontbijt wandelen we naar de gate waar we inderdaad keurig om 9:40 uur beginnen met boarden. We hebben prima plekken, naast elkaar aan de zijkant en verder niemand naast ons, maar helaas is het wel de plek waar ze in een Airbus A330 de raampjes hebben weggehaald! We gluren dus over de schouders van de buren, zakken onderuit en maken ons op voor veel uur vliegen. De vlucht gaat uiteindelijk voorbij met twee films (Rio en Water for Elephants, die we kijken op het te kleine scherm ergens vooraan), eten en drinken en een beetje lezen. Het informatiescherm crasht boven Lak Nassars in Egypte, dus hoe we daarna precies vliegen weten we niet, maar rond half 7 zijn we in Kigali, in Rwanda. Er gaan heel veel mensen het vliegtuig uit en na een uur stroomt het vliegtuig weer vol. We gaan door naar Etebbe, waar we uiteindelijk half 10 lokale tijd (het is een uur later) landen.
 
In no-time hebben we een visum (we staan door onze plekken lekker vooraan in het vliegtuig, vooraan in de rij) en in de hal worden we opgewacht door reisleidster Esther, een jonge Ugandese vrouw, die ons hartelijk ontvangt en even ‘parkeert’ omdat we nog op Gerrit en Ivon moeten wachten, die met de KLM-vlucht van een half uur later aankomen. We wisselen geld (voor 1 euro krijgen we 3600 Ugandese Shilling, dus we zijn in een klap multimiljonairs) en wachten rustig tot onze reisgenoten er zijn. OOk zij wisselen geld en daarna gaan we met een chauffeur in een klein busje naar de Airport Guesthouse. Inmiddels is het laat, dus na een korte briefing (sorry guys, 6:15 breakfast tomorrow) , een welkomstdrankje en en heel korte kennismaking (de overige 2 groepsgenoten van de eerste dagen zijn al in Kidepo) rollen we ons bed in. Bekaf vallen we in slaap, in het enorme bed en onder de keurige klamboe.

Woensdag 31-08 – van Entebbe naar Kitgum

Woensdag 31-08 – van Entebbe naar Kitgum

Het is nog donker als we wakker worden, maar het begint te schemeren als we naar de ontbijtruimte lopen. De kamers liggen rondom een tuin. Er groeien kleurige planten en bloemen, er loopt een familie parelhoentjes door de tuin, de zon schijnt en de palmbomen wuiven in de wind. We halen eens diep adem, zetten de koude douche van ons af, en schuiven aan het ontbijt aan. Een eitje in allerlei varianten, banaantje, voor Karin een pannenkoek, thee, een sapje… prima ontbijtje en gelaafd stappen we rond 7 uur in de enorme landcruiser die ons de komende weken gaat vervoeren, gereden door chauffeur Norbert.

Het allereerste stukje van de route is meteen schitterend. Mistflarden trekken op tussen de bomen aan de rand van het Victoriameer, de zon spiegelt op het water en we rijden tussen de kleurige huizen en winkels, vaak gratis geschilderd (en soms gebouwd) door grote bedrijven, als je bereid bent hun reclame op jouw huis te hebben. Van Entebbe zijn we zo in Kampala, de drukke hoofdstad van Uganda. We nemen een route door de buitenwijken, omdat de route door het centrum op drukke dagen zomaar 1 of 2 uur kan duren. Nu gaat het sneller, zelfs zo snel dat Esther verbaasd is. We schieten lekker op!

Buiten Kampala wordt het rustiger. En nog groener! Anders dan bijvoorbeeld buurland Kenia, is Uganda het hele jaar door groen en dat komt natuurlijk door alle regen. Ook wij kunnen op deze reis wel wat buien verwachten, zo aan het eind van het droge en begin van het regenseizoen, maar het is afwachten hoeveel: de seizoenen zijn de laatste jaren volkomen in de war, zo zijn Esther en Norbert het eens. Afwachten dus maar, nu is het in ieder geval stralend weer.
Om 11 uur, een uur eerder dan verwacht, komen we aan bij Ziwa Rhino Sanctuary. Op deze plek wordt sinds 2005 een groeiende groep neushoorns gehouden, die uiteindelijk teruggaan de wildparken in, zodat Uganda de sinds 1982 uitgestorven neushoorn terugkrijgt. De neushoorns worden 24 uur per dag door rangers gevolgd, waardoor ze inmiddels behoorlijk aan mensen zijn gewend. Dat was in het begin wel anders verteld onze wandelgids: hij zegt dat hij het aantal bomen waar hij in moest klimmen niet meer kan tellen. Nu gaat het goed en gelukkig is er nog nooit een toerist aangevallen. We mogen dus mee, al moeten we nog wel even een papiertje tekenen dat als ons iets gebeurd het werkelijk niemands schuld is behalve die van onszelf. Vooruit. We kunnen.

We rijden een klein stukje en daarna gaan we de bush in. We wandelen achter onze gids aan en al na 5 minuten zegt hij: we zijn er bijna. En terwijl hij rustig blijft praten en zijn collega-gidsen groet, wandelen we richting twee bruine rotsen, die bij nadere beschouwing geen rotsen zijn, maar neushoorn Bella en haar bijna twee jaar oude jong met een ingewikkelde naam! Met open mond staan we te kijken als Bella overeind komt, maar na een paar minuten weer gaat liggen en alleen af en toe haar oren beweegt. Het jong is niet overeind gekomen. En op een meter of 25 afstand staan we te genieten van deze enorme joekels. Daarna door naar de volgende dikhuid. Een groot en indrukwekkend mannetje dat rustig in de bosjes omhoog komt en daarna weer gaat liggen. Na een aantal foto’s en wat extra uitleg en sterke verhalen van de gids lopen we weer terug naar het kamp voor een lunch en een show. Een paar rangers, een stevige Zuid-Afrikaanse tante en een man die de huid vol gescholden wordt omdat hij zich via e-mail voordeed als iemand anders. Hij wil niet toegeven en wordt afgevoerd door de politie. We zitten er ongemakkelijk bij: de dame schreeuwt bijna en behandelt de man enorm denigrerend.  Als onze lunch op is, gaan we er haastig vandoor.

Daarna moeten we nog uren rijden. We verlaten in de buurt van Murchison Falls de verharde weg en rijden verder op een rode kleiweg, die gedurende de middag steeds slechter wordt. Chauffeur Norbert hangt een kruis om zijn nek en heeft het duidelijk zwaar. Hij rijdt geweldig, maar de wegen zijn echt heel slecht en het is een lange, lange dag. Onderweg stoppen we af en toe langs de weg voor ‘pee’ (achter een bosje, bij voorkeur als er niemand in de buurt is en als het even kan niet in iemands veldje zonnenbloemen of mais). Verder kopen we onderweg wijn in (alles dat je wilt gebruiken in Kidepo moet je bij je hebben) en verder rijden en rijden we maar. Karin heeft twee nachten slecht geslapen en dommelt regelmatig weg, twee keer zelfs een heel uur.

Aan het einde van de middag begint het ook nog te regenen en Norbert kiest eieren voor zijn geld. Hij kiest een kortere route, die normaal heel slecht begaanbaar is, maar nu beter en sneller blijkt dan de hoofdweg! Uiteindelijk komen we rond 7 uur aan in Kitgum, bij het Bomah Hotel. Norbert is bekaf en vertrekt meteen naar zijn hotel, een stukje verderop. Wij knappen ons een beetje op en eten daarna een rijst met kip hap in het hotel. Halverwege pakken we ons boeltje op: de boom houdt ons niet meer droog en we verkassen naar de veranda. Daar zitten we nog maar net als de hoosbui echt losbarst. Bij de eerste donderklap geeft de generator het op en komt Karin’s lampje goed van pas! even later springt de generator weer aan en eten we in het ‘knusse’ tl-licht ons eten op. Om 9 uur houden we het voor gezien: ook wij zijn bekaf en we rollen onder een zorgvuldig ingestapte klamboe, ons mandje in. ‘s Nachts worden we nog een keer wakker door een tweede donder- en hoosbui. We draaien ons nog eens om en dromen van zon op de groene Ugandese velden…

Dinsdag 6-09 – van Murchison Falls NP naar Hoima

Dinsdag 6-09 – van Murchison Falls NP naar Hoima

Vanochtend zitten we om 6 uur 20 aan het ontbijt, nadat we alle spullen hebben ingepakt. En Esther heeft pannenkoeken gemaakt! Ze zijn al net zo verrukkelijk als in Kidepo en Karin eet er zelfs 3! Daarna rollen we de jeep in, voor het korte stukje naar het water. Deze keer gaan we met een boot naar de Nijldelta voor een tocht van vijf uur, alleen met onze groep.

En weer is het genieten. Een heel ander landschap dan gisteren ontvouwt zich. Stroompjes en stromen van de Victoria Nijl komen via de delta in Lake Albert. En allerlei beesten genieten van dat landschap van gras, water, papyrus, waterlelies en bomen. We zien van alles: bavianen en prachtig zwart-witte colobusaapjes, eindeloos veel soorten vogels, waaronder de kraanvogel, de nationale vogel van Uganda, en nog twee andere soorten ijsvogels dan we eerder zagen en natuurlijk veel, heel veel nijlpaarden. Het is bewolkt en er valt een spat regen, maar naarmate de ochtend vordert wordt het weer beter en wordt het opnieuw heet. Net als bij elke zoektocht naar wild wisselen perioden met zoeken naar beesten en perioden van ‘100 plaatjes per minuut’ elkaar af. Krokodillen, olifanten, waterbokken: het komt weer allemaal voorbij. We kunnen er niet genoeg van krijgen!

Om 12 uur meert de boot weer aan aan de kade en gaan we terug naar het kamp. Daar lunchen we en rusten we uit tot 2 uur, waarna de rit naar Hoima begint. Esther rijdt voorlopig in de andere auto, maar Norbert komt helemaal los en vertelt honderduit over de gebruiken van zijn land. Het gaat deze keer vooral over trouwen, bruidschatten (die de man betaalt), scheiden, kinderen: kortom, het gezinsleven passeert de revue. We steken er veel van op en daarmee vliegt de tijd. Na een stop bovenop de heuvels aan de voet van Lake Albert, voor een foto, die we door het slechte licht overslaan, rijden we door het groene, maar steeds bebouwdere landschap naar Hoima. Onderweg staan er regelmatig kuddes koeien op de weg, vooral de Ankhole koeien, een heel oud en sterk koeienras. Ook zien we een heel drukke markt, waar mensen van heinde en ver op af komen. Soms lopen ze er uren voor!

Rond half 6 zijn we in Hoima, waar we een prima kamer krijgen. Vanavond kunnen we warm douchen. En na een simpele hap eten, is dat precies wat we gaan doen!

Zondag 4-09 – van Kitgum naar Murchison Falls NP

Zondag 4-09 – van Kitgum naar Murchison Falls NP

Nadat we gisteren na het bezoek aan het Internetcafe heerlijk hebben gedouched (wat raakt een mens dat soort dingen weer waarderen als ze er een tijdje niet zijn) hebben we de rest van de middag in de schaduw op het ‘terras’ van het hotel doorgebracht. We kletsen gezellig met Ivon en Gerrit en ook Pieter en Albertine (die al in Kideppo waren en vanaf vandaag ook onze reisgenoten zijn) schuiven aan. ‘s Avonds eten we met z’n allen: ook Esther, Norbert, Vickie en de voor ons naamloos gebleven chauffeur van Albertine en Pieter schuiven aan. Het is erg gezellig en op het schrikbarend late tijdstip van 10 uur gaan we naar bed… waar we besluiten dat we een vreemd bed hebben. Het is 1.80 lang, maar meer dan twee meter breed! We kijken elkaar aan: zullen we dan maar? Nadat we de gaatjes in de klamboe hebben afgeplakt met stukjes pleister duiken we dwars in bed. Dat ligt beter: nu past ook Martijn. Bekaf vallen we in slaap.

De wekker gaat laat: we hoeven pas om kwart over 7 aan het ontbijt te zitten. Dat garandeert overigens niet dat je meteen kunt ontbijten. TIA (This Is Africa): als je tegelijk besteld kan het best zijn dat de bestellingen met 40 minuten er tussen binnen komen! Om 8 uur zitten we in de jeep: Ivon nog met het laatste stukje ei in haar mond. De rit naar Murchison Falls NP gaat de eerste paar uur over de route die we ook op de heenweg hadden. De weg is deze keer droog, maar de gaten zijn nog net zo indrukwekkend. Onderweg wordt het langszaam drukker. Waar we gisteren in totaal 10 auto’s tegenkwamen, zien we er nu steeds meer en in Gulu is het gewoon druk! We zien ook voor het eerst weer gewone auto’s en niet alleen jeeps en landrovers. We kijken nog net zo onze ogen uit als op de heenweg.
Het weer is vandaag trouwens prima: hoewel het tussendoor een paar uur bewolkt is, is het zonnig en halfbewolkt als we de afslag nemen naar het grootste park van Uganda. Die weg is perfect: geasfalteerd en nauwelijks een gat te bekennen. Voor de eerste keer deze reis rijden we 100! Dat duurt tot de eerste afslag daarna, dan zitten we weer op een weg met de karakteristieke rode kleur. African massage guys, African massage.

Om 1 uur zijn we bij de gate van het park, waar we zowaar in een huisje kunnen plassen (onderweg maken we ‘pee-stops’, wat interessante klauteracties in de plaatselijke berm oplevert) en de lunch-spullen uit de auto halen. Ivon en Karin snijden groente, Martijn zet zijn blik-opener-kwaliteiten in op het blikje tonijn en Esther en Vickie organiseren lunch. We knagen de bammetjes op in de schaduw van een boom en binnen no-time zijn we weer onderweg. Game-drive time! Tja, beetje verkeerde tijd van de dag, dus hoge verwachtingen hebben we niet, maar het dak kan open (we moeten een beetje om de op het dak gepakte tenten heenkijken) en er is vast wel iets te zien.
En dat blijkt. Wat een prachtig park is ook Murchison Falls! Het landschap is fenomenaal: er is open savanne en bosrijk savanne-gebied. Er zijn glooiende groene heuvels, bezaaid met palmbomen, ‘worst-bomen’ (met gistende vruchten waar apen en olifanten dronken van worden en dol op zijn) en accacia’s (de ‘fluitende’, door een typisch geluid dat ontstaat door de wind die door de vruchten blaast en ‘senegal’ de karakteristieke paraplu-accacia, die het symbool van Afrika is). En, blijkt al snel, er zijn heel veel beesten. Al na letterlijk 150 meter zien we de eerste Ugandese Kobs (een karakteristieke antilopesoort, die het nationale beest van Uganda is en in de vlag is afgebeeld) en de uren daarna worden we echt getrakteerd. Heeeeel veel kob’s, oribi’s (de minihertjes), wrattenzwijntjes, buffels, hartebeesten, grote roofvogels (die we niet allemaal meteen kunnen thuisbrengen) en de echte traktaties zijn de enorme hoeveelheden giraffen en een aantal olifanten, waarvan eentje heel dichtbij. We genieten, schieten plaatjes en herinneren onszelf eraan dat dit de rit naar de camping is en eigenlijk een soort bonus-game-drive.

Rond 4 uur zijn we bij de ferry, aan de Albert Nijl. De ferry is een platte bak, waar ongeveer 8 jeeps / auto’s op kunnen en die aan twee kanten enorme motoren heeft om het gevaarte naar de overkant te krijgen zonder meegesleurd te worden door de forse stroom. We stappen uit, want we moeten even wachten tot de bak onze kant op komt. Als we naar het water wandelen horen we een soort gesnuif en spot Martijn de eerste nijlpaarden, op nog geen 10 meter afstand, in het water. Wat een gezicht. En wat een fijn idee dat die beesten overdag lekker in het water blijven.

Aan de overkant is het nog een paar honderd meter rijden en dan zijn we bij Red Chili Camp, waar we kennis maken met de rest van de groep (Rien en Toos, zus Sjanne (de zus van Toos wel te verstaan), Tjerk en Anke en Dominique, de enige Belgische aanwinst in de groep). Ze zijn vandaag uit Entebbe gekomen en nog wat gaar van de reis. We schudden handen, oefenen namen en horen dat we samen met Gerrit en Ivon als enigen deze hele reis blijven kamperen. De rest heeft de comfort-optie bijgeboekt en slaapt vanaf nu ‘binnen’. We vinden het vooral leuk dat we leuke camp-genoten hebben (de ‘eenvoudige klasse’ is vanaf nu een geuzennaam) en als de rest de sleutels krijgt, van de banda’s en opgezette tenten, gaan wij op de campsite onze eigen tent opzeten. We worden er al iets handiger in en samen met Norbert hebben we binnen no-time onze tenten en die van Norbert opgezet. Ivon en Gerrit helpen nog met die van Esther, terwijl wij spullen versjouwen en Karin probeert een vlek uit haar gloednieuwe tas te poetsen. Het knalrode anti-muggen-spul van Norbert heeft gelekt. Afijn, de tas is hiermee ingewijd en het rood staat wel lekker … contrasterend bij het paars…

Als we klaar zijn vertrekken we naar de open diner-ruimte waar de vogeltjes en de vleermuizen doorheen vliegen. We drinken, kletsen en eten uiteindelijk een hapje met Gerrit en Ivon. Daarna schuiven we braaf bij de rest van de groep aan en horen we van Esther het programma voor morgen. Een volle dag: game-drive, boottocht en klim naar de bovenkant van de watervallen. We zijn benieuwd! Na wat gepruts met lenzen en tanden (hier is een kraan, zijn w.c.’s met wc-papier en zelfs douches op de camping… oh en de buren zijn trouwens wat wrattenzwijntjes en bavianen!) duiken we de tent in, onder een schitterend heldere sterrenhemel.

Maandag 5-09 – Murchison Falls NP

Maandag 5-09 – Murchison Falls NP

We beginnen er al bijna aan te wennen: om 6 uur zitten we aan het ontbijt, na even onze kop onder de kraan gestoken te hebben. Het is wat Esther een ‘simple’ breakfast noemt: bammetjes, beleg, koffie, thee, vers fruit en gekookte eitjes. Afijn: als we elke dag zo ‘simple’ zouden eten, zouden we dichtgroeien! We voelen ons al erg ervaren als onze nieuwe reisgenoten nog wat onwennig aanschuiven.
Stipt 20 over 6 zitten we in de auto en rijden we naar de ferry… waar we nog 20 minuten moeten wachten, maar op deze mannier passen we er tenminste op. Anders moeten we nog bijna een uur wachten en dat zou best jammer zijn. Het weer is erg goed en we prijzen onszelf gelukkig. Kom maar op met die beesten.

En als we overgestoken zijn en gids Sarah ons is komen versterken (hilarisch mens trouwens, die de dames betrekt in haar man-onvriendelijke, maar erg leuke grapjes), komt het goed met het wild. We worden getrakteerd op olifanten (van heel dichtbij: de telelens kan af en toe niet ver genoeg uitzoomen!), giraffen, buffels, schattige oribi’s (waarvan er eentje zeker een minuut verstijfd van angst voor de auto bijft staan, zich dan zo snel omdraait dat hij omvalt en er vandoor rent) een indrukwekkend gevecht tussen twee mannetjes-Kobs (dat minutenlang doorgaat) en een heel aantal prachtige vogels. Zo zien we een knalblauw ijsvogeltje (woodland kingfisher) en een grijs ijsvogeltje (greyheaded), een visarend recht boven ons in een boom, twee soorten ‘trappen’ (ja dat zijn echt vogels), een sperwer (black shouldered kite), bijeneters (de northern carmine en de kleine bijeneter), zwaluwtjes, een bateleur (een soort roofvogel) en nog een paar vogels die erg indrukwekkend voorbij komen vliegen, maar waarvan we de namen niet meer weten. We genieten: vooral Martijn komt helemaal aan zijn trekken met als die ‘voogjes’! Ook nu is het landschap weer indrukwekkend mooi en tussen de beestenstops door, genieten we van het uitzcht. Staand in de jeep, de Afrikaanse wind door je haren: het is een onvergetelijke ervaring.

Om 11 uur hebben we opnieuw de ferry en binnen no time zijn we weer in het kamp. Daar vervroegen we onze lunch samen met Gerrit en Ivon naar 12 uur, maar dat is natuurlijk vragen om ellende… Ondanks dat we de juiste bonnetjes uit de stapel halen en aan de man achter de bar geven krijgen Gerri en Ivon lunch… en Tjerk en Anke onbedoeld ook, die daardoor uit hun tent worden gevist. Karin praat zich de blaren op haar tong om uit te leggen wat nu wel de bedoeling was, met als gevolg dat wij om kwart over 12 ook lunch hebben. Een gisteravond bestelde sandwich (met tonijn) gaat er wel in.

Na de lunch zitten we in de hitte van de dag in de schaduw van de open bar, genieten van het wervervogeltje dat kruimels komt stelen en werken aan het verslag. Internet is dun gezaaid maar zo zijn we er in ieder geval klaar voor als het onverwacht langskomt.

Om 2 uur zijn we klaar voor de boottocht. Norbert en Bakker (spreek uit: Bekker, de andere chauffeur) brengen ons weg. De boot is ‘dubbeldeks’ en we verzamelen ons ondanks de inmiddels dreigende lucht, op het bovendek. De boot loopt vol met andere groepjes en rond kwart over 2 is iedereen aan boord en gaan we weg. Deze tocht gaat naar de watervallen (Bottom of the Falls Trip) en duurt ongeveer 3 uur. En daarna gaan we klimmen!
Maar zover is het nog niet: eerst varen we langzaam stroomopwaarts langs de oever van de Nijl. Een heel andere Nijl dan Karin in Egypte zag: alles is groen, het stikt van de vogels en andere beesten en de hitte is vochtig in plaats van droog. We zien weer van alles: olifanten, nijlpaarden, krokodillen, een bontbekooievaar, een visarend in het water, bosbokjes, waterbokken, heel veel zwart-witte ijsvogels (de pied kingfisher), wrattenzwijntjes, nijlganzen (duh… ze noemen ze hier overigens Egyptian Geese) en nog allerlei kleine vogels die op en langs het water leven.

Gelukkig blijft het ondanks het dreigende onweer in de verte op een paar spetten na, droog en we genieten van deze weer heel andere manier om het landschap en de beesten te bekijken. Rond half vijf ronden we een bocht in de Nijl en ineens zien we de watevallen. Met donderend geweld storten enorme hoeveelheden water zich door een nauwe kloof een meter of 50 naar beneden. Een indrukwekkend gezicht en wij gaan ernaar toe klimmen. Als een deel van de mensen zich heeft laten fotograferen op een rots met op de achtergrond de watervallen, legt de boot kort aan bij een uitstekende rots en klimmen we met onze groep en met een aantal Australische jongeren, van boord. Deze jongens verzuchten duidelijk hoorbaar ‘oh no, not behind those guys, then we have to wait for ages’ en rennen ons voorbij.

We kijken elkaar aan en lopen gevieren de rest van de groep voorbij. Ivon voorop (die gaat als een speer) en de mannen voegen zich achter Karin. En het is een pittige tocht. Na een meter of 200 klimmen, komt Ivon, die nog steeds achter de Australiers loopt, met die jongens een gids tegen, die vraagt of zij ‘ that group’ zijn. Oh nee, zeggen de jongens ‘ those old guys are back there’, draaien zich om en kijken tegen een vriendelijk lachende Ivon aan, terwijl wij er zo’n 50 meter achter blijken te zitten. Ze schrikken zich ongelukkig en weten niet hoe snel ze weg moeten komen. Als we uitgelachen zijn (en vergenoegd hebben vastgesteld dat we wel ons Nederlands / Vlaamse peleton leiden) wandelen we verder. Het is snikheet en we lopen leeg, maar langzaam maar zeker komen we verder en hoger.
Bij het eerste uitzichtspunt komen we de Australiers tegen, die stoicijns doen of ze ons niet zien en genieten we van een close-up van de watervallen. Het blijken er twee, waarvan er een een jaar of 10 geleden na een enorme stortvloed is ontstaan, toen de oorspronkelijke watervallen de watertoevoer niet meer aankonden. Als de rest van onze groep aankomt zijn wij net weer zo’n beetje klaar om te gaan. We vertrekken en laten ook de Australiers achter. Die blijken we uiteindelijk pas de volgende middag bij de lunch weer te zien…

Uiteindelijk zijn we na een groot aantal trappen of steile heuvels (waarbij we onszelf omhoog trekken aan boomwortels of stalen hekken), prachtige uitzichtspunten en veel zweetdruppels later, na ongeveer 40 minuten aan de top van de waterval (na er overigens eerst ver bovenuit geklommen te zijn). Het water sproeit als een fijne mist door de kloof en we kunnen als we zouden willen helemaal tot aan het randje lopen. Dat doen we niet: we blijven ruim achter het bord dat aangeeft dat hier wel ver genoeg is. Wat een geweld…

Als we klaar zijn met genieten wandelen we het laatste stukje verder en komen als eerste aan bij Esther, Norbert en Bakker, die ons opwachten met verse ananas. Die suikers gaan er wel in! We blijken er alles bij elkaar ongeveer een uurtje over gedaan te hebben en na vijf kwartier druppelt de rest binnen. Als iedereen ananas heeft gegeten en we de bestelling voor het eten hebben doorgegeven (ervaring heeft Esther geleerd dat ze beter vroeg kan doorbellen, zodat je ook echt om half 8 eet als je dat graag wilt, in plaats van ‘ergens tussen kwart over 8 en 9 uur’) vertrekken we voor de laatste 36 kilometer rijden naar de campsite. Onderweg stopt Norbert nog voor een kudde buffels die ligt te badderen in een modderpoel en werkelijk van onder tot boven onder de modder zit. Helemaal vrolijk komen we aan op de campsite, waar we eerst maar eens onze verhitte en bezweette lijven afspoelen onder de koude douche. Daarna eten we een hapje, drinken nog wat, betalen de rekening (ongeveer 18 euro p.p. voor 2 diners, 2 lunches en alle drankjes: een fortuin naar plaatselijke maatstaven).
Terug op de campsite willen we eigenlijk nog even tanden poetsen, maar als we richting kraan lopen horen we dichtbij (en dan bedoelen we dichtbij) een nijlpaard… We maken rechtsomkeert en duiken onze tent in. Dat komt morgen wel: welterusten!

Zondag 11-09 – QENP Noordelijke Sector

Zondag 11-09 – QENP Noordelijke Sector

Vandaag moeten we er weer vroeg uit: om half 7 worden we aan het ontbijt verwacht. Het is dus nog stikdonker als de wekker om 6 uur gaat en Martijn voorzichtig gaat plassen en zijn gezicht wassen. De nijlpaarden knorren nog ergens achter de tent, maar zolang we niet tussen hen en het water komen en in een duidelijk verlichtte circkel rustig bewegen, komt alles goed. We belanden veilig bij het ontbijt, ondanks dat de bewaker deze keer in geen velden of wegen is te bekennen.
Na het ontbijt vertrekken wij met Albertine en Pieter in de jeep (en de rest in de andere jeep) voor een gamedrive; Ivon en Gerrit gaan een wandeling in een kloof doen, in een poging nogmaals chimpansees te zien. Zij vertrekken om half 8 met Esther, in een huurauto. Bakker gaat ze straks weer ophalen.

De gamedrive begint ronduit saai. Er is geen beest te bekennen. De eerste anderhalf uur zien we alleen een paar olifanten bijna uit zicht en heel in de verte een paar kobs. En die zwarte vlekjes zijn misschien wel buffels ja… Het wordt later en later en we beginnen de moed op te geven. Dit wordt het niet, deze drive…

Tot we, in de verte, een auto spotten die zijn lichten aan heeft… Norbert leent Martijn’s verrekijker en zegt tevreden ‘simba’ (leeuw!). We draaien de zijweg op en binnen 2 minuten spotten we een leeuwin aan de wandel. In dit lage gras zien we ineens weer wat een enorme roofdieren het toch eigenlijk zijn. Onverstoorbaar wandelt ze verder, ondanks het groeiende aantal auto’s (alle chauffeurs en gidsen bellen elkaar). Norbert kijkt het eens aan en zegt dat hij denk dat de mannetjes verderop zijn. Zijn instinct blijkt te kloppen. Aan de rechterkant van de weg zijn nog twee vrouwtjes en drie mannetjeleeuwen. Het blijkt een troep: een (naar leeuwenbegrippen) stokoud mannetje, zijn twee volwassen zoons en twee vrouwtjes. Ze steken voor ons de weg over (hollend als ze voorbij de auto’s moeten, want er staan inmiddels wel zo’n 15 tot 20 wagens, inclusief een complete schoolbus!) en we kunnen een aantal prachtige plaatjes maken. Daarna kijken we en irriteren we ons aan de wagens die zich verdringen voor het beste uitzicht en daarmee de leeuwen opjagen. Norbert ergert zich ook en blijft, tot onze grote tevredenheid, staan. Het is prima zo.

Na dit spektakel rijden we naar een plaats waar we even de auto uitkunnen en een uitzicht hebben over een van de zoutpannen die wordt geexploiteerd door de lokale bevolking. We maken een plaatje, strekken de benen, doen een plas en dan gaan we weer verder. Terug, want we hebben het verste punt bereikt. En we kruisen opnieuw het pad van de leeuwen. Deze keer komen ze aanlopen en buigen daarna af tot ze parallel aan de weg lopen. Alle auto’s staan daarmee op een rijtje en iedereen komt aan de beurt, zonder dat ze de leeuwen opjagen. We staan zeker een kwartier te kijken (net als alle kobs in de omgeving, die ingespannen de leeuwen in de gaten houden) en vertrekken daarna zeer tevreden naar het kamp. Op een prachtige troep olifanten op afstand en waterbokken die de weg oversteken na, is er niet zo veel meer te zien. En er kan weinig tippen aan al die leeuwen!

Terug in het kamp zoeken we de schaduw op. Het is ineens strakblauw en bloedheet. We bestellen een pot thee, wisselen verhalen uit en eten om half 1 een sandwich. En vragen ons af waar Ivon en Gerrit blijven, want die zouden al terug moeten zijn. Rond 1 uur komen Bakker, Esther, Ivon en Gerrit het kamp binnen. Na een mooie, maar teleurstellende wandeling heeft Bakker ze nog even naar de leeuwen gebracht. Dat wil zeggen: heeft hij een nieuwe troep voor ze gevonden! Gelukkig kan nu iedereen enthousiast details uitwisselen. En na de lunch hebben we wat vrije tijd. Dat was weer even geleden, dus dat wordt gewaardeerd. Karin probeert de blouse en bh te redden (ze faalt, maar wast en passant maar even een broek en een ander shirt uit om het aantal schone kledingstukken te optimaliseren) en daarna werken we in de schaduw, met een drankje, het verslag bij.

Aan het eind van de middag om een uurtje of vijf is het ver genoeg afgekoeld voor de volgende game-drive. Het plan is pas terug te komen als het donker of bijna donker is. We stappen allemaal weer in de auto’s en rijden naar hetzelfde deel van het park als vanochtend op zoek naar leeuwen. Al aan het begin van de weg zien we een andere auto staan bij de plek waar Gerrit en Ivon de leeuwen vanochtend hebben achtergelaten. Al snel zien we drie vrouwtjes uitgeput in het hoge gras liggen. We nemen een paar foto’s en al snel komen er meer en meer auto’s bij staan. De leeuwen houden het voor gezien en gaan verderop uit het zicht liggen. Wij gaan ook maar verder. Na een omzwerving met gestreepte meerkatten die een kob verjagen, zien we nog een mannetjes leeuw in de verte uitgevloerd liggen. Te ver voor mooie plaatjes. Als het bijna donker is komen we terug bij het begin en daar lopen de drie leeuwinnen alweer. We staan snel stil en het blijken er uiteindelijk zeven te zijn die rond de auto’s lopen, een prachtig gezicht in het bijna donker. Helaas te weinig licht voor foto’s, maar wel genoeg voor een leuk filmpje.

Bij het kamp staat ons weer een vier gangen menu te wachten met avocado, soep (wat later bij navraag minestronesoep bleek te zijn), kip en chocotaart toe. Geen straf! Na het gebruikelijke praatje van Esther over het programma van morgen, is het tijd om de rekening te betalen. Op typisch Afrikaanse wijze (complete inefficiente chaos en verwarring, mede te danken aan alle mzungu) worden alle rekeningen van alle mensen uitgerekend en betaald. Daarna lekker slapen want morgen gaan we weer vroeg weg.

Woensdag 7-09 – van Hoima naar Kibale Forrest NP

Woensdag 7-09 – van Hoima naar Kibale Forrest NP

Het was een tikkie onrustig vannacht: niet alleen kraakte het (waarschijnlijk golfplaten) dak regelmatig, ook sprongen er af en toe apen op, waardoor we door de klappen rechtop in bed zaten. Ondanks dat was het een lange nacht slaap en de warme douche (Karin) en de douche (Martijn) maken veel goed. Het ontbijt is simpel en gelukkig is het droog, waardoor we meteen weg gaan. Norbert is zenuwachtig. Ze hebben veel contact met collega’s gehad en de weg tussen Hoima en Fort Portal, onze lunchplek, is schrikbarend slecht. De collega’s hebben geadviseerd: of ga weg als het regent, of wacht een tijdje, tot het weer wat is opgedroogd, anders kom je vast te zitten. Aagezien het vannacht rond 6 uur stopte met regenen, gaan we meteen weg.

En het is niets teveel gezegd: de weg is echt beroerd. Enorme gaten, maar vooral een modderig wegdek en diepe groeven maken het rijden een uitdaging. We zijn weer eens ontzettend blij dat Norbert een uitstekend chauffeur is. Onderweg komen we overal auto’s en vrachtwagens tegen die vast zijn komen te zitten. We glibberen er voorbij: grote groepen mannen met scheppen zijn al bezig iedereen uit te graven. Bij een kruising is het zo erg dat er 6 autos en vrachtwagens vast staan!
Na een aantal uur glibberen wordt de weg iets beter en stoppen we voor een plaspauze en om de benen te strekken. We verbazen ons weer eens ver hoe mooi en groen Uganda is. Wat een prachtland! Als we weer verder rijden zegt Norbert na een half uurtje ‘time for a nap’ … en ineens is er asfalt. Iedereen ontspant zichtbaar en de rest van de route vliegt voorbij. Wonderbaarlijk genoeg zijn we straks volgens schema, om 1 uur, in Hoima.

Daar lunchen we bij een chique restaurant (alleen maar witte mensen en heel rijke Ugandezen) en daarna hebben we een uurtje / drie kwartier om ons te vermaken. Een deel van de mensen trekt het stadje in. Karin ook, waar ze een Internetcafe vindt en voor het schrikbarende bedrag van omgerekend 30 eurocent in een half uur de verhalen online zet.  Martijn helpt Esther met inkopen doen bij de plaatselijke supermarkt. Karin ziet hem voorbij komen op de boda-boda, een soort taxi-moterfiets!
Om 3 uur is iedereen weer bij de jeeps en vertrekken we voor het laatste uurtje naar Kibale Forrest NP. Onderweg stoppen we eerst bij een aantal schitterende theevelden. Er zijn maar weinig mensen aan het plukken (het spettert weer een klein beetje), maar het is een mooi gezicht, die enorme velden met stralend groene planten.

Rond kwart over 4 zijn we bij onze overnachtingsplek en dat blijkt een plaatje. De campers (wij dus) krijgen een plaatsje op een aantal ‘ terrassen’, die omzoomd door bomen en bloemen, aflopen naar een waterstroompje. De overige mensen krijgen banda’s tussen het groen, een eindje verderop. We krijgen een korte uitleg (vanavond een vier gangen diner!) en zetten daarna als een haas onze tenten op. We worden er steeds handiger in, dus dat is zo gepiept. Daarna drinken we een drankje in de bar en om zeven uur mogen we aan tafel, in een open restaurant boven de bar. Er staan kaarsen (even een keer geen spaarlampen-licht) en het eten blijkt voortreffelijk: springroll’s, wortel-gembersoep, beef en chocoladebrownie toe. Doe maar decadent ja.
Na het eten poetsen we onze tanden bij het keurige toiletblokje (morgen warm douchen en als we willen mogen we vannacht onze tenten uit: er zit hier niets gevaarlijks) en duiken we de tent in. Het is tenslotte al kwart voor 10!

Maandag 12-09 – van QENP naar Lake Bunyoni

Maandag 12-09 – van QENP naar Lake Bunyoni

Het uitslapen beviel gisteren zo goed, dat het weer even wennen is als de wekker om kwart over 6 gaat. We kleden ons aan, pakken de tas, slaapzakken en matjes in en zitten om 7 uur aan het ontbijt. Het is jammer om van deze mooie plek weg te gaan, al hebben we begrepen dat we de komende anderhalve dag wat vrije tijd hebben en dat klinkt ook wel aanlokkelijk. Het is tenslotte best een vol programma!

Om 8 uur is iedereen en alles zover. Het kost een paar pogingen om de jeep te starten en als we wegrijden zit Norbert aan de telefoon met de monteur. Als hij ophangt kost het hem zichtbaar moeite om alles even van zich af te zetten. Hij schudt zijn hoofd, ziet Karin’s vragende blik in de spiegel, grijnst en zegt ‘ Eh, hij, is everybody in the car?’ Hilariteit alom. Hij geeft aan dat hij erg baalt van zijn auto en vanavond maar weer gaat puzzelen. Maar: we rijden en ondanks de wat sombere voorspellingen van Esther gaat het heel snel. We rijden vooral over asfalt en de weg is in uitstekende staat, dus in plaats van na 5 uur, zijn we na 3 1/2 uur in Kabale, een behoorlijk grote stad. We kijken ons ogen uit: voor het eerst in dagen weer gebouwen van meer dan 1 verdieping, hoewel ook nu niet veel. Het is een drukte van belang en we maken onopvallend een filmpje, om een indruk over te houden aan deze chaos.
Na Kabale moeten we nog 8 kilometer door een berglandschap. Dit gebied wordt het Zwisterland van Uganda genoemd en we begrijpen wel waarom. Bergachtig, groen en alles is in on-Ugandees rechte rijen en veldjes bebouwd. Veel bananen, een klein beetje thee… De omgeving is redelijk welvarend: overal keurige stenen huizen en af en toe zelfs een auto voor de deur! Mensen zijn erg netjes gekleed, al vinden we ze hier en daar ook erg warm gekleed. Maar goed, het is hier tussen de 1800 en 2000 meter hoog, dus het koelt ‘s nachts behoorlijk af.

Camp Kalebas blijkt aan het meer te liggen en is een idyllisch plekje. Eenvoudige kamertjes met een eigen douche en toilet, een paar opgezette tenten en samen met Ivon en Gerrit zetten we onze tent op aan de rand van het meer. Achter een prachtige rietkraag van papyrus, met wevervogeltjes (op 2 meter afstand) als onze buren. Tikkie lawaaiig, maar een stuk vriendelijker dan nijlpaarden of de hyena’s die we vannacht op een paar meter achter onze tent hoorden!
Als de tent staat eten we een prima sandwich en daarna hoeven we helemaal niets meer. Nouja, Karin wil EINDELIJK haar haar wel weer eens wassen, dus ze vraagt of er warm water is. Er wordt onmiddellijk een vuur gestookt en na ongeveer 40 minuten staat Karin onder een heerlijk warme douche. Als ze er onderuit komt klimt Martijn samen met Gerrit net het meer uit! Tikkie fris vonden ze, maar wel heerlijk om zonder gevaar van krokodillen, nijlpaarden of bilharzia te kunnen zwemmen. Ook Martijn rent even onder de douche door en daarna hoeft er niets meer.

We nemen een drankje, zitten heerlijk te kletsen met de buren (de mens-buren, niet de vogel-buren, die zetten we waar mogelijk op de gevoelige pixel) en genieten van het uitzicht. Om half 8 kunnen we aan tafel. Het is a la carte en de bestelde springroll’s en curry’s blijken heerlijk te smaken! En alles staat min of meer tegelijk op tafel; niet slecht voor zo’n klein keukentje. We taaien af rond half 10 en Karin kruipt in slaapzak EN lakenzak; het is flink afgekoeld! We vallen in slaap bij het geluid van regendruppeltjes op het tentzeil en een slaperige vogel op de achtergrond.

Donderdag 8-09 – Kibale Forrest NP

Donderdag 8-09 – Kibale Forrest NP

We worden wakker van alle vogelgeluiden: wat een concert. Na een snelle opfrisbeurt (douchen doen we eind van de middag) zitten we om 7 uur aan het ontbijt. De rest van de groep eet boven, maar wij mogen Esther’s ontbijt en wat een feestje is dat. Ze heeft zich ongelooflijk uitgesloofd: eieren, worstjes, brood, beleg, pannenkoeken, vers fruit (waaronder passievruchten), koffie, thee en sap. We eten een heerlijke hap. Zoveel, dat we per direct de lunch afbestellen. We bewaren de rest van ons fruit. Dat is zat na zo’n berg eten!

En nu splitst de groep. Wij gaan, samen met Tjerk, Anke, Albertine, Pieter en Dominique (die we eerder per ongeluk Bianca noemden) naar de ‘swampwalk’, de moeraswandeling, waar we met enige geluk een hoop apen gaan zien. De rest gaat chimpansees zoeken! We krijgen rubberlaarzen aan en gids Bernhard (op de opmerking dat wij een prins hadden de zo heette, zegt hij met een stalen gezicht ‘yes, I’m his nephew’) neemt ons mee de 4 1/2 kilometer het moeras door.
Het is een prachtige wandeling, deels over de grond, deels over houten vlonders, door een stuk moeras waarvan we af en toe het gevoel hebben dat het een grote kas is. Schitterende bloemen en planten, overal vlinders en vogels (waaronder de prachtige great blue turacoo) en jawel, heel veel apen. We zien, op de bavianen na, alle apen die we kunnen zien: mangabees, roodstaart apen, rode en zwart-witte franje-apen, vervet-aapjes en zelfs de zeldzame l’hoest-aap. Hoewel ze niet allemaal goed te fotograferen zijn (probeer maar eens in de jungle, tussen de bladeren en tegen de grijze lucht een aap te fotograferen die hoog in een boom zit) maar we genieten met volle teugen. Hoewel het tempo naar onze smaak wat erg laag ligt (we doen er uiteindelijk vier uur over!) is het toch een erg mooie wandeling en hebben we heerlijk de tijd om van alle die leuke beesten te genieten.

Rond 12 uur zijn we terug, nemen we een bordje fruit en wisselen verhalen uit met een erg enthousiaste Gerrit en Ivon. Ze hebben wel 20 chimpansees gezien en zelfs moeders met kindjes. Gerrit laat een aantal prachtige foto’s zien en we kunnen alleen maar hopen dat wij ze ook zo zien.

En om half 2 vertrekken we, met hetzelfde groepje als vanochtend, om dat te gaan proberen. De middag-tracking is altijd risicovol: de apen rusten dan vaak uit in de bomen, dus we hopen dat we ze in ieder geval kunnen vinden. Om te beginnen wordt de groep gesplitst en wij komen in de groep bij Tjerk en Anke. We krijgen een gidse mee en een bewaker met een geweer, voor het uitzonderlijke geval dat we een bosolifant of buffels tegenkomen. Dat is nog nooit gebeurd, maar better safe then sorry zullen we maar zeggen.

We gaan eerst een stukje met de auto en midden op een bospad (wat onze gidse ‘the main road’ noemt) worden we tussen de vlinders eruit gelaten. We gaan op weg en verlaten na een minuut of twee het pad. En ongelooflijk, na vijf minuten zien we onze eerste chimpansee; het dominante mannetje van de groep! We mogen tot op 8 meter naderen. Om te voorkomen dat we ziekten overbrengen mogen we niet dichterbij, maar we merken al snel dat de chimps zich daar niet altijd wat van aantrekken. We bekijken de baas een tijdje en als hij begint te lopen, gaan we met hem op zoek naar de rest. En het wordt een ongelooflijke anderhalf uur.
Na twee minuten zitten we middenin een troep chimpansees: helemaal rondom ons en zelfs in de bomen boven ons zitten zeker 20 chimpansees. Mannetjes, vrouwtjes, jongeren en in de verte, hoog in de boom, een moeder met jong. Ze scharrelen om ons heen, zitten te eten of elkaar te vlooien en wandelen onbekommerd rond. Zolang we zelf niet te dicht bij komen, naderen zij ons af en toe wel. Een jong mannetje nadert tot op 2 meter! We durven bijna niet te ademen: wat is dit geweldig! We fotograferen (ongelooflijk lastig: tussen de bladeren, op de grond van het oerwoud is het erg donker) en hebben zelfs de mazzel dat twee apen elkaar zitten te vlooien in een plekje zon. We maken close-ups van een paar prachtige koppen. Af en toe lopen de apen verder en lopen wij mee. We komen nog weer andere chimps van dezelfde groep tegen en uiteindelijk vinden we de baas weer. Hij zit er rustig bij en uiteindelijk gaat hij, op zo’n vijf meter afstand, er bij liggen, hoofd achterover, ogen dicht… De gidse gebruikt dat moment om ons meer te vertellen over de chimps. Zo zijn ze erg sociaal, herkennen ze hun vrienden (ook aan de roep), jagen ze op rode franje-apen en masturberen ze (in ieder geval de mannetjes) als er geen vrouwtjes in de buurt zijn. Als twee apen elkaar vlooien en daarbij wat intiem worden, fluistert de (vrouwlijke) gidse Karin toe ‘look closely, you can copy styles for the bedroom’, met een knipoog.

Na een ruim uur (eerder zeventig minuten) moeten we er vandoor, zegt de gidse. De officiele tijd die je bij ze mag doorbrengen, is een uur. Als we 10 minuten verderop zijn, kruisen de chimps opnieuw ons pad en mogen we nog zeker 15 minuten blijven staan kijken. Er ontstaat een enorm kabaal als er een gevecht uitbreekt en de baas gaat even orde op zaken stellen. Als hij terugloopt keert de rust terug in het bos en verdwijnen de chimps in het bos. We blijven achter en kunnen de eerste twee uur een enorme grijns niet meer van ons gezicht krijgen.

Terug in de lodge praten we na met een drankje. Terwijl we in het zonnetje zitten te genieten komt een zwart-witte franje-aap zich laten fotograferen. In de verte springen de roodstaart-apen door de bomen. Als het vijf uur is, duiken we haastig onder de douche (warm!) en schoongewassen zitten we aan een drankje als de rest ook terugkomt. We wisselen snel wat verhalen uit, maar het programma is nog niet afgelopen. Zo’n 15 jongeren van een school voor (aids)wezen komt voor ons dansen en zingen en doen dat erg enthousiast. Ze laten ons twee dansen zien (de chimpansee-dance, waarin de dansers vooral hun lenigheid laten zien en de gorilla-dance, waarin ze hun kracht tonen) en verder horen we een Engels gedicht, voorgedragen door een erg zenuwachtig meisje, een couplet uit het Ugandese volkslied en twee liedjes over natuurbehoud. Iedereen heeft veel plezier en na afloop laten we niet alleen een fooi achter, maar kopen ook een souvenirtje.

Daarna begint het te regenen en te onweren, maar onze dag kan echt niet meer stuk. We wisselen tijdens het opnieuw heerlijke eten allerlei verhalen uit en na het voldoen van de rekening, duiken we de tent in. Het is alweer droog en de maan en sterren staan te stralen.

Vrijdag 9-09 – van Kibale naar QENP

Vrijdag 9-09 – van Kibale naar QENP

Na de fantastische dag van gisteren staan we vrolijk op. Het is schitterend weer: de zon zorgt voor een dampend oerwoud en het overheerlijke ontbijt van Esther zorgt weer eens voor blije magen. We moeten serieus lijnen als we terugzijn, maar minder eten van die ontbijtjes is heeeeel moeilijk!

Als we klaar zijn met het ontbijt blijken de tenten al afgebroken en de tassen al in de jeep. We kunnen! De weg is gedeeltelijk bekend terrein, maar na Fort Portal rijden we door naar het zuiden, tot we bij de evenaar zijn. Daar stoppen we natuurlijk voor een foto (en een plas; Karin plast achter een struik op twee halfronden tegelijk) en daarna rijden we door naar Queen Elizabeth NP, het op een na grootste park van Uganda, dat in 1954 na een bezoek van Koningin Beth van Engeland zijn huidige naam kreeg. We rijden door naar de Bush Lodge, wat een prachtige plek blijkt te zijn, aan het water. In het water horen we nijlpaarden knorren, we worden ontvangen in een tent die ‘receptie’ wordt genoemd en krijgen daarna een ‘eenvoudige’ lunch in de vorm van een heerlijke sandwich met (voor ons) tonijn. Daarna gaan we meteen op pad, terwijl we uit onze ooghoeken nog zien dat onze tent wordt opgezet en uitgesopt door het personeel. Hoezo eenvoudige reis?!

We rijden naar het Kazinga Channel, waar we, samen met een aantal andere mensen, aan boord gaan van een boot met bovendek. Als iedereen aan boord is vertrekken we, rond 3 uur, voor een tocht van twee uur langs de oever van het kanaal. En het blijkt een vogeltjesparadijs. Als we aan de overkant bij de oever aankomen zien we eerst buffels, een olifant, een krokodil en nijlpaarden (ja, tegelijk) en daarna enorm veel vogels. Zo zien we, naast de vogels die we al eerder zagen, pelikanen, maraboes, lepelaars, verschillende reigersoorten, twee soorten aalscholvers en twee nieuwe ijsvogelsoorten, waaronder de pygmee (waarmee we deze trip de kleinste en de grootste ijsvogelsoort hebben gezien). Aan de kant lopen ook twee grote varanen, een soort die tot 2,5 meter groot kan worden. In QE zijn ook verschillende vissersdorpjes, waarvan de mensen toestemming hebben gekregen om te blijven wonen in het park, mits ze leven van de visvangst en de inkomsten van het park en de zoutmeren in en net naast het park. De mensen zwaaien enthousiast.

Het is een heerlijke tocht en weer heel anders dan de vorige twee boottochten. Om vijf uur zijn we, na een laatste glimps van een bosbokje, weer terug aan de kade. We rijden terug naar het kamp, waar we na wat opfrissen genieten van een heerlijke maaltijd. Vier gangen. Natuurlijk. Bovendien heeft Esther een prachtige taart geregeld voor Rien, die 65 blijkt te zijn geworden vandaag. Rien trakteert op zijn beurt op drank. Het is al snel erg gezellig aan tafel. Na het poetsen van de tanden en de lenzen, krijgen we bewaking mee naar de tent (de hippo’s komen hier erg dichtbij) en we duiken onder het geknor van deze waterreuzen, de tent in.

Zaterdag 10-09 – QENP Ishasha-sector

Zaterdag 10-09 – QENP Ishasha-sector

Het is niet echt weer voor boomklimmende leeuwen vandaag en dat is wel wat we gaan proberen te spotten. In het zuidelijke deel van het park, de Ishasha-sector, komen leeuwen voor die door de vorm van de vijgenbomen zichzelf hebben aangeleerd in de bomen te klimmen om de hitte en de vliegen te ontsnappen en om ver te kunnen kijken. Maar dan moet het wel zonnig en warm zijn en vandaag is het bewolkt en niet bijzonder warm naar Ugandese begrippen. Hmmmm, we zullen zien.

We hebben mogen uitslapen vanochtend: pas om half acht zitten we aan het ontbijt. Wakker zijn we al veel eerder. Vanaf half zeven zitten we met een kopje bij de ‘receptie’ te typen, terwijl Afrika om ons heen in rap tempo ontwaakt. Er piept, fladdert, fluit en vliegt van alles en de hippo’s trekken zich terug naar het water. Goedemorgen Uganda.

Na het ontbijt stappen we in de auto en als we wegrijden begint het te regenen. Geen goed teken en we nemen ons voor vandaag tevreden te zijn met elke vogel, want leeuwen zullen het wel niet worden. Na ongeveer anderhalf uur rijden over behoorlijk hobbelige onverharde wegen (waarbij het meest spannende is dat Karin twee keer enorm moet plassen en zich toch afvraagt of er echt geen leeuw achter die bosjes zit als ze langs de weg hurkt) komt Norbert een collega tegen en hij zit ineens iets rechterop. We rijden verder en na nog tien minuten zegt hij ‘You see it? Hold on’. Aan de rechterkant van de weg zit een mannetjesleeuw in een boom en overziet zijn koninklijk domein… Wat een mazzel! Norbert en Bakker zorgen dat de jeeps dichtbij komen en we kunnen prachtige foto’s maken. Daarna rijden ze iets verder weg, om de leeuw ruimte te geven, maar na nog vijf minuten vindt hij het toch genoeg en klimt hij naar beneden. De collega’s die Norbert heeft gebeld komen te laat: de leeuw is in het hoge gras verdwenen.

Wat een traktatie! Niemand had er meer op gerekend en hoewel Norbert ons waarschuwt dat het waarschijnlijk de enige is die we gaan zien, zijn we erg tevreden. Op een luipaard na, is ons geluk tot op heden wel compleet (gorilla’s niet meegerekend). We rijden verder, maar het uur daarna komen we nauwelijks wat tegen, behalve de Ugandese kobs en wat buffels. Daarna staat Norbert stil, kijkt om zich heen en duikt (gevolgd door Bakker) een klein paadje op aan de rechterkant. ‘Make ready for the leopard’ zegt hij en daarna staan we voor de boom, waar bovenin een luipaard overeind komt!! Het is een schitterend gezicht hoe het beest uit de boom naar beneden komt: rustig, gracieus en waakzaam. Het is doodstil; de camera’s zorgen voor het enige geluid. Als het luipaard in het gras is verdwenen, durven we weer adem te halen.

Iedereen gaat volledig uit zijn (of haar) plaat. Een luipaard! Norbert zegt dat dit pas de tweede keer in zes jaar tijd is dat hij in dit park een luipaard ziet en dat wij ‘very, very lucky’ zijn. Nou, daar zijn we het wel mee eens ja! Als het even later begint te regenen, kan het ons niet zoveel schelen.
We glibberen en glijden richting onze lunchplek en iedereen verheugt zich al op even de benen strekken (en Karin op de volgende plas natuurlijk) als de auto begint te glijden. We schuiven schuin de rechterberm in en blijven uiteindelijk hangen in een hoek van zo’n 35 graden. We houden ons krampachtig vast en zien aan Norbert’s gezicht dat dit is waar hij bang voor was: vast komen te zitten in de blubber. Bakker’s auto blijft gelukkig op de weg en Bakker zelf staat binnen een paar seconden naast de auto om Norbert te helpen. Vierwiel-aandrijving aan, heel rustig voor- en achteruit… Na een paar minuten komt er beweging in de auto en jawel, met wat kunst en vliegwerk staan we weer op de weg. Iedereen begint spontaan te applaudiseren en Norbert kijkt wat verlegen, maar vooral opgelucht. Dat viel mee!

We kiezen een andere route naar de lunchplek en eten in een wat vervallen ‘huisje’ dat het restaurant van de campsite beneden aan de rivier blijkt te zijn. Hier hadden we eigenlijk een nacht zullen doorbrengen, maar er waren teveel klachten over de locatie. Het ‘restaurant’ is inderdaad niet veel soeps, maar de meegebrachte lunch is, zoals gewoonlijk, geweldig. Een eenvoudige sandwich kaas, een stuk gegrilde kip, een gekookt eitje, een pakje drinken, een stuk ananas en een overheerlijke versgebakken bananenmuffin. Zelfs zout, een servetje en een tandenstoker zitten in elk pakje. We knagen op wat we willen eten en zamelen daarna al het overgebleven onaangeroerde eten en drinken in, dat we in een grote zak aanbieden aan de rangers die buiten zitten te kaarten. Binnen no-time is daarmee het restant van de lunch weggewerkt.
Na de lunch lopen we naar beneden, naar de rivier, dwars door een dorpje. Aan de (zompige) oever van de enorm snelstromende rivier (er is duidelijk veel water gevallen) ligt de campsite. Een idyllische plek, dat wel, maar we snappen de klachten wel als we de faciliteiten zien. Esther wijst naar de overkant van de rivier: dat blijkt Congo! De campsite is niet alleen verlaten i.v.m. de klachten, maar ook omdat de spanning met het buurland de laatste tijd nogal is opgelopen. Ruzie over olie.
De nijlpaarden in het water lijken het conflict over te nemen. Ze ‘sluipen’ door het water dichterbij. Boven water, dan onder water een paar passen, dan met wat gebries naar boven. We komen duidelijk te dicht bij hun territorium. We kijken elkaar aan, roepen, samen met Esther, naar de rest dat ze moeten uitkijken en achteruit moeten gaan en beginnen aan een strategische terugtrekkende beweging. Verschillende mensen moeten toch nog even dat ene plaatje schieten en iedereen schrikt zich ongelukkig als dat ene nijlpaard dat het dichtst bij is ineens het water uitschiet. Gelukkig in een schijnaanval, maar de boodschap is (eindelijk) duidelijk: wegwezen.

Terug in de jeep rijden we langzaam terug naar het kamp. Onderweg zien we, behalve tientallen circkelende gieren die duidelijk iets doods op het spoor zijn, niet veel bijzonders. En als je dat denkt steekt er net een kudde olifanten over, landt je midden in een groep bavianen of zie je die prachige roofvogel natuurlijk. Na alledrie die dingen weten we het weer zeker: game-drives zijn nooit saai (al kennen ze saaie momenten). Meer dan tevreden komen we bij het kamp aan, waar we de was ophalen (op een geruineerde bh en blouse van Karin na, verder wel een succes) en ‘s avonds heerlijk eten. Een mannetjesleeuw in een boom en een luipaard… WAUW!

Donderdag 15-09 – Kisoro, Gorilla-tracking

Donderdag 15-09 – Kisoro, Gorilla-tracking

De wekker en de wake-up call (we willen zeker weten dat we ons niet verslapen) blijken ondanks het vroege tijdstip een wat overbodige luxe. Karin heeft prima geslapen, maar is om kwart voor 5 wel wakker en Martijn heeft last gehad van het ‘help, heb ik me nu verslapen’ syndroom en heeft daardoor niet echt lekker geslapen. We kleden ons aan en met de vlinders in onze buik melden we ons voor het ontbijt. Ivon en Gerrit hebben een zelfde verdeling van slapen en hazenslaapjes aangehouden en we zitten allemaal wat stilletjes aan het ontbijt. Ook Esther en Norbert zijn van de partij: Esther om ons uit te zwaaien en Norbert omdat hij ons wegbrengt.

We vertrekken om 6 uur, in het stikkedonker naar Bwindi Impenetrable Park (bemoedigende naam) en moeten nog anderhalf uur rijden door de bergen. Langzaam wordt het licht. Het uitzicht is prachtig, maar iedereen is vooral bezig met de tocht die voor ons ligt. Norbert glimlacht maar eens: ‘you’ll be fine!’ zegt hij en we houden ons vast aan zijn ervaring.
Ruim op tijd melden we ons bij het hoofdkwartier van de Nkoringo-groep, de gorilla-groep die we vandaag gaan bezoeken. De groep bestaat uit 16 leden en is volgens onze gids voor vandaag, Herbert, de groep die het meest rustig is bij menselijk contact. Het is ook de groep waar een Belgische Habari-groep die ook in het hotel zit, gisteren een perfecte tracking heeft gehad. We hopen dat we hetzelfde geluk hebben en ongeduldig wachten we op de overige groepsleden. Dat blijken de Duitse Andreas en Karin en jawel, twee Australiers waar we eerder deze reis ook al over schreven en die we er toen finaal uitgelopen hebben. Ze kijken wat ongemakkelijk als ze ons zien, vooral omdat ze te laat zijn, ondanks dat ze logeren op de campsite 5 minuten verderop!

We krijgen een briefing, waarin Herbert ons uitlegt dat twee van zijn collega’s vanochtend al zijn gaan lopen om de gorilla’s te vinden. Wij nemen behalve Herbert ook twee gewapende gidsen mee, om eventuele andere gorillagroepen (die niet aan mensen gewend zijn) en bosolifanten op afstand te kunnen houden. En verder kunnen we een drager huren als we dat willen. Martijn zal zijn eigen tas dragen, maar Karin maakt dankbaar gebruik van de mogelijkheid. We hebben onze eigen stokken bij ons, dus we hoeven geen stokken te lenen. Na de briefing doen we een plas en daarna worden we met de auto naar het startpunt gebracht.

En dan is het zover. We stappen uit en nadat Norbert ons succes heeft gewenst maken we kennis met drager Francis, die de rest van de tocht een onmisbare hulp blijkt te zijn. We beginnen met een forse afdaling, zullen daarna net zoveel heuvel- en bergruggen nemen als nodig en moeten straks het hele stuk weer omhoog. Het wandelpad blijkt spekglad door de modder en na vijf minuten ligt Karin op haar kont. Gelukkig is er behalve haar ego niets beschadigd en Francis voorkomt verdere ongelukken door voor haar te gaan lopen en haar de rest van de weg naar beneden een hand te geven als het steil en of glibberig wordt. Het eerste deel valt nog wel mee: we lopen over een helling tussen de huisjes en akkertjes door (en zijn blij dat wij niet hoeven te werken zoals alle vrouwen die we op het land aan het werk zien) en daarna een stuk door het bos. Als we de helling bijna zat zijn kunnen we even ademhalen op een bijna vlak stuk. We stoppen even, drinken wat en verder gaat het weer. Het glibberige pad duikt onder een helling van tenminste 45 graden het dal in. Al glijdend en glibberend doen we daar de helft van en opnieuw stoppen we even. Inmiddels zijn we een uur onderweg en ineens zegt de gids: it’s not far, they are closer then yesterday, maybe another 45 minutes. Er gaat een golf van opwinding door de groep: we hebben het grootste deel al gehad!

We halen een nieuwe portie energie uit onze tenen. Verder gaan we, een tweede gruwelijke afdaling af en daarna door een beek, waarbij we nog net voorkomen dat onze schoenen vollopen. De omgeving is echt schitterend (Karin klikt tussendoor af en toe een snel plaatje met de kleine camera), maar het is moeilijk om je te concentreren op het pad en de komende ontmoeting met de gorilla’s.
En ineens is het zover. Na precies anderhalf uur lopen zegt de gids dat we onze camera’s moeten pakken, onze tassen en andere dingen achter moeten laten en hem moeten volgen. En terwijl hij ons nog even herinnert aan de regels zien we uit ons ooghoek ineens de eerste gorilla bewegen. We happen naar adem, wat een beest! Onverstoorbaar wandelt hij uit zicht en wij lopen naar de rest van de familieleden. We doen 10 stappen als ineens van links een gorilla opduikt, die na even kijken, precies tussen Karin en haar voorganger in de rij (de Australier) doorwandelt. Ze staat doorstil, vergeet te ademen, vergeet een foto te maken, vergeet alles, behalve dat prachtige beest dat op nog geen 50 centimeter voor haar langswandelt. Wat een superbegin van deze tocht!!

En het (ruime) uur dat daarna volgt, wordt het alleen maar beter. De Nkoringo groep kent drie silverbacks (het dominante mannetje en zijn twee broers), een aantal black-backs, wat vrouwtjes, wat pubers en twee kleintjes. We zien uiteindelijk 14 van de 16 leden, waarvan een aantal (zoals het dominante mannetje Safari, een van de vrouwtjes, de kindjes en wat andere mannetjes) van heel erg dichtbij. De rangers doen er alles aan om ons het uur maximaal te laten genieten. Ze kappen takken weg, wenken je naar de beste plaats om te kijken, helpen je over lastige opstapjes heen en zorgen er al met al samen met de gorilla’s voor dat het een onvergetelijke ervaring wordt. Wat zijn ze mooi en indrukwekkend. We klikken er op los (lastig, die zwarte beesten tussen de bladeren) en om ons te helpen hebben we, waar het tijdens de wandeling vooral bewolkt was (en dus niet te warm), het hele uur dat we mogen kijken, een zonnetje. De tijd vliegt en ineens zegt de gids dat we nog 10 minuten en even later dat we nog 3 minuten hebben. Daarna is het tijd voor ‘last pictures please’ en onvermijdelijk moeten we dan afscheid nemen.

Volkomen overdonderd beginnen we (nadat we flink wat water hebben gedronken) aan de terugtocht. Hellinkje af, beek door en dan begint het stuk bergop. We horen dat we in totaal 500 meter zijn gedaald en al die meters mogen we nu weer omhoog. Karin gaat op eigen verzoek achterop, als langzaamste en moet regelmatig pauze nemen. Maar iedereen is heel lief: als ze zich verontschuldigt bij de gidsen en de groepsleden worden haar excuses weggewapperd. Geen probleem, ze ligt eigenlijk helemaal niet zover achterop en bovendien is het voor iedereen een pittige klim, die iedereen lekker in zijn eigen tempo moet doen.

Op dezelfde pek als de heenweg stoppen we voor een vroege lunch. Het blijkt half 12 te zijn. We pikken uit onze lunchpakketjes wat we willen hebben (lekker, zoute nootjes en een banaan!) en drinken nog maar wat water. Voorzichtig beginnen de eerste verhalen los te komen. Wat hebben we een onzettende mazzel. Natuurlijk, we moeten nog zeker een uur klimmen, maar dit pakt niemand ons meer af. Als er wat regendruppels vallen doen we voor de zekerheid een poncho aan (het kan hier ineens gaan stortregenen hebben we gemerkt), maar na een paar minuten kan die weer uit.
De klim is zwaar. Als een hijgend hert roept Karin op een gegeven moment dat ze ervan overtuigd is dat als ze in het veld hurkt iemand haar hoofd zal plukken, als een apart soort tomaat. We hebben door al het gezweet nauwelijks een droge draad aan ons lijf en Karin is elke stap van de weg blij met drager Francis die haar een handje helpt, wijst waar ze haar voeten of haar stok het beste neer kan zetten en haar moed inpraat als ze het even niet meer ziet zitten. Gids Herbert loopt ook achteraan en  zorgt voor prettige afleiding door veel te vertellen over zijn werk en het regenwoud.

En ineens is het over. Om kwart voor 1 doen we ineens de laatste stappen naar de truck en geven we Norbert een high-five. We hebben het gered… WE HEBBEN HET GERED EN DE GORILLA’S GEZIEN! Bekaf, stinkend, doorweekt en met pijnlijke spieren en knieen stappen we in de jeep en ineens wordt het Karin even teveel: wat een persoonlijke overwinning, wat een mazzel dat ze zo dichtbij zaten (dat gebeurt volgens de gids niet zo vaak) en wat een geweldige ervaring.

Terug in het kantoortje krijgen we een certificaat en complimenten dat we het zo snel gelopen hebben. Als we weglopen en nog een keer uitkijken over de vallei, zien we mistflarden tussen de bomen en een snel groeiende bewolking. Gorilla’s in de mist…

De terugweg verloopt grotendeels in stilte, maar met tussendoor enthousiaste verhalen. Terug in het hotel (rond kwart voor 3, wat heel vroeg is) zit de rest van de groep net aan de lunch en ze zijn erg blij voor ons en vol vragen ter voorbereiding op hun eigen trip. Hopelijk hebben ze morgen net zo’n mooie tocht als wij! Daarna roept de warme douche (heeeeeeeerlijk) en geven we onze kleren (die volledig onder de modder zitten) af om gewassen te worden. De rest van de dag gaat voor bij met lezen, kletsen, een drankje… Tot we om half 8 ineens aan het laatste diner met Esther, Norbert, Gerrit, Ivon, Pieter en Albertine zitten. Zij vertrekken morgen naar Rwanda. Esther heeft een afscheidspraatje en namens de organisatie en haar team een klein cadeautje. Het blijkt een kleine, houten gorilla.

Karin bedankt namens iedereen Norbert, Esther en Bakker voor een geweldige trip. Fooien doen we allemaal apart, omdat iedereen een ander deel van de reis maakt. Wij bedanken Norbert na het eten, met een drankje, (uiteraard) een fooi en lekker nakletsen over alles. Hij zegt en passant ook nog even 15 (!) lokale taken te spreken. En nee, die lijken niet allemaal op elkaar nee…

En dan is het op. Volkomen bekaf rollen we ons bed in. En dromen van gorilla’s.

Dinsdag 13-09 – Lake Bunyoni

Dinsdag 13-09 – Lake Bunyoni

Oh, wat kan uitslapen toch heerlijk zijn. Martijn wordt helaas wat erg vroeg wakker van de kou (vannacht toch ook maar in laken- EN slaapzak), maar Karin opent heerlijk rustig om half 7 haar ogen. Dag wereld. De wereld begint net lichter te worden en als we de tent uit komen hangt er een prachtige ochtendmist over het meer. We maken wat plaatjes en gaan dan een warm kopje thee halen bij Esther. Rond half 8 schuift ook Norbert aan. Nee, hij heeft nauwelijks geslapen, want het lijkt hier de noordpool wel zegt hij. Veel te koud. Twee dekens zijn niet genoeg. Vreselijke plaats. We moeten ontzettend lachen, geven hem warme thee en plagen hem door horror-verhalen te vertellen over temperaturen onder nul en over dagen waarop het nauwelijks licht wordt.

Na het als altijd voortreffelijke ontbijt willen we varen en op zoek naar vogeltjes. Ja, eigenlijk moet je dat veel eerder doen, maar we hadden geen zin in haasten. Het is nu te zonnig en te warm, dus er zullen weinig vogeltjes zijn. Johnson, een hulp op het kamp, wordt erop uit gestuurd om een boot en gids te vinden. Hij vindt een boot met ‘chauffeur’ Bruce en benoemt zichzelf tot gids. En hoewel het prachtig is op het water en we genieten van het heerlijke zonnetje, is het niet echt leuk. Acheraf blijkt Johnson de plaatselijke dronkenlap en hij is behoorlijk irritant. Hij praat te hard en te veel (waardoor hij vogeltjes wegjaagt), mist de meeste vogels die Martijn wel spot en als hij iets aanwijst herhaalt hij alles zo’n 10 tot 15 keer, tot met name Ivon en Karin, die net voor hem zitten, bereid zijn hem overboord te gooien. Als hij dan ook nog om 11 in plaats van 12 uur terug bij de steiger is, geven we hem ongeveer 3/4 van het beloofde geld. Hij is erg boos, maar blaast uiteindelijk de aftocht. Om te gaan drinken, vertelt Esther later. Tja…

De rest van de middag gebruiken we om te lezen, te lunchen, vogeltjes te spotten in de tuin en rond half 4 gaan we op zoek naar Internet, dat ergens schijnt te zijn! Nou, dat is er ook, bij het Overland Resort, maar hoewel we de site kunnen vinden en de berichtjes kunnen lezen, kunnen we zelf niets posten. Beetje frustrerend, met al die verhalen klaar om te delen, daarom lopen we nog naar een ander resort, maar daar hebben ze helemaal geen Internet. Jammer, nieuwe poging in Kisoro. De rest van de middag zitten we met Gerrit en Ivon en wat drinken heerlijk op een terras, met uitzicht op het meer en naast ons een nieuw vriendje: een zwart-wit ijsvogeltje dat op 2 meter afstand een plaatsje vindt om te vissen.

Het eten is om half 8 en smaakt uitstekend: we eten visfilet en frietjes en jawel, de ober zet mayonaise op tafel en moet erg lachen om Karin’s enthousiasme. Na het eten zitten we nog wel even te kletsen, maar het is flink afgekoeld en we beginnen het koud te krijgen. We poetsen onze tanden en in de tent trekken we een laagje aan voor we de tent in kruipen. Binnen no-time is het heerlijk warm en vallen we tevreden in slaap. Met oordopjes, want aan de overkant van de weg is een feestje gaande, met flink harde muziek.

Woensdag 14-09 – van Lake Bunyoni naar Kisoro

Woensdag 14-09 – van Lake Bunyoni naar Kisoro

Vandaag gaan we naar Kisoro, maar we doen rustig aan. We ontbijten met de kampeerders om half 8 en genieten van het laatste Esther-ontbijtje. Daarna vertrekken Tjerk, Anke, Albertine en Pieter voor een wandeling langs het meer. Norbert (vandaag veel vrolijker, omdat hij het dankzij een fleece-deken van Tjerk en Anke vannacht wel warm had, in tegenstelling tot gisteren) brengt hen weg en wij blijven achter om de afwas te doen, de tenten af te breken en op te ruimen. Als we bijna klaar zijn, komt Karin Dominique tegen, die een aantal houten maskers uit Congo in haar hand heeft. Uit een van de kamers en ze wil ze misschien wel kopen. Karin is meteen gecharmeerd van een van de maskers en na een strooptocht in de kamers is ze ervan overtuigd dat dat ‘m inderdaad moet worden. Dominique heeft meer oog voor de andere twee maskers en is meer dan bereid om het derde masker aan Karin te laten. Na wat onderhandelen is iedereen blij: de hoteleigenaar heeft weer wat verkocht (in vijf jaar tijd heeft niemand eerder gevraagd of de maskers te koop zijn) en Dominique en Karin hebben tegen een prima prijs een origineel antiek masker uit Congo.

Om 10 uur vertrekken we met de jeeps. We nemen dezelfde route als de wandelaars en dat blijkt een erg mooie tocht, met op een aantal plaatsen geweldig uitzicht op het meer en de eilandjes in het meer. We klikken er lustig op los en iets voor het eind van de wandeling treffen we de verhitte, maar vrolijke wandelaars aan. Iedereen duikt in zijn of haar jeep en na nog een paar minuten gehobbel rijden we ineens weer op een splinternieuwe asfaltweg.
Dat blijft natuurlijk niet duren: als we de bergen induiken komen we in een wegen-project terecht dat al drie jaar duurt en zeker nog twee jaar zal duren, Stof, gehobbel, vertraging, maar goed, rond half 1 zijn we bij het prachtige hotel Travelers Rest. Een hotel dat al jarenlang bekend staat als het gorilla-hoofdkwartier van Uganda. Walter Baumgartel startte als eerste in de jaren vijftig van hieruit gorilla-onderzoek op en Diane Fossey was een vaste gast in het hotel. Het is nu van Habari Travel en de Nederlandse manager heet ons van harte welkom.

Het is een prachtig hotel, met mooie kamers, rondom een mooie tuin en met een gezellige barruimte. En het hangt tsjokvol kunst, vooral maskers en beelden, uit Congo. We droppen onze tassen, eten een heerlijke lunch en kijken onze ogen uit. Hoewel het wat duurder is dan Lake Bunyoni, weten we niet of we de verleiding kunnen weerstaan de komende dagen! Maar eerst beginnen we ons voor het eerst echt te realiseren dat we morgen de gorilla-tracking gaan doen! Enige spanning maakt zich van ons meester, dus tijd voor afleiding.
We wandelen samen met Gerrit en Ivon Kisoro in. Ondanks dat het een van de grotere stadjes in de regio is, kunnen we er toch niet heel erg van onder de indruk zijn. Het ‘eksteren’ (souvernirtjes-shoppen) valt tegen en erg groot is het niet. Het is wel leuk in een stadje te zitten, zodat we iets meer meekrijgen van het dagelijks leven. Ondanks dat hier vaker buitenlanders komen, zijn de mzungu duidelijk een bezienswaardigheid. Over het algemeen is iedereen erg vriendelijk, al beginnen we bij de kinderen al wel kwalijke neigingen te ontdekken, als het ‘vragen’ om koekjes, snoepjes, een pen en / of geld (‘give me a sweet!’). We zijn streng: we hebben niets en delen niets uit. Sommige gewoonten willen we niet aanmoedigen.

Na de koffie en het shoppen zoeken we samen een Internetcafe op, waar we bijna alle verhalen kunnen posten. Als we bezig zijn met de laatste dag, valt ineens de stroom uit. Helaas, dan houdt het natuurlijk wel op. We betalen en wandelen weg, maar net als we buiten staan, is er weer stroom. De eigenaresse roept ons achterna. Vooruit, poging twee. Als we de computer weer hebben opgestart, hebben ingelogd en twee woorden hebben getypt, valt de stroom weer uit. Nu houden we het echt voor gezien. Terug in het hotel nemen we een drankje en lezen en kletsen wat tot het diner. Om half 8 zitten we aan tafel en het eten is erg goed: soepje vooraf en daarna in buffet-vorm gehakt-burrito, rijst, chili-sin-carne en guacemole. Een toetje maakt het af en daarna brieft Esther ons over de dag van morgen. Dat is even slikken: we moeten om half 6 aan het ontbijt zitten! De zenuwen slaan nu wel een beetje toe en niet alleen bij ons. We lopen morgen met Geriit en Ivon en ook zij stuiteren inmiddels een beetje. Het gaat echt gebeuren! We nemen nog een drankje, maar om half 10 liggen we in bed. De wekker staat op vijf uur…

Vrijdag 16-09 – Kisoro

Vrijdag 16-09 – Kisoro

Vandaag, zo hebben we ons voorgenomen, doen we helemaal niets. Zo’n dag begint natuurlijk met uitslapen, maar dat valt niet mee als je al wekenlang vroeg opstaat en bovendien op tijd naar bed bent gegaan. Om 7 uur geven we het op en pakken een lekker warme douche. Het is niet heel warm in Kisoro, mede door de hoogte. Het is wel prachtig weer, zo blijkt en we duimen voor de mensen die vandaag op gorilla-tracking zijn gegaan. Esther heeft vanochtend iedereen uitgezwaaid en na alle regen was iedereen wel wat nerveus. We hopen dat alles goed gaat en zullen vandaag regelmatig even aan ze denken!

Om half 9 zitten we aan het ontbijt en daarna hoeft er vandaag even helemaal niets. Behalve in beweging blijven, want de spierpijn is aardig toegeslagen. Karin hinkt ook nog wat, dus tijd voor wat ontspanning. Na het ontbijt en als Ivon en Gerrit zijn uitgecheckt wandelen we gevieren Kisoro in voor een rustig kopje koffie bij de Coffee Pot en een wandelingetje in de zon. Kisoro is bezig met opdrogen na alle regen en het is druk op straat. We worden regelmatig aangesproken ‘hey, mzungu, how are you’ en veel mensen zwaaien. Het voelt enorm vriendelijk en we roepen altijd wat terug en zwaaien ons suf.

Als we terug zijn zitten we in de tuin in de zon, met een boek, maar door de gezelligheid komt er niet zoveel van lezen. We zullen onze reisgenootjes gaan missen! Zij gaan vandaag naar Rwanda. Dominique voegt zich overmorgen bij hen en zij zullen na zes dagen weer terugkeren naar Uganda en de route afmaken die wij overmorgen beginnen. Voor nu kletsen we nog gezellig en om half 2 lunchen we wat, nadat we eerst Esther even apart nemen en uitgebreid bedanken. We proberen samen te bedenken wat we morgen willen, maar echt concreet wordt het nog niet. Vandaag staan we op ‘uit’.

Na de rustige lunch begint het al wat later te worden en iedereen begint zich stilletjes en daarna hardop af te vragen hoe onze reisgenoten het hebben. We hopen dat het goed gaat. Gelukkig is het tot nu toe droog. We lezen wat en uiteindelijk is het vier uur en moeten we afscheid nemen. Balen. We hebben het enorm naar ons zin gehad met Esther, Norbert en vooral Gerrit en Ivon. We wensen ze een heel goed vervolg van de reis en zwaaien ze uit. Gelukkig hebben we gegevens uitgewisseld met iedereen, zodat we na de reis contact kunnen leggen.

Daarna is het ineens heel stil. Iedereen is onderweg naar Rwanda of op gorilla-jacht. Tja… we lezen wat, werken het verslag bij op de tablet (straks even posten) en besluiten na lang overleg uiteindelijk geen tripje voor morgen te boeken. We gaan zelf lekker op ontdekkingstocht. We willen net het stadje in, als de jeep om 5 uur voor de deur stopt. Zes bezwete, modderige, dodelijk vermoeide, maar erg trotse en blije reisgenoten zwaaien met een certificaat. Het is ze gelukt. Het was zwaar, modderig, steil, alle dingen die het bij ons ook was, maar ook zij vonden het erg de moeite waard. Uitgeput vertrekt iedereen voor een warme douche en Bakker scheurt de stad in: hij heeft sinds het ontbijt niets gegeten…

Wij gaan het verslag online zetten en nemen daarna samen een drankje. Als we terug zijn in het hotel begint het te regenen. Bij het eten praat iedereen honderduit, maar de vermoeidheid is bij iedereen merkbaar. Rond half 10 is het op. De reisgenoten druipen af. Wij blijven, bij een knetterend onweer waardoor de stroom uitvalt, nog een uur praten met de Nederlandse manager van het hotel. Hij geeft ons de tip om morgenavond rond half 10 eens in de tuin te kijken. Hij ziet al avonden achter elkaar een cervetkat langskomen! Dat gaan we morgen doen, maar nu is het belachelijk laat. 11 uur! We duiken bij stromende regen ons bed in en vallen onder de lekker warme dekens in slaap!

Zondag 18-09 – Van Kisoro naar Lake Mburo

Zondag 18-09 – Van Kisoro naar Lake Mburo

Vannacht is het gelukkig vroeg gestopt met regenen, dus onze chauffeur (vanaf nu Bakker, omdat Norbert met Esther, Ivon, Gerrit, Albertine, Pieter en vanaf vanmiddag ook Dominique, in Rwanda zit) ziet er wat vrolijker uit dan gisteren. Hij heeft redelijk geslapen (niet zo koud als de nacht ervoor), de ergste plensbuien zijn even achter de rug en iedereen is op tijd klaar en heeft zijn koffer klaargezet. Na het ontbijt en het nodige inpakwerk zijn we zover. Rien gaat naast Bakker zitten en daarmee zit iedereen achterin lekker ruim. Wij krijgen de plaatsen net achter de voorstoelen: bekend terrein en in deze auto kunnen er wel raampjes open. Na een laatste zwaai-actie naar de geweldige mensen van Travelers Rest, gaan we op weg. Bye, bye Kisoro.

De weg is vanaf direct buiten Kisoro beroerd. We moeten eerst over de bergen terug naar Lake Bunyoni, om de aanhanger op te halen (het ligt op de route, dus het is geen omrijden) en daarna moeten we verder naar Lake Mburo. De bergweg, waar zo hard aan wordt gewekt, is op sommige plaatsen flink beschadigd door de regen. We zien forse modderlawines en op een plaats ligt een vrachtwagen volledig op zijn kop, in de kreukels. Er zijn zo te zien gelukkig geen gewonden, maar het is een nare herinnerig aan de condities. Een stuk verderop blokkeert een vrachtwagen volledig de weg: hij komt niet verder en wij kunnen er niet door. Uiteindelijk laat de vrachtwagen zich terugzakken, glippen wij erlangs en probeert hij het daarna opnieuw. Bakker rijdt rustig en geconcentreerd en iedereen schikt zich naar het onvermijdelijke gehobbel.

Na ongeveer 21/2 uur zijn we over de berg heen en via de hobbelweg terug gereden naar Lake Bunyoni. Iedereen springt de wagen uit om te plassen, benen te strekken en Bakker een handje te helpen met het overladen van de tassen (van het dak naar de aanhanger) en de tenten (van de aanhanger naar het dak). Na ongeveer 20 minuten kunnen we verder. Acht kilometer verder is er ineens asfalt en iedereen slaakt een zucht van verlichting. Het is een forse rit en we trekken in een keer door tot luchtijd. We lunchen bij een mooie tent, die volgens Bakker van de broer van de president is. Het eten is heerlijk, maar we moeten erg lang wachten. Daar komt overigens een manager excuses voor aanbieden, tot onze verrassing.

En door gaat het weer, door een steeds drukker wordend landschap. Tot we na een uur de snelweg verlaten en ineens weer op een onverharde weg zitten. Lake Mburo, het kleinste Nationale Park van Uganda, is nog 23 kilometer verderop. Na een forse hobbelrit staan we ineens aan de gate. Bakker handelt de administratie en financien af en daarna mogen we naar binnen. Meter achter het hek wacht een aantal vervetaapjes ons op en even verder zien we de beesten waarvoor Lake Mburo bekend is: zebra’s en impala’s. We slaan het fotograferen nog even over en rijden eerst naar het kantoortje, waar we een ‘huisje'(vooraf opgezette tent) bijboeken. Eigenlijk zouden wij als enige moeten kamperen in onze eigen tent, maar de campsite is erg ver bij alles vandaan, volkomen verlaten en we hebben de laatste dagen ‘s nachts zoveel regen gehad dat we het niet zien zitten. Een (voor)opgezette tent dus, naast de anderen, voor een paar euro meer. Fijn! Bj het restaurant (met een schitterende ligging, naast de campsite, aan de rand van het meer) bestellen we vast het avondeten en daarna rijdt Bakker ons naar de tenten. De bedden liggen goed en de klamboe’s zijn prima, maar daar is het wel mee gezegd. Simpel, maar adequaat. 

Als iedereen de tassen heeft weggezet en naar het toilet is geweest, maken we ons op voor de laatste gamedrive van deze vakantie. Het dak is open en bij de gate halen we een gids op. Hij gaat ons vandaag meer vertellen over de beesten in dit park en dat doet hij vakkundig. Zo heeft een gids echt een meerwaarde en als hij doorkrijgt dat we ook graag stoppen voor vogeltjes, komt uiteindelijk iedereen aan zijn trekken in dit kleine, maar mooie park. Door de regen van de laatste tijd moeten we de heuvels in voor de zebra’s (die houden niet van natte voeten) en als we dat doen zien we tot ons enthousiasme en dat van de gids en Bakker, een enorme kudde elandherten. Erg schuwe en zeldzame beesten, nauwelijks te fotograferen maar een indrukwekkend gezicht. Volgens de gids is het bijzonder dat we er zoveel tegelijk zien en als we op dezelfde drive nog twee keer (andere) grote kuddes zien, is hij ervan overtuigd dat wij de gelukkigste groep in tijden zijn. Nou, dat vinden wij ook! Ook de zebra’s en de impala’s zijn prachtige en verder zien we veel vogels en overal wrattenzwijntjes met kleintjes; een schattig gezicht.

Rond kwart voor zeven, als het al bijna donker is, zijn we terug bij de tenten en na even opfrissen verkassen we naar het restaurant. Alles per auto, want de delen van het kamp liggen ver uit elkaar. We lopen in het bijna donker van de auto naar het restaurant, terwijl de wrattenzwijntjes nog rondscharrelen en er zo’n 10 meter het water in njilpaarden boven komen. Goed ingesmeerd tegen de muggen eten we een maaltijd waarvan de vis lekker is, maar de rest wat te wensen overlaat. Terwijl we zitten na te praten belt Bakker Esther en geeft de telefoon aan Karin. De verbinding is slecht (veel vertraging), maar Karin meent te begrijpen dat de gorillatracking in Rwanda ‘mooi maar zwaarder dan verwacht’ is geweest, door alle regen. Voor ze zelf veel kan vertellen, wordt de verbinding verbroken. Karin brengt de groeten over en als we aan de koffie zitten horen we ineens een leeuw! Aanvankelijk erg ver weg, maar daarna behoorlijk dichtbij. Gaaf, maar ook wel spannend, aangezien we nog naar de auto terug moeten. En dan zijn 50 meter ineens ver… 

Zonder ongelukken bereiken we de auto en in de lichten van de koplamp zien we de ogen van bosbokjes oplichten en de wrattenzwijntjes rondscharrelen. Bakker brengt ons naar de tenten, waar we na een half uurtje bij een heerlijk kampvuur plassen, tanden poetsen en in bed gaan liggen. De laatste nacht in de bush. ‘s Nachts hoort Karin, als traktatie, de leeuw nog een keer brullen. Tevreden draait ze zich nog een keer om en slaapt verder.

Zaterdag 17-09 – Kisoro

Zaterdag 17-09 – Kisoro

Vogeltjes kijken, maar dan zonder gids, dat willen we, dus om kwart voor zeven zitten we aan het ontbijt. Van het mooie weer van gisterenochtend is niets te merken. Het is behoorlijk fris (een dikke fleece is geen overbodige luxe) en het is grijs. Toch laten we ons niet tegenhouden. In de tuin van Travelers Rest is niet zoveel te zien, dus we wandelen de straat op. Veel vogeltjes zien we niet (behalve een boom vol reigers en een andere boom vol kraaien), maar we kijken onze ogen uit naar het leven op straat. Er lopen, fietsen, brommen en (auto)rijden al heel wat mensen rond. Een deel van die mensen zijn gevangenen. Op nog geen 100 meter van het hotel ligt een gevangenis, waar we een groep gevangen in goed herkenbare knalgele overalls naar buiten zien komen. Gevangenisstraf betekent hier kei- en keihard werken. Een stukje verderop zien we een kerk en een moskee, er wandelt een groot aantal vrouwen naar het land, in prachtige jurken en met gereedschap en alle kindjes dragen schooluniformen en zijn onderweg naar school.

Na een ruim uur houden we het voor gezien en gaan we terug naar het hotel, waaar Martijn zich om 10 uur aansluit bij Tjerk en Anke voor een workshop Ugandees koken. Het lokale eten vinden we niet heel lekker, maar het is wel leuk om een letterljk kijkje in de keuken te kunnen nemen natuurlijk. Karin gebruikt de tijd tot half 12 om verhalen online te zetten, een wandelingetje te maken en iets te drinken in de Coffee Pot. Daarna voegt ze zich bij de koks en mag ze mee-eten! Rebecca (de kokkin) heeft in nauwelijks verstaanbaar Engels uitleg gegeven en de koks zoveel mogelijk werk uit handen genomen. Ze lijkt er niet erg bij te zijn: tot twee keer toe dreigen er ongelukken. De eerste keer doordat er servetjes in de fik vliegen; de tweede keer kunnen de Nederlandse hulpkoks nog net voorkomen dat een fles olie in vlammen opgaat. Ze is tenslotte nogal gechockeerd door het feit dat die mzungu’s alles nogal smakeloos vinden. Tjerk, Anke en Martijn concluderen dat het ook niet meevalt: de recepten bevatten alleen typen ingredienten en geen hoeveelheden. Ook de volgorde waarin alles moet worden toegevoegd blijft een mysterie. Maar: ze hebben wel lol gehad en uiteindelijk severen ze Matoke (gesmoorde banaan) met geitenvlees, bonenstoof, posho (maismeel met water en een heeeeeel klein beetje zout, wat een soort witte rubberen bal oplevert), pinda’saus’, groene koolsoep en toe avocado met honing. Erbij serveren ze African tea: gekookte melk met theebladeren, verse gember en een klein beetje water. Door een zeefje: klaar. Tja… geen trek? Wij vinden het ook maar beperkt aantrekkelijk, al is de pindasaus heerlijk. Daarna kunnen we geen pap meer zeggen. We brengen de rest van de middag door met lezen, een wandelingetje (waarbij we het net droog houden: als we in het hotel terugkomen barst een enorme regenbui los) en verder niet zoveel. We kruipen bij de open haard en drinken warme thee. Vandaag merken we voor het eerst hoe onze reis ook had kunnen zijn. We horen een toenemend aantal verhalen over weggespoelde wegen, modderlawines, verdronken kinderen door overstromingen en beseffen hoeveel geluk we hebben gehad. En als het dan vandaag even wat minder moet zijn? Ach: gelukkig hebben we een dak boven ons hoofd en een heerlijk bed. Dus na het opnieuw heerlijke eten, duiken we ons bed in. Morgen weg!

Maandag 19-09 – van Lake Mburo naar Entebbe

Maandag 19-09 – van Lake Mburo naar Entebbe

Vroeg opstaan doen we ook vandaag, maar gelukkig (weer) voor iets leuks. We gaan wandelen! Zonder ontbijt maar met frisse moed worden we door Bakker samen met gids Andrew afgezet in het park om te voet de bush te gaan ervaren. Het weer is onverwacht schitterend en als we het kletsnatte, met dauw bedekte veld inlopen, komt de zon op boven de impala’s, zebra’s, buffels en waterbokken. En het is prachtig. Te voet kunnen we veel dichterbij komen dan met de auto en we genieten (ondanks dat we binnen een kwartier al kletsnatte voeten en broeken hebben) van de rust.

Uiteindelijk wandelen we bijna twee uur door het prachtige landschap en behalve de beesten en vogels zien we ook de sporen van de beesten: pootjes, hoefjes en klauwen in het zand. Een mooi gezicht en Andrew weet er een hoop van, wat het ook vandaag weer extra leuk maakt. Hij vertelt ons ook veel over de planten en bloemen, een kant van het landschap die tot nu toe onderbelicht is gebleven. Door zijn rustige stem vinden we het nergens eng (ook niet in het zicht van een erg agressieve, eenzame buffel), al schrikken we ons ongelukkig als er uit een hol waar we naar staan te kijken ineens onder veel gekrijs drie wrattenzwijntjes schieten!

Als we er zo’n beetje klaar mee zijn en net bedenken dat het wat ons betreft wel mooi is, steken we de weg over en zien op nog geen 25 meter Bakker rustig staan wachten met de auto. Dat was nog dichter bij dan afgesproken en de gids levert ons tevreden af bij ons trouwe chauf. Bakker rijdt ons naar het restaurant, waar we in het stralende ochtendlicht ontbijten. Daarna rekenen we alles af bij het kantoor (ook de extra kosten voor de tent) en vertrekken voor de laatste lange rit naar Entebbe.

De wegen zijn dit laatste stuk (behoorlijk) goed, maar de landcruiser heeft er steeds meer problemen mee. De derde versnelling weigert dienst en de zwarte rook uit de uitlaat wordt steeds erger. Bakker moppert dat hij de auto moet wegbrengen straks en we hopen dat het beest yhet volhoudt tot vanavond. Door de problemen gaat het wat langzamer dan gepland en uiteindelijk lunchen we niet bij de evenaark, maar een uurtje rijden daar vandaan. Er is niet veel keuze en uiteindelijk koopt Martijn twee pakken koekjes als lunch. Beter dan weer een ei, in de vorm van een ei-sandwich!

Bij de evenaar stoppen we en bekijken de winkeltjes en drinken wat. Tien minuten voor we verdergaan, ziet Karin aan de overkant allerlei witte vellen drogen en nieuwsgierig gaat ze op onderzoek uit. Het blijkt een atelriertje waar papier en producten van papieren worden gemaakt. De vriendelijke eigenaar legt alles uit, laat haar van alles zien en uiteindelijk komt ze (een paar minuten te laat, met een aantal souvenirtjes en zeer tevreden) terug in de landcruiser. We kunnen!

Na een lange, lange dag, waarin we als altijd ons ogen uitkijken en waarin we twee keer door de politie zijn aangehouden (een stop die door Bakker efficient en uit ons zicht wordt… afgehandeld), komen we rond vijf uur aan bij de Airport guesthouse in Entebbe. En wat een heerlijke plek is dat toch. Een schone kamer, een warme douche, lekker eten en drinken, supervriendelijke mensen… We praten nog lang na onder de sterren en boeken ons laatste uitstapje. Morgenavond vliegen we naar huis! 

Vrijdag 11 November – Vlucht naar Kaapstad

Vrijdag 11 November – Vlucht naar Kaapstad

Tegen een uurtje of acht worden we door Eef gedropt op het vliegveld en droppen we onze spullen. Na een kop koffie en een ontbijtje is het ook alweer tijd om in te stappen en onze plekken op te zoeken. We zitten in een 777 van KLM, dus met het personal entertainment system en het eten zit het wel goed. Een kwartier na de geplande tijd zijn we onderweg en begint een dikke 11 uur van films, snacks, slapen, meer eten, nog meer drinken, nog een film, een tukkie en uiteindelijk een landing. Keurig op tijd staan we in Kaapstad en in mum van tijd zijn we door de grenscontrole en de douane en staan we in de aankomsthal. Daar worden we gelijk aangeschoten door iemand van de reisorganisatie die ons een enorme envelop met paperassen en een cd overhandigt en ons daarna in minder dan 20 minuten naar het hotel brengt. Daar duurt het ook geen 5 minuten voordat we in een prima kamer staan en dan vinden we het eigenlijk wel mooi geweest: morgenochtend om 09:00 een meet en greet met de man die ons ook heeft opgepikt van de luchthaven en daarna is het tijd om Kaapstad en de omgeving te verkennen.

Zaterdag 12 november – Kaapstad

Zaterdag 12 november – Kaapstad

Met een uurtje tijdsverschil en een behoorlijk lange nacht zijn we op tijd op. Iets voor 8 uur zitten we aan een eenvoudig maar prima ontbijt met yoghurt en vers fruit en thee en koffie. Harro gooit er voor de zekerheid nog wat toast en scrambled eggs achteraan en dan zijn we er klaar voor. Ruim voor de afgeproken tijd van 9 uur is ook de vertegenwoordiger van onze reisorganisatie er al. We kletsen een tijdje met hem en hij laat ons een keurige nette ingebonden reisbeschrijving zien, een groot aantal kaarten en vertelt ons wat we allemaal in Kaapstad kunnen doen. Omdat het vandaag lekker weer is en er morgen toch wat buien worden verwacht raadt hij ons aan vandaag de Tafelberg te bezoeken, die de dag ervoor tot een van de 7 natuurwonderen van de wereld is verkozen! (Door wie is ons ook even een raadsel, maar het klinkt erg goed). Even later is ook de man van de autoverhuur er met onze huurauto voor de komende 10 dagen en na het nodige papierwerk en de nodige extra bedragen die we nog moeten betalen zijn we er klaar voor. Onze vriend van de reisorganisatie wenst ons een prettige drie weken en is dan ook verdwenen.

Aangezien we niet echt haast hebben besluiten we te beginnen met een wandeltocht over VA Waterfront, het shopping en entertainment centrum van Kaapstad. Ons hotel ligt er op nog geen 10 minuten lopen vandaan… als je de juiste kant oploopt natuurlijk. Een 6 baans snelweg zonder oversteekmogelijkheden gooit wat roet in het eten, maar na een half uurtje doorstappen zijn we er dan eindelijk. Het is nog erg rustig op deze zaterdagmorgen en we landen na een korte tocht over het terrein bij een prima koffie barretje om daar voor de rest van de dag plannen te smeden. Uiteindelijk besluiten we te beginnen met een wandelingetje door de enorme shopping mall en daarna de toerist uit te hangen en ons door middel van de hop-on/hop-off bus naar de Tafelberg te laten vervoeren.

We slenteren rustig door de enorme exclusieve shopping mall vinden uiteindelijk een opstapplek voor de rondrit bus. Hier kopen we een kaartje voor de red route die ons dwars door de stad leidt en uiteindelijk bij stop 14 bij de Tafelberg zal brengen. Het weer is heerlijk dus we duiken gelijk naar boven in de open bus en laten ons onder het ‘genot’ van het Nederlandse commentaar dwars door de stad cruisen. Via de compagnietuinen, district 6, het fort en het centrum komen we na een uur en een kwartier aan bij de Tafelberg, waar een enorme rij staat. Hoewel de wachttijd bijna een uur is, besluiten we toch maar in de rij te gaan staan, want Kaapstad zonder de Tafelberg kan echt niet! De tickets hebben we vrij snel en dan staan we met zo’n 1000 man in de rij voor de gondel. We kletsen wat met een bolle Zuid-Afrikaan die aan het klagen is over Duitsers en Chinezen en vermaken ons eigenlijk prima. Als we nog zo’n 5 minuten voor het instappen zijn zien we plotseling wolken over de berg verschijnen, en zodra we in de gondel zitten trekt het helemaal dicht. Bovenop de berg is het koud, nat en hebben we ongeveer 10 meter zicht. De rij voor de gondel naar beneden is bijkans nog langer dan de rij beneden was en we besluiten er maar het beste van te maken: Tijd voor een wandeling over de berg, daarna zien we wel verder.
Door de dichte mist is het ook niet echt duidelijk waar de paden heengaan en nadat we toch langzaam wel erg steile hellingen moeten afklimmen komen we er achter dat we op het pad zitten voor de wandeltocht naar beneden. Met dit weer en het feit dat Geeske op teva’s rond aan het rennen is lijkt ons dit niet het meest briljante plan, dus klauteren we maar weer een eindje terug naar boven. We vermaken ons eigenlijk kostelijk en tot onze grote verbazing begint het dan ook weer open te trekken. Binnen 10 minuten staan we weer onder een prachtige blauwe lucht, is er geen wolk meer te bekennen en genieten we van de fantastische uitzichten vanaf de berg. Een snelle (late) lunch met een pizzapunt en een kop koffie verder stappen we weer in de gondel naar beneden.

Beneden staat er alweer een bus te wachten en hoppen wij er vrolijk weer on. Via de kustroute brengt de bus ons in een uurtje weer terug bij ons startpunt bij Waterfront. Het is ondertussen een uurtje of 5 en we besluiten dat het tijd is voor een wijntje in de zon. We zoeken een plekje op in een restaurant, waar ze meer dan 200 verschillende wijnen per glas aanbieden. Daar komen we alleen pas achter nadat we allebei een glas witte huiswijn hebben besteld. Gelukkig is die meer dan prima en in het zonnetje genieten we van een prima eerste dag in Kaapstad.
Omdat we niet echt uitgebreid hebben geluncht, besluiten we op tijd te gaan eten en vinden even verderop een Afrikaans restaurant. De ober raadt ons het vleesplateau voor twee aan met daarop alles wat er in de buurt zo rondwandelt. Dat klinkt behoorlijk lekker en na een heerlijk voorgerecht van Brie en Camembert (Geeske) en een krokodillencarpaccio (Harro) wordt er een enorme plaat vlees op tafel gezet: biefstuk, lamsboutje, Afrikaanse worst, kudu, springbok, struisvogel en nog meer overheerlijk vlees. We doen een verwoede poging alles op te eten maar moeten ons uiteindelijk toch gewonnen geven, waarschijnlijk hadden we het met 4 personen wel net gered… Lekker is het wel!
We sluiten de avond af in een schotse kroeg annex brouwerij en om een uur of 11 pakken we een taxi naar ons hotel (Ook in deze buurt wordt ons afgeraden na 21:00 uur zelf te gaan lopen). Een prima eerste dag!

Zondag 13 november – De Kaap

Zondag 13 november – De Kaap

Vandaag gaan we rond de Kaap touren! Na weer een prima ontbijtje springen we rond half 10 in ons vehikel, een witte Nissan kweenie-wat. Binnen mum van tijd rijden we de M6 richting de Kaap op, en het rijden aan de linkerkant gaat vanzelf (Zelfs de ruitenwisser gaat niet aan als we een bocht pakken). Met een prima routebeschrijving en een prima kaart tuffen we via Hout Bay en een prachtige weg langs de kust richting het kommetje en uiteindelijk het park bij de Zuidkaap. Onderweg stoppen we talloze keren om van het uitzicht te genieten en foto’s te schieten. De tocht is echt prachtig: In de loop van de nacht heeft het behoorlijk geregend maar tijdens de tocht klaart het helemaal op en genieten we van de enorme hoeveelheid bloeiende planten langs de wegen.

Rond half twaalf draaien we het parkeerterrein op bij de Zuidkaap en besluiten we vanaf daar een wandeltocht naar Kaap de Goede Hoop te volgen die volgens het verhaal anderhalf uur zou moeten duren. De tocht is prima, maar voor Geeske toch een behoorlijke klautertocht over de rotsen en vervelende open trappen. Onderweg hebben we prachtige uitzichten en zien we ook al snel een ‘Dassie’ (een soort oversized marmot) en ladingen hagedissen. Met een uurtje staan we dan bij ‘het bord’: Op de kaap staat een bord waar werkelijk iedere toerist zich moet laten fotograferen en ook wij doen daar natuurlijk vrolijk aan mee. Op deze plek komen ook drommen mensen met bussen aan en het is er behoorlijk druk. We besluiten uiteindelijk dat Geeske hier rustig blijft wachten en dat Harro terugloopt en de auto gaat halen. Na een kleine jogging-partij van een half uurtje is Harro terug bij de auto en rijdt rustig naar de Kaap de Goede Hoop. Geeske zit ondertussen met een verrekijker te genieten van de enorme hoeveelheid vogels die rond de kaap zitten en vliegen. Uiteindelijk zien we elkaar weer op het parkeerterrein en besluiten dan toch weer naar de Zuidkaap te rijden om daar een bak koffie te scoren. Halverwege stoppen we nog even voor twee struisvogels die compleet onverstoorbaar langs de kant van de weg lopen te grazen.
Op het parkeerterrein is het ondertussen fors drukker geworden en zijn ook de buitengewoon vervelende bavianen wakker geworden. Zodra we de auto uitstappen komt de eerste al op ons afgelopen om te kijken of er wat te scoren valt. Schijnbaar vindt hij Harro wat te groot want “het klotebeest” [quote G] loopt recht op Geeske af. Haar afkeur van alles wat aap is had ze al eerder geformuleerd en ze vlucht dan ook gelijk de auto in. Terwijl de aap zich rustig op het dak van de auto naast die van ons installeert zit Geeske in de auto te wachten. Uiteindelijk kruipt ze aan de andere kant er uit en blazen we de aftocht. Heel even lijkt onze vriend achter ons aan te komen, maar wordt dan gelukkig afgeleid door een andere groep toeristen.
We drinken in het cafe een prima bak koffie en stappen tegen tweeen de auto weer in op weg naar Boulders Bay en Simon’s Bay. Ook dit deel van de tocht is weer prachtig met fantastische uitzichten en overal prachtige bloemen.

In Boulders Bay doen we een snelle stop om de pinguins te bekijken. Harro scoort nog snel een ijsje en dan gaan we richting de pinguinkolonie die zich hier heeft genesteld. De groep is dit keer niet heel groot, zo’n 50 ‘jackass’ pinguins staan vlak in de buurt van de houten vlonders vol toeristen en lijken zich er niet aan te storen dat er voor iedere pinguin ongeveer drie toeristen met even zo veel camera’s staan. Hoewel het druk is vinden we het toch wel erg leuk om deze koddige beesten te bekijken.
Met een klein uurtje zijn we weer onderweg naar de volgende stop: Simon’s Bay, een schattig klein plaatsje en tevens marine haven. Hier nemen we de tijd voor (wederom) een late lunch met bruschetta’s in een leuk klein tentje aan de kant van de weg. Het eten is prima en we blijven rustig een half uurtje zitten. Dan vinden we het mooi geweest en rijden in een uurtje tijd terug naar Kaapstad, waar we rond 5 uur aankomen bij het hotel. De kaap was echt prachtig en het weer heeft fijn meegespeeld!
Geeske duikt dan even een uurtje haar bed op terwijl Harro het reisverslag bijwerkt. Vanavond eten we weer in Waterfront, morgen gaan we door naar Turbagh zo’n 140 kilometer verder op de wijnroute rond Kaapstad.

Maandag 14 november – naar Tulbagh

Maandag 14 november – naar Tulbagh

Na een avondje heerlijk eten (boboti voor Geeske en kudu voor Harro) in Waterfront met heerlijke wijnen die ons door de sommelier werden aangeraden, lagen we gisteren redelijk op tijd in bed. Desalniettemin is het pas half negen als we aanschuiven voor het ontbijt. We hebben vandaag besloten om rustig aan te doen: De rit naar Tulbagh is maar 140 kilometer en daar hebben we de hele dag de tijd voor. Nadat we ons ontbijt achter de kiezen hebben, onze tassen zijn gepakt en we de sleutels bij de receptie hebben afgegeven stappen we in onze vlotte voiture. Eens kijken of we die vandaag wel boven de 80 kilometer per uur krijgen…

De rit uit Kaapstad is simpel en binnen enkele minuten zitten we op de N1 richting het noordoosten. Onze eerste stop vandaag is Paarl, een klein dorpje in de wijngebieden rond Kaapstad. We rijden vlot een rondje door het centrum, maar vinden er weinig aan (en ook de rough guide heeft er weinig mening over). Zodoende zijn we al vrij snel onderweg naar het volgende dorpje: Wellington. We rijden het stadje binnen en parkeren in het centrum om en kop koffie te scoren. Na een minuut of 10 wandelen hebben we echter nog steeds niets leuks ontdekt en besluiten dat we dan maar een poging doen bij een shopping mall bij de ingang van het stadje. Ook dit stadje lijkt ons behoorlijk saai, maar volgens de rough guide is het toch wel aardig… Bij de shopping mall vinden we een prima koffietent en met een kop thee en koffie plannen we de rest van de route. We moeten terug door het stadje en daar neemt Harro een ietswat verkeerde afslag… om daarna in een alleraardigst oud centrum van het stadje te belanden met aan alle kanten leuk uitziende koffietentjes.
Als we uiteindelijk de goede weg toch weer hebben gevonden rijden we al snel door de prachtige wijngebieden. Afwisselend zien we enorme graanvelden en mooie groene wijnranken die op heuvels en tegen de bergen op staan geplant. De tocht is werkelijk prachtig en uiteindelijk zijn we rond half 1 al op onze eindbestemming; Turbagh. Het dorpje zelf is een van de oudste dorpen in dit gebied en na een aardbeving in 1969 zijn er een groot aantal van de oude kaaphuisjes prachtig gerestaureerd, zodat het plaatsje beschikt over een van de mooste historische centra van de omgeving. Het plaatsje zelf is gelegen in een vallei en de bergen er om heen zijn imposant. Tot onze grote verbazing zien we dan toch echt iets wat lijkt op sneeuw op een aantal van de toppen van de bergen… Even later horen we dat dit klopt: Het heeft vannacht gesneeuwd, iets wat ze hier ook niet eerder in deze tijd van het jaar hebben meegemaakt. Na een korte tocht door het dorpje en langs een aantal wijnboerderijen in de directe omgeving besluiten we eerst maar in te gaan checken. We slapen op een oude wijnboerderij die ook prachtig is gerestaureerd en zo’n 3 kilometer buiten het dorpje ligt. Dat we er kunnen slapen is nog wel mazzel: Ze weten niets van een reservering en ook voor de rest komt het nogal chaotisch over. Met een half uurtje wachten hebben we dan ook uiteindelijk een prima ‘cottage’ en zijn we klaar voor lunch.

We parkeren onze auto bij het tourist information center, waar we wat te horen krijgen over diverse zaken die we kunnen bekijken. Hier besluiten we dat we beginnen met een tocht door Church street waar alles historische gebouwen staan en in de middag een cellar tour te doen bij een sparkling wine boer in de omgeving met de prachtige naam ‘de twee gezellen’. De tocht langs de gebouwen is prachtig, mooie witte gebouwen van rond 1710 met rieten daken en overal de meest mooie bloemen en bloeiende struiken leveren super plaatjes op.
Na een snelle lunch met tosti en een broodje scheuren we snel naar de wijnboerderij voor de rondleiding. Het betreft hier een van de weinige ‘fonkelwijn’ huizen in Zuid-Afrika en we beginnen de rondleiding dan ook met een heerlijk slokje bubbels. Natuurlijk mag het geen champagne heten, maar het doet er niet voor onder! Uiteindelijk blijkt er buiten ons tweeen niemand voor de rondleiding te zijn en krijgen we een prive-tour in het Afrikaans door de zoon van de eigenaar. Hij vertelt uitgebreid over de geschiedenis van de wijnboerderij en we lachen ons af en toe helemaal kapot door de Afrikaanse begrippen en hij over de Nederlandse woorden die wij gebruiken (tsja, dat ‘fles’ jampotje betekend in het Afrikaans hebben wij ook niet bedacht!) Na een prima tour gaan we op weg en maken nog een korte stop bij een wijnboer om een fles wijn te scoren. We hebben besloten om vanavond zelf bij onze cottage wat te eten, en daar hoort natuurlijk wel een flesje bij. We proeven drie soorten witte wijn en gaan er uiteindelijk met twee heerlijke flessen vandoor. Terug in de stad halen we wat brood, kaasjes en andere lekkernijen bij de supermarkt en rijden terug naar onze cottage. Na een uurtje luieren aan het zwembad eten we wat op het terras voor onze deur en spelen wat yahtzee, natuurlijk onder het genot van een heerlijk glas witte wijn. Laat wordt het niet, rond een uur of 8 gaat bij Geeske het licht uit en duiken we ons bed in om nog wat te lezen en het verslag bij te werken.

Dinsdag 15 november – Naar Stellenbosch

Dinsdag 15 november – Naar Stellenbosch

Na een behoorlijke nacht staan we redelijk op tijd op en zitten even na achten aan het ontbijt. Ook de ontbijtzaal is gelegen in een van de witte cottages die om een mooie vijver heen liggen. Met een prachtig uitzicht op de bergen genieten we weer van een prima ontbijtje met veel vers fruit. De sneeuw is ondertussen verdwenen van de bergen en het is weer strak blauw. Tot nu toe hebben we echt prima temperaturen gehad, maar de komende dagen belooft het echt heet te gaan worden.
Nadat we alles in de auto hebben geladen gaan we op weg naar onze eerste stop van vandaag: Franschhoek. Volgens alle verhalen een van de mooiste dorpjes uit het wijngebied en volgens onze planning tevens de lunchstop. De rit erheen is werkelijk prachtig mooi: Door de wijngaarden en langs de bergen en met uitgebreide uitzichten over mooie groene dalen. Links en rechts schieten de wijngaarden aan ons voorbij, en er zitten toch wel aardig wat namen tussen die ons wel bekend voorkomen. We besluiten ze voor nu maar even links te laten liggen, want om nou voor twaalven al weer aan de wijn te zitten lijkt ons ook wat overdreven.

Na een rit van ongeveer twee uur landen we tegen elven in Franschhoek, waar al snel blijkt dat de gidsen niet te veel beloven. Het dorpje is erg schattig met prachtige witte kaaphuisjes en een erg leuk centrum. We beginnen met een bakkie koffie bij een leuk tentje en slenteren daarna wat door het centrumpje en bezoeken een van de vele kerken die het gebied hier rijk is. De kerk is eenvoudig maar qua gebouw erg mooi en op zich is het wel eens een verademing om niet alles in goud bekleed te zien. Na een uurtje winkeltjes kijken en foto’s maken landen we bij een een prima eettentje waar we een Geeske een pizzaatje en Harro een gepaneerd-kip-experiment-met-brie-wat-ze-hamburger-noemen eet (voor het geval er twijfel was: Nee, niet echt een aanrader). Het kopje koffie maakt veel goed en tegen een uur of 1 stappen we de auto weer in voor het laatste stukkie naar Stellenbosch.
Onderweg besluiten we op aanraden van onze reisbeschrijving te stoppen bij een van de wijngaarden in de buurt om daar toch wat wijnen te proeven. Omdat we nog moeten rijden houden we het echt bij kleine sipjes maar het is wel erg lekker. We proeven 5 verschillende wijnen, drie witte en 2 rode wijnen en bekijken ook nog het herenhuis van de wijngaard. Een erg leuke ervaring en eentje die we morgen zeker nog even zullen herhalen.

De komende twee nachten slapen we op een van de vele wijngaarden die het gebied rijk is: Knorhoek. Volgens de verhalen komt de naam van het feit dat het kaapgebied veel bergluipaarden kent en deze vroeger ook in grote getalen in de bergen rond Stellenbosch rond struinden. Vandaar de Afrikaanse naam ‘Knorhoek’ wat vrij vertaald betekend ‘ De vallei waar de wilde katten grommen’… Dit althans volgens de fles die we nu aan het leeg drinken zijn en we moeten eerlijk zeggen: Zo veel hadden wij niet uit de naam ‘Knorhoek’ gehaald. Een verhaal met een verbannen varkensboer leek ons eerder van toepassing maar goed… Onze logeerplek zelf is wel prachtig. Gelegen midden tussen de wijngaarden en op zo’n 5 kilometer van van Stellenbosch zitten we zo’n beetje 10 meter lopen van de plek waar mensen wijn komen proeven… balen!

Nadat we onze spullen in onze kamer hebben gegooid besluiten we in de middag Stellenbosch zelf te verkennen, en de volgende dag uit te trekken voor een degelijke wijnproef-sessie. Met de auto staan we binnen 10 minuten in het centrum en na een kort bezoek aan het Tourist Information Center struinen we wat door de stad en doen maar weer een bakkie koffie. Ht stadje is ook weer erg mooi, en aan het publiek is goed te merken dat het een studentenstad is: Het is erg levendig en er hangt een prima sfeer. We bezoeken nog snel even de Ome Samie’s winkel in het centrum, een winkel die sinds 1900 weinig meer is veranderd. Op de gedroogde sardines (met bijpassende geur) na een erg leuke ervaring, vooral omdat oude en nieuwe spullen dwars door elkaar in de winkel liggen.
Na de uitgebreide lunch van de middag hoeven we ook niet per se nog uitgebreid te gaan tafelen. Een snel bezoek aan de supermarkt voor wat kaasjes, crackers en ander snackvoer en ons avondeten is compleet. We zijn nog net op tijd terug op ons ‘eigen’ wijngoed om nog een fles wijn te scoren (een Knorhoek cabernet sauvignon uit 2009) en zitten daarna heerlijk buiten voor ons hokkie te eten en te drinken. Morgen is het tijd om nog wat landgoederen te bezoeken en nog meer van die heerlijke wijnen te proberen.

Woensdag 16 november – Stellenbosch

Woensdag 16 november – Stellenbosch

Vandaag staat het thema wijn centraal in onze dagbesteding maar om nou niet gelijk om 10 uur al de eerste glazen naar binnen toe te gooien besluiten we tot de lunch te kiezen voor een alternatief programma. Na een heerlijke gezond ontbijt met veel vers fruit beginnen we met een ochtenwandeling door de wijngaarden van ons ‘eigen’ wijnhuis. Ze hebben een erg mooie route van zo’n 5 kilometer dwars door de heuvels uitgezet en met dik een uurtje wandelen hebben we het sportieve ochtendprogramma achter de rug.
Volgende stop op het programma: Koffie! Met de auto rijden we naar het centrum van Stellenbosch waar we beginnen met een cappuccino’tje en een americano bij een leuk koffietentje. Omdat het allemaal nog redelijk vroeg is en we pas bij de lunch onze eerste wijnboer aan willen doen, besluiten we het dorpsmuseum te bezoeken. In een 5-tal gebouwen wordt de geschiedenis van Stelenbosch uitgebeeld ddoor de jaren heen. Het geeft een erg goed inzicht in de in eerste instantie erg primitieve omstandigheden waarin de kolonisten verkeerden, maar ook een goed beeld van de rijkdom honderd jaar later. Een erg informatief en leuk uitstapje.

Na nog een kopje koffie is het dan tijd voor onze lunch. Volgens onze reisgids is een van wijnboeren in de directe omgeving van Stellenbosch ‘the place to be’ voor een goede lunch in een mooie omgeving. En ze hebben niet gelogen: Midden tussen de mooie witte huisjes van de wijnboerderij (of beter: de ‘estate’) zitten we onder de wijnranken al snel aan een heerlijke pasta en een Thaise beef. Het is ondertussen half twee dus Geeske begint maar met het eerste wijntje, terwijl Harro nog een flesje water leegdrinkt. Het eten is heerlijk, het weer fantastisch en de sfeer echt helemaal goed. Uiteindelijk blijven we dik een uur hangen en maken nog wat foto’s van de pauw die tussen de eettafels doorschuifelt. Nadat we nog snel een rondje over het terrein lopen is het tijd om nog wat wijnboerderijen aan te doen. Met onze reisgids in de hand maken we een keuze voor twee estates: Een hypermodern, met de mooiste uitzichten uit de wijde omgeving, en een meer klassieke, met een prachtig gerestaureerde boerderij uit 1814.

De eerste wijnboerderij is prachtig. Een enorm mooi modern gebouw, prachtig gelegen op de top van een heuvel. De uitzichten zijn eccht adembenemend, maar het mooist is wel het complex zelf. Overal hangen prachtige schilderijen en staan er mooie sculpturen. We struinen rustig rond door het complex en maken wat foto’s. Omdat Geeske net al een wijntje achterover heeft geslagen, en Harro nog moet rijden, slaan we bij deze wijnboer het proeven maar even over. Terwijl we in onze auto stappen, stijgt er naast de boerderij net een helicopter op: Wijnproeven in stijl… De tweede wijnboer is even zoeken, maar na wat enthousiaste 180 graden bochten vinden we dan eindelijk de juiste (Best lastig met meer dan 200 wijnhuizen in de directe omgeving van Stellenbosch). De panden zijn prachtig mooi en we zijn verrast om in het gebouw een mooi modern proeflokaal te vinden. Naast het bijzonder mooie complex schijnen ook de wijnen van deze wijnboer de moeite waard te zijn, dus is het proeven geblazen! Aangezien het wijnproeven in Stellenbosch een evenement op zich is geworden (inclusief de hop-on hop-off wijnproef tour!), vragen ze tegenwoordig een klein bedrag voor het proeven van de wijnen. We moeten bij deze wijnboer 30 rand betalen (ongeveer 2,5 euro) om in totaal 6 wijnen te proeven. Vinden we natuurlijk geen probleem, en al snel worden we aan een tafeltje gezet met crackers en een karaf water, en komt er iemand om de door ons gekozen 6 wijnen in te schenken. De beste man heeft al snel door dat we niet echt bepaald wijnkenners zijn, maar vermaakt zich prima en bij iedere wijn vraagt hij wat we proeven en legt ons de verschillende smaken uit. We hebben het ook best naar ons zin, drinken hele kleine sipjes van de heerlijke wijn en uiteindelijk staat hij er op dat we als bonus nog even een dessertwijn proeven. Ach dan zeg je ook geen nee, en na 7 wijnen geproefd te hebben vertrekken we naar ons laatste adres voor vandaag: Ons eigen Knorhoek!

Rond half vijf komen we aangezeild, en met een sluitingstijd voor de proeverij van 5 uur zijn we eigenlijk wat laat. De dame van de wijnproeverij heeft echter al snel door dat we ook gasten van het guesthouse zijn en begint vol enthousiasme wijntjes voor Harro in te schenken (Geeske past deze ronde even). De hoeveelheden zijn al lang geen proef hoeveelheden meer en uiteindelijk zitten we om half zes nog steeds aan een heerlijke rode wijn.
We eten ‘s avonds bij het guesthouse, een eenvoudige maar prima maaltijd. Zoals verwacht is het met de wijn prima geregeld: Er staat een kast vol met flessen wijn, het gehele assortiment van de Knorhoek, en iedereen mag zelf wat lekkers uitzoeken.